> Direct naar de Tweede Wereldoorlog

Een chronologisch overzicht

0

1000
 

1. Vanaf de prehistorie van nomaden tot aan de stichting van een koninkrijk in 1001

 

> 1.1 De oorsprong der Hongaren tot hun komst in het Donaugebied in 896

> 1.2 Het Karpatenbekken tot de tiende eeuw [- 896]

> 1.3 Het Hongaarse volk in de tiende eeuw, 896 – 1000
 

 

2. Het koninkrijk der Árpáden, 1001 tot 1301.

1100


1200


1300
 

> 2.1 De basis wordt gelegd door koning Stephanus I, 1001 tot 1038.

> 2.2 Verwarring en reaktie, 1038 tot 1075.

> 2.3 Herstel en consolidatie onder László I en Kálmán, 1075 tot 1116.

> 2.4 De zwakke koningen in de 12 eeuw, 1116 tot 1172.

> 2.5 Een krachtig herstel onder koning Béla III, 1172 tot 1196.

> 2.6 Desintegratie en de opkomst der baronnen, 1196 tot 1235.

> 2.7 De ‘tweede stichter’ van de staat, koning Béla IV, 1235 tot 1270.

> 2.8 De ernstige verzwakking onder de laatste Árpáden, 1270 tot 1301.

 

3. De buitenlandse vorstenhuizen; grote bloei en diep verval in de
     late Middeleeuwen en de Renaissance, 1301 tot 1526.

1400


1500
 

> 3.1 Anarchie en herstel onder koning Karel I Robert van Anjou, 1301 tot 1342.

> 3.2 Koning Lodewijk de Grote, 1342 - 1382.

> 3.3 De feodale maatschappij, koningin Maria en koning Sigismund, 1382 tot 1437.

> 3.4 De macht van János Hunyadi èn van zijn vijanden, 1437 tot 1457.

> 3.5 De “rechtvaardige Koning” Matthias Corvinus, 1458 tot 1490.

> 3.6 Het diepe verval en de ondergang van een groot land, 1490 tot 1526.

 

4. Het verdeelde Hongarije vanaf 1526 tot ± 1700.

1500

1600

1700
 

> 4.1   De militaire suksessen der Turken in Hongarije, van 1526 tot de vrede van 1568.

> 4.2  De Reformatie in de 16e eeuw in Hongarije.

> 4.3  Het verdeelde Hongarije van 1568 tot 1608.

> 4.4 De Habsburgers en Zevenburgen, de Contrareformatie, 1608 tot ± 1660.

> 4.5 De Habsburgers en de Turken; het Absolutisme, ± 1660 tot ± 1700.

 

5. Hongarije in de XVIIIe eeuw, 1703 tot 1792.

1750
 

> 5.1 De vrijheidsoorlog van Ferenc Rákóczi II, 1703 – 1711.

> 5.2 Keizer en koning Karel III, 1711 –1740.

> 5.3 Koningin Maria Theresia, 1740 –1780.

> 5.4 De revolutionaire koning Josef II, 1780 tot 1790.

> 5.5 Keizer en koning Leopold II, 1790 –1792, blz. 58 – 60.

 

6. Een periode van langzame vooruitgang en bewustwording, 1792 tot 1848.

1800
 

> 6.1   Absolutisme en reactie onder keizer en koning Franz I, 1792 tot 1835.

> 6.2  Het achtergebleven Hongarije, Von Metternich en graaf Széchenyi, 1825 tot ± 1836.

> 6.3  Emancipatie en stagnatie in “de tijd der hervormingen” [A reformkor].

> 6.4  Het openbare leven in Hongarije in de jaren rond 1840.

> 6.5  Het toenemende nationalisme vanaf ± 1840.

> 6.6  Het sociaal en economisch afhankelijke Hongarije in de eerste helft der XIXe eeuw.

> 6.7 De “onhoudbare toestand” in Hongarije vóór 1848.

> 6.8 Twee partijen tegenover elkaar aan de vooravond van de revolutie.

 

7. Revolutie en Vrijheidsoorlog, 1848 - 1849



 

> 7.1 Het enthousiasme in de lente, maart / april 1848.

