< Terug

17.  De wisseling van de wacht [a rendszerváltás] of: de overgang naar de        demokratie, 23 mei 1988 tot 23 mei 1990

17.8 De complete en definitieve afbraak van het oude systeem in de zomer van 1989.

Onmiddellijk na de wereldwijde aandacht voor de historische herbegrafenis van de prominente leiders uit 1956 in Budapest komen er uiteraard al reakties en naast de vele ontroerende, positieve, hoopvolle en sympathieke reakties uit de hele westerse wereld vallen die uit de andere landen van oostelijk Centraal Europa natuurlijk het meest op. De Russische reakties, en dan vooral op de emotionele redevoeringen van degenen die op die dag van rouw toch vooral aandringen op het vertrek van de Russische troepen, zijn vooral koel en kritisch en vanuit Polen en Joegoslavië komen vooral feitelijke, zakelijke reakties.
Het officiële Roemenië, de DDR en Tsjechoslowakije reageren echter, zoals men kan verwachten, buitengewoon fel want die geluiden uit Budapest klinken hier ongelofelijk, "onaanvaardbaar” en ”contrarevolutionair" en het Tsjechoslowaakse partijblad Rudé Právo [het Rode Recht] citeert b.v. de Hongaarse stalinist Ribánszky. M.n. het lid van het CC der partij [KSČ] en van het parlement, de filosoof en harde ideologische leider Jan Fojtík [* 1928], die al vanaf 1969 een belangrijke plaats inneemt in het culturele leven, de propaganda en de media inneemt, roept zelfs "alle gezonde krachten van het socialisme” op om aktief te worden tègen ”de dreigende contrarevolutie" [in Hongarije]. Dit betekent eigenlijk een grove inmenging in binnenlandse zaken van een buurland, maar minister Horn reageert nogal nuchter met: "Ik neig ertoe dit als een privé-mening te beschouwen"....Fojtík zegt ook te denken dat het westen in het eerherstel van Nagy graag een begrafenis van het socialisme zou zien “maar wij hopen dat het die krachten zal aktiveren die Hongarije met het socialisme zullen verbinden”. Het zal weldra wel blijken hoe lang hij moet wachten op het realiseren van deze woorden…
Toch was het Slowaakse partijblad "Pravda" al aan de vooravond van de 16e juni iets gematigder en vindt o.a. dat het natuurlijk is dat de huidige hervormingsgezinde krachten in Hongarije in Nagy een symbool hebben gevonden, hoewel Nagy in 1956 "tegenstrijdig en wankelmoedig" was, maar: "er bestaat geen twijfel dat hij alles deed met de beste bedoelingen, vooral toen hij een einde aan het bloedvergieten wilde maken". Maar de betrekkingen met Praag blijven toch slecht, niet alleen wegens het conflict om de Donaudammen maar vooral sinds o.a. het TV-optreden van de al twintig jaar doodgezwegen Alexander Dubček. Ook in de DDR is men "diep bezorgd" over de ontwikkeling in Hongarije, die immers de “hele na-oorlogse orde gemakkelijk op zijn kop kunnen zetten”, zoals men dan wel zegt. Ook de reaktie van de pers en de andere media in Boekarest is allerminist onverwacht want vanuit Roemenië laat men weten dat in Hongarije fascisti­sche, nationalis­tische, chauvinistische, anti-Roemeense, antisocialistische en reaktionaire elementen aktief zijn... Hongarije, gewend aan de bijtende kritiek uit deze drie landen, reageert gelaten op deze welbekende vormen van kritiek, en wijst alle beschuldigingen van de hand. Er is geen sprake van gevaar van een burgeroorlog, enz. en men zal ook geen officieel antwoord geven.
Wel werpt Roemenië intussen aan de Hongaarse grens nieuwe versperringen op namelijk een 2 meter hoog prikkeldraad 20 à 50 m vóór de grens, een verboden zone van 20 à 25 km, greppels, enz., maar al eerder was het op veel plaatsen praktisch onmogelijk om deze zwaar bewaakte grens illegaal te passeren. Toch vluchten nog dagelijks mensen uit Roemenië naar Hongarije, en ook worden mensen aan de grens doodgescho­ten.
Maar Marc Palmer, de USA-ambassadeur in Budapest en zelf van Hongaarse afkomst, zegt alleen maar ”dat het IJzeren Gordijn zich nu verplaatst” en het Congres der USA wil Hongarije voor vijf jaar [in feite: permanent] de status van "meestbegunstigde partner" geven, zoals zeer veel [westerse] landen die al bezitten...
Hongarije is dus niet in gevaar en de hervormingen gaan hier’gewoon’ door zoals dat al enige tijd het geval is. Zelfs wordt aangekondigd dat de Amerikaanse president George Bush en de Duitse bondskanselier Kohl weldra [Bush begin juli] Hongarije zullen bezoeken en beide belangrijke landen zeggen al financiële en andere hulp toe bij b.v.   strukturele economische veranderingen.
Er doen in Budapest overigens al onmiddellijk geruchten de ronde dat Grósz nog in juni zal moeten aftreden wegens de toenemende kritiek van de hervormingsgezinde vleugel in de partij! ‘De hervormers willen Grósz aan de kant zetten om geen tijd te verliezen en de eerste gelegenheid is de komende zitting van het CC der partij op 26 juni’ wordt er gezegd want Grósz is [blijkt] hoe langer hoe meer een tegenstander van politieke hervormingen geworden en nam tot het laatste moment een ambivalente houding aan t.o.v. het eerherstel van Nagy. Die herbegrafenis is dan tevens het politieke einde van de openlijke twijfelaar Grósz, aldus sommigen. 
Maar het openbare leven herneemt zijn gang en aldus neemt de oppositie o.l.v. de rechtsfilosoof Gáspár Miklós Tamás van het liberale SZDSZ deel aan een forumdis­cussie in Hongarije over het CVSE-proces en ook déze partij van vooral vml. intellektuele dissidenten demonstreert voor het eerst openlijk vóór het vertrek van de Sovjettroepen uit Hongarije! Verder meldt de JOINT [Joodse Internationale organisatie] dat ze binnenkort in Hongarije -waar 80 à 100.000 Joden wonen- een bureau zal vestigen t.b.v. allerlei sociale en religieuze aktiviteiten, zoals bejaardenzorg, godsdienstonderwijs, zomerkampen, enz. en op een Internationale Conferentie van Schrijvers en Kunstenaars in Budapest constateert men nota bene nú al dat de literatuur in Hongarije véél minder politiek georiënteerd is. Een voorbeeld hiervan is Péter Esterházy [1950], een nazaat van de eeuwenoude roemrijke en schatrijke familie van graven en prinsen, die echter die nauwelijks over politiek schrijft……..
Ook een andere beroemde naam, die van Otto von Habsburg en zijn dochter Walburga, doet weer van zich spreken want vader en dochter zijn in juni aanwezig op een bijeenkomst met de Hongaarse oppositiepartij MDF in Debrecen maar gaat Otto op uitnodiging van het MDF ook naar Budapest waar voor het eerst de "Europese Demokratische Unie" van christen-demokratische en conservatieve partijen haar conferentie houdt en hij wil hier, als vice-voorzitter van het Europese parlement, vooral "Hongarije en de EG nader tot elkaar brengen"…….
In Debrecen kwamen vader en dochter Walburga vooral met het idee van een "Pan-Europa picknick" aan de Oostenrijkse grens bij Sopron op 19 augustus, om daar een -open- "Europa zonder grenzen" te manifesteren en Imre Pozsgay is, samen met Otto von Habsburg, beschermheer en hij weet ook de steun van minister Horváth te krijgen. Wèl zal de grensbewaking hier alles voorbereiden voor ”een ordelijke controle” van de Hongaarse en Oostenrijkse delegaties op die dag, maar veel Oostduitsers weten zelfs al van de mogelijkheid om hier de grens over te komen!!..........
Bijzonder maar toch niet zo vreemd in de zich zo snel wijzigende Hongaarse situatie is verder dat de intussen méér dan 90 onafhankelijke afgevaardigden van het parlement op 19 juni voor het eerst afzonderlijk vergaderen! Het is uiteraard een teken van de sterk afgebrokkelde positie van de “staatspartij” maar het is toch óók een bewijs dat juist spontane en onvoorspelbare akties in dit land aan de lopende band plaatsvinden. De desintegratie van de Hongaarse samenleving is dan wel in volle gang, maar of dit tegelijk voor een toekomstige parlementaire demokratie zo schadelijk is, valt te betwijfelen!
Wèl blijkt er een groot verschil tussen Polen en Hongarije want in het laatste land is geen sprake van een soort massabeweging zoals het Poolse Solidarność, en in Hongarije is evenmin sprake van een nationale figuur zoals de Poolse leider Lech Wałȩsa!! Maar ook de nog heersende partij is láng niet eensgezind en heeft geen dynamische leider met een geloofwaardig programma en een brede nationale uitstraling, en -paradoxaal- de regering van Miklós Németh en zijn handige optreden tegenover een stuurloos parlement vormen zowel de oorzaak als het effekt van een politiek onbekwame “Hongaarse Socialistische Arbeiderspartij, de MSZMP. [Tökés, Hung.’s neg. revolution, 356].
Toch is de oppositie, hoe verdeeld ze ook is, het over hoofdpunten wel eens, zoals ze al eerder heeft afgesproken op de Oppositionele Ronde Tafel en onlangs nog op de nationale RTC. 
Op 21 juni vindt de 2e ronde der RTC plaats, en de oppositie wil nu eerst een akkoord [consensus] over de weg naar een parlementaire demokratie en vrije verkiezingen, en pas daarna kunnen allerlei andere onderwerpen/wetsont­werpen aan de orde komen: hiermee stemt de regering in! Pozsgay en anderen zijn zelfs bereid vijf belangrijke wetsontwer­pen in te trekken, zodat de oppositie zich al op de RTC erover kan uitspreken en volgens de eerder genoemde jurist Imre Kónya, de woordvoerder der oppositie, is dit een eerste spontane stap van de partij!
Er komt [zeker] een Hooggerechtshof, de strijdkrachten komen onder het parlement en de Arbeidersmilitie zal primair worden gezuiverd en op de zitting van de Nemzeti Kerekasztal [= RTC] van 2 juli zijn alle partijen het eens over een vreedzame overgang naar vrije verkiezingen, maar de oppositie wilde dat het huidige [niet vrij gekozen] parlement geen besluiten hierover neemt want er moet toch eerst een consensus over basiskwesties bestaan en een  nieuw parlement zal waarschijnlijk in 1990 ook over de wijze van verkiezing van een president én de inhoud van het presidentschap moeten beslissen en het is intussen wel duidelijk dat vooral ná 16 juni [de herbegrafenis van Imre Nagy c.s.] de oppositie meer concessies wenst, zoals gegarandeerde vrije verkiezingen, een vrije toegang tot de media tijdens de verkiezingscampagne en een uitzondering voor politieke misdaden in het Wetboek van Strafrecht.
Volgens Szűrös zal de nog heersende partij overigens ”eerst intern orde op zaken moeten stellen en pas daarna 'kan ze meedoen aan eerlijke, vrije, demokratische verkiezingen in 1990". Ook acht hij het best mogelijk dat de partij zich zal splitsen in een conservatieve en een radikale vleugel en beticht [zéker niet als enige!] Grósz van "tegenstrijdige opvattingen". De partijtop is inderdaad diep verdeeld!
Nyers verklaart b.v.: "De partij verkeert in een crisis, er bestaat geen kern meer die de tegenstellin­gen kan verzoenen en de eenheid kan bewaren". Het blijkt immers allang dat partijleider Grósz niet meer in staat is om íets te doen en de resultaten van dit alles blijken al snel!…..
Op 23/24 juni komt het CC namelijk weer bijeen en dan blijkt de naderende ineenstorting en de ‘scheiding’ tussen de hervormers en Grósz en z’n apparaat. Hij pleit nog vergeefs voor meer discipline maar dan komt het voorstel voor een nieuwe leiding van drie man: Nyers, Grósz en Pozsgay, maar deze laatste wil alleen als Németh erbij komt. Dan wordt Nyers hoofd van de delegatie van de partij voor onderhandelingen met de oppositie op de NRT.
In de partij ontbreekt de cohesie nu eigenlijk compleet en enige leiding gaat hier niet meer van uit; het verlies aan prestige is enorm en op grote schaal verlaat men de partij [120.000 á 200.000 leden?] en tot begin september is het slechts een machteloze burokratie, alleen nog onder een onafhankelijke regering… Verder is er vooral sprake van erosie, óók op de werkplek, bij de politie en bij militairen. Men voelt zich dan ook geheel vrij en zelfstandig om eigen besluiten te nemen, als burgers en óók de arbeiders voelen dat in groten getale. Leger en politie komen nu onder de minister van binnenl. zaken István Horváth en onder Németh zelf, zodat men kan zeggen: ”In the summer of 1989 it seemed that the rule of law was about to be restored in Hungary.  [Tökés, 331, 332]. Ook vindt er geheim beraad plaats over de a.s. partijdag, de eenheid der partij en verkiezin­gen en hier blijkt dat  Szűrös en anderen toch ervan overtuigd blijven dat ‘de partij’ o.l.v. bekwame, hervormingsge­zinde en intelligen­te mensen nog kan overleven en een integrerende rol kan spelen.... Er wordt dan ook, vooral door Nyers, kritiek geleverd op het ”Marxistische Eenheidsplatform”, want ”dat is een stap terug: fraseologie, demagogie”!

