< Terug

13. Hongarije en de Tweede Wereldoorlog,  1939-1945

13.3.8 De Duitse plannen met Hongarije, eind 1943 tot medio maart 1944. 

De extreemrechtse oppositie en een deel van de regeringspar­tij, die altijd al menen dat Kállay toch wel erg naïef is en met zijn "schommelpolitiek" aan een onmoge­lijke situatie blijft vasthouden, worden nu wel helemaal bevestigd in hun mening: Kállay zal eindelijk eens onvoorwaardelijk moeten kiezen! Wanneer deze premier de Russen n.l. niet wenst -en dat zegt hij ste­eds- moet hij nu eens duidelijk vóór Duits­land kiezen! Hij over­schat namelijk, zo vinden zij, de macht van Britten en Ameri­ka­nen, en onder­schat juist de macht van de Russen en van het bolsjewis­tische ge­vaar en dit vormt de basis van een nieuw programma van de "Hon­gaarse Vernieuwingspartij" [MMP] va­n de extreemrechtse Imrédy van januari 1944.
Deze partij eist nu de 'tota­le oorlog', en onvoorwaard­elij­ke solidari­teit met het Derde Rijk. De strijd tegen de 'rod­en', de libe­ralen en de Joden moet worden voort­gezet en geï­ntensi­veerd, o.a. met behulp van het KABSZ, het eerder genoemde "Verbond van Oostfrontkameraden".
Dit alles is voor Berlijn, waar men allang contacten heeft met rec­htsex­tremisten in Hongarije, en waar men zeer goed op de hoogte is van hun kritiek op het bewind van Kállay, het bewijs dat de Hongaar­se premier een zwakke schakel vormt in 'hun' belan­gensfeer. Hij voert een weifelende en defaitis­tische politiek en het gevolg van dat alles is n.b. dat de geallieerden boven Honga­rije geen bombar­dementen uit­voeren, en dat b.v. in de Bácska wordt onderhan­deld met Tito's parti­zanen over stopzetting van incidenten en provoca­ties. In januari 1944 zegt de Duitse onderstaatssecretaris van buitenlandse zaken Luther nog tegen de Hongaarse gezant Sztó­jay, dat Hitler niet wil wachten met de oplossing van de Joodse kwestie tot het einde van de oorlog, en hij herhaalt dat de houding van Hongarije in dézen verantwoordelijk is voor de kille betrekkingen tussen Berlijn en Budapest. [Kertész, 76].
Er zijn voor de Duitsers zelfs sterke aanwijzingen, dat de Hongaarse premier die de nazi's in z'n land steeds in bedwang heeft weten te houden, niet eens laat blijken het conservatie­ve en nationa­listische regime van Horthy in stand te willen houden ten koste van alles, maar n.b. bereid is tot demokrati­sering ten ba­te van de linkse oppositie: de premier schijnt die oppositie niet alleen te tolereren, maar hij steunt haar zelfs­...
Het is dan ook niet te verwonderen dat Hitler alle ver­trouwen in deze Hongaarse regering heeft verloren.
Hij vindt, dat hij lang genoeg geduld heeft getoond met deze onwillige satelliet. Bovendien rukken de Sovjets op naar Midden-Europa. De situatie in en rond Hongarije wordt dus steeds gevaarlijker. Dit is ook de toon van een tweede, uit­voerige, geheime rapport van Veesen­mayer van 10 december 1943 over Hongarije. Hierin beklaagt de Duitse "Reichsbevollmächtigte Minister" zich luide over de situatie in dit onbetrouwbare land. De Hongaren tonen geen bereidheid tot inzet, tot strijd, maar ze zijn wel bereid tot verraad.
Alleen verzet zonder risico spre­ekt hen aan. Ze hebben ook geen echte nationale kracht want ze hebben als volk, als natie, zeer veel vreemde elementen opgenomen. Kállay en consorten zijn n.b. bereid om het land uit te leveren aan de wil van Engeland of Rusland. Angst en lafhar­tigheid kenmerken dus de huidige Hongaarse leiding. Hoewel de Duitse invloed op taal en cultuur in Hongarije groot is, luidt een bekende mop, dat in Budapest door optimisten Engels wordt geleerd, en dat pessimisten al vast maar Russisch leren, aldus Veesenmayer.
Hij hekelt ook scherp het karakter van de Hongaren als "noma­disch, Turkse en Zigeuner-invloed, niet anti-semi­tisch!", en de invloed van de 1,1 miljoen [!] Joden in Honga­rije, inclu­sief "die Jüdisch-versippten Aristokraten". Hij kan zich overigens niet voorstellen, dat Duitsland zulk een centrum van sabotage zonder meer zal laten voortbestaan.....
Daarom moeten de Duitsers de Hongaren eens duidelijk en zeer krachtig de waar­heid zeggen, en ze kunnen er wel van uitgaan dat "Hongarije rondom toch geen enkele vriend bezit, integen­deel: alleen verbitterde tegenstanders". De Joden vormen voor Duitsland vijand no. Één en de 1,1 miljoen Joden zijn evenzovele saboteurs en men moet hen beschouwen als voorhoede van het bolsjewisme, aldus Veesenmayer.
De Hongaarse regering bezit een Anglofiele grondhouding, en "man wünscht dass der Deutsche und der Russe sich im Osten gegenseitig verbluten, und rech­net damit dass der Engländer dann freies Spiel in Europa hat". Intussen heeft Veesenmayer van Jurcsek gehoord dat Kállay met de geallieerden overleg heeft gepleegd!.....
En dan hoopt men in Budapest ook nog dat het Reich dat alles niet merkt. Veesenmayer con­stateert ook dat de zwakke regering van Kállay en de machtelo­ze Rijksbestuurder Horthy ["een werktuig van de kliek die hem beheerst"], aan pro-commu­nisti­sche krach­ten alle vrijheid laat, en zich zelfs al voor­bereidt op een commu­nistisch be­wind.
Hij raadt de leiding in Berlijn ook aan om tòch van de per­soon van Horthy gebruik te maken, en Bethlen [”de eigenlij­ke leider in het land”] en Keresztes-Fischer m.n. te ontslaan. Voor Horthy heeft Veesenmayer slechts een diepe minachting: ”hij is in wezen alleen soldaat, en een woord van trouw bete­kent voor hem alles. Echter bezit Horthy misera­bele politieke bekwaamhe­den en begrijpt van de binnen- en buitenlandse politiek niets...”
Dus luidt het advies van Veesenmayer: Maak Horthy tot soldaat van de Führer en laat een gevolmachtigde van het Reich in Hongarije optre­den: dán is het probleem praktisch opgelost. De persoon van Horthy staat er echter, volgens Veesenmayer, niet meer garant voor dat Hongarije bij een gunstige gelegen­heid het Duitse rijk niet zal verra­den. Hij laat dan ook enkele Hon­gaarse politici de revue passe­ren die als pro-Duits pre­mier zouden kunnen optreden, en acht dan toch Imrédy de meest geschikte. Wat minstens zo be­langrijk is: hij is er zeker van dat Horthy iedereen die de Führer maar eist of wenst, zal accepteren als premier!
"De ontwikkeling in Hongarije is op een punt aangeko­men, dat snel en energiek handelen is vereist: niet reageren van Duitse kant zal als zwakte worden beschouwd. Vooral "een grondige aanpak van de Joodse kwestie" lijkt Veesenmayer een "Gebot der Stunde". Veesenmayer acht een onmiddellijke bezetting nog niet nodig maar Duitsland zal de noodzakelijke stappen moeten nemen als de Sovjets verder oprukken en wanneer het grote bolsjewistische gevaar de Hongaarse leiding rijp heeft gemaakt voor onderhandelingen. [Juhász, 285/286].
De Duitse gevolmachtigde in Hongarije beveelt tenslotte -in december 1943- aan om o.a. troepen te concentreren aan de Duits-Hongaarse grens, Horthy naar Duitsland, naar Hitler zelf, uit te nodigen, hem te wijzen op het bolsjewistische gevaar, hem nog één keer een 'historische rol' te laten spe­len, en hem te zeggen dat hij een pro-Duits kabinet moet benoemen, een aantal bloedhon­den [!] op het ministerie van binnen­landse zaken moet benoemen, onmiddellijk de Joodse kwestie aan moet pakken, enz.…. Hitler moet een royale behan­de­ling van Horthy afwisselen met een politiek van de harde hand, aldus de aanbeveling van Veesenmayer!
Er moet een speciale vertegenwoordiger van het Duitse Rijk met verstrekkende bevoegdheden in Budapest worden benoemd en eventueel moet men, als Budapest door de vijand wordt gebom­bardeerd, aan die vijand meedelen dat voor elke gedode Hongaar honderd rijke Joden zullen worden doodge­schoten, en hun bezit zal dan worden gebruikt voor herstel­doeleinden... Alles zal volgens de metho­de -letterlijk- van 'Zuc­kerbrot und Peit­sche' gaan en zo zal Hongarije, volgens een al eerder gehan­teerd en dus bekend recept, een Duits protecto-raat worden. [Braham, The De­struction of Hungarian Jewry, XV en XVI, blz. 255-284, Alli­anz, 94]. De "Hongaarse kwestie is zo gemakkelijk op te lossen".