> 7.2 Toenemende crisis, mei tot september 1848.

> 7.3 De oorlog begint, september 1848 tot januari 1849.

> 7.4 De Hongaarse offensieven, januari tot mei 1849.

> 7.5 De ondergang in de zomer, vanaf mei 1849.

 

8. Van capitulatie tot compromis, 1849 - 1867

1850  

> 8.1 De Oostenrijkse politiek tegenover het verslagen Hongarije.

> 8.2 De economische en maatschappelijke ontwikkeling na 1849.

> 8.3 De houding van de [meeste] Hongaren. 

> 8.4 Het Oostenrijkse absolutisme raakt in verval, 1859.

> 8.5 Oostenrijks moeilijkheden: Hongaarse mogelijkheden?! Het rebelse Hongarije, 1859/61.

> 8.6 De Hongaarse Landdag en het zgn. Provisorium, 1861/65.

> 8.7 Op weg naar een vergelijk, 1865 – 1867.

 

9. De Oostenrijks-Hongaarse monarchie, deel I, de bloei van de monarchie, 1867 tot 1890.

1875  

> 9.1 De liberale geest van Deák en Eőtvős, 1867 – 1871.

> 9.2 Van Andrássy naar Tisza, 1871 – 1875.

> 9.3 Premier Kálmán Tisza, 1875 – 1890.

> 9.4 De positie der zgn. “nationaliteiten”.

> 9.5 De laatste jaren van premier Tisza, 1881-1890.

> 9.6 Kunst en cultuur in de tweede helft der 19e eeuw in Hongarije.

 

10. De Oostenrijks-Hongaarse monarchie, deel II, het verval der monarchie, 1890 tot 1914

1900














1913
 

> 10.1  De binnenlandse politiek onder de opvolgers van Tisza, 1890 – 1895.

> 10.2 De Roemenen en de andere ’nationaliteiten’ in Hongarije.

> 10.3 De sociaal-economische situatie rond de eeuwwisseling 1890 –1905.

> 10.4 De Hongaarse natie en de nationalistische politiek, 1895 – 1903.

> 10.5  De troonopvolger.

> 10.6 Van crisis naar crisis, van min.-pres. Tisza naar de Coalitie, 1903 tot 1906.

> 10.7  Cultuur en wetenschap tijdens de eeuwwisseling, ± 1890 – 1910.

> 10.8 Economie en maatschappij.

> 10.9 De Hongaarse joden omstreeks de eeuwwisseling, ± 1900.

> 10.10  De [nationalistische] binnenlandse politiek van de Coalitie, 1906 tot 1909.

> 10.11  De progressieve, linkse oppositie, 1906 –1914.

> 10.12 De binnenlandse politiek van 1909 tot 1913 en het neoconservatisme van Tisza.

> 10.13 Tisza als premier van een geïsoleerd imperium, 1913/14. Wordt Hongarije een obstakel?

> 10.14 Een strijdbare natie.

> 10.15 Gemeenschappelijke zaken en buitenlandse betrekkingen van Oostenrijk-Hongarije, 1906-1914

 

11. Oorlog en revoluties, 1914 tot 1919

1914






1918
 

> 11.1  De Eerste Wereldoorlog breekt uit, het jaar 1914.

> 11.2  De Eerste Wereldoorlog, het jaar 1915.

> 11.3 De Eerste Wereldoorlog, het jaar 1916 tot voorjaar 1917.

> 11.4  De Eerste Wereldoorlog, voorjaar t/m december 1917.

> 11.5 Het laatste oorlogsjaar, januari t/m oktober 1918.

> 11.6 De revolutie van de aristokraat, het bewind van graaf Mihály Károlyi, 1918-1919.

> 11.7 De begerige buren, vanaf november 1918 en in 1919.

> 11.8 De vredesconferentie in Parijs, 1919.

> 11.9 De binnenlandse politiek van Hongarije, november 1918 tot maart 1919

> 11.10 De Hongaarse Radenrepubliek, 21 maart tot 31 juli 1919

 

12. Hongarije in het Interbellum, het bewind van Horthy, 1919 tot 1939.




1920
















1930





1935











1939
 

> 12.1 Een chaotische tijd, augustus tot november 1919.