top

Maar de belangrijkste vraag lijkt: wordt Grósz inderdaad ontslagen? De roep hierom is immers veel groter geworden en verschilllende hervormers vragen er openlijk om! De progressieve Nyers zou hem dan moeten opvolgen of anders Pozsgay of Horn. Volgens Szűrös heeft Grósz n.l. nogal tegenstrijdige opvattingen en moest herhaaldelijk in het zand bijten omdat hij eerst ‘neen’ zei en dan weer een beetje toegaf. Hij was al enige tijd niet veel meer dan een soort rem op de hervormingen! … Opnieuw komt er tenslotte een compromisoplossing: Een presidium van vier man wordt als leiding benoemd: Grósz, Nyers, Pozsgay en Németh. Nyers [*1923] wordt voorzitter, en Grósz zit, zegt men nu, volledig ingekapseld tussen drie uitgesproken hervor­mers.
Hij heeft z'n tijd gehad, en is ingehaald door de stormachtige gebeurtenissen, maar kennelijk wilde men hem nog nèt niet overboord gooien. Een "Politiek Uitvoerend Bureau" van 21 man komt in plaats van het Politburo en op 7 oktober a.s. zal een congres bijeenkomen. De partij zal zich ook niet meer met regeringszaken bemoeien, maar ze zal zich "eensgezind en demokratisch” voorbereiden op de verkiezingen. De voormalige sociaal-demokraat Rezső Nyers treedt nu af als minister van staat en erkent openlijk dat in Hongarije nu dezelfde opvattingen over vrijheid en mensenrechten heersen als in het Westen! Hij wil dan ook "een socialistische hervormingspolitiek".
Over de debatten binnenskamers doen overigens al snel geruchten de ronde: ze zouden dramatisch zijn geweest, de partij is hopeloos verdeeld, ultra-hervormers staan nu scherp tegenover dogmatici, het extremisme neemt toe maar [alleen] over een vreedzaam verloop is men het wèl eens. Ook is er op Grósz scherpe kritiek geuit omdat hij ongeloofwaardig is, en daarom wil hij binnen enkele maanden opstappen……. Van belang is wel dat het CC der partij Imre Pozsgay, de meest populaire politicus, kandidaat stelt als a.s. president, hoewel niemand aan hem nog iets communistisch of socialistisch kan ontdekken! Wel is hij vaak moedig en vrijpostig geweest en hij geldt als ambitieus! Ook heeft de meerderheid van de partij in Budapest zich van de ultralinkse Ribánszky c.s. gedistan­tieerd en nog in juni verklaart de Hongaarse [ooit communistische] Vrouwenbond zich los van de partij.
Alom in dit land is dus duidelijk dat het oude regime snel aan vertrouwen inboet en dat de behoefte aan werkelijke demokratie en dus grondige hervormingen groot is. Volgens opiniepeilingen met de vraag: "Wie is het meest te vertrouwen?", krijgt de uitgesproken hervormer Pozsgay zelfs 68 % en premier Németh 67 %. Nyers krijgt van 60 % der kiezers vertrouwen maar de weifelachtige Grósz slechts 51 %. Een bekende TV-commentator krijgt 63 %. Het blijkt verder dat Pozsgay, Grósz, Németh en Nyers de meest bekende politici waren en bleven: in juli 1989 zijn zij bij meer dan 90 % der kiezers bekend. Alle anderen, zoals dus de leiders der nieuwe oppositie, zijn veel minder bekend; Orbán van Fidesz is b.v. bij 33 % der bevolking bekend. [Tökés, 314].
Toch wijst alles erop dat de bevolking zeer verdeeld blijft en dat zelfs de ‘staatspartij’, de MSzMP, lang niet meer een meerderheid zal krijgen en op 3 juli zegt Imre Pozsgay al dat na de verkiezingen van 1990 een coalitie waarschijnlijk is omdat geen enkele partij een meerderheid zal behalen. Maar, aldus Pozsgay, de MSZMP [de regerende partij, de socialisten] wil eventueel wèl met het gematigd-rechtse MDF en een sociaal-demokratische partij samenwer­ken, maar níet met de "radikale" en liberale SZDSZ en Fidesz.
Volgens opiniepeilingen in juli 1989 staat de ‘staatspartij’ [MSzMP] nog op 37 % en het MDF op 24 % terwijl andere, kleinere partijen, zoals de liberale SzDSz [of: SZDSZ] en Fidesz en de rechtse boerenpartij FKgP elk zo ongeveer 1/10 der stemmen zouden krijgen. Maar zonder Ceauşescu’s onophoudelijke kritiek op het zogenaamde ‘nationalisme’ der Hongaren en zonder zijn repressieve politiek t.a.v. de Hongaarse minderheid zouden de invloed van en de steun voor het MDF niet zo beslissend zijn geweest [Tökés, 307].
Het beleid wordt dan ook ‘gewoon’ voortgezet en van di. 27 tot vr. 30 juni 1989 komt het parlement weer bijeen en besluit o.a. dat de belastingen sterk omhoog zullen gaan. Er komt voor bedrijven alleen belastingver­lichting als men voor meer arbeidsplaatsen zorgt. Ook worden compensaties voor degenen die dat nodig hebben toegezegd. Alternatieve dienstplicht [op morele of godsdienstige grond] wordt mogelijk en de militaire dienstplicht wordt verkort. De defensie-uitgaven zullen sterk worden beperkt t.b.v. de gezondheidszorg waar 5.000 arbeids­plaatsen vakant zijn! De regering wil ook aan [duizenden] destijds geïnterneerden een financiële schadeloosstel­ling geven.
Bovendien zegt min.v. cultuur Ferenc Glatz dat er voortaan de vrije keuze op middelbare scholen zal zijn voor een tweede taal waarmee uiteraard het Russisch [voor een groot deel] zal moeten wijken voor b.v. Engels of Duits. 
In principe wil men ook een apart ministerie voor de 3 miljoen Hongaren óver de grenzen, hoewel dit besluit later wordt herzien. Wel wil de regering in Budapest deze 3 miljoen mensen, in Roemenië, Tsjechoslowakije, de Sovjet-Unie en Joegoslavië meer steun bieden. Maar van het grootste belang is toch dat de regering nu onder druk van de RTC en de oppositie een aantal wetsvoorstellen -b.v. betr. politieke partijen en de rol van een president- intrekt  omdat ze primair wil horen wat de oppositie vindt en dus een consensus met de oppositie wil zoeken!
Een meerderheid in het parlement is ook nog steeds te vinden vóór een Wereldtentoonstelling in 1995 in Wenen en Budapest en men verwacht bij voorbaat al veertig miljoen bezoekers en een enorme stimulans voor de investeringen in de infrastruktuur, zoals de aanleg van wegen, een zeer sterke uitbreiding van het telefoonnet en van bijvoorbeeld het aantal hotels.
Één dag voor de zitting van het parlement kondigt minister van justitie Kulcsár overigens per 1 januari 1990 een wet aan op een geheel vrij grensverkeer en dus ook emigratie, maar Hongarije zal vluchtelingen uit de DDR nú al niet meer terugsturen en [dus] voorlopig in kampen in het land huisvesten! Wel gaat dit beleid in tègen de bepalingen van een vroeger verdrag met de DDR [vgl. het beleid t.a.v. vluchtelingen uit Roemenië al eerder] en de eerste kritiek van de DDR op dit beleid van vrijwel open grenzen naar het Westen komt nu dus los, maar de ondertekening van de internationale Conventie van Genève staat hierboven, en dat is al eerder meegedeeld!
Het recht om te emigreren is een burgerrecht, en dat wordt nu dus ook door Hongarije erkend en het is het doel om de hele wetgeving aan te passen aan internationale overeenkomsten, zoals de Algemene Verklaring van de Rechten van de Mens en de Akkoorden van Helsinki, aldus de deskundige inz. staatsrecht, mensenrechten, vluchtelingen en nationale minderheden, dr. Péter Timoránszky [Újpest, 1942]. Intussen schat men dat er tot heden tussen 1 en 2.000 Hongaren emigreerden, of wel: van een vakantie niet terug kwamen en het beleid was al vrij soepel.
Tegelijk komen er ook nieuwe, onverwachte, berichten vanuit het grensgebied met Roemenië want het schijnt dat het honderden kilometers lange Roemeense hekwerk aan de grens dan al weer wordt afgebroken en men vraagt zich af of dit misschien heeft te maken met de felle protesten vanuit het buitenland. Toch worden op een andere manier de al eerder genoemde grote belemmeringen aan de grens wel in stand gehouden, hoewel er nog steeds mensen uit dat land naar Hongarije vluchten!
In dezelfde dagen bezoekt de Hongaarse min.v.buitenl.z. Gyula Horn Wenen en zoals bekend zijn de hartelijke betrekkingen sinds begin mei nog intensiever geworden! Over en weer bezoeken miljoenen Hongaren en Oostenrijkers elkaars landen en alle beperkingen en vrijwel alle versperringen zijn intussen weggeruimd; een direkte telefoonverbinding is gestart evenals gemeenschappelijke grenskanto­ren, drie nieuwe grensovergangen en méér wegen, en er komt ook veel meer samenwerking van de beide ministeries!…….
Tijdens dit bezoek komt het ook tot de zogenaamde scène van “het doorknippen van het IJzeren Gordijn” op 27 juni 1989 door de beide ministers van buitenlandse zaken Gyula Horn en Alois Mock, maar hoewel de foto’s hiervan de wereld overgaan als dé opening of het oprollen van het beruchte IJzeren Gordijn is de werkelijkheid iets anders: een Oostenrijkse journalist vroeg de beide ministers om toch nog even een keer voor de wereldpers [die in gratis bussen was aangevoerd] te poseren bij de grens, die al bijna geheel ontmanteld was, met een ‘draadknipper’…. En dat gebeurt! Mock laat vervolgens weten dat dit “het mooiste ogenblik van mijn politieke loopbaan is” en Horn is ervan overtuigd dat ”zulke hindernissen hier nooit meer zullen komen….. We hebben deze draad voor altijd verwijderd”.