top

Toch verandert de verhouding tussen Hongarije en het Duitse Rijk niet merkbaar hoewel Kállay en enkele andere Hongaarse politici wel vage berichten horen over Duitse plan­nen met Hongarije. Kállay gaat ook gewoon door met zijn poli­tiek ten opzichte van de Duitsers en naar buiten toe laat Vee­senmayer slechts van belangstelling van de Duitsers voor de Hongaarse olie blijken, aldus althans Horthy! [Horthy, 257].
Driemaal binnen vijf maanden, o.a. in november 1943 en in januari 1944, gaat de Hongaarse staf­chef Szombathelyi voor overleg naar Duitsland en verzoekt generaal Keitel om terug­trekking van de Hongaarse soldaten van het oostfront. Maar deze verzoeken worden door de Duitsers volkomen genegeerd, en ook een persoonlijke brief van Horthy aan Hitler van 12 febru­ari 1944 met hetzelfde verzoek wordt nooit beantwoord. [Gosz­tony, 106/107].
De Duitsers nemen de reden voor het Hongaarse verzoek, n.l. dat Hongarije zelf de troepen uit Rusland nodig heeft om "alleen, en zonder Duitse hulp de Karpatenpassen, en dus het vaderland zelf te verdedigen" niet serieus. Het her­haalde aan­dringen van Szombathelyi om Hongaarse troepen uit Rusland terug te laten komen maakt de Duitsers slechts duide­lijk dat Hongarije niet te vertrouwen is. Alles wijst erop dat Honga­rije zich, zodra dat mogelijk is, naar het voorbeeld van Ita­lië, uit deze oorlog zal terug­trek­ken, aldus meent men in Berlijn te weten!
De verzekering van de Hongaarse stafchef in januari en febru­ari 1944 aan Keitel, dat Hongarije alléén de verdediging van de Karpaten op zich wil nemen, en dus ook geen Duitse troepen in Hongarije wil hebben, wijst volgens de Duitsers op sabota­ge. Het wantrouwen van de Duitse leiders wordt alleen maar beves­tigd. Dat de Hongaarse premier allang niet meer gelooft in een Duitse zege is bekend, maar dat hij alles in het werk stelt, om Hongarije aan de oorlogsinspanningen te onttrekken mag niet worden toegelaten, vinden de nazi's.
Intussen wordt er in het geheim wel degelijk gewerkt aan "de nodige voorzorgsmaatregelen" waarover Goeb­bels spreekt in september 1943. De situatie in Hongarije is de Duitsers immers wel bekend en men beschikt over vrijwel alle gegevens van enig belang. Aan het belangrijkste krite­rium dat de nazi's aanleggen, n.l. het meewerken aan de zgn. definitieve oplossing van het Joodse vraagstuk, voldoet Honga­rije lang niet. Dát alleen al maakt Budapest in Berlijn steeds meer uiterst verdacht.
Regelmatig wordt men bovendien in Berlijn geïnformeerd door allerlei perso­nen en in­stanties in Hongarije, die nog wel betrouwbaar voor nazi-Duitsland worden geacht. Zo krijgt men in de herfst van 1943 weer een rapport in handen van dr. Edmund Veesenmayer, de gevol­machtigde minister van de Duitsers in Budapest want deze heeft intussen met allerlei personen gesproken. Hij no­teert o.a. dat bij een bezetting van Hongarije een zo breed mogelijke coali­tie van extreemrechtse partijen tot stand moet komen, die door Horthy moet worden goedgekeurd. Maar hij weet ook dat de extreemrechtse partijen in Hongarije door hun bittere strijd onderling wel nooit uit zichzelf tot aktie kunnen komen. [Laczkó, 110].
Daar lijkt dus hulp bij nodig te zijn. Er zijn in heel Honga­rije immers nog geen 2.000 Duitse militairen te vinden, en dan nog slechts als verzorgend en begeleidend personeel. [Kállay, 411]. De Hongaarse hoofdstad is zelfs praktisch een open stad, zonder Duitse militairen, en de Duitsers beschikken in het land ook niet over een militair vliegveld. ­Veesenmayer vindt evenwel dat het Hongaarse leger wèl te ver­trou­wen is en hij denkt zelfs dat er geen Hongaarse sol­daat tègen de Duitsers zal vechten!
Zó wordt van Duitse zijde voorkomen dat Hongarije een tweede afvallige, na Italië, wordt. Met verscheidene extreemrechtse politici in Honga­rije heeft Veesenmayer ook al contact gezocht: hij heeft in november 1943 in Budapest overlegd met o.a. Imrédy, met generaal Jenő Rátz, met generaal Jenő Ruszkay, en met de Pijlkruiser en journalist [redakteur van de Függetlenség], Kálmán Hubay [*1902] maar ook nu wordt de leider van de Pijlkruisers, Szálasi, volledig buiten beschou­wing gelaten.
Met hen is gesproken over de toe­komst van Hongarije, en het is voor Veesenmayer niet moeilijk om het vertrouwen van ge­noemde Hongaren te winnen: allen zijn bereid om de Duitse orders op te volgen. [Nagy-Talavera, 189]. Met name Imrédy, die -gezien zijn verleden- denkt dat hij in een door de Duitsers bezet Hongarije nog een buitengewoon belangrijke positie voor die bezetters kan krijgen, staat vooraan bij het leveren van goede diensten. Hij legt aan Veesenmayer uit dat een machts­overname van Hon­gaarse fascisten niet van de interne krachten in het land zelf alleen kan komen en zegt ook dat Kállay voor de Duitsers toch wel een risiko betekent. Horthy moet dus in een positie worden gebracht dat hij wel een fascistische regering móet benoemen. Op de vraag van Veesenmayer of Imrédy zelf bereid is om een dergelijke regering te vormen, zegt deze volmondig: Ja! [Nagy-Talavera, 189].
Al jarenlang immers houden verscheidene Hongaren die poli­tiek zijn uitgerangeerd vanwege b.v. hun sympathie voor ex­treemrechts, en b.v. gene­raals van de Hongaarse generale staf, nauwe persoon­lijke en vriend­schappelijke kon­takten met hun Duitse colle­ga’s en het is voor niemand een geheim dat vooral Hongaarse officie­ren van zgn. Schwäbische afkomst vaak zeer pro-Duits zijn en in Hitler-Duitsland slechts het voor­beeld voor Honga­rije zien. Zij zijn dan ook niet te spreken over hun eigen opperbe­vel­heb­ber, Horthy, die nauwelijks of niet iets tegen de Joden onder­neemt, en die in Hongarije de oude struk­turen wil laten be­staan.
Bij Horthy zelf is over dit overleg slechts zeer globaal iets bekend. Op 'zijn' leger kan de oude regent van Hongarije niet eens meer rekenen, maar hij ziet niet in en beseft absoluut niet dat dit leger niet meer 'zijn' leger is. [Kállay, hoofdst. VII].
Zijn opvat­tingen over persoonlijke trouw en gehoorzaamheid, over de persoonlijke beloften van eerlijkheid en loyaliteit jegens hemzelf als de "opperste krijgs­heer" van iedere offi­cier, en over het leger als instrument van Hongaars patriot­tisme om de nationale doelstellingen te verwezenlijken zijn in deze oorlog van de totalitaire machten volstrekt achter­haald. Lang niet iedere Hongaarse generaal is een gentleman en de held­haftigheid en de eer van de Hongaarse soldaat is allang ver­bleekt en begraven aan het front in Rusland. De leiding van de "Koninklij­ke Hongaarse Honvéd" [=landsverdediging] heeft immers allang veel meer met Hitlers