> 12.2 Horthy komt aan de macht, november 1919 tot 1 maart 1920.

> 12.3 Het vredesverdrag van Trianon,  in 1920, Vae Victis!

> 12.4 De wankele nieuwe orde in Hongarije, 1920 – 1921.

> 12.5 De dramatische ontknoping van de koningskwestie in 1921….

> 12.6 De consolidatie onder graaf István Bethlen, 1921 - ± 1924.

> 12.7 Het ambivalente regime van Horthy, het binnenlandse klimaat van ± 1924 tot 1927.

> 12.8 Nationaliteiten, nationalisme en naties in het Karpatenbekken en het Donaugebied in de jaren ’20.

> 12.9 Het Hongaarse Jodendom in de jaren ’20 der XXe eeuw.

> 12.10 De linkse en rechtse oppositie in de jaren ’20 der XXe eeuw.

> 12.11 Sociale en economische verhoudingen in Hongarije in de jaren ’20 der XXe eeuw.

> 12.12 De internationale situatie en het ‘verminkte’ Hongarije in de jaren ’20 der XXe eeuw.

> 12.13 Het Hongaarse culturele leven in de jaren ’20 der XXe eeuw.

> 12.14 Toenemende spanningen, van Bethlen tot Gőmbős van 1927 tot 1932.

> 12.15 De crisis op het platteland en het begin van de economische crisis, ± 1930.

> 12.16 Het overgangskabinet van graaf Károlyi, 1931/32.

> 12.17 De eerste jaren van Gőmbős’ premierschap, 1932 tot ± 1935.

> 12.18 De macht en de onmacht van Gőmbős, 1935 – 1936.

> 12.19 De buitenlandse betrekkingen van Hongarije onder Gőmbős, deel I, 1932 t/m 1934.

> 12.20 De buitenlandse betrekkingen van Hongarije onder Gőmbős, deel II, 1935 -’36.

> 12.21 Premier Darányi en de binnenlandse politiek, 1936 - ’38.

> 12.22 De ”linkse”oppositie onder Darányi, 1936-’38.

> 12.23 De buitenlandse politiek van Hongarije, okt. 1936 tot de “Anschluss”, maart 1938.       

> 12.24 De buitenlandse betrekkingen van Hongarije van de Anschluss tot “München”, maart  - sept. 1938,    

> 12.25 De binnenlandse situatie na de “Anschluss”, maart tot mei 1938.

> 12.26 Premier Imrédy in de eerste maanden, mei tot september 1938.

> 12.27 “München” als het sein voor Hongarije.

> 12.28 De overmoedige premier Imrédy na “München”, november 1938 tot februari 1939.

> 12.29 Hongarije aan de vooravond van de oorlog, premier Teleki, februari tot augustus 1939.

> 12.30 Hongarije en de crisis om Polen in 1939.

> 12.31 Cultuur en maatschappij in Hongarije in de jaren ’30.

> 12.32 De Hongaarse literatuur in de jaren ’30.

> 12.33 Hongarije en problemen van “de nationale minderheden” in de jaren ’30.

> 12.34 De sociaal-economische situatie in de jaren ’30.

 

13. Hongarije en de Tweede Wereldoorlog, 1939 – 1945.









1940






1941





1942



1943



1944











1945
 

> 13 Inleiding

> 13.1 September 1939 – 3 april 1941, premier Graaf Pál Teleki, de idealist.

> 13.1.1 De inval in Polen en Rusland als nieuwe buurman, vanaf september 1939.

> 13.1.2 Een verklaring voor de Hongaarse revisionistische buitenlandse politiek.

> 13.1.3 Premier Teleki en zijn binnenlandse politiek.

> 13.1.4 Hongarije tegenover het buitenland, de buren en Duitsland.

> 13.1.5 Een annexatie met Duitse steun en haar gevolgen.

> 13.1.6 De populaire premier graaf Teleki na augustus 1940.

> 13.1.7 De positie van de Joden in Hongarije.

> 13.1.8 De schone schijn en de toenemende Duitse eisen.

