< Terug

12 Hongarije in het Interbellum, het bewind van Horthy, 1919 tot 1939

12.30 Hongarije en de crisis om Polen in 1939.

Weldra is de zaak "Tsjecho-Slowakije" vergeten, zo lijkt het, want het Duitse rijk heeft al weer andere lan­den en plannen op het oog. Tegen de 'vrije stad' Danzig en tegen Polen komt nu vanuit Berlijn een campagne op gang en de spanningen nemen weldra weer toe. Al in maart 1939 heeft de Hongaarse minister van buiten­landse zaken, graaf  Csáky, via de Hongaarse gezant in Berlijn zijn bemiddeling aangeboden in het conflict tussen Polen en Duits­land, maar dat wordt bij voorbaat al door de Duitsers afgewe­zen.
Hitler is n.l. in het voorjaar van 1939 al over­tuigd van de noodzaak van een mili­taire oplossing ten op­zichte van Polen: Het gaat er dan al niet meer om of de Polen nog tot conces­sies zijn te bewegen! In Hongarije heeft de pers en de publieke opinie echter een duidelijke, historisch diep gewor­telde en algemene sympathie voor de Polen, en bovendien is Hongarije sinds maart 1939 weer buur­land van Polen geworden: een streven van jaren is daarmee verwezenlijkt, maar daarnaast verzeke­ren minister Csáky en de Hon­gaarse gezant in Berlijn Sztójay al in maart 1939 aan Hitler "dat de Hongaarse rege­ring ook in de toekomst nooit op een bondgenoot­schap met Polen, maar slechts op de Hongaars-Duitse vriend­schap zal steunen". [Nebelin, 10/12]…
Het is dus niet vreemd dat Hitler níet helemaal zeker van de Hongaren als bondgenoten bij een eventueel gewapend conflict in en om Polen. Hij staat als geboren Oostenrijker uitgespro­ken skeptisch tegen­over de Hongaren en heeft een duidelijk voorbehoud ten aanzien van Hongarije: al tijdens de 'Sudeten­crisis' in sep­tember 1938 is Hitler daarin alleen maar ge­sterkt. Het bleek hem immers dat de Hongaren wèl willen profi­teren, en willen delen in de buit [Tsjechoslowa­kije], maar verder toch weinig aktief zijn en aarzelen [Nebe­lin, 12] en Hitler gaat er -te­recht- ook vanuit dat het Hongaar­se leger, de Honvéd, niet zal deelnemen aan mili­taire opera­ties tegen Polen.
De crisis rondom Polen neemt intussen steeds ernstiger vorm aan. Op 21 Maart 1939 verwerpt Polen het Duitse aanbod voor een verdrag, maar gaat wèl in op een Brits-Frans aanbod van garan­ties en prompt gaan er geruchten over een Duitse militaire aanval op Polen binnen niet al te lange tijd……… Hongarije zal hieraan echter, aldus een telegram van Csáky van 27 maart, níet meedoen. Ook zal Hongarije geen enkele medewerking verlenen: Honga­rije zal géén doortocht van Duitse troepen, te voet, over de weg of per trein toestaan. "Ieder die zonder toestemming voet zet op Hongaars grondgebied be­schouwen we als vijand". [Macartney, Oct. I, 348].
De buitengewoon vriendschappelijke houding van de Hongaren tegenover Polen staat intussen lijnrecht tegenover de agres­sieve en vijandige houding ten opzichte van het andere buur­land Roemenië! Hierin houdt men immers steeds een slag om de arm: een gewapend conflict met Roemenië of Joegoslavië dat de kans geeft op terugkeer van [een deel van] het verloren gebied, kan en wil men in Budapest nooit uitsluiten! Het revisionisme blijft het hoofddoel van de Hongaarse buitenlandse politiek…….. Dit streven richt zich vooral op Roemenië, maar dit land heeft de steun van Duitsland. Hitler is niet geïnteresseerd in verandering van de Roemeense grenzen ten bate van Hongarije, en zal het Hongaarse streven naar herziening van de grens niet steunen, aldus kan de Roemeense minister van buitenlandse zaken nog in april 1939 verklaren! Ook geeft Groot-Brittannië in april 1939 garanties aan Roemenië!
In Budapest weet men intussen, dat men tegenover Duits­land uiterst voorzichtig én toch ook welwillend moet zijn. De druk van het machtige Duitse Rijk op alle kleine landen van Midden-Europa is immers steeds groter geworden. Ook een aantal rechtse Hon­gaarse poli­tici meent dat het er vooral om gaat om het ver­trouwen van Duitsland te houden. "Dat is in het Hon­gaarse eigenbelang," zeggen ze. Daarom treedt Hongarije in april uit de Volkenbond en geeft daarmee aan dat het verdere toenadering zoekt tot het bondge­nootschap van de As, tot Duitsland en Italië want "dat is van bijzondere betekenis voor Hongarije", aldus de min.v.buitenl.z., graaf Csáky. Wel blijft Honga­rije nog meewerken aan nevenor­ga­nisa­ties van de Volkenbond, zoals de ILO en het Internationa­le Ge­rechtshof.
Hongarije reageert ook negatief op een appèl van de Ameri­kaanse president Roosevelt aan Duitsland en Italië: deze landen zouden moeten verklaren voor de komende 10 à 25 jaren geen agressie tegen­over andere Europese landen te zullen plegen [15 april 1939] maar de Hongaarse gezant in Berlijn, Sztój­ay, die als pro-Duits bekend staat, verklaart dan ook dat Hongarije zich niet door Duitsland bedreigd voelt. [Nebelin, 16/19].
Toch probeert Teleki zoveel mogelijk de handen vrij te hou­den, ondanks alle ver­bintenissen met Duitsland en Italië. De Hongaarse politici zijn tenslot­te nationalisten: ook voor hen geldt in de allereer­ste plaats het eigenbelang. Dat men meent dat deze nationale Hongaarse belangen goed samengaan met die van een Grote Mogendheid -zeg: nazi-Duitsland- betekent, zo lijkt het op korte termijn, alleen maar winst! Teleki blijkt echter steeds weer de twijfelaar tussen voor­zich­tigheid en wellwillendheid t.o.v. nazi-Duitsland…..