top

lage bedoe­lingen en min­derwaardige eisen te maken, dan met Horthy's hoge morele opvat­tingen!
Aan het front in Rusland was dat al lang duidelijk. De Hon­gaar­se generaal Géza Lakatos [1890-1967], die ook bevelhebber van de Hongaarse troepen in Rusland is, geeft hier op 23 oktober 1943 een mili­taire order uit waarin staat dat van de Hongaarse solda­ten "ridderlijk gedrag en menselijkheid tegenover partizanen wordt verwacht". Dat levert echter prompt een fikse ruzie met de Duitse SS-leiding op die immers tegenover partizanen slechts barbaarse wreedheden, onmenselijk gedrag, gruwelen, de strop en de galg kent. Toch vindt men een dergelijke order aan de Hongaarse soldaten nodig: het is immers ook in Hongarije zelf wel bekend dat met name Hongaarse militairen aan [achter] het Oostfront, dus vér buiten het land zelf, véél meer worden beïnvloed door wat ze zien van Duitse collega's dan door wat ze horen vanuit hun eigen land.
Het Hongaarse leger heeft ook nooit veel opgehad met consti­tutie en parlement. Naar Horthy's opvat­ting staat het leger trouwens ver boven de partijen en buiten de poli­tiek! Parle­men­taire controle op de landsverdediging is er nauwelijks. Wel is de legerleiding voor het oog trouw aan haar bevelhebber, admiraal Horthy.
Zeer vele officieren van de Honvéd zijn pro-Duits, opgevoed en -b.v. op de beroemde Ludovika Akadémia- opgeleid in de tradities van de oude Monarchie met haar militaristische en autoritaire [paternalistische] struk­turen. Kállay heeft verschillende malen bij Horthy aangedron­gen op ontslag van pro-Duitse officieren, en dat ontslag kwam dan soms ook wel, maar er zijn er zéér velen die alleen al vanuit een grote angst voor Sovjet-Rusland willen blijven geloven in een Duitse zege. De meeste Hongaarse officieren hebben grote bewondering voor het Duitse leger, zo weet Káll­ay, maar hij vindt -zo kan hij pas veel later openlijk verklaren- hun instelling nogal blind en kortzich­tig. "Een nederlaag, vechtend aan de kant van de Duitsers achtte men beter en meer eerbaar dan een overwinning samen met de Russen”, aldus deze premier later. [Kállay, 319/320].
Uitzonderingen zijn er ook, zoals b.v. generaal Lajos Csatay [1868-1944], de minister van defensie, en gen. Szombathelyi, de stafchef, verder de gene­raals István Náday en Lajos Veress, die volkomen loyaal tegen­over Horthy zijn, gen. István Ujszászy, de comman­dant van de contraspionage van de generale staf, en kolonel Gyula Kádár, de chef van de legervoorlichtingsdienst en de contras­pionage. [Kállay, 318]. In deze totale oorlog van Duitsland met z'n totalitaire nazi-ideologie tegen Rusland met de al even totalitaire communistische heilsleer, zijn de traditionele en patriottische opvattingen van Horthy echter vol­strekt achterhaald, maar zolang de echte botsingen zich in "het vaderland" Hongarije zelf nog niet voordoen kan men in deze naïeve, verou­derde opvat­tingen blijven geloven. ……..
Bovendien hebben deze opvattingen ertoe geleid dat Hongarije zich nog in het najaar van 1943 in een voor het oog uiterst comfortabele positie bevindt. Weliswaar wordt op de premier, op de regering, van verscheidene kanten regelmatig druk uitge­oefend om de koers te wijzigen, maar de tot dan gevolgde politiek heeft toch naar de mening van veruit de meeste Honga­ren sukses. Men vindt toch dat Kállay terecht de grote risiko's heeft vermeden en ook verder wel zal kunnen vermijden. Ook Sociaal-demokraten, Liberalen en Kleine Grondbezitters van de zgn. linkse oppositie zijn het in dezen eigenlijk wel met de premier eens want alles wat van de koers van deze regering afwijkt brengt enor­me, en onverant­woorde risiko's met zich mee. Zo'n risiko kan misschien de komende parlementszitting, de eerste na een half jaar, gaan opleveren....
Op 12 november 1943 komt het parlement namelijk weer bijeen en nu valt de extreemrechtse leider Imrédy de premier opnieuw heftig aan. Zie hierboven! Blijkbaar zint hij op wraak, en ziet z'n kans, die hij in mei j.l. misliep. Hij zegt dat, als Duitsland deze oorlog verliest, er sprake zal zijn van de bolsjewisering van Europa, en van een eventueel einde van de oorlog in de geest van Britten en Amerika­nen gelooft hij niets.
In het parlement pro­testeert men trouwens ook fel tegen Imrédy: Hij heult met de vijand en is niet betrouw­baar waar het gaat om de vrijheid van z'n vaderland. Daarom wordt hij uitgeschol­den voor 'laban­c': een term die men in de vrij­heids­oorlog van Rákóczi en zijn 'kuru­cen' [1703-’11] ge­bruikte voor de gehate Oostenrijkers. [Nagy-Talavera, 189]. Imrédy blijft echter volhouden en in een debat over volmachten voor de regering op 30 november 1943 houdt hij nog weer een­s een lange rede en benadrukt: "Onze politiek kan slechts één doel hebben: met alle middelen het welzijn en het geluk van het volk dienen". Híj echter, dat weet men wel, eist volstrek­te solidariteit met de Duit­sers, de bondgenoten en hij vindt dat de richting die de zgn. ‘linkse oppositie’ wil uitgaan diame­traal tegenovergesteld aan de officiële politiek….
Wat "het Joodse vraagstuk" betreft wil Imrédy ook snellere en scher­pere maat­re­gelen op sociaal en economisch gebied, en wil b.v. "beslist optreden tegen profiteurs van de sluikhandel en de zwarte handel". Hoe hij zich dit alles precies voorstelt is niet helemaal duidelijk, maar al eerder heeft hij als rechts radikaal poli­ticus zich als uiterst antisemitisch uitgelaten. Vooral in Moskou ziet hij de grootste vijand van het zelfbe­schikkingsrecht van de volken want het doel van de Sovjet-Unie is immers de bolsjewisering van heel Europa. Hongarije wenst, aldus Imrédy, z'n vrijheid en onafhankelijkheid te handhaven en van een Anglo-Amerikaanse overwinning heeft het land niets te verwachten: in het kamp der vijanden is de macht n.l. ten gunste van de Sovjet-Unie verschoven. Hongarije zal dus níet capituleren. In de strijd om het bestaan, die ook Honga­rije voert, is de plaats van dit land aan de kant van z'n bondgeno­ten, aldus de vroegere premier. [de Telegraaf, 1 dec. 1943].