top

Stukjes van het prikkeldraad zullen weldra als souvenir worden verkocht maar later op die dag verslindt de persmeute in een mum van tijd al de enorme taart van chocolade en marsepein met het IJzeren Gordijn erop op de receptie in het Slot Esterházy in Eisenstadt, de hoofdstad van Burgenland .…. [NRC/Hbl. 28 juni 1989].
Voorgoed is het IJzeren Gordijn, wat Hongarije en Oostenrijk betreft, verdwenen en één dag hierna, wo. 28 juni, geeft bovendien -opnieuw een primeur in Oost-Europa- de Tsjechische dissident Václav Havel, die in mei na zware druk vanuit het westen vrijkwam na vier maanden celstraf, een interview voor de Hongaarse TV in eenzelfde soort programma als Alexander Dubček optrad, en Havel is door zijn toneelstukken [die in z’n eigen land taboe zijn!] al bekend in het land! Het optreden is opnieuw aanleiding voor de communistische machthebbers in Praag om aan die vrijzinnige Hongaren een scherp protest te laten horen, hoewel dat natuurlijk vergeefs is. De al sterk verkoelde relaties tussen beide landen verslechteren er nog verder door!! ……    
Er is dus een vreemde situatie ontstaan in het hart van Europa: aan de Hongaarse westgrens met het vrije Oostenrijk is het IJzeren Gordijn verdwenen en de vele contacten èn het grote vertrouwen wederzijds nemen snel verder toe terwijl aan oostgrens met het zogenaamde socialistische broederland Roemenië een nieuw IJzeren Gordijn is ontstaan en de contacten èn het wederzijds vertrouwen tot nul zijn gereduceerd, terwijl de betrekkingen met ’andere vrienden’ zoals de DDR en Tsjechoslowakije nu uiterst kil en vol wantrouwen zijn. Dit alles is mogelijk in het kader van het nog altijd bestaande Pakt van Warschau en de Comecon, waardoor de diverse landen van ‘Oost-Europa’ of het Oostblok militair en economisch zo verbonden zouden hebben moeten zijn, maar deze situatie lijkt en is wèl  verouderd, zoals Hongaarse en Poolse economen en politici al veel eerder hadden opgemerkt en zoals nu ook lijkt door te dringen in Moskou, èn o.a. in Tallinn, Riga en Vilnius………
Zeer vele Hongaren zijn dan ook steeds meer skeptisch geworden ten opzichte van de oude, verroeste strukturen van Comecon en Warschaupakt, die hervormingsgezinde landen zoals Hongarije en Polen absoluut niet vooruit helpen. Samen met landen zoals Roemenië en de DDR en ČSSR in één blok te blijven lijkt voor de toekomst volstrekt idioot en onmogelijk maar Hongarije wil óók niet zelf de "stabiele" geopolitieke en strategische situatie in het hart van Europa op het spel zetten door een aantal naïeve en idealistische stappen.....
Desondanks zegt György Fejti, 43, secr. CC, die bekend staat als voorzichtig en gematigd conservatief, dat Hongarije wèl naar alle kanten een open politiek wil voeren en met West-Europa intensieve financieel-economische contacten wenst! Hij rekent trouwens op een dominerende rol voor de partij na de verkiezingen, en wil óók het behoud van de posities van de partij in het leger! Hij vindt dus dat de nieuwe, kleine en pas opgerichte partijtjes ”wel een zeer grote eetlust hebben, en soms agressief en primitief reageren” maar ondanks de gevaren en de onzekerheid hoopt hij wel op een vreedzaam proces. 
Bovendien staan Hongarije en Polen niet alleen want ook in de Sovjet-Unie is o.l.v. Gorbačov een ingrijpende, diepe en principiële verandering aan de gang en in Moskou verklaart men zich in juni 1989 nog eens vóór een totale hervorming der Comecon, vóór convertibele valuta, vóór marktprijzen en handel in dollars en in Hongarije vindt men nu zelfs dat "het best met de Sovjet-Unie alleen verder kan". Zelfs komen er vanuit Moskou nu ook positieve geluiden over de Hongaarse Opstand van 1956 en over Imre Nagy en daarbij kan men lezen en horen dat de Sovjet-Unie haar rol maar eens moet herzien omdat die rol fout was!  "De hele waarheid moet worden gehoord" kan men nu zelfs in Rusland horen…………. Twee weken hierna blijkt op de jaarlijkse top van het Pakt in Boekarest wel dat ook de samenwerking binnen het Pakt van Warschau nog slechts theoretisch is, en dat zelfs het recht van ieder land op een geheel eigen politieke lijn wordt vastgelegd! Dit Pakt, d.w.z. een gemeenschappelijke verdediging van de lidstaten is m.a.w. een hopeloos verouderd begrip. Het onderlinge vertrouwen, voorzover dat ooit heeft bestaan, is als sneeuw voor de zon verdwenen en Hongarije krijgt immers slechts scherpe kritiek en diep wantrouwen te horen op het beleid van de drie zogenaamde ”bondgenoten” van weleer en hetzelfde geldt voor Polen…. Zie hieronder.
Intussen maakt Hongarije zich trouwens klaar voor een totaal andere, feestelijke gelegenheid, n.l. het eerste bezoek, van 10 tot 12 juli, van een Amerikaanse president aan het land, n.l. George Bush, die tevoren al duidelijk maakt dat hij graag wil helpen hier de demokratie te bevorderen en ook laat weten dat het niet zijn bedoeling is om Hongarije en Polen los te weken van de Sovjet-Unie. Bush maakt verder duidelijk dat hij Hongarije en Polen op het gebied van economische hulp op Amerika kunnen rekenen, terwijl Hongarije, aldus Horn, géén geld zal vragen maar wèl handelsconcessies en een gemakkelijker overdracht van technologie. Zoals zoveel demokratische landen wil ook Hongarije nu ook de status van “meestbegunstigde natie” krijgen en daarmee belangrijke handelsconcessies van de USA verwerven. Maar Bush wacht ook nog een enorme manifestatie van Hongaren bij het parlement in Budapest…. Hiermee ziet de toekomst voor dit arme land met z’n schuld van $ 17 miljard, met een nog steeds oplopend begrotingstekort èn met de door het IMF gewenste extra noodzakelijke bezuinigingen, er waarschijnlijk toch iets beter uit dan men enkele  jaren geleden kon hopen…..

Het monument van Imre Varga voor de in W.O. II omgekomen Hongaarse Joden. 1990.


