< Terug

13. Hongarije en de Tweede Wereldoorlog,  1939-1945

The Hungarian People between two barbarian worlds”.
[Stephen D. Kertész, blz. 85].

Budapest, oktober 1944

13 Een inleiding

De Tweede Wereldoorlog blijft een onderwerp dat, zo lijkt het, steeds weer stof tot publicaties oplevert. De stroom van boeken hierover is oneindig lang en de onderwerpen binnen dit gegeven zijn nog lang niet uitgeput. Blijkbaar levert de herinnering aan de jaren 1939/1940 tot 1945 nog altijd zulke levendi­ge beelden op en vindt men het nuttig dat de beelden over de gruwelen van die tijd in de herinnering blijven.
Intussen is meer dan een halve eeuw voorbij gegaan, waarin we herhaaldelijk aan de verschrikkingen van die oorlog zijn herinnerd, eerder vooral door persoonlijke herinneringen van ouders, vrien­den en bekenden, maar ook steeds meer, en nu vooral, door de pers, de radio en met name de televisie.
Vooral de televisiebeelden blijven immers in ons geheugen het langste gegrift en hoewel er vijftig à zestig jaar gele­den nog geen tv-beelden over de oorlog op ons afkwamen is er toch bui­tengewoon veel filmmateriaal bewaard gebleven. Men kan zich met andere woorden een redelijk goed beeld vormen over wat zich in deze jaren heeft afgespeeld en die beelden liegen er niet om.
Het is blijkbaar toch niet zo dat, nu alles wat relevant is geweest wel zo onge­veer bekend is, de herinnering aan deze oorlogstijd vervlakt en dat een en ander door nieuwe inzichten b.v. zou kunnen worden gerelativeerd. Niemand kan achteraf immers beweren dat het b.v. allemaal toch wel enigszins is meegevallen, dat hij/zij achteraf toch wel ’ergens’ de goede bedoe­lingen achter zoveel ellende heeft kunnen of moeten erkennen, het nu wel in een heel ander kader heeft kunnen zien, of het nader­hand alle­maal beter heeft begrepen.
Veeleer moet men -integendeel- vaststellen dat ons globale beeld van de Tweede Wereldoorlog de jaren door in grote lijnen hetzelfde is geble­ven: wat en wie toen 'goed' was is bijvoorbeeld niet door méér publica­ties daaromheen in een totaal ander daglicht komen te staan.
De leidende figuren uit die jaren roepen nog steeds het­zelfde relatief heldere, duidelijke beeld op. Vijand bleef in grote lijnen vijand, vriend bleef eigenlijk vriend, goed bleef wezenlijk goed, en slecht evenzo. Die bezetting en die oorlog verschillen nu eenmaal van de bevrijding en de vrede als de nacht van de dag….
Zelfs over Churchill, koningin Wilhelmina, presi­dent Roosevelt, Stalin [?] en met name Hitler en al zijn trawanten hoefde het vaak heldere, scherpe oordeel of de uitge­sproken opinie in de loop der jaren nauwelijks of niet herzien, bijgesteld, gecorrigeerd of zelfs genuanceerd te worden. Ook na zovele jaren is het duidelijk dat hun aller naam staat voor een zeer duidelijke, positieve òf bijzonder negatieve, maar nauwelijks of níet voor een neutrale of objektieve mening, of voor de nuance….. 