De [vooral Joodse!] leden van de Arbeidsdienst in Kiskunlacháza, 1944

top

Het lijkt er veel op dat Imrédy zich nog vrij gematigd op­stelt en de lijn van Kállay vrijwel benadert, maar de Hongaarse politici die hem beter kennen, weten wel dat hij eigenlijk veel verder wil gaan dan hij nu zegt en hij ziet zichzelf nog altijd als de voor nazi-Duitsland meest betrouw­bare en capabele Hongaarse politi­cus.
Premier Kállay heeft zich nu beter op het parlementaire debat voorbereid dan eerder, in april 1943. Zelfbewust treedt hij dan ook zijn tegenstanders tegemoet en weet z'n gezag en z'n positie te versterken want hij is er immers al langere tijd van overtuigd dat er géén aanvaardbaar alternatief voor zijn politiek bestaat. Onder de gegeven [oorlogs-] omstandigheden moet Hongarije, volgens Kállay, de eigen belangen, het welzijn en de veilig­heid en vrijheid van haar burgers boven alles stellen.
Hongarije moet ook de eigen strijdkrachten versterken, maar alleen ter verdediging, vooral nu de oorlog dichterbij komt. Er kunnen dus géén nieuwe troepen naar het front in Rusland worden gestuurd en ook kan Hongarije geen verdere maatregelen tegen de Joden nemen want dan raakt het economische leven totaal ontwricht, aldus Kállay in het parlement. [Kállay, 259/262]. In het vervolg van het parlementaire debat, 4/12 decem­ber 1943, dat formeel over de begroting maar in feite over het algemene politieke beleid van Kállay gaat, weet de premier zich, m.n. tegenover Imrédy, de ènige leider van extreemrechts die hij echt serieus neemt en gevaarlijk acht, wel staande te houden…… Hongarije moet de eigen belangen en in het algemeen de rechten van kleine naties benadrukken, en zich dus niet zonder meer schikken naar Duitse wensen en alleen op Duitse hulp vertrouwen. Het moet z'n eigen onafhankelijkheid handhaven en trouw blijven aan zichzelf, aldus de Hongaarse premier die dus zijn eigen lijn voortzet. [Káll­ay, 263/269].
De premier kan zich dan ook veel meer verenigen met Károly Peyer, de sociaal-demokratische leider, die, zoals hij open­lijk zegt "een openbare geloofsbelijdenis heeft afgelegd ten gunste van Hongarije's territoriale integriteit, vrijheid, onafhankelijkheid en de vrijheid van alle buitenlandse in­vloeden". Het blijkt ook nu weer dat de regering en de zgn. linkse oppositie het wel ongeveer eens zijn: àlles moet worden gedaan om een Duitse bezetting te voorkomen, en het parlemen­taire, constitutionele stelsel moet worden gehandhaafd.
Alle goede bedoelingen van de geallieerden en van de premier ten spijt staan alleen de Duitsers in het vroege voorjaar van 1944 aan de grenzen van Hongarije klaar en wel met heel andere bedoelin­gen. Begin maart 1944 komen er namelijk berichten over Duitse troepen­concen­traties aan de Hongaarse grens met Burgenland [Oos­tenrijk/Duits­land]. Op de vraag van de Hongaarse regering wat deze troepencon­cen­traties zouden kunnen betekenen, moet de Duitse ambassadeur von Jagow het antwoord eerst nog schuldig blijven, maar men is in Budapest wel bezorgd want de troepenbewegingen zouden tegen Hongarije gericht kunnen zijn.
Het officiële Duitse antwoord komt al snel, en men wijst deze suggesties van Hongaarse kant veront­waardigd van de hand. Categorisch wordt verklaard dat er geen sprake van kan zijn dat Duitse troepen van plan zijn om stap­pen tegen het verbonden Hongarije te onderne­men want "het gaat alleen om een oefening" en hiermee zijn de Hongaar­se regering en de generale staf tevre­den. [Alli­anz, 96]………..
Von Jagow weet eerst dus van niets en enkele dagen later laat hij weten dat het een interne Duitse militaire aangele­genheid betreft en dat het onbekend is of deze zaak voor Hongarije van belang is, maar hij sugge­reert ook, dat de Honga­ren mis­schien dan wel een slecht gewe­ten hebben en de Duitse militaire attaché in Buda­pest wijst er ook op dat Wenen en Wiener Neu­stadt nu eenmaal geallieerde doelen zijn, en ver­keersknooppun­ten.
Ondanks dergelijke geruststellende taal beraden Kállay, Szombathelyi en minister Keresztes-Fischer in Budapest toch over de situa­tie waarbij de laatste duidelijk maakt dat hij ervan over­tuigd is dat Duitsland plannen met betrekking tot Hongarije voorbe­reidt. Hoewel Kállay nu wel beseft dat de Duit­sers wellicht z'n ontslag zullen eisen, zegt hij vastbe­sloten te zijn, z'n politiek, met steun van Horthy, voort te zetten. Intussen weten de Duitsers echter veel meer over de bondgenoot Hongarije: dat land zoekt contact en onderhandelt met de geallieerde vijand om uit de oorlog te treden, terwijl n.b. Horthy vraagt om troepen [negen lichte divisies] van het oostfront terug naar huis te mogen halen, en medio maart bereikt Hitler het bericht dat op bevel van de regering Kállay Duitse militaire treintransporten naar de leger van Von Manstein en Von Kleist gesaboteerd zullen worden: het zijn allemaal tekenen dat de Hongaarse bondgenoten steeds minder betrouwbaar werden. [Pierik, 13/14].       
Weldra brengt vervolgens de Duitse militaire attaché de eis over dat de Duitse Wehrmacht via Budapest 100.000 man en 3.000 voer­tuigen naar het oosten wil overbrengen om tegen een Russisch offensief te gebruiken! [Kállay, 410, Montgomery, 265, Kerté­sz, 76].
Maar de Hongaarse regering weigert op dit verzoek in te gaan! Men is bang dat dit geallieerde bombarde-menten op Hongarije zal uitlokken [Fenyo, 158, Kertész, 76], hetgeen voor de Duitsers weer een reden is om te spreken van "nieuwe Hongaarse sabotagepraktij­ken". Ook ge­ruchten over de komst van een geallieerde militai­re missie naar Budapest zijn voor de Duit­sers natuurlijk een teken aan de wand, en zij zijn zeer goed op de hoogte van de situatie in het land.