Ongeveer tegelijk hiermee wordt op 6 juli 1989 het proces tegen Imre Nagy en zijn lotgenoten formeel heropend en het Hooggerechts­hof spreekt alle veroordeelden van het proces van juni 1958 nu vrij en verklaart het proces voor onwettig. De aanklachten van landverraad en een poging tot gewapende omverwer­ping van het bewind en tot contrarevolutie waren, aldus het Hof, vals en verzonnen en hiermee worden Imre Nagy, gen. Pál Maléter, dr. Ferenc Donáth, Miklós Gimes, Zoltán Tildy, Sándor Kopácsi, dr. Ferenc Jánosi, Miklós Vásárhelyi, dr. József Szilágyi, en zovele anderen dus officieel vrijgesproken, want zij ”wilden alleen de partij hervormen, en gebruikten alleen wettige middelen, ook volgens de toenmalige wetten”. In de toekomst zullen nooit weer politieke standpunten worden bestraft en de regering is alleen t.o. het vrij gekozen parlement verantwoorde­lijk.
Enkele uren hierna overlijdt János Kádár, de partijleider van 1956 tot 1988, en volgens de MSzMP “heeft hij heel zijn leven en kunnen in dienst van het welzijn van het Hongaarse volk en van de socialisti­sche omvorming van het land gesteld", hoewel men het er óók oven eens is dat Kádár nog héél wat vragen in z'n graf meeneemt.
Er komen uiteraard vele beschouwingen over de lange periode dat Kádár aan de macht was: een derde deel van de 20e eeuw! En ”Hongarije maakte in al die jaren ook de ‘transformatie’ van Kádár mee: vanaf het begin der jaren ’60 van ‘reluctant hostage’ naar ‘risk-taking reformer’ tot ‘good king’ in de jaren ’70, maar langzamerhand trad er, vanaf 1985 toch verval in, met burokratie, privileges en politieke lobbies. [Tökés, 253]. Wie precies verantwoordelijk was voor het proces in 1958 is dus nooit opgehelderd en de rol van hemzelf in de jaren '50 [b.v. bij het proces-Rajk in 1949] en wat en wie hem precies heeft bewogen tot z’n volledige persoonlijke ommezwaai in november 1956 is ook onduidelijk gebleven. Toch verklaarde Kádár kort vóór zijn dood nog tegenover het blad "Magyarország": "De tragedie van Imre Nagy was ook mijn persoonlijke tragedie"....
Vervolgens komt dan op vr. 14 juli een staatsbegrafenis voor Kádár en hierbij zijn meer dan 100.000 aanwezigen in de stoet op het Kerepesi temető [Tökés, 324] en eerder defileerden al 60.000 Hongaren langs de baar van de voormalige en destijds ook populaire en veel geprezen leider! Vooral werd hij geprezen om het feit dat hij het aanzien van het land enkele jaren na 1956, vanaf 1962, sterk verbeterde en de tolerantie deed toenemen. Het meest bekend van hem is immers de uitspraak “Wie niet tegen ons is, is vóór ons” gebleven, en… hij bracht dat in praktijk! Wie zich niet aktief tegen het regime verzette kon in rust en vrede leven in ”de vrolijkste barak van het kamp”! Uiteraard had ook Hongarije onder de sovjetleiders Chroesjtsjov en Brežnev weinig speelruimte, maar Kádár wist die geringe vrijheid zéér goed te gebruiken ten bate van het volk! Hij heeft bovendien nooit persoonlijke macht of roem gezocht, maar bleef altijd beschei­den en persoonsverheerlijiking was hem volkomen vreemd! Hij bleek dan ook geen apparacsik maar was een mens! Velen hebben dus nog altijd hun waardering voor hem, maar ze zetten ook hun vraagtekens, des te meer omdat Kádár geen memoires of dagboek heeft geschreven...

top

Kádár was bovendien al op jonge leeftijd een bekwaam schaker en hij besefte op latere leeftijd uitstekend dat hij de koning -in het Kremlin in Moskou- dan wel niet kon verslaan, maar intussen zijn eigen volk, de boeren en arbeiders in het land, toch via slimme kleine zetten wèl een flinke stap vooruit kon brengen! Maar ook op het schaakbord der internationale politiek wist hij, die in 1956 en daarna nog vaak werd verguisd als verrader, op den duur grote suksessen te behalen en Hongarije gold, in scherpe tegenstelling tot bijna alle andere landen van “het Oostblok” zelfs jarenlang als een welvarend en nogal liberaal land!.........  Daarom prijst Károly Grósz Kádár als een groot en verdienstelijk politicus die respekt verdient, die ontspanning nastreefde en verzoening, rust en vooruitgang bracht.
N.b. János Kádár krijgt wel de meest eigenaardige communistische begrafenis ooit, want uit de mond van Grósz klinkt een "Isten veled" [God zij met je!] en ook de Bijbel wordt bij het graf verschillende malen geciteerd. Daarna worden het aloude volkslied, de Himnusz [”Isten áldd meg a magyart”: God moge de Hongaar zegenen!] en de "Internacionálé" gezongen.... Bovendien krijgt Kádár dus precies vier weken na Imre Nagy ook een eervolle, waardige begrafenis en velen die op 16 juni aanwezig waren, zijn er nu ook! Toevallig is uiteraard dat de sterfdag van Kádár precies samenvalt met de dag waarop Imre Nagy door het Hooggerechtshof onschuldig is verklaard!
Tenslotte wordt een film over de begrafenisplechtigheden met de vele tienduizenden belangstellenden en bekenden weldra zelfs zeer populair en op zijn grafsteen kan men later lezen: “Ott voltam, ahol lennem kellett. Azt tettem, amit tennem kellett”, [Ik was daar waar ik moest zijn, Ik deed wat ik moest doen] hetgeen menigeen wellicht tot nadenken stemt …………
Intussen is dan de jaarlijkse topconferentie van het Pakt van Warschau in Boekarest van vr. en za. 7 en 8 juli voorbij maar daar gold nog de tradtitionele en ouderwetse beslotenheid en geheimzinnig­heid zoals dat b.v. onder Brezjnev was maar nu onder Ceauşescu blijkbaar óók nog gangbaar is en de nieuwe Hongaarse partijvoorzitter Nyers is als énige gast bij aankomst níet door Ceauşescu omhelsd maar met een handdruk begroet. Ondanks het feit dat over het overleg op deze top, zoals gewoonlijk, formeel niets naar buiten doordringt, wordt één en ander toch wel bekend. In Budapest heeft men tevoren bijvoorbeeld al aangekondigd dat, ”als Roemenië met woorden ons land aanvalt, lopen we weg!” Men duldt géén bemoeienis van anderen met de binnen­landse aangelegenheden en trekt zich dus bij voorbaat niets aan van reakties van de conservatieve, dogmatische landen, die bang zijn voor "de uitverkoop van socialistische waarden, verraad van het socialisme, en verzwak­king van de leidende rol van de commu­nistische partij" en om misverstanden [!] te voorkomen stuurde men Nyers en níet Grósz naar Boekarest!
Na de top wordt natuurlijk nog veel meer bekend en dan blijkt wel dat er van een eensgezind blok en van één systeem geen sprake meer is en dat er zich vele problemen en conflicten "die niet op de agenda staan" voordeden want Roemenië, Bulgarije, de DDR en Tsjechoslowakije maken zich steeds grotere zorgen over de richting die met name Hongarije maar ook Polen uitgaat en de Sovjet-Unie speelde zo’n beetje voor scheidsrechter!! Het ’overleg’ tussen Ceauşescu en Nyers levert overigens niets méér op dan een foto van hen beiden en de felle anti-Hongaarse propaganda in Roemenië gaat gewoon door.... Wel laat de sovjetwoordvoerder Gerasimov na afloop weten dat zich in de Sovjet-Unie en in de wereld grote veranderingen voltrekken en dat het pakt hierop zal moeten reageren!