De premier wil eigenlijk de Duitse macht tegenhouden en de Hongaarse onafhankelijkheid bewaren, dus een gemeenschappelijke grens met Polen en een soort cordon sanitaire van Hongarije, Polen, Joegoslavië en Italië. O.a. daarom is de Karpaten-Ukraïne bezet, waarvan [István Csicsery-Rónay, Neue Pester Lloyd, 10 nov. 1999] ”de bevolking grotendeels met Hongarije sympathiseerde”. Aan z’n zoon schreef Teleki b.v.: ”Het is gelukt om in een klauw van de Duitsers te snijden”.
Maar Teleki voelt ook goed aan dat aan een zekere Duitse druk helaas niet valt te ontkomen en Hongarije accep­teert ook, aan de ène kant steeds met vreugde, maar aan de andere kant met duidelij­ke bezorgd­heid, de Duitse gunsten: het land is aanmerkelijk vergroot, uitsluitend dankzij Duitsland, maar onvoorwaardelijke samenwerking met Duitsland zal zeker een breuk met het westen bete­kenen; iets wat Teleki niet wenst! De angst begint dus te overheersen. Naarmate Duitsland meer suksessen boekt kan het z'n eisen t.a.v. Hongarije overigens opvoeren en b.v. extreem-rechtse groepen duidelijk steun bieden. Men blijft dus, eigenlijk tegen beter weten in, in het voor­jaar van 1939 nog hopen op een of ander com­pro­mis, een verzoe­ning, tussen Engel­sen en Duitsers, en aan de andere kant blijft men bezorgd over een moge­lijk conflict tussen Polen en Duits­land. Teleki wil -net als Horthy- de handen van zijn eigen vaderland hierbij zoveel mogelijk schoon en vrij houden: naar alle kanten moet Honga­rije de banden met Polen, en met Engeland en Frank­rijk, om allerlei redenen aanhou­den, en het moet zéker geen oorlog voeren.
Deze houding lijkt ook gunstig voor kringen die in Hongarije de sociaal-economi­sche binnenlandse orde, van groot­grondbezit en privéka­pitaal, willen bewaren. Al te grote economische afhankelijk­heid van Duitsland kan alleen maar leiden tot nog meer luid­ruchtige en gevaarlijke agitatie vóór herverdeling van grond­bezit, enz.
Deze weifelende houding van Hongarije kan echter alleen worden volgehouden, zolang het de machtige "Herren" in Berlijn bevalt! Het liefst zou Teleki een soort neutrale poli­tiek voe­ren, maar anders­zijds juicht men toch te nadrukke­lijk over Duitse territoriale gunsten en welda­den!! Daarnaast wil de banden met de westerse mo­gendhe­den niet verbre­ken. Teleki beseft dat zonder hun mede­wer­king en hun instem­ming Honga­rije nooit de nieuwe grenzen zal kunnen behouden: een defini­tieve regeling van territoriale kwesties in Europa zal zonder medewerking van het westen niet mogelijk zijn, aldus de Hon­gaarse premier. [Nebelin, 19, 92].
Anderszijds kent Teleki natuurlijk de onmacht die de westerse mogendheden hebben laten zien. Op geen enkele wijze hebben zij hun ongenoegen met de Duitse expansiepolitiek daadwerke­lijk kunnen laten blijken en iets kunnen dóen. Fransen en Engelsen zijn na "Münch­en" veel te blij dat ze de vrede in Europa hebben weten te hand­haven!
De realiteit gebiedt Hongarije [en alle klei­nere landen in Midden- en Zuid­oost-Europa] dus om voorlopig de veel meer nabij gele­gen en machtige landen van de As, Duitsland en Italië, als nu eenmaal be­lang­rijker te beschouwen.

top

Hongarije wil met Berlijn zowel als met Rome de goede betrek­kingen handhaven hoewel men in Budapest het vermoeden heeft dat de beide landen van de As het onderling niet geheel eens zijn. De basis van Duits-Italiaanse samenwerking is immers het pure eigen­belang van beide diktatoren en het vermoeden van Teleki blijkt juist te zijn. Het bezoek van Teleki en Csáky aan Rome in de tweede helft van april 1939 bewijst dat, hoewel van enige bedreiging van de vrede etc. van de kant van de As geen spra­ke lijkt te zijn.
In Rome informeert Teleki hoe de houding van Italië zal zijn bij een eventueel conflict, m.a.w. wat Italië zal doen bij een oorlog tussen Duitsland en b.v. Po­len. Stel dat b.v. de Duit­sers de soevereiniteit van Hongarije dan níet in acht nemen, of dat ze enkele verkeerswe­gen in dat land denken nodig te hebben. Wat zal Mussolini dan doen?
De Italiaanse leider verklaart dat Italië enerzijds niet duldt dat de onafhankelijkheid van Hongarije schade lijdt, maar hij verwacht toch wel dat Hongarije en andere landen aan de Donau en op de Balkan zowel een welwillende neutraliteit tegenover de As innemen, als ook hun economische hulpbronnen aan de As ter beschikking stellen! [Nebelin, 21]. Maar Teleki en Csáky laten hun bezorgdheid ook op een andere manier weten want in Hongarije heeft men gemerkt dat de Duitsers alle troeven in handen willen hebben en houden: Over van alles is met hen te praten, mits men maar niet doet wat aan het grote Duitse rijk onwelkom is. Overigens heeft men in april in Budapest al informatie over de plannen voor een Duitse inval in Polen! [Sakmyster, 233].
Zonder zoveel woorden laten Teleki en Csáky in Rome merken zich toch een soort speelbal in Duitse handen te voelen. Men heeft in Budapest de overtuiging, dat b.v. de nieuwe staat Slowa­kij­e zelfs even­tueel de Hongaren ooit nog eens als [Duit­se] belo­ning in handen kan vallen, maar het kan evengoed zijn dat de Duitsers ooit nog eens de Slowa­ken zullen belonen met een herstel van de vroege­re zuide­lijke grens van Tsjecho­-Slowa­kij­e! [Nebelin, 14].....