top

Kállay mag dan van allerlei vooraanstaande politici, militai­ren, Joodse leiders en leiders der zgn. linkse oppositie zoals Bajcsy-Zsilinszky, Rassay, Peyer, Stern, Chorin, en gen. b.d. János Kiss [*1885], advies inwinnen over de nu te volgen politiek, weldra blijkt dat hij niet veel meer kan doen! Eind februari 1944 is namelijk het -geheime- Duitse besluit al gevallen om Hongarije te bezetten: de "Operation Margare­the" zal dan beginnen.
Hitler is n.l. bang dat de Russen al snel de Karpaten zullen bereiken en dat Hongarije zich dan toch zal overgeven. Daar­mee zal het front volledig zijn doorgebroken. De Balkan zal dan worden geïsoleerd en de Russen zullen in enkele dagen voor Wenen staan: de Hongaarse Laagvlakte wordt nu van grote waarde, van strategisch belang, geacht. Bovendien is het spoorwegnet in Hongarije zeer uitge­breid en de industriële produktie van b.v. bauxiet en aard­olie is juist in de afgelo­pen jaren sterk toegenomen. Een dubieuze 'bondgenoot' aan de zuidflank is zeer onge­wenst en de Duitsers kunnen er toch niet op vertrouwen dat de Hongaren alleen wel de Karpaten zullen kunnen verdedigen?……..
De Duitsers zijn allang bang en geïrriteerd dat Hongarije het voor­beeld van Italië zal volgen, zeker nu de Sovjets hun offensief openen bij de Karpaten: dat vormt een strategische reden voor een bezetting en daarbij vormt "de ongelimiteerde aanwezigheid van een mil­joen Joden als concrete bedreiging voor de veilig­heid van de Duitse wapens op de Balkan" een ideologische reden. [Destruction, XV, ­XVI].
Hitler heeft nog op 12 maart 1944 tegen de Hongaarse bevel­hebber in Rusland, gen. Lakatos, gezegd: "Het is belache­lijk dat de Hongaren de Karpaten kunnen verdedigen tegen de Russen: De Russen weten altijd heel goed de zwakke plekken te ontdekken", aldus Hitler. Het is voor de nazi-leiders wel duidelijk dat de Hongaren die zwakke plek vormen. Voor de Duitsers vormen de Karpaten overi­gens een soort laatste bastion, de laatste verdedigingslinie want wanneer de Sovjets erin slagen om over de Karpaten heen te komen, ligt de weg naar Wenen via Grote Hongaarse Laagvlakte voor hen open.
In feite zijn de plannen voor een militaire Duitse bezetting overigens al in de vroege herfst van 1943, na de val van Italië, bedacht en uitgewerkt door het "Op­perbevel Südost": op 4 maart 1944 vinden er al troepencon­centraties bij Wenen plaats en zondag 19 maart wordt tenslotte gekozen als dag van de bezetting van Hongarije.
Vanuit vier verschillende richtingen, het zuiden en het westen vooral, zullen Duitse divisies naar Hongarije oprukken, maar toch gaan plannen om ook de Slowaken [Tiso], Roemenen [Anto­nescu] en Kroaten [Pavelic] bij deze bezetting -en eventu­eel zelfs de verdeling van Hongarije- te betrek­ken op het laatste moment niet door [Nagy-Talavera, 192]: dát zou immers wel een slag in het gezicht zijn voor de nu nog zo machtige vijfde colonne van nazi's en de vele schakeringen fascisten in Honga­rije.
Wel heeft Hitler aan de Roemeense diktator, ”een man naar zijn hart”, een ijzervreter, bij diens bezoek op 26 februari 1944 gevraagd of hij wil deelnemen aan de bezetting van Honga­rije, en deze vindt dat best. De deelname van Roemenië aan de militaire bezetting van Hongarije wordt door Antonescu echter wel afhankelijk ge­maakt van "onmiddel­lijke terri­toriale genoeg­doening aan Roemenië". M.a.w.: Roeme­nië wil onmiddellijk Noord-Transylva­nië terughebben en deze eis wordt door Hitler afgewe­zen. Overigens acht Hitler de Roemeen­­se diktator Antonescu betrouwbaar en het lijkt hem onmo­gelijk dat Roemenië overloopt. [Juhász, 286]…….. Er zal ook geen Duits mili­tair bestuur in Hongarije komen want in grote lijnen zullen de adviezen van Veesenmay­er worden opge­volgd!
Op 15 maart heeft nog overleg plaats tussen Hitler, Himmler en Ribbentrop in Klessheim bij Salzburg, en hier worden de besluiten defi­nitief. Hitler wil ook nu weer de zgn. legale weg bewandelen: hij lijkt zelfs redelijk en bereid tot overleg. Een eigen rege­ring van pro-Duitse Hongaarse politici zal blijven en daarmee de schijn van zelfstandigheid. Het Hongaarse staat­shoofd, de regent Horthy, zal ook nog worden uitge­nodigd om naar Duits­land te komen om te overleggen over o.a. de benoeming van een nieuwe premier van een meer rechtse regering, onder Duitse controle, en er zal, zoals dat heet, meer samenwerking tussen beide landen komen....
Het Duitse plan is meesterlijk, want de Duitsers hebben voldoende bewijzen in handen om Hongarije als hoogst onbetrouwbaar te vinden. Horthy wordt dus samen met enkele hoge militaire leiders naar Klessheim uitgenodigd waardoor het land politiek en militair onthoofd zal zijn en dan zullen Duitse troepen uit vier richtingen het land binnenvallen en bezetten.  De uitnodiging aan Horthy maakt dus deel uit van een uiterst geraffineerde coup die Hongarije weer in het gareel moet plaatsen… Het moet een snelle en niet-bloedige operatie worden, en die redenering van Hitler is logisch en koelbloedig en Hitler heeft het scenario voor de oplossing [de operatie “Margarethe”] de dag vóór Horthy’s komst al doorgesproken met Jodl, von Ribbentrop, Keitel, Bormann en Himmler. 

top

Voor Hitler is ook allang duidelijk dat b.v. de Roemeense leider Antonescu een man naar z’n hart is terwijl de Hongaarse regent Horthy daarentegen dat niet is: hij is een feodale aristokraat met Habsburgse trekjes, en dat botste van nature met Hitler, die in Horthy’s ogen een parvenu is. Hij haatte Horthy en Habsburg verafschuwde hij en hij beseft nu eens en voorgoed dat Hongarije om opportunistische redenen een pro-Duitse koers heeft gevaren! ”Het was duidelijk dat Hongarije [Horthy] wèl de overwinning maar niet de nederlaag met Hitler wilde delen”. Hitler wil nu korte metten maken met het tegenstribbelen van Hongarije. [Pierik, 13 t/m 16]. 
Het zal Hitler ook niet weer overkomen dat Horthy hem weer bij de neus neemt door de dag na het overleg op alle toezeggingen terug te komen met het excuus: “Ja, weet u, ik ben nogal hardhorend; ik geloof dat gisteren zeker de helft van het gesprek langs me heen is gegaan”, zoals dat in april 1943 het geval was! Dat gedrag van de Hongaarse regent maakte Hitler wanhopig en razend, en dat mag geen tweede maal gebeuren! Nu, in maart 1944, is alles volgehangen met microfoons en bandrecorders zodat Horthy nooit weer met de smoes van eerder kan komen! [Pierik, 17/22].
Voor de uitnodiging aan Horthy wordt nog een wel heel speci­aal moment uitgezocht, n.l. de nationale feestdag ter herden­king van de opstand tegen Oostenrijk in 1848, de 15e maart 1944. Horthy houdt dan een radiorede, waarin hij weer eens al oude en bekende doelstellingen van zijn bewind herhaalt: het revisionisme, het glorie-rijke verleden, de sociale vooruitgang, betrouwbaarheid, het constitutionele parlementaire leven, de gelijkheid van allen voor de wet, de vrijheden en het feit dat niemand in dit land wordt gediscrimineerd vanwege z’n ideologische of politieke overtuiging… Het zijn dus de bekende frasen en ook nu lijkt het alsof het land haar eigen gang kan gaan en een zelfstandige politiek voert…. Een openlijk pleidooi voor een eind aan de oorlog heeft Kállay Horthy overigens afgeraden want ”dat zal een slechte indruk op de Duitsers maken”. [Sakmyster, 323-325].
Op die dag vinden ook massademonstraties voor het monument van Kossuth voor het parlement in Budapest plaats, en 's avonds is er een galavoorstelling in de Koninklijke Opera, waar ook Horthy, de ministers en het diplomatie­ke corps aanwe­zig zullen zijn. Dus verschijnt de Duitse ambassadeur von Jagow juist op díe datum 's avonds tijdens de voorstelling zelf in de opera bij Horthy met het zeer dringende en persoonlijke verzoek van Hitler om "naar aanleiding van de brief van Horthy van 12 febru­ari j.l." binnen twee dagen, uiterlijk op 18 maart, naar het slot Kless­heim bij Salzburg te komen, samen met zijn minister van defen­sie en de stafchef, om te over­leggen over militaire en andere zaken. Onmiddellijk hierna vindt er op 16 maart al overleg plaats tussen premier Kállay, minister van buitenlandse zaken Ghyczy, stafchef Szombathelyi en minister van defensie Csatay, waarop Kállay voor­stelt níet op de Duitse uitnodiging in te gaan. De premier wenst eerst uitleg van Duitse kant over wat men toch van plan is in verband met Duitse troepenbewegingen aan de Hongaarse west­grens en hij wijst er ook op dat zonder de aanwezigheid van Horthy zelf in Budapest geen enkele be­lang­rijke beslissing kan worden genomen. Bovendien kan de afwezigheid van Horthy leiden tot wanorde en eigenmachtige akties van Duitsers en met hen sympathiserende Hongaren! [Sakmyster, 325].
Ook minister Csatay is het met Kállay eens, maar Szombat­he­lyi  dringt er toch op aan dat het Hongaarse staatshoofd naar Hitler gaat, en ook minister van defensie Ghyczy ziet alleen in een akkoord met de Duitsers nog een kleine kans voor z'n land: verzet tegen een eventuele Duitse bezetting acht hij bij voorbaat al onmogelijk. Horthy besluit dan toch maar om te gaan, vooral op aandringen van Szombathelyi…. Een beroep op het plichtsgevoel en op de moed van de oude admiraal is altijd raak, zo weet men……..
Hij, de bijna 76-jarige Regent, is de enige die voor het land bij Hitler nog iets zou kunnen bereiken. "Al 25 jaar draagt hij de lasten van de natie op z'n schouders, en nu, op dit moeilijke moment, moet hij niet versagen", aldus Szombathelyi. [Kállay, 4­14]. Bovendien heeft Hitler pas nog Tiso en Antonescu ontvangen, en Hongarije kan dus niet achterblijven, maar dat is al enkele jaren het bekende ver­haal.
Toch is Hongarije in maart 1944 een anomalie in Europa geworden: ”for nowhere else in the heart of Hitler’s Europe had such visible traces of liberalism, political pluralism, and cultural freedom survived”. Dat is natuurlijk wel relatief maar -de anti-Duitse- Poolse militairen konden via Hongarije ontsnappen [naar ’t westen] en gevluchte Britse of Franse krijgsgevangenen waren er ook vrij.