> 13.1.9 Hongarije en de kwestie Joegoslavië, 1940 – 1941.

> 13.2  3 april 1941 – 7 maart 1942,  premier László Bárdossy, de cynicus.

> 13.2.1 De binnenlandse situatie onder de nieuwe premier Bárdossy in 1941.

> 13.2.2 De houding van Hongarije tegenover Duitsland en de andere buurlanden, voorjaar 1941.

> 13.2.3 Hongarije en de oorlog, vanaf eind juni 1941… maar waarom?

> 13.2.4 De ”binnenlandse” zaken van een land onder grote druk in de tweede helft van 1941.

> 13.2.5 Een klein land, verstrengeld in de grote oorlog, najaar 1941 tot maart 1942.

> 13.3 9 maart 1942 – 19 maart 1944, premier Miklós Kállay, de scepticus.

> 13.3.1 Hongarije: bijna een oase in Europa…. maar toch van alle kanten bedreigd.

> 13.3.2 Hongarije ontsnapt nog aan de duimschroeven, maar niet aan de ellende van de oorlog.

> 13.3.3 Na Stalingrad en Voronez: Hongarije moet zich verantwoorden, voorjaar 1943.

> 13.3.4 Horthy en zijn premier Kállay gaan toch gewoon hun gang, april tot juni 1943.

> 13.3.5 Hongarije na de val van Italië; de oase komt in een impasse, juni tot september 1943.

> 13.3.6 De wensen van Kállay als vader van zijn gedachten, najaar 1943 tot maart 1944.

> 13.3.7 De geallieerden en Hongarije, najaar 1943 tot maart 1944.

> 13.3.8 De Duitse plannen met Hongarije, eind 1943 tot medio maart 1944.

> 13.4  19 maart tot 15 oktober 1944, de Duitse bezetting, de destructie.   

> 13.4.1 De Duitse bezetting van Hongarije in maart 1944 als militaire meesterzet.

> 13.4.2 Het drama van de Jodenvervolging in Hongarije in de zomer van 1944.

> 13.4.3 Gruwelen, spanningen, crisis, machtsstrijd en chaos, juni en juli 1944.

> 13.4.4 Hongarije en de worsteling met de eigen illusies, augustus/september 1944.

> 13.4.5 Toenemende spanningen in en rond Hongarije in de eerste helft van oktober 1944.

> 13.4.6 De opmars der sovjets en de Duitse ’staatsgreep’ in Budapest, oktober 1944.

> 13.5 15 oktober 1944 tot  april 1945, de eindstrijd, het inferno.  

> 13.5.1  De situatie in Hongarije in oktober en november 1944.

> 13.5.2 Het terreurregime van Szálasi en de sovjetoffensieven in december 1944.

> 13.5.3 De praktijk der bevrijding na de politieke afspraken met de sovjets.

> 13.5.4 De laatste stuiptrekkingen van de nazi’s in Hongarije, 1944-45.

> 13.5.5 Het voorjaar van 1945, de bevrijding en/of de nachtmerrie...

 

14. Het stalinisme in Hongarije, 1945 tot 1956.












1947









1948


1950





1955
 

> 14.1 “Terug naar het normale”: van de bevrijding tot en met de verkiezingen, april tot november 1945. 

> 14.1.1 De situatie in het voorjaar van 1945.

> 14.1.2 Hongarije ten opzichte van de overwinnaars en de buren.

> 14.1.3 De nieuwe instellingen en hun meest bekende vertegenwoordigers….   

> 14.1.4 De politieke partijen, de communistische partij.

> 14.1.5 De andere politieke partijen.

> 14.1.6 De strategische en economische situatie.

> 14.1.7 Op weg naar de verkiezingen

> 14.2 De zogenaamde salamitaktiek, eind 1945 tot de zomer van 1947.

> 14.2.1 De aanvallen van links [ondanks de nederlaag] en de achtergronden van de
    ideologische strijd in Hongarije, november 1945 tot februari 1946.
 
 
> 14.2.2 Van crisis naar crisis, het begin van de ‘koude oorlog’ in Hongarije; Ferenc Nagy als
   premier in het voorjaar van 1946.