top

Dít historische onderwerp levert in grote lijnen althans -zo lijkt het vaak- geen discus­sie zonder einde op. Wat dat betreft heeft deze oorlog met zijn totale, beter zelfs: totalitaire èn gruwelijke karakter, als vanzelf, en vanuit zichzelf alle nuanceringen voorgoed weggevaagd…….
Of men nu heden ten dage de beelden ontvangt van Nederlandse of de Ameri­kaan­se, de Duitse of de Russische televisie, iedereen schijnt het over 'het beeld' van deze oorlog wel zo ongeveer eens te zijn, zéker na de jaren sinds 1989/1990 toen ook in Rusland enige vrijheid van meningsuiting doorbrak. Er zijn historisch gezien zelfs weinig onderwerpen waarover zovelen zo eensgezind zoveel hebben gepubliceerd want het verschil tussen de jaren '40/'45 en alle daaraan vooraf­gaande èn alle daaropvol­gende jaren is immers overduide­lijk.
En toch… dit is niet de hele waarheid over de Tweede Wereld­oorlog. Er zijn name­lijk bij nader inzien toch ook personen en sta­ten, instellingen en regeringen in Europa en ook in Azië [geweest] die een veel minder duide­lijke en uitgesproken rol hebben gespeeld en waarbij de heldere en over­duide­lijke beel­den, zoals eerder genoemd, lang niet algemeen zijn aan­vaard.
Wat moet men bij­voorbeeld denken over het beeld van zéér vele Fransen die het régime van hun oude maarschalk Pétain dan toch nog steeds als 'le petit mal' afschilderen. Men moet immers Pétain zien in zijn tijd, en vooral in zijn omstandig­heden, nietwaar! Ook collaboratie kent nog gradatie………..
En wat te zeggen over de neutraliteitspolitiek van Zweden, dat tot 1943 aan Duitse troepen allerlei faciliteiten bood, en dan wel neutraal heette, maar doodsbang was om b.v. in de pers ook een anti-Duitse gezindheid naar voren te laten komen.
Wat kan men zeggen over Finland dat in 1939/40 dapper verzet biedt tegen de Russische beer, maar in 1941/44 -tegen dezelfde vijand strijdend- toch niet meer zo dapper mag heten? Of van dat kleine en neutrale Zwitserland dat eveneens niet zó veilig was en ook angstvallig bijvoorbeeld Joodse vluchte­lin­gen de deur wees, en geallieerde vliegtuigen beschoot…..
Ook kan niemand beweren dat bijvoorbeeld het naoorlogse Duits­land en Oosten­rijk, die globaal gezien hetzelfde lot hebben 'ondergaan' van 1938 tot 1945 en waar men ook nog dezelf­de taal spreekt, logischerwijze dus als demokratische landen op dezelfde manier zijn omgegaan met hun beider oor­logs­verleden.
Ook radio en pers, politie en spoorwegen, ambtenaren en bestuurders, sport en amusement, cultuur en bedrijfsleven in Nederland hebben soms wel, maar in veruit de meeste gevallen niet een heldhaftige rol ge­speeld, en de kleine illegale pers is zeker niet door iedereen be­schouwd als representatief voor de Nederlandse 'publieke opinie'.
De duidelijkheid gebiedt ons dus om allerlei vormen van collaboratie -letterlijk gewoon: samenwerking- niet onder één noemer te brengen, maar toch wel nuancering aan te brengen: de ene burge­mees­ter in oorlogstijd was de andere niet, en lang niet iedereen is een held geweest. Menigeen wenste ook geen rol van lafaard of van held te spelen!
Zelfs de ene koning was de andere niet. De houding van de vorsten van b.v. Nederland en België, van Denemarken en Noorwegen, kan toch bij niemand het beeld doen oproepen van eensgezindheid, hoewel deze vier kleinere landen in Noordwest-Europa toch, globaal gezien, één en hetzelfde lot hebben ondergaan.
En wat te denken van de rol van andere landen en hun vorsten en regeringen b.v. in het midden en oosten van Europa: Griekenland, Bulga­rije, Roemenië en Joegoslavië hebben immers ook alle in de eerste plaats hun typische eigen rol gespeeld, en hun heel eigen lot ondergaan. Het één en ander is nauwelijks of zelfs onmogelijk te vergelijken.
Vooral met vergelijkingen moet men wel heel in het bijzonder oppassen wanneer het over deze perio­de gaat, omdat niet alleen de politieke wil en mogelijkheden, maar ook de geografische omstandigheden een bijzonder grote rol spelen. En wel­licht moet men zich, ruim zestig jaar na dato, ook hoeden voor een al te gemak­ke­lijk oordeel over de 'schuld' van zove­len, die in deze jaren een rol speelden.
Slechts heel oppervlakkig gezien zou men hier en daar de houding van landen en regeringen met elkaar kunnen vergelij­ken, maar bij een nadere beschouwing is zelfs dat is al een onbegonnen werk. De geopolitieke situatie is per land ver­schillend. En hoe staat het met de vergelijking van de twee diktatoren bij uitstek, Hitler en Stalin? Wie zich over dit onderwerp wil buigen raakt wel nooit uitgepraat want ook hier geldt: Alle vergelijking gaat mank.