top

Allang in Duitsland verboden en verbrande boeken [van b.v Sholokhov en Thomas Mann] verschenen nog altijd in Hongarije als bestsellers, gedichten en muziek van Joodse kunstenaars nog altijd te horen op de Hongaarse Nationale radio, het parlement was nog altijd in funktie, zelfs met gematigde, conservatieve en linkse partijen, o.a. soc.-demokraten die aktiviteiten zelfs uitbreiden. Népszava [het enige soc.-demokratische blad in nazi of sovjet-Europa!] krijgt begin ’44 er zelfs 10.000 abonnees bij en de oplage van gematigde en linkse, onafhankelijke en anti-Duitse pers is veel groter dan die van de pro-Duitse  extreemrechtse pers…...
Hongarije is n.b. een toevluchthaven voor Joden: er wonen hier 825.000 Joden in maart 1944, van wie 15.000 zijn gevlucht uit Polen of Slowakije, en 200.000 Hongaarse Joden wonen er in de nieuwe gebieden [en zijn gelukkig ontsnapt aan de vervolging: zij geloven dat regent Horthy hen zal beschermen….. Wel is er sprake van vernedering en economische misère, en Joden zijn 2e klas burgers; er is ook sprake van dwang van de arbeidsbataljons, maar toch blijft er een zekere mate van vrijheid van beweging en veiligheid van bezit.
De theaters, bioscopen, koffiehuizen en zwembaden zijn allemaal nog open voor hen. Antisemitische propaganda is er wel, maar b.v. Duitse films als Jud Süss en De Wandelende Jood zijn n.b. in Hongarije verboden op last van de min.v. binnenl.zaken. Alle Joodse organisaties zijn ook nog aktief en vrij! Dus: de omstandigheden voor Joden in Hongarije waren relatief opmerkelijk tolerant en humaan!! [Sakmyster, 324/325].
Weliswaar zegt Horthy bij z'n afscheid nog dat hij niet bang is voor Hitler maar hij overweegt eerst toch of hij z'n revolver maar mee zal nemen en een oud zeemansgeloof zegt hem ook dat je nooit moet uitva­ren op vrijdag. [Kertész, 77, Horthy, 263]. Vóór zijn vertrek uit Budapest heeft Horthy nog een kort onderhoud met de premier en Kállay maakt hem duidelijk dat hij eventueel bereid is af te treden: "Als de onafhankelijk­heid van Hongarije door mijn aftreden kan worden gered, moeten we dat doen", aldus Kállay. Als het land echter de onafhanke­lijk­heid verliest kan hij geen moment langer premier blijven. Wel vindt hij dat zijn binnen- en buitenlandse poli­tiek, en de parle­mentai­re instellingen gehandhaafd moeten blijven en Horthy is het ermee eens: Duitse interventie in Honga­rije's constitu­tionele instel­lingen zal niet worden geduld. [Kállay, 416/4­17].
Horthy heeft overigens vlak voor zijn vertrek ook nog tele­grammen naar de Hongaarse diplomatieke vertegen-woordigers in de neutrale staten gestuurd, waarin hij hen instrukties geeft voor het geval van een bezetting van het land: zij moeten dan contact zoeken met de Britse en de Amerikaanse legaties en ten dienste van de geallieerden staan. [Juhász, 288].
Samen met z'n ministers Jenő Ghyczy en Lajos Csatay en de staf­chef vertrekt Horthy 17 maart 1944 per trein naar het Duitse Rijk, en in Wenen voegt de Hongaarse ambassadeur in Berlijn, gen. Dőme Sztójay, zich nog bij het gezelschap. Intussen heeft er -zoals eerder vermeld- allang overleg plaatsgevonden tussen de Duitse leiders Hitler, Him­mler, Keitel, Jodl en Von Ribbentrop, en men heeft hen ook het rapport van Vee­sen­mayer over de situatie in Hongarije aangeboden. Met andere woorden: de zaak is de Duit­sers allang óverduidelijk…..
Honga­rije moet worden bezet om het oost­front geloofwaardig te laten blijven. Een doorbraak van de Russen naar de Karpaten staat immers voor de deur! Verzet van het Hongaarse leger, de politie, etc. acht men ondenkbaar en men weet ook dat vele Hongaarse politici zoals Imrédy, Szálasi en talloze anderen een Duitse bezetting zul­len verwelkomen, of althans zeker niet zullen afwijzen!
Al vóór de aankomst van Horthy heeft Ribbentrop aan Hitler op 16 maart 1944 een brief, "een zeer belangrijk dokument", voorgelegd met nota bene de formele benoeming van Veesen­mayer tot Duits gevolmachtigd minister in Hongarije en Dr. Edmund Veesenmayer, de nieuwe Duitse ”bevollmächtigter Minister”, zal in Hongarije een zeer grote macht krijgen. Hij is al enige tijd uitstekend op de hoogte van de situatie in Honga­rije en kan hier nu zijn gang gaan om het zijn Führer naar de zin te maken. Hij wordt nu verantwoordelijk voor de politieke ontwikkeling in Hongarije en handelt op instruk­tie ­van het Duitse ministerie van buitenlandse zaken. Hij heeft ook dwin­gend gezag bij het Hongaarse kabinet en moet erop toezien dat er door de Duitsers optimaal gebruik kan worden gemaakt van alle hulpbronnen, vooral economische, van het land ten bate van de oorlog.
De Duitse politie zal in Hongarije ook buitengewoon veel macht krijgen, evenals de Duitse militaire bevel-hebber: het Hongaarse leger zal onder instrukties van het Duitse opperbe­vel vallen. Voor allerlei zaken is voortaan Duitse toestemming vereist, en "de regering van Hongarije moet in volledige overeenstem­ming met de regering van het Grootduitse Rijk de zaken behar­ti­gen" en er zal in Hongarije een coalitieregering komen van de rech­tervleugel van de regeringspartij [MÉP], van de aanhangers van Imré­dy [MMP], van nationaal-socialisten en Pijlkruisers [Nyilasok]. Het Hongaarse leger en de poli­tie en het hele economische potentieel zullen ter beschik­king van het Duitse rijk komen.