"Slowakije is een belangrijk wapen [van de Duitsers] tègen ons", zo laten b.v. Teleki en Csáky in Rome weten, n.b. twee weken na het sluiten van een Hongaars-Slo­waaks grensver­drag! Csáky probeert zelfs tegenover z'n Italiaanse gastheren wat anti-Duits te zijn…. Toch is men in Rome tenslotte wèl gerust­gesteld want Hongarije zal z'n pro-As-politiek voor­zet­ten.
Ook het bezoek van Teleki en Csáky aan Berlijn van 29 april tot 1 mei 1939 heeft een positief resultaat. Tegenover Teleki is men in Duitsland eerst vijandig en wan­trou­wend geweest maar vanaf dit bezoek is de Duitse pers warm en vriendelijk tegenover Hongarije!! Ribbentrop zegt zelfs dat het Duitse rijk de ware vriend­schap en warme sympathie voor de ridderlijke Hongaarse natie heeft en ook Teleki is nu vriendelijk: Hongarije waardeert zeer het vertrou­wen dat Duitsland in het land stelt. Hongarije zet de poli­tiek van nog nauwere ver­bondenheid met de As voort en de indruk bestaat, dat, hoewel er geen nieuwe akkoorden worden gesloten, Hongarije zich toch weer door een nieuwe keten meer aan de As heeft verbonden! De Hongaarse premier verklaart zelf ook zeer anti-Joods te zijn [Laczkó, 65], en hij denkt waarschijnlijk daar­mee de gunst van Hitler enigszins terug te winnen……….
De Duitsers zien dan ook af van het vragen naar -of het eisen van- verdere antisemitische maatre­ge­len: Teleki verklaart n.l. dat de complete uit­schakeling van Joden de Hon­gaarse economie enorm zou scha­den en een volledige ineen­stor­ting van het Hongaarse economi­sche leven zou betekenen, en dat kan toch niet in Duits­lands eigen belang zijn?..... Wel vragen de Duitsers om verdere concessies aan de Duitse minderheid in Hongarije, de "Schwa­ben", en Teleki ontkomt niet aan de Duitse druk: Zie verder hoofdstuk L. XXXIII.
Wat betreft de binnenlandse politiek heeft Hongarije ook wensen! Csáky klaagt bijvoorbeeld over "de steun en aanmoe­diging van bepaalde krin­gen in Wenen voor zowel irredentisti­sche [Duitse] propa­ganda" en over [Duitse steun aan] "de agita­tie van Pijlkrui­sers". Dit zijn echter bijzaken want Duitsland is eigenlijk wel tevreden over de Hongaarse politiek, en Von Ribbentrop zegt zelfs dat hij er vanuit gaat dat "Hongarije bij een con­flict in Polen haar plaats aan de kant van de As zal inne­me­n"…… Het zal weldra blijken dat Hongarije er niet over denkt een zeer goede oude vriend, die door sterke vriendschappelijke gevoelens en sympathie met het land is verbonden, en sinds kort ook buurland, in de steek laat [Sakmyster, 233]. M.a.w. Hongarije zal nóóit troepen naar Polen sturen!
Maar intussen hoort het Südostraum tot de Duitse in­vloeds­sfeer, en Roemenië en Joe­goslavië hebben al toegezegd nooit tot een anti-Duitse combi­natie te zullen toetreden [Macart­ney, Oct. I, 348], dus wordt in Berlijn tegen Teleki in dit verband nog eens gezegd dat Hongarije de be­trekkin­gen met Joegoslavië moet verbeteren en die met Roemenië moet normaliseren. Maar vooral ten opzich­te van Roemenië heeft de Hongaar­se regering haar volstrekt eigen denk­beel­den……..Men acht het in Budapest b.v. ondenkbaar dat in een "nieuw Europa" het kleine Hongarije de huidige grens [van 1920] met Roemenië -dat nog altijd als de hoofdvij­and wordt beschouwd- als defini­tief moet beschou­wen!
In heel Mid­den-Europa wordt nu immers de 'orde' van de vre­des­ver­dragen van na de Eerste Wereldoorlog, van de Franse hegemo­nie, van 'Versail­les', vervangen door een 'nieuwe orde' die door de Duitsers wordt opgelegd.
Herziening van de vredes­verdragen, de 'dikta­ten' [van Versailles, van Trianon voor Hongarije] komt nu wèrkelijk aan de orde, zo denkt men algemeen en Hongarije houdt dus haar aanspraken op Zeven­bur­gen, waar een grote Hongaarse minderheid woont en dat een historisch deel van het Hongaarse koninkrijk vormde, maar dat men destijds aan Roemenië heeft moeten afstaan…..
In 1939 wordt de Duitsers al duidelijk dat dit gebied een gevaarlijke brand­haard vormt en dat de Hongaren -juist ten tijde van de Poolse crisis- een aanval op Zevenburgen beslist niet uitslui­ten [a­pril/mei 1939]. De Duitsers zullen echter, mocht Honga­rije tot verwezen­lij­king van haar ambitieuze plan­nen [een oorlog tegen het veel grotere Roemenië] overgaan, de betrekkingen met Hongarije 'op een laag pitje zetten'. [Nebe­lin, 29].
Het gaat de Duitsers erom dat de kleine landen niet op eigen gelegen­heid conflicten uitvechten! Hongarije wordt in april 1939 ook aangeraden een akkoord met Roemenië te sluiten over de natio­nale minderheden, en Hitler geeft ook wel toe dat de Hongaren "op den duur niet kunnen afzien van zekere rech­ten". Dat klinkt wel zeer vrijblijvend, maar...... Hitler wenst geen van beide landen te 'verlie­zen'. Voor hem zijn "Roemenië en Honga­rije net twee honden die beide tegen een kant van het hek opspringen en te keer gaan, maar elkaar toch niet kunnen bijten". Aldus heeft hij op 26 april 1939 nog tegenover de Joego­slavische minis­ter van buiten­landse zaken verklaard. [Nebelin, 81].