> 14.2.3 Mei tot september 1946, de steeds scherper wordende linkse aanvallen op de ‘reaktie’.

> 14.2.4 De crisis gaat ‘gewoon’ door; september 1946 – februari 1947.

> 14.2.5 Premier Ferenc Nagy moet het opgeven; het net sluit zich, februari tot september 1947.

> 14.3 De stalinistische diktatuur, september 1947 tot maart 1953.

> 14.3.1  Het jaar van de ommezwaai, [A fordulat éve], september 1947 tot juni 1948.

> 14.3.2 Van de val van Tito tot de val van Rajk, juni 1948 tot juni 1949.

> 14.3.3 Het begin der Hongaarse Volksrepubliek, 1949 tot 1951.

> 14.3.4 Hongarije als trouwe leerling, het toppunt van de stalinistische terreur, 1951 tot maart 1953.

> 14.4 Aarzelingen en hindernissen op weg naar verandering, maart 1953 tot oktober 1956.

> 14.4.1 Voorzichtige dooi na de dood van Stalin, maart tot juni 1953.

> 14.4.2 Het eerste jaar van de Nieuwe Koers van premier Imre Nagy, juli 1953 tot juni 1954.

> 14.4.3 De ideologische strijd tussen Nagy en Rákosi gaat door, oktober 1954 tot april 1955.

> 14.4.4 De oude politiek wordt voortgezet terwijl de oppositie groeit, april 1955 tot april 1956 .

> 14.4.5 De partij verliest haar controle over de maatschappij, april tot juli 1956.

> 14.4.6 De facelift van het oude regime: het ‘nieuwe’ gezicht van Ernő Gerő, 18 juli tot 23 oktober 1956.

 

15. Hongarije tijdens de Opstand van 23 oktober tot 4 november 1956.

1956  

> 15 Een inleiding

> 15.1  De eerste dag van de revolutie, dinsdag 23 oktober 1956.

> 15.2  De tweede dag van de revolutie, woensdag 24 oktober 1956.

> 15.3 De derde dag van de revolutie, donderdag 25 oktober 1956.

> 15.4 De vierde dag van de revolutie, vrijdag 26 oktober 1956.

> 15.5 O. V.  De vijfde dag van de revolutie, zaterdag 27 oktober 1956.

> 15.6 De zesde dag van de revolutie, zondag 28 oktober 1956.

> 15.7 De zevende dag  van de revolutie, maandag 29 oktober 1956.

> 15.8 VIII. De achtste dag van de revolutie, dinsdag 30 oktober 1956.

> 15.9 De negende dag van de revolutie, woensdag 31 oktober 1956.

> 15.10 De tiende dag van de revolutie, donderdag 1 november 1956.

> 15.11 De elfde dag van de revolutie, vrijdag 2 november 1956. 

> 15.12 De twaalfde dag van de revolutie, zaterdag 3 november 1956.

> 15.13 De dertiende en laatste dag van de revolutie, zondag 4 november 1956.

 

16. Het regime van János Kádár, november 1956 tot 1988.




1957




1962


1970






1980





1985





1988
 

> 16 Een inleiding.

> 16.1 De jaren van onderdrukking en vervolging, nov. 1956 tot 1962.

> 16.1.1 Een maand van wraak en vergelding èn van massaal verzet, november 1956.

> 16.1.2 Ondanks een krachtige oppositie versterkt het regime haar macht, december 1956.

> 16.1.3 Enige ”normalisering” onder de knoet van Kádár in 1957.

> 16.1.4 De jaren 1958 t/m 1961: Hoe kan men een onwillig volk met z’n lot verzoenen?

> 16.1.5 Het begin van een voorzichtige coëxistentie tussen partij en volk.

> 16.2 De vrijmoedige Hongaren en de modus vivendi tussen partij en volk, 1962 tot de jaren ’80.

> 16.2.1 Het begin van het zgn. “gulyás-communisme” van János Kádár, 1962 en 1963.

> 16.2.2 “Het meest burgerlijke land van heel Oost-Europa”, het regime in de jaren tot 1968.