top

Hitler wijst er ook op dat het verraad van Italië het Duitse rijk in een zeer moeilijke positie heeft gebracht, omdat ook Hongarije speelde met de gedachte aan een "Umorientierung". Dus er moet gehan­deld worden, er moeten maatregelen getroffen worden. Op 17 maart maakt de Duitse generale staf ook nog eisen bekend, waaraan een nieuwe Hongaarse regering zal moeten voldoen. Leidende posten in het Hongaarse leger moeten door pro-Duitse officieren worden ingenomen, de Duitse militaire leiding zal voortaan uitmaken hoe het Hongaarse leger moet worden gereorganiseerd, zal optreden, helpen, uitbreiden, enz., en de oorlogsproduktie en -export van Hongarije moet snel omhoog worden gebracht. [Juhász, 289/290].
In deze sfeer vindt, na de aankomst van Horthy op 18 maart 1944 om 17.00 uur, het overleg, ofwel: de confrontatie tussen Horthy en Hitler, op zaterdag 18 en zondag 19 maart in het kasteel Kles­sheim bij Salzburg plaats­.
Hitler begint al onmiddellijk met de aanval want hij verdenkt Hongarije ervan hetzelfde wil doen als Italië acht maanden eerder, n.l. verraad plegen. Onder vier ogen beschuldigt hij Horthy ervan ver­raad te hebben gepleegd, en “zulk verraad van bondgenoten tolereer ik niet”, aldus Hitler. Hij weet zeker, zegt hij, dat ook Hongarije met de gedachte rond­loopt tot heroriëntatie van z'n poli­tiek, hoewel Horthy dat absoluut ontkent en zich verweert, en zegt dat “áls ik dat zou doen dan zal ik eerst open en eerlijk de Duitse regering informeren over dergelijke onderhandelingen”. Maar Hitler zegt hem: “Ich habe meine Beweise” waarop Horthy sarkastisch ingaat met: “Ich kenne Ihre Beweise”! [Sakmyster, 327/328]. Hitler trekt zich hiervan natuurlijk niets aan en hééft de beslissing al genomen. Hij zag zich dus gedwongen "seine Dispositionen" te tref­fen, om niet nóg eens verrast te worden, zoals hij eerder in Italië is verrast. [Horthy, 263, Weidlein, 30].
Hitler eist van Hongarije, in de geest van de totale inzet voor de oorlog, een volledige mobilisa­tie van het Hongaarse leger ten bate van de "Endsieg" in de strijd tegen de Russen, de volle­dige con­trole over waterwegen en spoorwegen op Hon­gaars grond­ge­bied, onmiddellijke benoeming van een andere -zeg maar: Quisling- regering, het ontslag van Kállay, en het on­voorwaar­de­lijk opnemen van de Hon­gaarse economie in de Duitse oorlogs­econo­mie. Hongarije moet volledig de Neuren­berger rassenwetten toepas­sen, vluchte­lingen, Poolse soldaten, en Duitse en Itali­aanse deserteurs uitleveren en arbeiders naar het Duitse rijk stu­ren. De toon van pers en radio moet veran­de­ren, de Joodse kwestie moet worden opgelost, enz. [Kertész, 77, Gosztony, 107/108, Montgomery, 191].
Wat de Duitsers het meest heeft geërgerd is de hou­ding van Hongarije tegenover de Joden: dit land bood aan duizenden Joden onderdak en be­scher­ming en Honga­rije was de enige plek in het door Hitler beheerste Europa waar de Joden een betrekke­lijk dragelijk leven hadden. Alle andere Duitse satellieten hebben immers de anti-Joodse "Neuren­berger wetten" willen aanvaarden en uitgevoerd, als een soort voor­waarde vooraf voor Duitse gun­sten. [Kertész, 74/75]. Hitler kan -dus- ”niet een miljoen Hongaarse Joden toestaan om hun destructieve werk voort te zetten en zó dicht bij het front te spioneren”. [Sakmyster, 330].
Maar hij heeft, zegt hij, al de nodige voorzorgsmaatrege­len ge­trof­fen om de pogingen tot desertie van Hongarije te voorkóm­en, en wat dat betreft was ­Italië een les. Hij heeft z'n troepen al om 17.00 uur op­dracht gegeven om Hongarije "voor de veilig­heid" militair te bezet­ten ”zodat de destructieve elementen eruit kunnen worden gezuiverd” en eventueel heeft hij ook nog wel Roemenen, Slowaken en Kroaten ter beschikking, aldus de Führer. [Sakmyster, 328].
Maar dit maakt Horthy woedend; dit is crimineel en onrechtvaardig tegenover Hongarije!, aldus het Hongaarse staatshoofd, en hij zegt Hitler: ”Als alles dan al is beklonken heeft mijn aanwezigheid hier het geen zin meer. Ik ga”, en Horthy gaat inderdaad weg, maar Hitler haalt hem in en overlegt met Von Ribbentrop en de Führer open ook zijn trukendoos: ”er is luchtalarm rond het kasteel en de telefoons zijn uitgevallen”, aldus Hitler en de Duitse leiders raden de geagiteerde en radeloze Horthy, die dus niet terug kán en zit opgesloten [Pierik, 24], aan om het overleg niet zonder meer af te breken; misschien zijn er nog concessies mogelijk?! Na een lunch met Hitler en Himmler wordt ’s middags om half vier het overleg hervat en dan neemt Horthy het woord want, zegt hij, hij had nooit gedacht dat Duitsland zoiets zou doen: de Hongaren zijn het enige volk dat nog vriendelijke gevoelens ten opzichte van Duitsland heeft, en verder worden ze overal gehaat. Hongarije is immers rustig, er doen zich geen stakingen of explosies voor evenmin als sabotage…

top

Hitler heeft hier echter geen boodschap aan en herhaalt zijn beschuldigingen maar hij heeft ook al een nieuwe premier op het oog, n.l. Imrédy. Er zal bovendien een gevolmachtigd Duits minister komen die “de Hongaarse regering zal assisteren”…. Horthy zal dan een protokol uitgeven waarin het Hongaarse volk en leger worden opgeroepen om de Wehrmacht vriendelijk te ontvangen… [Sakmyster, 330].
‘Op hetzelfde moment dat Horthy beleefdheden uitwisselt met de Reichsfüher SS Himmler trok de colonne van Adolf Eichmann, de grote motor achter de jodendeportaties uit heel Europa, als onderdeel van de Operatie Margarethe onder bescherming van de Duitse Wehrmacht Hongarije binnen’. [Pierik, 24].
Toch weigert Horthy tenslotte verontwaardigd het protokol te tekenen [o.a. omdat zijn premier in Budapest dat óók zal moeten doen] en hij zegt in wanhoop: ”Als de Duitsers Hongarije níet bezetten beloof ik plechtig dat Hongarije nooit naar de vijand zal overlopen of op andere manier oneerbaar zal handelen; als deze belofte wordt verbroken voel ik mij aan m’n erewoord verplicht om met m’n revolver zelfmoord te plegen”, maar ook hieraan heeft Hitler geen boodschap: “Wat heb ík daaraan?”, laat hij Horthy weten. [Allianz, 378, Sakmyster, 329/330].      
Uiteraard is Horthy door dit Duitse ultimatum onthutst, vraagt Hitler droogjes naar bewijzen voor deze beschuldigingen aan z'n adres, en naar de bedoelingen van de troepenbewegin­gen, hij reageert heftig en is kwaad. "Ik verklaarde Hitler in alle scherpte", aldus Horthy later, "dat de Magyaren nooit ver­raad hebben gepleegd, en dat zonder mijn instemming geen sprake kan zijn van een herori­ëntatie van de Hongaarse politiek". Als de omstandigheden op een dag ons dwingen, om -tot redding van ons bestaan- de vijand om een wapenstilstand te vragen, verzeker ik u, aldus de Hongaarse regent, dat ik dit doel aan de Duitse rijksregering open en eerlijk tevoren ter kennis zal brengen. Wij zullen in elk geval niet als eerste de wapenen tegen de Duitse kameraden opnemen. [Horthy, 264].
Ook laat Horthy aan Hitler merken dat hij beslist niet met een mili­taire bezetting -"van een onafhankelijke en soevereine staat"- instemt: dat is een voorbeeldloze "Ungeheuerlichkeit". Hij waarschuwt Hitler ook dat er door zo'n bezetting een onbe­schrijfe­lijke haat in Hongarije tegen het nazi-regime zal komen. [Horthy, 264].
Volgens sommigen dreigt hij zelfs met zelf­moord om de eer van het land te redden, maar Hitler weet dat te verhinderen: Dáárvan kan geen sprake zijn. [Nagy-Talavera, 192]. Hitler blijft echter bij zijn beschuldigingen, en blijft bitter tegenover de Hongaarse regent Horthy.
De regent wordt overigens al die tijd verhinderd om overleg te plegen, of contact op nemen met de regering in Budapest en van de situatie in Hongarije wordt hij ook niet op de hoogte gesteld. Hij wordt dus totaal van de buitenwereld afgesneden. Het huisarrest van Horthy in het Duitse Rijk en de Duitse bezetting van Hongarije vinden dus op hetzelfde ogenblik plaats; plannen van Horthy om in geval van een bezetting af te treden worden door Hitler van de hand gewezen: "Hongarije zal slechts tijdelijk worden bezet. Als er een nieuw, betrouw­baar kabinet in Budapest komt, en de consolidatie is verzekerd, zullen de Duitse troepen het land verlaten".
Alleen in dít geval zal hij, dreigt hij, de buurlanden Roeme­nië, Slowakije en Kroatië, niet verzoeken om ook troepen naar Hongarije te sturen! [Káll­ay, 430]. De Duitse bezettingsmacht zal in de binnenlandse politiek van Honga­rije als soevereine staat niet tussenbeide komen, zo verzekert Hitler ook nog [Kertész, 77], maar eventueel mili­tair verzet zal zwaar worden bestraft.
Een tweede gesprek van twee uren tussen Hitler en Horthy levert verder niets meer op: Hit­ler -die immers al eerder het zogenaamde onvermijde­lijke van een bezet­ting heeft laten blijken- infor­meert dan voor de vorm bij Keitel nog naar mogelijkheden om de plan­nen voor bezetting nog op te schorten maar Keitel zegt dan dat dat onmogelijk is: de treinen met troepen zijn al op weg naar Hongarije. [Kertész, 77]. Dan zegt Horthy dat hij natuurlijk zal aftreden, maar dan vleit Hitler hem: Hij heeft de Hongaren altijd al gemogen, en hij geeft Horthy z'n erewoord dat de Duitse troe­pen weldra zullen ver­trekken………
Horthy besluit dan, zoals zovele autoriteiten in oor­logs­tijd, er maar om het beste ervan te maken, en toch als regent aan te blijven. Een belangrijk argument voor hem is, naar hij zelf later in z'n memoires schrijft, de toezegging van Hitler "dat de Duitse troepen het land weer zullen verlaten, zodra een nieu­we, betrouwbare, regering in Budapest is geïnstalleerd". [Go­szt­ony, 108, Fenyo, 166]. "Als ik zou aftreden zou Hitler de vrije hand hebben voor bijvoorbeeld een 100 % pro-Duitse [nazi-] regering, van aan­hangers van Imrédy of van Pijlkruisers. Vergelijk het maar met Italië waar de Duitsers immers ook Mussolini be­vrijdden en aan het hoofd stelden van een satel­lietenre­gering. Italië is een waarschu­wing en een afschuwe­lijk prece­dent. Zolang ik er ben zullen de Duitsers nog terug­hou­dend moeten optreden.
De Hongaarse Honvéd zou anders in de Duitse Wehrma­cht worden opgeno­men, de dood van vele Hon­gaarse patri­otten èn het einde van 800.000 Hongaarse Joden en tienduizen­den vluch­telin­gen zou voor de deur staan. En Horthy vervolgt: "Het was gemakkelij­ker geweest, en het zou me veel verwijten hebben bespaard als ik toen met een groots gebaar was afgetreden, maar een zinkend schip te verla­ten terwijl dat dringender dan ooit de kapitein nodig had, dat kón ik niet: de kapitein moet tot het laatst op de brug blijven", aldus de voormalige admi­raal en laatste bevelhebber der K.uK.-vloot, de Hongaarse Rijksbestuur­der Horthy later in z'n memoi­res. [Gosz­tony, 108, Kállay, 433]……