top

En toch: Je zult maar in een land hebben gewoond waar zich de onvermijde­lijke keuze tussen de regimes van Hitler [een bezetting!?] en van Stalin [een bevrijding!?] heeft aangediend.
Voor mil­joenen in Oost-Europa is dat namelijk wel degelijk het geval geweest. Voor bijna alle volken die tussen de Duit­sers en de Russen wonen, voor Finnen, Esten, Letten, Litou­wers, Polen, Ukraïners, Slowa­ken en Tsjechen, Honga­ren, Roeme­nen, Bulgaren, Grieken, Albanezen, Serviërs en Kroaten en anderen heeft zich op den duur déze keuze aangediend, of liever: is opge­drongen, of men dat nu wilde of niet.
Voor velen van hen is er echter geen sprake van een duidelijke keuze met reële alternatieven geweest. Je werd gedwongen en een andere mogelijkheid met een echt perspectief was er niet, en in de loop van de oorlogsjaren -in 1943- wordt op dramatische wijze duidelijk dat alle hoop op een westelijke optie, een bevrij­ding door Britten, Amerikanen of Canadezen, moet worden opgegeven.
In Teheran wordt immers in 1943 besloten om niet nog een front op de Balkan te openen en deze beslissing heeft op den duur wel­licht nog tragischer gevolgen gehad dan de besluiten van Jalta in 1945.
Hongarije speelt in dit alles ook haar eigen, bescheiden rol. De Duitsers hebben zich tot maart 1944 zelfs, relatief gespro­ken, terughoudend opge­steld, hoewel ze hun plannen om Honga­rije te bezetten al lang klaar hadden liggen en de druk al jaren zeer groot was. Over de rol van Hongarije in de Tweede Wereldoorlog is ook al heel wat geschreven. En men heeft, uitzonderingen daargelaten, al gauw de conclusie getrok­ken dat er veeleer van collaboratie dan van verzet sprake is geweest.