Volgens Nyers zal het Pakt steeds meer een politieke i.pl.v. een militaire rol gaan spelen maar hij kan in Boekarest niets beginnen, want hij heeft geen enkele illusie t.a.v. Ceauşes­cu. Roemenië is immers niet bereid tot overleg en voert de propagandacampagne slechts op en Horn concludeert zelfs: "Het enige wat Hongarije en Roemenië nog verbindt is de grens". Wel hoopt Hongarije dat de leden-landen elkaar met rust zullen laten en elkaars politiek niet zullen aanvallen en het krijgt inderdaad haar zin! Aan "een valse melodie van eenheidssocia­lisme" heeft men n.l. geen enkele behoefte meer en ook Gorbačov roept op tot een aanpassing aan de veranderingen in de wereld en zelfs de Pravda bekritiseerde Roemenië heftig!
De Roemeense diktator lijkt echter nog veel verder te willen gaan want zijn land heeft intussen met hulp van Argentinië en Duitsland [!] middenlange afstandsrakketten besteld en die kunnen voorlopig slechts zijn bedoeld om tenminste de buren schrik aan te jagen. Aangezien Roemenië alleen met Hongarije ‘moeilijkheden’ heeft, voelt Hongarije zich dus onmiddellijk bedreigd en minister Horn ziet voorlopig weliswaar ”nog geen concrete militaire bedreiging” maar hij waarschuwt wel “het gevaar te onderschatten”, want als een klein land juist nú aanvalswapens aanschaft, terwijl de supermachten hun midddenlange afstandsraketten afbouwen, destabiliseren ze heel Europa.
Hongarije moet dus, als de raketten inderdaad worden geïnstalleerd, omwille van haar eigen veiligheid maatregelen treffen. Maar Roemenië heeft allerlei bezwaren tegen Hongarije en ook het aanstaaande bezoek van Bush en de herbegrafenis en rehabilitatie van Nagy deugen al niet! Op de conferentie van het Pakt in Boekarest dreigde Roemenië, naar verluidt, Hongarije zelfs met oorlog en daarom heeft o.a. de Hongaarse oppositie haar eis tot vertrek van het land uit het pakt van Warschau laten vallen: Het bondgenootschap kan nog wel eens de énige bescherming tegen de rabiate buurman zijn! [Der Spiegel, 24 juli 1989].  
In het slotcommuniqué, dat duidelijk sporen draagt van grote meningsverschillen tussen de lidstaten, staat o.a. dat er geen universeel model van het socialisme bestaat en dat niemand zich erop kan voorstaan de socialistische waarheid in pacht te hebben en volgens westerse waarnemers heeft Gorbačov met deze zienswijze voorkómen dat er openlijk ruzies uitbraken tussen het blok van dogmatische landen [Roemenië, Tsjechoslowakije en de DDR] en de voorlopers in politieke en economische hervormingen, Polen en Hongarije. Toch staat er met zoveel woorden wel te lezen dat niet de interne tegenstellingen de hoofdmoot van de besprekingen vormden, maar hieruit kan men al aflezen dat die dus wèl aan de orde kwamen! Ieder land heeft ook recht op z’n eigen politieke lijn, zonder inmenging van buitenaf en geen enkel land kan het verloop van de gebeurtenissen in een ander land dikteren of als rechter of scheidsrechter optreden. Ieder land is dus vrij in z'n ontwikkeling naar socialisme en demokratie, mensenrechten behoren tot de basisvrijheden, er is geen monopolie op de waarheid, er wordt geen geweld toegepast en Moskou is geen arbiter! Maar dit alles betekent na ruim zeventig jaar toch wel een totale ommekeer van de communistische leer, maar de tijden zijn -zelfs in Moskou- veranderd! De lidstaten zijn het ook eens over de vermindering van hun militaire uitgaven.... 
Toch zei Ceauşescu volgens Horn wel duidelijk ”dat Hongarije vooroordelen heeft over de interne situatie in Roemenië”, maar Horn [die inderdaad veel kritiek heeft op het Roemeense beleid bijvoorbeeld t.a.v. de Hongaarse minderheid] komt dan toch nog eens terug op het voorstel van de VN-commissie voor mensenrechten om een onderzoeksteam naar het land te sturen. Dat vindt Ceauşescu echter overbodig, want “de kwestie van de etnische minderheden is in Roemenië perfekt opgelost, op een wijze die uniek is in de wereld”. Zo’n delegatie komt Roemenië dus niet binnen. Horn vindt dit alles ”een ongunstige ontwikkeling die wordt veroorzaakt door een grootscheepse campagne in de Roemeense pers en door zekere militaire dreigementen die de afgelopen maanden tegen ons zijn geuit”. [Leeuwarder Courant, 10 juli 1989].
Het gesprek tussen Horn, Németh en Nyers met Ceauşescu [op zíjn verzoek!] na afloop van de top verliep dan ook stormachtig want de Roemeense diktator is zoals bekend iemand die al twintig jaar absoluut overtuigd is van zijn eigen gelijk en géén enkele tegenspraak duldt! De kwestie van de gedwongen assimilatie en de diskriminatie én de afbraak van duizenden dorpen wordt door hem eenvoudig ontkend. De eisen der Hongaren om deze zaak stop te zetten werden door Ceauşescu afgewezen, “en toen ontspon zich” volgens de Hongaarse radio ”een buitengewoon verhit debat dat na 90 minuten werd afgebroken zonder enig resultaat”. De betrekkingen hebben nu een dieptepunt bereikt, aldus de radio. Bovendien lijkt het erop dat álle veranderingen in Hongarije diep worden gewantrouwd door het starre communistische regime in Roemenië. [NRC/Handelsblad, 10 juli 1989]. Naderhand verklaart Nyers nog eens dat men het alleen eens is over de hoofdrichting der buitenlandse politiek, en verder zijn er meningsverschillen alom!
Toch staat nu zwart op wit dat ieder land voortaan, óók in het oosten van Europa [!], zelf z'n lot moet kunnen bepalen want dat is de voorwaarde voor een militair, politiek en territoriaal stabiel Europa, en voor het eerst worden ook de Akkoorden van Helsinki, het CVSE-proces en de UNO-bepalingen over mensenrechten  vermeld.… Zwart op wit staat hier met zoveel woorden voor het eerst dat de Brežnev-doktrine is afgezworen en blijkbaar bevinden Polen en Hongarije zich níet langer in het defensief want Gorbačov weigert landen als de DDR, Tsjechoslo­wakije en Roemenië te steunen. De Hongaarse politici achten de tijd voor een neutraal Honga­rije dus nog niet rijp want men zou nog wel eens steun vanuit Moskou nodig kunnen hebben, wanneer men wèrkelijk door de buren [Roemenië, zie hierboven!] bedreigd zou worden....
Dat het Pakt van Warschau voor Hongarije intussen haar eigenlijke betekenis heeft verloren blijkt nog eens duidelijk uit het bezoek van de Amerikaanse president Bush van di. 11 tot do. 13 juli 1989, onmiddellijk na zijn bezoek aan Polen, maar in Hongarije verwacht men, anders dan in Polen, geen direkte financiële steun maar vooral een gemakkelijker toegang tot de westerse technologie en de westerse markten èn investeringen! Het moet dus duidelijk zijn dat ook Hongarije de vrije markt omarmt en dáárvan véél meer verwacht dan het ooit van de planeconomie verwachtte. De Amerikaanse president is verder vol lof over Hongarije "dat bij een experiment is betrokken dat zijn weerga niet kent: een communistisch systeem dat zich probeert te ontwikkelen in de richting van een open economie en naar een meer open en pluralistische samenleving”, en hij [de USA] hoopt dat Hongarije in de toekomst in vrede met zichzelf zal leven en de haar toebehorende plaats in een ongedeeld en vrij Europa zal innemen" en zegt wel dat hij Polen, Hongarije enz. niet wil losweken van de Sovjet-Unie.