Voor de Duitsers is intussen wel duidelijk dat de Hongaarse rege­ring er alles aan doet om Roemenië te verzwakken en in een kwaad daglicht te stellen, door b.v. de Duitsers te waarschuwen voor leveranties van oorlogsmaterieel aan Roemenië, enz. [Nebelin, 83]. Maar de Duitsers storen zich daar niet aan, integendeel: Voor hen is Roemenië, alleen al vanwege de olievoorraden, veel belangrij­ker dan Hongarije en voor­lopig komt van de Hongaarse plannen dus niets terecht. De Italia­nen mogen dan hebben verklaard dat Hongarije wat Rome betreft absoluut de vrije hand heeft in Roemenië, de Engelsen mogen bereid zijn om aan de Hongaarse eisen tegemoet te komen mits Hongarije tot een vreedzame regeling met Roemenië bereid is, [Nebelin, 78/79] maar als het erop aan­komt zal Hongarije bij alle plannen "om het probleem-Zevenburgen op te lossen" [dat betekent: een bezetting van dat gebied] toch alleen staan.

Premier Gömbös op bezoek bij Mussolini, 1934

top

Roemenië is nu een­maal tweemaal zo groot als Honga­rije! Toch denkt men in Budapest zelfs zonder Duitse hulp Zevenbur­gen terug te kunnen winnen, terwijl Roemenië n.b. nog in april garanties voor haar grenzen van de westerse landen heeft gekregen, èn alle steun van Duitsland geniet!.... Men concen­treert zich in Honga­rije in de zomer van 1939 dus op Roemenië. Diploma­tieke aktivi­teiten worden er onder­nomen: een Roemeens aanbod om een non-agressie­pakt te sluiten wordt afgewezen en men gaat er al vanuit dat een Hongaars aanbod om een verdrag ter bescherming van minder­heden te sluiten, door Boekarest toch zal worden afgewe­zen.
De Hongaarse ambassadeur in de Roe­meense hoofdstad zou vol­gens dit voorstel immers als een soort waak­hond moeten optre­den, wat door Roemenië natuur­lijk als inmenging in bin­nenland­se aange­legenheden zal worden be­schouw­d. [Nebelin, 84/85]. Naast diplomatieke stappen onderneemt Hongarije zelfs in de zomer van 1939 ook voor­berei­dingen voor een aanval op Roemenië, èn voor een mobili­sa­tie: er gaapt dan ook een wijde kloof tussen wat men in Budapest dènkt en wat men kán! [Nebe­lin, 79]. De diepgewortelde en alles overheersende wens van de Hongaren naar verdere revisie van de vrede van Trianon geeft Hitler overigens het excuus om Hongarije tot verdere concessies te dwingen en constant onder druk te zet­ten. [Borb­ándi, 79].
Wat betreft de crisis om Polen horen de Hongaarse leiders in Berlijn een iets ander geluid dan ze in Rome hoorden. Duits­land rekent n.l. op Hongaar­se steun bij een conflict met Polen en zelfs bij een eventu­eel alge­meen Europees conflict, een oorlog met Groot-Brit­tannië en Frankrijk. Hitler en Von Ribben­trop gaan hier vanuit. Kortom: Hongarije wordt toch wel betrouwbaar geacht. Men gaat er in Duits­land ook steeds "gewoon" vanuit dat Honga­rije in elk geval met z'n hele economische potentieel de Duitsers ter beschik­king staat en men rekent er ook op dat Hongarije bij een oorlog [met/in Polen] zo niet met aktieve militaire, dan toch "met algemene politieke en economische steun" achter Duits­land staat.
Maar door Teleki is aan Hitler en Von Ribbentrop wel duide­lijk gemaakt dat Honga­rije er niet over denkt bij een oorlog in of te­gen Polen militai­re stap­pen te ondernemen. Hongarije staat in het algemeen wel aan de kant van de As, maar een oorlog tegen Polen is aan het Hon­gaarse publiek onmogelijk te verko­pen. "Zo'n oorlog zou een misdaad tegen onze morele overtui­ging zijn", aldus Teleki en minister Csáky verklaart dan ook opnieuw: "Hongarije houdt haar vrijheid van handelen in alle rich­tingen", en "het land kan nie­mand beloven wat het al of niet gaat ondernemen". Zo meent men in Budapest alle partijen voorlopig tevreden te kunnen stel­len.
Premier Teleki mobiliseert intussen ook binnenlandse steun voor zijn politiek. Hij heeft in het voorjaar van 1939 pamflet­ten laten verspreiden, die door hemzelf zijn geredi­geerd, waarin hij nog eens aan allerlei aanzienlijke personen in het openba­re leven, zoals b.v. de rooms-katholieke primaat en aartsbis­schop kardi­naal Serédi, de bisschop van Veszprém, József Minds­zenty [Pehm] en die van Győr, baron Vilmos Apor, en eveneens aan de leiders van de [oppositie-] partij van Kleine Grond­be­zitters, mgr. Béla Varga en Béla Kovács, duide­lijk maakt wat het doel van zijn politiek is.
"Zelfstandigheid en Onafhanke­lijkheid" vormen het doel van de Hongaarse buitenlandse poli­tiek van deze premier die ook denkt dat dat, ondanks de moeilijk begaanbare weg, wel zal lukken. Vooral tegenover de buurlanden wenst men de handen vrij te houden..... Toch lijkt een oorlog steeds meer naderbij te komen: Op 22 mei 1939 sluiten Italië en Duitsland, door de As al met elkaar verbonden, een zgn. "IJzeren Pakt". Beide landen zullen elkaar via een "permanente commissie" steeds raad­plegen, ook ten bate van militaire samenwerking in geval van oorlog en er gaan zelfs al geruchten over een bezet­ting van geheel Zuidoost-Europa door de As en alle landen van Zuid-Oost-Europa zullen dan econo­misch mee moeten werken ten bate van de Duitse oorlogsmachine.
Om te voorkómen dat men bij een oorlog betrokken raakt, zeker waar het Polen betreft, en ook om een bezetting te voorkómen, wil de regering in Buda­pest n.b. wel deelne­men aan het mili­taire over­leg van de As, zelfs als [volwaardig] lid van de "perma­nente commissie", maar dat wordt door de As gewei­gerd: Het kleine [!] Honga­rije is voor Hitler en Musso­lini immers geen "grote mogend­heid". Overigens vindt Hitler ‘morele gronden’ voor de politiek [tegenover Polen], zoals Hongarije aanvoert, natuurlijk idioot! [Sakmyster, 234]…….. Politiek is voor hem nu eenmaal alleen gebaseerd op macht en het gebruik daarvan….….