> 16.2.3 Het Nieuwe Economische Mechanisme en de gevolgen ervan, 1968 tot 1970.

> 16.2.4 De partij als ideologische waakhond maakt steeds meer plaats voor materiële vooruitgang.

> 16.2.5 Een crisis of ‘slechts enig oponthoud’ van de hervormingen, 1972 tot ± 1975.

> 16.2.6 Toch opnieuw: “Leven en laten leven” tijdens het regime van Kádár, ± 1974 – 1976.

> 16.2.7 De Partij van Marx wordt langzamerhand de Praktijk van de Markt, vanaf 1977.

> 16.2.8 Een onzekere partij en de reacties daarop: sterk toenemende scepsis en kritiek.

> 16.3  Crisismanagement in de laatste fase van het systeem van Kádár, 1980 tot mei 1988.

> 16.3.1 “Rustig en ongestoord verder op weg”; het Hongarije van Kádár in 1980.

> 16.3.2 ‘Ez van, ezt kell szeretni’, of: wat je hebt moet je koesteren!….
              Het wilde Oosten: toch veel dichter bij Wenen dan bij Moskou.

> 16.3.3 Hongarije in het tweede halfjaar van 1982.

> 16.3.4 De noodzaak tot verdere economische hervormingen in 1983 en ’84.

> 16.3.5 Maatschappelijke problemen, dissidenten en onvrede, en de reakties daarop in 1983.

> 16.3.6  De snel veranderende Hongaarse maatschappij en cultuur in 1984.

> 16.3.7 Het jaar1985; nog veel gewone dingen èn verregaande plannen voor hervormingen.  

> 16.3.8 Het jaar 1986, hervorming en demokratisering, maar toch het liefst onder controle.
             Hongarije tussen de oude Kádár en -op afstand- de jonge Gorbatsjov.

> 16.3.9 De steeds meer open en vrije maatschappij in 1987.

> 16.3.10 “Hongarije oog in oog met de meest complexe situatie sinds 1956”, de 2e helft van 1987.

> 16.3.11 De bijl aan de wortel in de laatste maanden onder Kádár, januari tot mei 1988.

 

17. De wisseling van de wacht, [a rendszerváltás], de overgang naar de demokratie.
       23 mei 1988 tot 23 mei 1990.

1990




 

> 17.1 Het zogenaamde ‘socialistisch pluralisme’ van de technocraat Grósz, mei tot september 1988.
        
> 17.2 Moeilijkheden en mogelijkheden, onzekerheid en voorzichtigheid, augustus tot oktober 1988.
          
> 17.3 De verdere erosie van het regime. Van Grósz naar Németh, oktober en november 1988.

> 17.4 Miklós Németh, de nieuwe premier en zijn voorbereidingen voor vrijheid en demokratie.
           November 1988 tot februari 1989 .

> 17.5 De maanden tot de oppositionele Ronde Tafelconferentie, februari en maart 1989.

> 17.6 Een nieuwe lente, een écht nieuw geluid in maart en april 1989.

> 17.7 De grondige afrekening met het verleden; de afbraak van het IJzeren Gordijn en de herbegrafenis
          van de slachtoffers van het communistische systeem. Begin mei tot de 17e juni 1989.

> 17.8 De complete en definitieve afbraak van het oude systeem in de zomer van 1989

> 17.9 Het toonaangevende maar voorzichtige Hongarije in de historische zomer van 1989….

> 17.10 Het vastleggen van de hervormingen in de zomer van 1989.

> 17.11 Oktober 1989: Tweemaal een definitief einde èn een hoopvol nieuw begin.

> 17.12 De eerste maanden van de nieuwe Hongaarse Republiek, november/december 1989.

> 17.13 Hongarije en het nieuwe, revolutionaire Roemenië, december 1989 tot maart 1990.

> 17.14 De benarde economische situatie in Hongarije in het voorjaar van 1990.

> 17.15 De buitenlands-politieke en culturele ontwikkelingen in Hongarije in het voorjaar van 1990.

> 17.16 De binnenlandse politiek en de weg naar de eerste vrije verkiezingen, januari tot mei 1990.