top

Economische hulp moet samengaan met economische hervormingen, aldus Bush en zijn Hongaarse gastheren zijn het uiteraard met hem eens! Een 4 à 5.000 mensen [of toch 10.000?] verwelkomden hem en zijn vrouw Barbara overigens bij een hevig onweer en in de stromende regen op het Kossuthplein voor het parlement. De president heeft er zelfs zin in en op een gegeven moment verscheurt hij demonstratief zijn speech [als een soort verkiezingsspeech!] met: “Jullie hebben lang genoeg in de regen gestaan. Maar wat kan die regen ons schelen, we voelen ons hier thuis in deze grootse hoofdstad. Ik ben hier al president van de Verenigde Staten van Amerika omdat ons land genegenheid voelt voor het Hongaarse volk”. "We have a special affection and feeling for Hungary...Your great country.. God bless you” en van de Hongaren krijgen deze man en zijn vrouw een warm applaus, alsof…. die Hongaren dat voor een zó hoge buitenlandse gast wel gewend zijn, maar dat zijn ze dus aboluut niet!!.....  Bush belooft verder de komst van een aantal vrijwilligers en hij stelt $ 25 miljoen ter beschikking voor de ontwikkeling van de particuliere sektor in Hongarije en het land zal inderdaad de status van “meest begunstigde natie” krijgen met de handelsvoordelen. Hij doet deze toezeggingen in…. de Karl Marx- economische universiteit waar hij ook een rede houdt voor honderden enthousiaste studenten! Op de Hongaarse wens tot beperking van de Cocom-lijst i.v.m. de export van "strategische goederen" naar NATO-landen gaan de Amerikanen ook in: als Hongarije de emigratie vrijlaat, en dat gebeurt al snel hierna, zal Amerika de wens honoreren.
Ook houdt Bush een persconferentie voor 1.000 buitenland­se journalis­ten en hij is verder vooral diep onder de indruk als premier Németh hem als souvenir een stukje van het IJzeren Gordijn, 10 cm prikkeldraad, overhandigt, hoewel sommigen hierin een stuk koude oorlogspropaganda zien. Bush eist het volledige neerhalen van het IJzeren Gordijn waarmee Hongarije begon, te beginnen bij Berlijn. Hij overlegt met alle leiders van regering en oppositie, prijst de moed der Honga­ren, en waardeert hun hervormingspolitiek en voor het eerst vindt dus overleg van de Hongaarse oppositie met een buitenlands staatshoofd plaats! De president hoopt verder dat andere Oost-Europese landen, die nu nog toekijken, tot nadenken worden gebracht, worden geïnspireerd en bemoedigd, maar in Hongarije dat al een ‘stuk verder is’, is men zeer tevreden over het eerste bezoek van een Amerikaanse president.
Verborgen voor het publiek blijft echter dat Bush duidelijk laat weten graag de Hongaarse oppositiepartijen in Amerika zelf te ontmoeten en de historicus Tőkés vermoedt zelfs dat, als dat níet zo duidelijk was gebeurd, the NRT negotiating team Grósz-Fejti might have been tempted to terminate the dialogue with the Hungarian ‘ínsurgents’ in july 89. Het was, met andere woorden, allemaal zéker nog niet zo duidelijk! [Tökés, 307].
Dat laatste blijkt, soms pas maanden later, in een aantal gevallen inderdaad. De plannen voor de reorganisatie van het  ministerie van binnenlandse zaken zijn er inderdaad: de veiligheidsdiensten zullen b.v. geen politieke taak meer hebben want alleen de veiligheid van de staat is van belang en van rechters en vele andere categorieën mensen zal ook niet meer een politiek stelling nemen worden verlangd, maar onafhan­kelijkheid en onpartijdigheid, omdat Hongarije immers in alle opzichten wenst "terug te keren naar Europa"…., Toch blijken de veiligheidsdiensten vele maanden later nog steeds bekende personen van de oppositie te bespioneren!!…
Ook zal nog blijken dat ’de partij’ toch niet zo gemakkelijk afstand doet van b.v. de controle over de bewapende  “Munkásőrség” en het zal ook nog vele, vele jaren duren voor er sprake is van openheid en publikatie van stukken met de namen van b.v. verdachten als medewerkers van de geheime diensten! Bovendien komt het in Hongarije nooit tot een werkelijk van de overheid onafhankelijke en kritische radio en televisie en het zal wel blijken dat zéér vele burgemeesters [vakkundig en ervaren!] straks onder de naam ”onafhankelijk” hun gemeenten blijven besturen. Het blijkt ook al snel dat ‘de Hongaren’ níet enthousiast op de nieuwe realiteit reageren en dat men in het algemeen véél meer de behoefte heeft aan werkelijke economische vooruitgang en groei dan aan ‘al die nieuwe gezichten, partijen en mensen’.
‘De politiek’ speelde voor vèruit de meeste Hongaren immers vele jaren onder Kádár niet of nauwelijks een rol en ze namen de situatie nu eenmaal zoals die was. De ruim dertig jaren van Kádár waren zelfs de meest rustige van de hele 20e eeuw tot dusver en je hoefde niet bang te zijn voor b.v. werkloosheid! Hongarije stond immers al een kwart eeuw in oost en west bekend als een rustig en behoorlijk welvarend land met relatief goede wegen, dat geen honger, geen onderdrukking, geen stakingen en nauwelijks een geheime politie kende; waar je met rust werd gelaten en waar het leven ‘nu eenmaal’ z’n gang ging zoals altijd….  
Nu is dat alles in korte tijd echter grondig veranderd en die politici zie je zeer regelmatig, de één weet het nog beter dan de ander en iedereen wil zich profileren, ze beweren dat je straks in vrijheid kunt leven, maar de zekerheden van vroeger vallen door al de veel belovende “hervormingen” wèl de één na de ander weg en je moet voortaan veel meer je eigen verantwoordelijkheid nemen, zeggen ze, maar dat zal ook onrust, onvrede en stakingen, een ander tempo met zich mee brengen…. Honderdduizenden leven immers onder het bestaansminimum en voor hen lokt het westen allerminst. Er is in dit land namelijk sprake van honderdduizenden arme mensen die b.v. afhankelijk zijn van sociale voorzieningen [Georg Paul Hefty in Frankfurter Allgemeine Zeitung, 17 aug. 1989, en Peter Michielsen in NRC/Handelsblad, 17 aug. 1989] en het sociale bouwwerk van voorzieningen en bescherming van sociaal zwakkeren vervalt in een angstwekkend snel tempo. Het gaat, volgens de min.v.sociale zaken Judit Csehák, ten gronde aan “tegenstrijdige belangen”, aan slecht management, aan de crisis, en aan vele absurditeiten van b.v. medicijnen die 5 maal een gemiddeld maandloon kosten. En deze minister kan het weten want ze heeft zélf als eerste minister van sociale zaken na meer dan 30 jaar, dit ministerie weer opgericht. De 250.000 bejaarden leven volgens haar ook onder het wettelijke bestaansminimum terwijl 100.000 van hen zelfs helemaal geen uitkering krijgen en pensioenen worden nauwelijks geïndexeerd en het systeem benadeelt daarmee vooral ouderen! Csehák heeft zelfs maar één devies: Blijf zolang mogelijk werken in de hoop op betere tijden!
Goed merkbaar is dus dat velen, ondanks alle hervormingen, als konsekwentie hiervan alleen maar steeds verder sociaal achterop zijn geraakt! Nu het privé-initiatief alle ruimte krijgt en de staat minder, groeit de kloof tussen degenen die van de nieuwe maatregelen profiteren, en degenen die dat nu eenmaal niet lukt, zoals bejaarden, plattelanders, vrouwen met kinderen, slechtgeschoolden, en de kloof wordt nog groter door de inflatie en de vrije loonpolitiek in de particuliere sektor! Zelfs heeft 80 % van de laagstbetaalden geen toegang tot de ‘tweede economie’ waarmee de gemiddelde Hongaar het hoofd boven water kan houden, zij het maar nèt...
Voor alle Hongaren samen is het levenspeil de afgelpen tien jaar zelfs gedaald tot 20 % onder het niveau van 1978; in 1965 bedroeg het reële loon 57 % van dat van de gemiddelde Oostenrijker en dat was in 1982 nog slechts 38 % en voor de kansarmen is de daling nog groter. Daarnaast is er echter tegelijkertijd sprake van een consumptieboom; in 1960 reden er in Hongarije 16.000 particuliere auto’s en nu zijn dat er 1,5 miljoen; toen waren er 4 koelkasten per 1.000 inwoners en nu zijn dat er 350. De grote rijkdom én de diepe armoede zijn dus groter geworden, ofwel: de sociale verschillen zijn -socialisme of niet- dus enorm en ondanks het aantal nieuwe villa’s in de heuvels in en bij Buda en elders leven er óók twee miljoen mensen met een inkomen van beneden de 4.000 Forint en de officieel vastgestelde armoedegrens van Ft. 5.200 schuift steeds verder op naar boven. Volgens sommigen zou al één derde der Hongaren tot de “nieuwe armen” behoren! [naar: Peter Michielsen, NRC/Hbl., 17 aug. 1989]. Grote verbazing over het feit dat lang niet alle Hongaren nu alles verwachten van de toekomst, een periode van demokratie ná het failliet van ‘het socialisme’, is dus overdreven en dat blijkt weldra bij het geringe enthousiasme en het grote aantal thuisblijvers bij de eerste vrije verkiezingen voor enkele zetels in het parlement na twee generaties die zijn aangekondigd!  
Economisch gaat het met Hongarije dus niet zo goed want het land heeft dringend buitenlands kapitaal nodig, maar het heeft óók schulden aan westerse landen à $ 17 mrd. en enorme tekorten. Vele staatsbedrijven draaien met verliezen, zijn onrendabel en krijgen nog altijd enorme subsidies, met hun verouderde strukturen en stalinistische roofbouw.... Er lopen ook vele duizenden mensen rond zonder veel te doen, als parasieten, die de staatskas plunderen, maar ”de rol van de staat zal veel minder worden en particuliere bedrijven rijzen als paddestoelen uit de grond” en dat lijkt in elk geval positief want ”een strukturele omvor­ming en modernisering is nodig”, aldus de ministers van het kabinet-Németh. Volgens het IMF zullen de uitgaven verder moeten worden beperkt want anders zal het land langer moeten wachten op verdere kredieten!
Hongarije zal dus nog véél moeten doen want [ter vergelij­king] Hongarije met > 10 mln. inwoners exporteert per jaar $ 6 mrd. en Finland met 5 mln. inwoners exporteert per jaar $ 20 mrd. Maar goed, er wordt nu tenminste een "Unie van Hongaarse Particuliere Ondernemers" opgericht…... ..... Een goed bericht lijkt ook de komst van de eerste Israëlische handelsdelegatie naar Hongarije, o.l.v. de in 1911 in Hongarije [Nagyvázsony, > 20 km ten ZW van Veszprém] geboren Teddy Kollek, de burgemeester van Jeruzalem en hierin zijn 45 bedrijven, ministeries en de Kamer van Koophandel vertegenwoordigd…….