De stem van een klein en machteloos land zoals Hongarije telt voor Hitler niet en een beroep van Horthy op de paus om in het conflict tussen Duits­land en Polen te bemiddelen en een conferen­tie van de grote mogendhe­den van Europa bijeen te roepen is dan ook tot mis­lukken gedoemd [juni 1939].
Temidden van de in juli 1939 sterk toenemende spanningen laat minister Csáky nog eens weten dat zijn regering niet openlijk tegen de Polen stelling kan nemen, in verband met de nationale eer en de publieke opinie [Nebe­lin, 41] en ook aan de Hongaarse gezant in Warschau laat Csáky op 13 juli nog eens weten, hetgeen hij al eerder aan de Poolse gezant in Budapest meldde, dat Hongarije van plan is om bij een Duits-Pools militair conflict welwillend neutraal te blijven: onder geen enkele omstandigheid zal Hongarije, aldus Csáky, tegen Polen naar de wapens grijpen. [Nebelin, 41/42].
Aan de andere kant is men natuurlijk ook bang en huiverig om Duitsland te bele­di­gen. Hongarije bevindt zich immers nu in een positie waarin het bij elke stap die het onderneemt zéér gevoelig is voor controle, vragen en klachten van de zeer waakzame Duit­sers, al is die stap eventueel niet helemaal in overeen­stem­ming is met de Duitse ideeën over wat "de As-politiek" zou moeten zijn. [Macart­ney, Oct. I, 349]. Men weet bovendien wel hoe afhankelijk Hongarije van het machtige Duitse rijk is. Daarom gaat b.v. de stafchef, gene­raal Werth, van 4 tot 6 juli 1939 naar Duitsland om hier over wapenleve­ranties en economi­sche samenwerking tussen zijn land en Duits­land te praten.
Ook Mussolini oefent druk uit op Hongarije en stuurt op 17 juli 1939 nog een boodschap aan Teleki en Csáky, waarin hij zegt: "Hongarije kan niet neutraal blijven in een algemene oorlog, en -als er zo'n oorlog van de As tegen andere landen komt- moet het verklaren dat het de poli­tiek van de As zal volgen". [Macartney, Oct. I, 358]. Als antwoord hierop stuurt Teleki vervolgens op 22 en 24 juli twee boodschappen, brieven, naar Hitler in Berlijn en naar Mussolini in Rome, waarin hij deels tegemoet komt aan deze wens: "Bij een algeme­ne oorlog [conflict] zal Hongarije z'n politiek met die van de As in overeenstemming brengen, maar deze verbintenis kan onder geen enkele omstandigheid inbreuk op de Hongaarse soevereiniteit beteke­nen, en kan ons ook niet ervan weerhou­den om onze natio­na­le doelstellingen te realise­ren". Daarom wilde hij ook een Hongaar­se vertegenwoordiger in de perma­nente commissie van het Staal­pakt! Hongarije wordt, aldus Teleki, "geleid door het diepe geloof in de morele en materiële kracht van de As", aldus de eerste brief van 22 juli 1939. [Juhász, 161, Nebelin, 43, Allianz, 52].
Maar… in de tweede brief laat Teleki nadrukkelijk weten dat Honga­rije de samen­werking met Polen voortzet. In geval van een Duits-Poolse oorlog zal Hongarije uit moreel oogpunt niet in staat zal zijn om een aanval op Polen te doen en medewer­king aan enigerlei militaire aktie tegen Polen weige­ren. Hongarije kan géén oorlogshande­lingen tegen Polen onder­nemen, aldus Tele­ki. Honga­rije blijft, aldus de pre­mier, een onaf­hanke­lijke, soeve­reine natie, en de natio­nale belangen blijven primair [Alli­anz, 54/55].
Teleki wordt hierbij ook geleid door het feit dat de Hongaren nooit antwoord hebben gekregen op hun verzoek aan Berlijn om duide­lijkheid: wat verwacht het Duitse rijk precies van Honga­rije bij een oorlog? Ook op het verzoek om nader overleg zijn de Duitsers niet ingegaan, maar het is weldra duidelijk dat beide brieven, vooral de laatste,  niet erg wel­kom zijn in Berlijn. Aan de Hongaarse gezant Sztój­ay wordt prompt gevraagd: Welke soort samen­werking wil Hongarije eigenlijk aanbieden? Wil men militaire of alge­mene samenwerking?
Nog belangrijker is voor Berlijn de vraag hoe brief no. 2 in overeen­stemming kan zijn met brief no. 1. Sztójay weet echter geen ant­woord te geven!! [Maca­rtney, Oct. I, 358/359]. Door de berichten uit Budapest is de stem­ming in Ber­lijn er dus niet beter op geworden.

top

De Duitse leiders zijn, inte­gen­deel, verontwaardigd over de weigering bij voorbaat van Honga­rije om aan een eventuele oorlog in Polen deel te nemen, zoals in de tweede brief nadrukkelijk staat. Men keurt het af dat Hongarije dus níet onvoor­waarde­lijk achter de As s­taat want het blijkt dat Honga­rije zijn aanvanke­lijke toezegging als bondgenoot nu beperkt! Voor de verdere verhou­dingen tussen Berlijn en Budapest zijn de beide brieven van Teleki dan ook van groot belang gebleken. Vooral de tweede brief wordt in Berlijn hoog opgeno­men. Die brief is het meest ernstig en maakt een zeer slechte indruk in beide hoofdsteden. Met name Duitsland is kwaad: het wil geen beloofd overleg over bewapening, en stopt de economi­sche leveran­ties aan Hongarije. Dan wordt de Hongaarse min.v.buitenl.z. ontbo­den naar Berchtes­gaden, zogenaamd voor een privé-bezoek, om uitleg te geven over de inhoud van beide brieven en van 8 tot 10 augustus vindt de ontmoe­ting plaats tussen Hitler en Csáky. Al onmiddellijk is duidelijk dat de Duitse leider woedend is over de Hongaarse houding.