Hongarije gold immers als een satelliet van de Duit­sers, en zelfs als een land met een hardnekkig en ingebakken antisemitisme, een fervent nationalisme en een soort semi-fascisme. Kortom een voorbeeldige en zelfs natuurlijke bondgenoot van de Duitsers waar al die uiterst dubieuze en verwerpelijke verschijnselen inheems en authentiek waren, en waar een zeer vruchtbare voedingsbodem voor de ideeën van nationaal-socialisme, fascisme enz. enz. bestond……… Met andere woorden: dit land en zijn inwoners zijn zéker niet alleen slachtoffer geweest, maar ál te velen hebben hier ook de rol van dader gespeeld. Kan men dan verwachten dat er nog belangstelling bestaat voor "meer van hetzelfde"? Alles is ook hierover immers allang gezegd, en de hoeveelheid literatuur over het onderwerp liegt er inderdaad niet om.
Honderden boeken en artikelen, in de eerste plaats in het Hongaars, maar ook in het Duits, Engels en Frans, en stellig ook in het Russisch en in veel mindere mate ook wel in andere talen, zoals in het Nederlands, getuigen van een enorme aan­dacht die dit onderwerp en vooral ook onderdelen hiervan, hebben 'geno­ten'. Het beeld dat ons wordt aangereikt door de verschillende schrijvers is echter buitengewoon controversieel.
Zoals er nu eenmaal allerlei nuances en varia­ties van de radicaalrechtse ideolo­gie van het fascis­me enz. bestaan, zo bestaan er ook allerlei meningen over de rol van Hongarije in de Tweede Wereldoorlog.
Hier, in dit land, is immers al in een vroeg stadium sprake geweest van collaboratie, van zeer vele fascis­tische en ultrarechtse partijtjes, opvattingen en leiders, en in de oorlogs­jaren van verre­gaande mate van samen- werking met, en onderwor­penheid aan de Duitsers, van een bondgenootschap met en een bezetting door de Duitsers. Velen voelden hier al in de jaren vóór de oorlog verwantschap met het lot van Duitsland, en dus ook van verbon­den­heid met dat land.
Maar anderen vonden tot het bittere einde toe dat men ten opzichte van dat sterke buurland toch zeer terughoudend moest zijn en z'n eigen lot in handen moest houden, hoewel dit laatste veel minder bekend is. Toch heeft men vooral in leidinggevende kringen in de oorlogsja­ren, toen dit land zich naar veler overtuiging niet meer kón losmaken uit de Duitse sfeer, vaak toch een grote mate van skepsis en van terughoudendheid tegenover de Duitse nazi’s en hun regime getoond, en deze politiek leek zelfs, opper­vlakkig gezien, tot 19 maart 1944 tot met sukses te worden be­kroond.
Hongarije was tot die datum zelfs een betrekkelijk vreedzaam oord waar, uiteraard met goedkeuring van de regering, nota bene bijna een miljoen Joden nog zónder die beruchte ster, zonder deportaties en zónder kampen of getto’s, min of meer vrij konden leven!……
Het is overigens wel goed merkbaar geweest, zowel in Budapest als in Berlijn, dat de achtereenvolgende Hongaarse premiers van 1939 tot 1944 zich duidelijk hebben onderscheiden in hun houding ten opzich­te van de oorlog en tegenover de nazi's. Aan elk van de drie premiers van 1939 tot 1944 is een hoofdstuk gewijd.
Vooral de toch nog zeer terughoudende en relatief gematigde regeringspolitiek ten op­zichte van de ruim 800.000 Joden in Hongarije is echter tot maart 1944 de Duitse nazi's een doorn in het oog geweest en zelfs bij de westelijke geal­lieerden wordt langzaam maar zeker, in 1942 en 1943, iets duidelijk van de wil van de Hongaarse regering die niet zonder meer in het Duitse gareel wenst te blijven lopen.