top

Maar het lijkt zelfs in dit beslissende jaar 1989 toch dat niet alleen de grote risiko’s maar óók de negatieve berichten en de tegenvallers het nieuws overheersen! Op 4 juli komt b.v. de mededeling dat het stoppen met de bouw van de Donaudammen door Hongarije waarschijnlijk enorme financië­le offers zal vragen: de ČSSR zal Kčs 24 mrd [omgerekend DM 7 mrd] vragen en Oostenrijk DM 2,5 mrd, zo vermoedt men nu al! Het partijblad in Praag stelt n.l. dat Hongarije een schadevergoeding moet betalen voor het stoppen van de bouw maar er vindt dan in Budapest toch nog nieuw over­leg plaats met milieudeskun­digen en op 21 juli bezoekt de ČS-premier Adamec Hongarije voor overleg en de kosten voor Hongarije worden dan op $ 1 mrd geschat en men wordt het óók eens over verder overleg in oktober nadat experts zijn geraadpleegd maar Adamec vindt dán toch dat een voorlopig besluit nodig is! Gelukkig vinden beide partijen wel dat "de dammen bij Gabčíkovo en Nagymaros de vriendschappelijke betrekkingen niet mogen belasten" maar de regering in Praag blijft er toch bij dat het oorspronkelijke plan moet worden uitge­voerd en Budapest legt nog altijd veel nadruk op de milieuschade.
De moeilijkheden met Tsjechoslowakije zijn dus niet opgelost en de eerder genoemde tevredenheid in Budapest over het bezoek van George Bush wordt allerminst gedeeld in Tsjechoslowakije, de DDR en Roemenië want hier heeft men niet veel meer dan minachting voor Hongarije, ”dat graag financiële hulp van Amerika wil ontvangen”, terwijl partijvoorzitter Nyers inderdaad ’samenwerking met de USA’ als ’één der sleutels tot Hongarije’s welvaart’ beschouwt en premier Németh verklaart dat het bezoek óók diende om alle twijfels over Hongarije's weg naar de hervormingen, ’die definitief is’, weg te nemen én hoopt op nog veel meer Amerikaanse investeringen! Kort hierna zeggen de rijke landen in Parijs extra steun toe aan Polen en Hongarije en de Europese Commissie zal deze beide landen extra helpen zodat ze hun problemen verder zelf kunnen oplossen waarbij Hongarije vooral financiële en technische hulp nodig heeft. Ook de Wereldbank stelt in juli 1989 $ 100 mln aan Hongarije ter beschikking voor infrastruktuur, wegen, transport en communica­tie.
Die weg naar hervormingen lijkt inderdaad definitief want in de zomer van 1989 komen er nog veel meer berichten los over de stalinistische terreur van de Sovjets, die met instemming van Hongaarse communisten, al onmiddellijk na de zogenaamde "Bevrijding" in 1944/45 begon met werkkampen, dwangarbeid, martelingen, honger, barakken, epidemieën, doodvonnissen en massale deportaties in veewagens naar het Oosten, terwijl men dagen en nachten lang zzonder eten en drinken verbleef in donkere wagons. Zéér velen overleefden dit niet of waren voor hun leven getekend als een wrak, gebroken voor altijd.... Maar ook over de eigen -Hongaarse- terreur tegenover de "Deutschungarn" in 1946 schrijft men voor het eerst openlijk en duidelijk wordt dat vele tienduizenden onschuldige Hongaarse burgers van Duitse afkomst uit hun eigen land [!] Hongarije werden gedepor­teerd.
Eens te meer blijkt hierdoor dat zeer velen in dit land in bijna een halve eeuw niet veel anders hebben gekend dan onderdrukking, geweld en terreur, en psychisch zijn gebroken, kapotgemaakt door een gewelddadig systeem. Wèl worden nu monumenten ”voor álle slachtoffers” van de Wereldoorlog en van de stalinistische terreur daarna, van 1941 tot ± 1962, zowel Joden, soldaten als burgers, op allerlei plaatsen in het land opgericht……..
In het openbare leven is dus duidelijk een nieuwe mentaliteit merkbaar en op 18 juli zegt b.v. het partijcomité van Budapest dat er op 23 oktober een officiële herdenking van het begin van de Opstand van 1956 zal zijn en dat men  ook een monument voor de slachtof­fers zal oprichten. ‘Het communisme’ zoals ‘men’ dat bijna ¾ eeuw kende is dus op z’n retour en zelfs Pozsgay geeft wel toe dat het land het communistische systeem op het spel zet door middel van vrije verkiezingen, maar hij vertrouwt erop dat een [geheel vernieuwde, gereorganiseerde, sociaal-demokra­tische] partij wel veruit de grootste zal blijven. Maar hij heeft wèl begrip voor de oppositie die door haar ervaringen van 1945/48, zeer wantrouwend blijft, zoals blijkt op het overleg aan de zgn. Ronde Tafel!
Toch bestaan er nog allerlei meningsverschillen want over een datum en het systeem van verkiezingen is men het niet eens en het MDF wil bijvoorbeeld z.sp.m. verkiezingen terwijl kleinere partijen de nadruk leggen op een meer evenredig stelsel. Ook over de toekomst van het grondbezit is men het niet eens: sommigen willen zo snel mogelijk terug naar ruime mogelijkheden voor [herstel van] privé-bezit en anderen willen de huidige verdeling [die nog wel rendabel is] wel min of meer "vrijwillig" handhaven. Duidelijk is dat men géén uitbuiting en "alle kansen voor opkopen van land voor de rijksten" wenst!
Wel zouden boeren als deelnemers aan de agrarische coöperaties, die vooral na 1962 onder dwang [!] zijn opgezet, er nu uit kunnen treden en een aandeel kunnen opeisen en hierbij is van belang dat in Hongarije -anders dan in veel andere landen van Oost-Europa, waar veel grond staatseigendom is [!]- de leden van de coöperaties toch nog een zekere vrijheid hebben behouden! Zelfstandige boeren bezitten echter in Hongarije [zoals bijna ovderal in het “Oostblok”, behalve in Polen] slechts 5,5 % van de landbouwgrond hoewel ze 36 % van de totale landbouw-produktie voor hun rekening nemen! Problemen zijn er echter wèl want de vergrijzing neemt toe en het aantal agrariërs neemt af. Bovendien houden de prijsstijgingen van de produkten geen gelijke tred met de stijging van de prijzen van b.v. kunstmest en met de inflatie. Het gaat de Hongaarse boeren dan ook steeds slechter en dat bleek vorig jaar al toen voor het eerst sinds mensenheugenis de wijnbouwers in de vruchtbare Hongaarse Laagvlakte, in Kiskörös, demonstreerden en wanneer in augustus 1989 naar schatting twee miljoen arbeiders staken uit protest tegen het duurder worden van vlees! [Trouw, 16 sept. 1989]. Hieraan kan men ook nog een demonstratie van boeren op 29 juni toevoegen, wanneer zij op deze ’Dag van het Brood’ en van ’St. Petrus en Paulus’ een aantal wegen willen blokkeren omdat de regering de broodprijs véél te laag houdt en omdat men dus veel te weinig verdient. Overleg leverde niets op want men wil een 30 % hogere prijs en -al is de regering welwillend- "ze kan niet meer betalen". Het is de eerste dergelijke [vreedzame] demonstratie na 40 jaar…. 
Al even welwillend is de overheid nu tegenover de religie en de kerken, en haar houding is ook hierin dus volledig gewijzigd. Zoals hierboven vermeld is er per 1 juli een Landelijke Raad voor Godsdienstzaken werkzaam voor onderling overleg en de kerken zijn nu volledig autonoom! Godsdienst- en kerkelijk onderwijs zijn voortaan mogelijk en kort hierna valt de laatste voorzitter van het al eerder genoemde, beruchte ”Staatsbureau voor Kerkzaken” dat nu is opgeheven, Sarkadi Nagy, de 45 jaar van communisti­sche kerkvijandige politiek scherp aan.

In februari 1990 krijgt Hongarije weer een kapitaalmarkt.


Hij noemt Rákosi een crimineel en ”die tijd was er één van rechtsverkrachting… de meest duistere periode in onze geschiedenis". Al eerder verklaarde hij te begrijpen dat het ‘Staatsbureau’ vele jaren lang een symbool van onderdrukking was maar toch vindt hij dat Kádár, vergeleken bij de Sovjet-Unie [!] toch een liberaal beleid t.o.v. de kerken voerde. Ook kan de kerk volgens hem nog een nuttige rol spelen bij b.v. morele vraagstukken als de in Hongarije nijpende problemen van alkoholisme en gezin. Van belang hierbij is overigens dat nu zelfs de bekende, oude en zéér negatieve communistische opvatting over religie het moet ontgelden! Eind juli verklaart de Hongaarse partij zelfs dat haar leden voortaan geheel vrij zijn in hun religieuze opvattingen [inz. doop, kerkelijk huwelijk en begrafenis], en voor het eerst wordt nota bene gezegd dat partij het atheïsme afzweert en voortaan goede betrek­kin­gen wil met de kerken! En zoals gebruikelijk wil de [intussen van de macht geheel uitgeschakelde] conservatieve János Berecz dan tóch nog wel even kwijt dat "de partij wèl aan haar atheïstische wereldbeeld vasthoudt"…...
Het spreekt nu ook vanzelf dat de rooms-katholieke bisschoppen de samenleving oproepen om de misdaden tegen de kerk in het verleden te erkennen, maar de kerk wil géén politieke rol spelen en ze zal zich niet binden aan een bepaalde partij. ”Wel mag men van christenen verwachten dat ze zich aktief inzetten en de ethische waarden van het christendom beter uitdragen”, aldus de bisschop­pen en kardinaal Paskai verklaart hierna, dat "de onrechtvaardige veroordeling van József kardinaal Mind­szenty [1892 - 1975] nog altijd een pijnlijke wond van de kerk in Hongarije en het hele volk is". De kerk wil dus een herziening van dit proces uit 1949 dat destijds al veel opzien baarde vooral omdat hier een kerkvorst slachtoffer werd van een niets ontziende terreur!
Niet lang hierna worden de diplomatieke betrekkingen met het Vatikaan hersteld en premier Németh laat kardinaal Paskai inderdaad weten dat het proces tegen de dappere kardinaal Mindszenty wordt herzien en dat hij zal worden gerehabiliteerd want men erkent het onrecht dat hem is overkomen tijdens het schijnproces……
Er is dus, zoals bekend, zeer veel veranderd en dat blijkt nog eens wanneer de bekende 71-jarige Amerikaanse predikant en evangelist Billy Graham van 25 tot 29 juli Hongarije bezoekt. Voor hem is zelfs een reklamecampagne op touw gezet en de kerken steunen hem. Een massaal optreden in het Népstadion op 29 juli trekt zelfs 100.000 mensen en heeft de volledige steun van de autoriteiten en Graham stelt behalve het evangelie vooral de grote maatschappelijke problemen in Hongarije aan de orde, zoals alkoholisme, zelfmoorden, wanhoop, verslaving en desillusies. Bovendien vindt er in Budapest een Internationaal Congres van Europese Baptisten [voor het eerst in Oost-Europa!] plaats met 5000 deelnemers uit 46 landen. Bovendien wordt per 10 juli in Budapest een Bureau van het Joodse Wereldcongres plechtig geopend en hierbij zijn o.a. de voorzitter Edgar Bronfmann en vele andere buitenlandse gasten aanwezig.