Hitler rékent bij een eventuele oorlog in Polen [een Duitse inval in dat land] in militair op­zicht niet eens op de Honga­ren! Maar in geval van een algemene Europese oorlog rekent Duitsland wel degelijk op Hongarije en juist omdat Duits­land Honga­rije steeds heeft ge­steund bij haar buitenland­se beleid en bij de revisio­nis­tische politiek acht de Duitse leider de houding van de Hongaarse premier onbegrijpe­lijk! "In deze omstandigheden ziet het Duitse rijk ook geen moge­lijk­heden meer om verder Hongarije te steunen", aldus Hitler, en Von Ribbentrop voegt eraan toe dat Honga­rije de beide brie­ven van Teleki moet terugnemen! [Nebe­lin, 50]……
De Führer is zwaar beledigd, want "de indruk bestaat dat Honga­rije van de As afdrijft onder invloed van buiten-landse intri­ges". Dan verontschuldigt Csáky zich en spreekt Hitler per­soon­lijk, maar de verklaring van Csáky dat "zijn regering met haar beide brieven heeft willen zeggen dat ze achter de Duit­sers staat, maar dat de nationale eer van Hongarije ver­biedt om tegen Polen te vechten" [Nebelin, 44] is voor Hitler natuurlijk onvoldoende.…….
Wel lijkt Hitler Csáky daarna te vergeven maar hij wijst er met nadruk op dat Hongarije niet moet denken, dat er ”een apart Hon­gaars probleem bestaat”! Hongarije moet ook niet denken dat 't groter wordt als Duitsland wordt verslagen en Hitler biedt ook Slowakije niet aan Hongarije aan [in ruil voor samenwerking tegen Polen!]. [Macartney, Oct. I, 359].
Het enige dat Csáky verder dan nog weet te zeggen is dat men in Berlijn de brieven van Teleki van 22 en 24 juli jl. maar als niet-geschre­ven moet be­schou­wen [Allianz, 55] en tenslot­te wordt de minister naar Buda­pest teruggeroepen en hier bevestigt hij toch nog eens, al op 10 augustus, tegen­over de Italiaanse gezant dat Hitler hem niet heeft gevraagd om mili­taire hulp van Hongarije tegen Polen, en die hulp blijkbaar ook niet verwacht. [Nebelin, 51/52]. Wel blijven de Duitsers verder zeer skeptisch en wat ongerust ten aanzien van Honga­rije en aan generaal Döme Sztójay, de [zeer pro-Duitse!] Hongaarse gezant in Berlijn, wordt de opdracht gegeven om de reden voor de Duitse onzekerheid weg te nemen: "Hongarije moet een duide­lijke hou­ding aannemen", aldus klinkt het in Berlijn. Dan proberen de Honga­ren de Duitsers wel gerust te stellen en ze verkla­ren dat de vriend­schap met Duitsland toch de basis blijft van de Hongaar­se buitenlandse politiek. ”Duits­land kan rekenen op een correc­te houding van Hongarije ten opzichte van z'n vrien­den” [Nebe­lin, 58/59], en het "conflict" is hiermee eigenlijk gesust.
Duitsland rekent er immers op dat het militaire conflict met Polen beperkt zal blijven, en dat men daarom van Hongaarse 'hulp' geen gebruik zal behoeven te maken. Minister Csáky deelt op 22 augustus 1939 nog mee dat Hongarije eerst een afwachtende houding zal aannemen en niet zal provoceren. Ook tegenover de regeringen in Washington, Londen en War­schau verklaart men vanuit Budapest dat Hongarije een strikt neutra­le houding zal aannemen in geval van een oorlog. Het land zal zijn eigen buitenlandse politiek blijven voortzetten. Maar omdat men zowel naar Duitsland en Italië als naar de westerse landen alles open wil houden, wordt Hongarije in Berlijn toch al gauw verdacht van een "zweigleisige Politik" , een "zwiespal­tige Haltung". Aan de westerse mogendheden wordt b.v. ook meegedeeld dat Hongarije verzet zal bieden als Duitse troepen het land zullen binnenvallen!
De dreiging neemt intussen toe. Bij een kort en onverwacht bezoek aan Rome op 18 augustus 1939 ["omdat de Duitsers niets meer van zich hebben laten horen"] laat Csáky er bij Mussoli­ni en zijn minister van buiten­landse zaken graaf Ciano geen enkel misverstand over bestaan: "De stemming in Hongarije is zó dat de Hongaren voor 95 % de Duitsers haten. Speci­aal de Rijks­bestuurder Horthy en zijn vrouw haten de Duitsers", aldus Csáky. [Kertész, 47, Macartney, Oct. I, 361]. De volgende dag krijgt men in Rome echter een telegram van Von Ribbentrop in handen, waarin deze met name Csáky en Honga­rije bela­che­lijk maakt..... Toch verklaart Csáky: "Hongarije wil zich voegen bij de As, om een Duitse invasie of een zogenaamde "vriendschappelijke" bezetting te voor­komen, maar Mussolini en Ciano zijn zeer terughoudend, en horen alles aan! Zij steunen, wanneer het erop aankomt, liever hun machtige bondgenoot Hitler dan het machteloze Hongarije. Voor Hongarije en z'n regering is het echter van het grootste belang om buiten het conflict te blijven, en o.a. de Hongaarse gezant in Londen, Barcza, is de overtui­ging toegedaan "dat het fataal voor Honga­rije zal zijn om belli­gerent te worden". [Macartney, Oct. I, 361]….