top

Maar dan is alles eigenlijk al te laat. De westelijke geal­lieerde optie vervalt en het wordt helaas duidelijk dat de westerse landen de facto Hongarije -èn een aantal andere landen- hebben afgeschreven. Men kon niets meer doen, zo lijkt het. En dan blijven nog twee mogelijkheden over: Stalin en zijn communisme óf Hitler en zijn nazisme. Het zal duide­lijk zijn, dat wat Hongarije betreft, tenslotte Stalin aan het langste eind heeft getrokken, maar de reden voor het feit dat vrijwel niemand in Hongarije in 1945 heeft staan juichen bij de intocht van de Sovjets als ’bevrij­ders’, wordt bij het lezen van dit boek ook duidelijk……….
In Hongarije heeft men overigens al in een zeer vroeg stadium ingezien dat er een wezenlijk verschil moest bestaan tussen een bevrij­ding door de sovjets en door b.v. de Canadezen en Amerikanen, maar dit laatste inzicht is nooit -zeker niet van geallieer­de zijde- als verdienste aangemerkt.
Door alle oorlogsja­ren en gebeurtenissen heen heeft men hier nu eenmaal de ène [Duitse] diktator vergeleken met de andere [Russi­sche], één en ander tegen elkaar afgewogen, en tenslotte zijn vaak de conclusies getrokken dat men van de ene bitte­re ervaring in de andere betrokken is geraakt….
De wil van het Hongaarse volk speelt bij dat alles echter nauwelijks een rol. Veeleer speelt Hongarije de rol van pion op het schaak­bord van de grote mogendheden en zowel een Eichmann als ook een Wallenberg zijn beiden tot een symbool geworden van wat zich bijvoorbeeld in de zomer van 1944 juist in dít land heeft afgespeeld……..
In een werk over Hongarije in deze jaren moet dan ook duidelijk worden dat het niet slechts gaat om de rol van dit land in de oorlog, maar dat vooral ook beslissingen óver dit land, ver buiten de Hongaarse hoofdstad om, van enorme, zelfs doorslaggevende, betekenis zijn geweest.
Dat er in Hongarije tot de Duitse bezetting in maart 1944 óók sprake is geweest van een zeer sterke wil om zowel voor Duitsers als voor Russen gespaard te blijven, is echter veel te weinig bekend.
Men heeft alles tenslotte vaak niet anders meer kunnen zien dan alleen in het licht van de machts­strijd tussen Stalins Rode leger, dat als 'bevrijder' kwam, en de steeds meer wijkende Duitsers die hun terreur bleven uitoefenen. Ook het idee dat er nog Honga­ren waren die een heldhaftige rol hebben ge­speeld is bij velen nooit opgekomen. Elke oorlog lijkt immers de strijd tussen het absoluut goede tegen het absoluut kwade…….
Na 50 à 60 jaren is echter de lucht opgeklaard; aan de bruine macht van de nazi's was in 1945 met geweld al een einde gemaakt, en nu is sinds ongeveer 1990 ook aan de rode macht van de sovjets een einde geko­men. Intussen zijn ook de betrekkingen met Rusland en met Duitsland respectievelijk normaal tot zeer vriendschappelijk en hartelijk geworden en er is een zekere toegang tot de [sovjet-] archieven in Rusland gekomen. Wellicht is het dan nu tijd voor een vorm van herbezinning waar het een klein land als Hongarije betreft.
Ook hier waren ruim zestig jaar geleden al mensen die weliswaar zeer beducht waren voor een mogelijke Duitse bezetting, maar dat alles toen al moesten afwegen tegen een mogelijke Russische bevrijding, en hun conclusie trokken dat zowel het ene als het andere voor vele honderddui­zenden mensen in het land funest was, en dus moest worden voorkómen. Ook hier waren toen al langere tijd politici aktief, die probeer­den, met de moed der wanhoop, hun vaderland zowel voor het bruine als voor het rode gevaar te sparen. Dat is tenslotte totaal niet gelukt en dat is hun ook van geen enkele kant in dank afgenomen. Integendeel.
Nòch de overwinnaars, nòch de overwonnenen hebben immers voor die groep van gematigde, pro-westerse, relatief voor­zich­tige, liberale of conservatieve, maar ook sociaal-demokratische Hongaarse politici, en ook voor de Joodse leiders, ook maar íets kunnen doen of betekenen. Zo is het beeld van Hongarije in de Tweede Wereldoorlog wellicht toch vertroebeld door de Koude Oorlog: Het beeld dat je slechts communist of fascist kon zijn en dat dat beeld in het geval "Hongarije" ook nog klopte, bestaat misschien nog, maar dát behoeft dan -voorzover het nog bestaat- in ieder geval een correctie.

Want "zelfs al was Hongarije zo heldhaftig geweest als Polen, zo stoutmoedig als Griekenland, zo dapper als Joegoslavië, of zo handig als Tsjechoslowakije, dan was haar situatie niet anders geweest dan dat ze na de oorlog is geworden", aldus Ullein-Re­vitzky [blz. 20]……….

Bevrijding van Budapest door het Rode Leger.

top