top

Deze ontwikkeling vindt echter allerminst navolging in de al eerder genoemde twee buurlanden die nog strikt vasthouden aan de ouderwetse communistische doktrine. Op 20 juli spreekt bijvoorbeeld de Wereldraad van Kerken [WCC] op haar vergadering in Moskou zich uit vóór het Roemeense standpunt inz. de mensenrechten want ”de ruimte die de kerk daar heeft mag niet in gevaar worden gebracht” en de WCC spreekt zich alleen in algemene zin uit over mensenrechten: ze is namelijk al vele jaren zeer voorzichtig inz. de problemen in Oost-Europa en de lidkerken [nu in Roemenië] geven zélf ook nú weer de doorslag bij de standpuntbepaling. Die Roemeense lidkerken zijn echter totaal afhankelijk van de staat, en die laat weten dat b.v. etnische minderheden zéker niet worden gediscrimineerd. Een delegatie van de Wereldraad bezocht Roemenië nog in juli en “was onder de indruk van de vitaliteit van de Roemeense kerken en van de groeiende oecumenische band”… en ze heeft geen verwoeste dorpen gezien. Wel kreeg men in het land het verzoek om behoedzaam op te treden want de Roemeense staat beschouwt allerlei aktiviteiten als inmenging in de interne aangelegenheden van Roemenië. Het gevolg is uiteraard dat de [door de overheid volstrekt gecontroleerde] kerkleiding zulke aktiviteiten dan ook afwijst en dat de "Wereldraad van Kerken" al vele jaren vooral zéér voorzichtig -dus welwillend- is over Roemenië. "Politieke problemen tussen Hongarije en Roemenië moeten worden opgelost", zegt men, en de "broederlijke verbondenheid met de Roemeense kerken" wordt nog eens onderstreept. Over enige vorm van afkeuring van het totalitaire politieke [afbraak-] beleid en de onderdrukking van de godsdienstige vrijheden enz. door Ceauşescu hoort men helaas totaal niets en een motie van de Hongaarse hervormde bisschop Tóth haalt het niet….
Van de aktiviteiten van de bijna onderhorige kerken en zelfs van de internationale Wereldraad hebben Ceauşescu en de zijnen dan ook niets te vrezen, maar wanneer op ma. 24 juli de Hongaarstalige Roemeense predikant uit Timişoara [Temesvár], ds. László Tőkés, op de Hongaarse TV verschijnt is de verontwaardiging van de autoriteiten van Roemenië uiteraard weer bijzonder groot! De predikant beklaagt zich namelijk openlijk over de rechteloosheid der ± 1,7 miljoen Hongaren in dat land, over het ontbreken van mensenrechten en over de bittere strijd van de Hongaren als minderheid in Roemenië en hij wil nu eindelijk de "muur van stilte" doorbreken...
Twee dagen hierna, op wo. 26 juli, doet [de Slowaak] Alexander Dubček op de Hongaarse TV niet voor het eerst een felle aanval op president Husák en de vroegere no. 2, de stalinist Vasil Bilák en hij laat weten dat er in 1968 in Praag geen sprake was van een contrarevolutie en dat de aanleiding voor inval van de Sovjets c.s. vals was. Hij valt [de Slowaken] Bilák en Husák daarom scherp aan vanwege "hun demagogie en dwaasheid" omdat ze het economische programma dat de partij in augustus 1968 had opgesteld teniet deden! Maar ook de ČSSR neemt nu maatregelen en beperkt o.a. de invoer van tijdschriften uit Hongarije, en verhoogt de prijzen ervan. Toch circuleren er intussen al videocasettes met Dubčeks interview in Slowakije! Maar officieel protesteert de ambassadeur der ČSSR in Budapest omdat Dubček “subjektieve, historisch niet gefundeerde standpunten verpreidde” en dat komt, zegt men, de bilaterale betrekkingen niet ten goede……[de Volkskrant, 28 juli]…..
De Hongaarse leiders hebben dan ook niets te zoeken in Roemenië en Tsjechoslowakije maar ze [Grósz en Nyers] gaan wel voor een topoverleg naar Moskou en men wil vooral de economi­sche samenwerking uitbreiden. Hongarije wil met name de handel in dollar berekenen, de rechten der ± 200.000 Hongaren in de Ukraïne en het grensverkeer met “Kárpátalja” uitbreiden, een consulaat in Užhorod [Ungvár] vestigen, een reduktie der Sovjetlegermacht in Hongarije voorstellen èn daarbij een brugfunktie tussen Oost en West in Europa innemen en zoals verwacht bestaat er voor alle Hongaarse wensen bij Gorbačov c.s. in Moskou -nog steeds- veel begrip! Het hierop aansluitende overleg van het CC der ‘állampárt’ [staatspartij] eind juli levert dus niet zoveel bijzonders op hoewel men officieel bijeenkomt voor een herdenking van Kádár als "een politicus van internationale betekenis". Verder geeft partijvoorz. Nyers een verslag van z'n ontmoetingen met Ceauşescu, president Bush en Gorbatsjov en Hongarije hoopt -aldus Nyers- vooral op het verbeteren van het internationale klimaat en daarmee op het vertrek van alle Sovjetsoldaten uit het land!... Ook wordt besloten tot een bijzonder congres i.v.m. de geplande radikale hervormingen, een nieuw programma en een nieuwe leiding, van 6 tot 10 oktober. Het Politbureau wordt dan een "Nationaal Presidium" en het CC wordt een "Nationaal Comité", terwijl de zgn. "Hervormingskringen" aandringen op de demokrati­sche verkie­zing van afgevaardigden en de partij rekent zich, naar aanleiding van de a.s. 23e oktober, zelfs tot "het erfgoed van de strijd voor demokratie, socialistische vernieuwing, nationale soevereiniteit en onafhankelijk­heid"......Fraaier kan het nauwelijks worden gezegd hoewel veel Hongaren eigenlijk veel liever over daden dan over woorden horen!.........
Toch zijn er in het zich snel vernieuwende Hongarije ook daden van groot gewicht, of zo men wil: met een historische betekenis voor heel ’Oost-Europa’, te melden, zoals de eerste vrije verkiezingen met meerdere partijen na 42 jaar in verschillende plaatsen [kiesdistrikten] omdat in die distrikten de parlementszetel vakant werd!
Op za. 22 juli 1989 vinden deze verkiezingen plaats maar de opkomst der kiezers valt eigenlijk tegen en hieruit blijkt nog eens dat voor bijzonder veel Hongaren ‘de politiek’ toch wel zéér ver af, minder belangrijk en niet zo interessant is. Kun je dan als eenling via de politiek soms iets bereiken? Dat is in dit land toch nog nooit het geval geweest? Velen zijn dan ook apathisch en men is veel meer geïnteresseerd in verbetering van de financiële en economische toestand. Wel krijgt de oppositie in drie van de vier distrikten meer stemmen dan de nog heersende MsZMP, maar vanwege het feit dat minimaal de helft van de kiezers een geldige stem moest uitbrengen èn de beste kandidaat minimaal 50 % van de stemmen moest krijgen, moet in drie van de vier distrikten nog een 2e ronde volgen, maar het feit dat de regeringspartij [”az állampárt”] toch heel wat stemmen krijgt is zeker niet onbelangrijk!
In Gödöllő is de opkomst 59,2 % en de 35-jarige evang.-luth. predikant ds. Gábor Roszik [van het MDF met steun van de meer radikale SzDSz en Fidesz] krijgt 69,2 % en de 59-jarige onderdirekteur van een school László Kőrösfői [MSzMP] krijgt 29,9 %. Ds. Roszik wordt hiermee als eerste oppositieparlementslid na 42 jaar gekozen!
In Kiskunfélegyháza is de opkomst wel 61,5 % maar dr. István Garai [MSzMP] krijgt slechts 44,9 %, Pál Fekete [MDF] 29,6 % en de overige kandidaten krijgen samen 25,5 %. Dat is dus geen meerderheid en er is hier een 2e ronde nodig! In Szeged is de opkomst slechts 45 %. Dr. Ernő Raffay [MDF] krijgt 59,4 % der stemmen en de advokaat dr. Levente Dobozy [Volksfront, HNF] krijgt 39 %, maar de opkomst is onvoldoende en er is dus ook hier een 2e ronde nodig! In Kecskemét tenslotte is de opkomst ook slechts 47 %. Hier krijgt dr. József Debreczeni [MDF] 47,3 %, dr. István Kiss [MSzM­P] 22,2 % en drie andere kandidaten [o.a. Péter Szirmai, SzDSz] krijgen samen 30,5 % der stemmen zodat ook hier een 2e ronde nodig is!
Wel is deze ‘proef’ een sukses, maar ze betekent toch een tegenvaller, zowel voor de regering als voor de oppositie want zéér veel kiezers zijn inderdaad blijkbaar ongeïnteres­seerd, gedesillusioneerd en apathisch, ondanks de felle campagnes. Maar zelfs een tweede ronde geeft nog niet overal de oplossing!
Deze tweede ronde vindt twee weken later, op za. 5 augustus, plaats en de uitslagen luiden dan: in Kiskunfélegyháza krijgt dr. István Garai [MSzMP] 38,6 %, dr. László Vas [HNF, Volksfront] 31,4 % en Pál Fekete [MDF] 29,1 %, zodat weer niemand is gekozen! Bovendien is de opkomst ook nu slechts 45,65 %.
In Kecskemét stemt 57,35 % en van hen kiest 70,4 % voor dr. József Debreczeni [MDF], dr. István Kiss [MSzMP] 19,2 % en ds. László Varga [herv. predikant, HNF] 9,8 % waarmee Debreczeni van de oppositie is gekozen! In Szeged stemt 50,68 % en hier krijgt de historicus dr. Ernő Raffay [MDF] 61,5 %, Károly Miklós [MSzMP] 21,9 %, de onafhankelijke advokaat van het HNF dr. Levente Dobozy 16,0 % waarmee Raffay als 3e kandidaat der oppositie is gekozen! Nergens is dus de kandidaat van de regeringspartij gekozen!
Volgens peilingen zou ± 30 % nog altijd op de MSzMP stemmen en 40 % denkt dat het voor 't land beter is dat de regeringspartij de verkiezingen wint en dat een soepele overgang mogelijk is. Maar ook nu maken de verkiezingen slechts weinig enthousiasme los en de opkomst schommelt rond de 50 %. De oppositie is dus opnieuw niet zo erg tevreden hoewel ze twee suksessen boekt. Men wijt de geringe interesse aan de onbekendheid van de kandidaten en de onbekendheid met de doelstellingen van de verschillende partijen en groepen. Voorlopig kan men dus zeggen dat de nog regerende partij een goede kans maakt maar dat ze zéker geen meerderheid meer achter zich zal krijgen en dat het gematigd-rechtse MDF dat intussen omgeveer 17.000 leden telt, óók een goede kans maakt. Bovendien doet het “Patriottische Volksfront” [HNF], dat vele jaren nauw met ’de partij’ was verbonden, maar nu een veel meer onafhankelijke, progressieve koers vaart, het zeker niet slecht!
Toch verwachten veel Hongaren blijkbaar van de politiek niet zoveel en ze willen [zoals de binnenlandse én de buitenlandse pers schrijven] primair méér economische vooruitgang! Bovendien lijkt de grote hoeveelheid oppositiepartijen meer aan te sluiten bij het algemene gevoel van onbehagen [en onvermogen!] en nauwelijks een oplossing te bieden voor de vele problemen. Velen voelen zich in dit land teleurgesteld, ze zijn passief en voelen zich al vele jaren gebruikt en machteloos tot enige veranderingen.
Maar ook binnen de nog heersende partij heerst, zoals bekend, al maanden lang grote verdeeldheid en er is weinig vertrouwen in de leiding. Pas in oktober zal er immers enige duidelijkheid komen en zolang blijft er naar de mening van veel Hongaren wel verwarring. Toch is o.a. de doelbewuste premier Németh -die met zijn kabinet in elk geval niet voor verwarring zorgt [!]- wel duidelijk en hij laat weten: "Op z'n laatst moeten er in juni 1990 verkiezingen komen. De MSzMP moet aanvaarden dat ze een meerderheid verliest en ik ben er zeker van, dat de Sovjet-Unie de ontwikkeling in Hongarije accepteert".

top