Intussen doen allerlei geruchten in verband met de zeer sterk toenemende spanningen tussen Polen en Duitsland de ronde. Duitsland zou n.l. een inval in Polen willen doen! Toch wil men in Budapest een vreedzame oplossing voor het Pools-Duitse conflict blijven nastreven, èn men is evenzeer bang om de Duitsers te beledi­gen! De Hongaarse regering is boven­dien be­vreesd voor een al te grote macht van de Duitsers: er mogen in géén geval Duitse troepen op Hongaars grondgebied komen. Bovendien denkt men [Horthy, Teleki., Bethlen e.a.!] eigenlijk ook dat bij een oorlog van Duitsland tegen Frankrijk en Engeland [samen met de Amerika­nen] het grote Duitse rijk tenslotte toch de nederlaag tege­moet gaat. [Nebelin, 24/25]: Duitsland kan zo’n oorlog niet winnen, aldus Teleki’en Hongarije moet daarom het isolement zoeken, zich buiten de internatio­nale gewapende conflicten houden en zich terughoudend opstellen. Het land wil kortom de handen vrijhouden en men wil in Buda­pest ook weten wat een land als Hongarije nog te wachten staat. De regering wil eigenlijk dat Hongarije als soeverein land wel samenwerkt met de As, maar men wenst niet door de Duitsers onder druk te worden gezet. Wel wil men weten wat er in Berlijn van Honga­rije op econo­misch en militair gebied en in het algemeen wordt verwacht, maar men denkt in Budapest zelf nog wel te kunnnen beslissen over de mate van samenwer­king!Merkwaardig is overigens dat voor het eerst in augustus 1939 in Rome door de Hon­gaarse minis­ter wordt geopperd om het koninkrijk Honga­rije door persoonlij­ke, dynas­tieke banden nauwer met Italië te verbin­den: Csáky doet namelijk het voorstel, met instemming van Horthy, om de hertog van Aosta, een neef van de Italiaan­se koning Victor Emanu­el III, op de troon van Honga­rije te zet­ten, maar de Italianen willen daar­van niets weten. [Nebe­lin, 54].…………

top


Dit alles vervaagt echter wanneer als een donderslag bij heldere hemel op 23 augustus 1939 het bericht komt dat de Sovjet-Unie en het Duitse rijk een non-agressiepakt hebben gesloten, en een bondgenootschap, het zgn. "Molotov-Ribbentrop pakt". Op 24 augustus is dit in Budapest bekend. In geheime clausules worden de invloedssferen van beide landen in Midden-Europa bepaald en overeengekomen wordt o.a. dat de Duitsers en de Sovjets samen Polen zullen aanvallen, en daarna zullen verdelen…. De inhoud hiervan wordt echter nooit bekend gemaakt! De buitenwereld beseft alleen dat beide grote mogendheden, het grootste land op aarde en het sterkste land van Europa, tot verbazing van iedereen, ineens tot een akkoord zijn geko­men, en wel over de rug van een derde land heen........ De 23e augustus van 1939 brengt dus alom een schok en grote verwar­ring teweeg: van "principes" van nazi's zowel als van communisten blijft blijkbaar niets over wanneer het om zuive­re mili­taire machtspolitiek en agressie gaat.
Voor alle kleine en vrij machteloze landen die tussen het machtige Duitse rijk en de enorme Sovjet-Unie in liggen, betekent dit uiteraard een bijzonder gevaar­lij­ke zaak, een zaak van leven of dood, oorlog of vrede, wellicht. Ook in Hongarije is sprake van verwarring, maar zeker is en blijft, dat Hongarije niet zal deelnemen aan een oorlog tegen Polen, hoewel Hitler dat de regering van Hongarije zeer kwa­lijk neemt en dat nooit vergeet!
Ook voor Teleki [en o.a. Horthy] persoonlijk betekent het pakt een psychologische schok; hun diepe overtuiging dat het westen een oorlog zal winnen, is nu nog ver­sterkt, want álles is verloren als zíj een oorlog verliezen. Altijd meenden zij al dat de grote expansieve macht van Duits­land de op één na ernstigste bedrei­gi­ng voor Hongarije was en het ­nazidom betekent volgens hen een kwaad en een ernstige dreig­ing voor de Hongaarse traditionele instel­lingen en de manier van leven, maar.... de ergste bedreiging is toch het bolsjewisme, het communisme en Rusland.  
"When Hitler commit­ted the ultimate sin of allying himself with Bolshevik Russia, Teleki felt more stron­gly than ever that on moral grounds the victory of the west was as necessary as it was certain on military grounds"……... "From the hour of publication of the Pact Hungarian policy became marked by an extreme caution and a great modera­tion". [Macartney, Oct. I, 361/362].
Zoals overal staan ook extreem-rechtse groepen in Hongarije ineens voor een onmogelijke keuze. Hun scherpe anti-communis­me, hun diepe haat tegen het bolsjewisme, slaat ineens nergens meer op. De ex­treem-rechtse pers in Hongarije viert het nieuwe bondge­noot­schap zelfs al met een demonstra­tie, waarbij n.b. por­tretten van Hitler en Stalin worden rondgedra­gen en waarbij wordt opge­roepen tot een gemeenschappelijk front van de prole­tari­sche staten tegen de westerse 'plutokra­tieën', aldus het blad "Magyarság" van 30 augustus 1939. [Nagy-Talavera, 156]. Ineens ontdekt men 'socialistische' tendensen in nazi-Duits­land en wil men 'objectief' zijn tegenover de Sovjet-Unie en terwijl extreemrechts steeds zo fel tekeer ging tegen alles en iedereen, is men nu ineens behoedzaam! [Laczkó, 75/76]. De westerse mogendheden blijken uiteraard ook nú te zwak om nog invloed in Centraal-Europa te houden. Ze zijn kennelijk mach­teloos, uitgeschakeld, en hun garanties en beloften blijken waarde­loos. Het zgn. Cordon sanitaire, waarmee ooit Frankrijk probeerde om Duits­land te omsingelen, is om zeep geholpen. Er is dan ook voor Honga­rije weinig anders mogelijk dan een voorzichtige, min of meer neutrale, afwach­tende hou­ding, wil men tenminste de onafhan­kelijkheid behou­den want de Hongaarse regering, gesteund door liberalen en sociaal-demokraten, wenst nog altijd de banden met de verre westelijke mogendhe­den niet door te snijden, maar men kan en wil evenmin de banden met het nabije Duits­land, het machtige buurland, ver­breken……….De situatie kan nu gemakkelijk zeer dreigend worden.
Precies een half jaar is het land wel bij het anti-Komintern­pakt aangesloten, maar wat stelt dat nog voor sinds het nieuwe Molotov-Ribbentrop Pakt van 23 augustus 1939? Hongarije wil ook geen vazalstaat van Duitsland worden en dan zijn onafhankelijkheid, z'n soevereinteit, verliezen en nog steeds gaat men er vanuit dat Honga­rije n.b. "als mid­del­grote mogendheid" zijn eigen lot in handen moet houden! Teleki is verder absoluut in zijn weigering om Hongarije ooit aan een oorlog tègen het westen te laten deelnemen: "We moeten de goodwill van het westen houden, en nooit weer als in 1918 kunnen worden behandeld", aldus de Hongaarse premier. Voortaan is Teleki ook zeer voorzichtig wat be­treft het revisionisme: Hongarije zal níet [meer] met hulp van Duits­land gebied terugnemen omdat het aan het einde die cadeau­tjes als giften van de As toch terug zal moeten geven!.... De Britten zijn echter opvallend vriendelijk nu blijkt dat Hongarije gema­tigd is, en niet aan een oorlog wenst mee te doen en ook de Amerikaanse zaak­gelastigde in Budapest kan op 1 septem­ber 1939 nog vaststel­len dat "Hongarije's handen nog vrij zijn, en dat Hongarije nooit tegen Polen zal vechten". Een groot gedeelte van de Hongaarse pers staat ook sympathiek tegenover de Poolse zaak. [Nebelin, 55/57].
De Hongaarse premier wil dus naar beide kanten de contacten openhou­den en aan de vooravond van de Tweede Wereld­oorlog, op 31 augus­tus 1939, verklaart de Britse ambas­sadeur in Hongarije nog verheugd te zijn dat b.v. de "Pester Lloyd", een vooraanstaand onafhankelijk Duitstalig en liberaal blad in Budapest, haar nieuws groten­deels uit Londen haalt, en fair en onpartijdig het Britse standpunt goed weer­geeft. [Ul­lein-Revitzky, 224]...... Misschien is Teleki's politiek van gewapende neutraliteit toch nog niet zo gek en is het de beste manier om het onheil voor het land zo lang mogelijk af te wenden.
Maar in Duitsland reageert men op Hongaarse houding natuurlijk niet zo vrien­delijk en Sztójay denkt zelfs dat Duitsland wel eens vijan­delijke operaties tegen Hongarije zou kunnen uitvoe­ren. Daarom doet hij vele suggesties aan z'n regering: de regent moet een persoon­lijk gebaar t.o. Hitler maken en Honga­rije moet spontaan -méér dan is gere­geld via akkoorden- agra­ri­sche produkten leve­ren. [Macart­ney, Oct. I, 363]. Intussen is Hongarije, wat de levering van wapens en vele andere produkten be­treft, echter al van Duitsland afhankelijk gewor­den [Nagy-Talave­ra, 156] en het gevaar wordt zo steeds groter dat o.a. Hongarije [maar in feite heel Zuidoost-Euro­pa] tot een werktuig van het Duitse imperialisme wordt. [Alli­anz, 65].
In 1937 ging van de Hongaar­se export al 24 % naar Duitsland, en 17 % naar Oostenrijk [samen 41 %], en in 1939: 50 % en van de Hongaarse import kwam in 1937 al 26 % uit Duits­land, en 19 % uit Oostenrijk [samen bijna 45 %] en in 1939: 48 %. De omvang van de handel met andere landen is veel geringer. Van de Hongaarse export ging in 1937 bijna 16 % naar Italië, en ruim 11 % naar de grote westerse landen, Groot-Brittannië, Frankrijk en Amerika, van de import kwam 7,3 % uit Italië en 14,3 % uit deze grote westerse landen. [KHA 3341].
Eigenlijk is de hele Hongaarse econo­mie -evenals die van alle buurlan­den- uitsluitend dankzij de sterke economische banden met het Duitse Rijk en door de Duitse oorlogsvoorberei­dingen in de tweede helft van de dertiger jaren sterk verbeterd! De lonen zijn in 1939 met 10 % geste­gen en de werk­loosheid is in korte tijd vrijwel verdwenen. Het aantal indus­triearbei­ders stijgt alleen al in 1939 met 72.000 en de handel neemt sterk toe. Toch dalen in 1938 de import en export van Hongarije vergeleken met 1937, resp. met ruim 15 % en met ruim 11 %! [KHA]. In 1939 stijgt de goederenproduktie weer met 20 %: dat is de groei van de jaren '20 en '30 tot dusverre samen. Van groot belang is dat n.b. in 1938 voor het eerst aard­olie in Hongarije wordt gevon­den en geproduceerd [42.000 ton], en de produktie ervan stijgt snel. Ook de produktie van bauxiet [1938: 500.000 ton] en van mangaanerts [50.000 ton in 1938], en met name de export hiervan naar Duitsland stijgen snel…….. Dan nemen ook de sociale spanningen af, en de levensstandaard van arbei­ders, boeren, kleine burgerij, ambtenaren, intellec­tuelen en andere middengroepen stijgt relatief snel.
De onte­vredenheid neemt dan ook af, maar het aantal Hongaren dat vindt dat men ’alles aan Duitse rijk heeft te danken’ neemt toe….! Extreem-rechts blijft dus een belangrijke factor, maar alles is gekleed in een Hongaars jasje: in 1939 zijn het bruine hemd en het hakenkruis als 'officiële emblemen en symbolen van een buiten­landse mogend­heid' verbo­den, maar toen kwamen de extreem-rechtse leiders met een groen hemd, en met een kruis met pijlen [pijl­kruis, nyilaskereszt] als symbolen en nu legt men ook meer nadruk op de sociale kanten en keert zich vooral tegen de uitbuiting door de aristokratie, het grootgrondbe­zit en het kapitalisme. …. Toch blijven de grofheden, de vulgaire taal en de onderlinge ruzies steeds een kenmerk van extreem-rechts, en ook een zgn. "Lumpenproletariat" dat zich uit wanhoop eventueel tot de meest verachtelijke daden laat verleiden, is steeds te vinden. Ook wordt het regeringsblad 'Magy­arság' spot­goed­koop en met zware Duitse subsi­dies aan de man ge­bracht en ook een goed­kope zgn. Volksradio wordt vanaf 1939 door de regering als instrument ge­bruikt. [Nagy-Talavera, 157]………..

Wanneer de Duitse inval in Polen op 1 september 1939 eenmaal is begonnen voelt men zich in Budapest overigens ge­sterkt door de houding van Italië dat immers óók niet militair in Polen aktief is: deze oorlog in Polen is dus niet een algemene oorlog van de As tegen een derde land. Italië zowel als Honga­rije blijven buiten het conflict!

top