top

Horthy is er bovendien van overtuigd dat zijn aftreden de bezetting van Hongarije níet zal tegenhouden. [Horthy, 266]. Er wordt daarna door Von Ribbentrop een Duits communiqué aan Horthy overhandigd, en later ­ver­spreid, waarin staat dat "als resultaat van de beslissing van Horthy en Hitler en met hun wederzijdse instemming Duitse troe­pen naar Hongarije komen", maar dat is een leu­gen. [Kállay, 430]. Ribbentrop geeft dat ook wel toe: "Je moet in het leven wel eens een noodleugen gebrui­ken", zegt hij nog tegen Horthy!
Horthy protesteert er ook tegen maar het baat allemaal niets meer. Hitler heeft van Horthy ook nog een schrif­telijke verkla­ring geëist dat Duitse troepen met Hort­hy's instemming Honga­rije zullen bezetten, maar toen Horthy weigerde, dreigde de Duitse dikta­tor dat hij ook Roeme­nen, Kroaten en Slowaken aan de bezetting zou laten deelnemen………Ook dringt o.a. generaal Szombathelyi nog aan op een compromis zodat er wellicht nog iets kan worden gered, en dat lijkt het geval: als Horthy aan Hitler de nodige garanties geeft zal hij z’n troepen uit Hongarije terugtrekken maar de andere Hongaren herinneren Horthy ook aan de dreiging van Hitler dat de buurlanden ook aan de bezetting kunnen deelnemen. [Sakmyster, 331].
Dat lijkt uiteraard op een nieuwe ramp: de catastrofale herhaling van 1918 toen het land na de verloren oorlog grotendeels door deze drie buren is bezet, hetgeen de aanleiding vormde voor het communistische regime in 1919. Als de regering van Kállay de herhaling van díe ramp wil voorkómen moet het offer van een bezetting dan maar worden gebracht. Het lijkt er ook op dat met name door gen. Szombathelyi op Horthy is ingepraat: de dappere regent is toch de énige die, met z’n ruim 20 jaar ervaring, van wie men nog kan hopen dat hij een uitweg vindt uit deze naar het lijkt hopeloze situatie. Maar ook Hitler en Ribbentrop hebben hiervoor óók met Szombathelyi gesproken en hem gezegd ”dat er nog wel een compromis mogelijk was”.  [Sakmyster, 331].      
Onder deze druk bezwijkt Horthy, hij buigt voor de eis van Hitler. Een bezet­ting door alleen Duit­sers lijkt dan toch het kleinste kwaad. [Allianz, 179]. De Hongaarse militaire leiding overtuigt Horthy er overigens ook van dat mili­tair verzet zinloos is: dat zal ook een bezet­ting door Roeme­nen, enz. uitlokken, en dát acht men het allerergste. [Kertész, 77]. Horthy moet ‘gewoon’ z’n verzet tegen een bezetting opgeven en dan kan hij naar Budapest teruggaan en men verwacht dan dat hij een nieuwe regering benoemt die voor de Duitsers aanvaard-baar is en ’s avonds lijkt Hitler inderdaad iets milder: Horthy moet vooral op z’n post blijven en in Berlijn wil men ècht niet dat hij afstand doet…."Blijf op uw post. Ik ben altijd trots op Hongarije geweest en ik mocht de Magyaren erg…. Ik zal de soevereiniteit van Hongarije nooit aantasten! Alleen Kállay vormt een struikelblok "want die vertrouwen we gewoon niet, maar ik geef u mijn erewoord dat de Duitse troepen teruggetrokken zullen worden zodra er een nieuwe Hongaarse regering is gevormd die mijn vertrouwen heeft”, aldus Hitler, [Sakmyster, 332] maar het is alles slechts een schijnvertoning want in feite begonnen de Duitsers ook in Hongarije met hun bekende en gewetenloze dubbelspel. Het antwoord van Horthy op de laatste voorstellen van Hitler is overigens niet bekend en er is ook geen formeel akkoord getekend, maar het verdere verloop toont aan dat Horthy het compromis zoals Szombathelyi dat voorstelde wel aanvaardde. Het Hongaarse leger zal ook verder de strijd tegen de Sovjet-Unie aan het Oostfront voeren, en Hitler is tevreden: hij is ervan overtuigd dat er tegen de bezetting geen enkel verzet zal komen…. en ’s avonds om ± 9.00 uur neemt Hitler bij de trein nog afscheid van Horthy ‘met een vriendelijke glimlach’ [Sakmyster, 332]. De Duitsers hoeven zich dus geen zorgen te maken over de ”Operation Margarethe”, de bezetting van Hongarije, want die verloopt voorspoedig.……..Merkwaardig is overigens dat Horthy absoluut niet handelt als een man die is geïntimideerd en die bang is voor de toekomst; hij doet ook geen enkele poging om samen met anderen een strategie uit te stippelen, maar het is alles slechts van zeer korte duur [Sakmyster, 333]. Binnen enkele dagen zal Horthy n.l. al worden geconfronteerd met een bittere en gruwelijke werkelijkheid; zijn wereld wankelt…. of nog erger, en “the most unlikely things would happen… No, not even in his wildest dreams during that night of March 19-20 could Horthy’s mind have produced such a bizarre scenario” [als hem nu staat te wachten]. [Sakmyster, 333]. Als Horthy de 19e maart ’s ochtends in de trein ontwaakt is hij verrast dat er intussen -op weg naar Hongarije- een aantal nieuwe passagiers is ingestapt, b.v. Edmund Veesenmayer en Ernst Kaltenbrunner, de chef van de Gestapo en hij vraagt zich af of de toestand dan toch ernstiger is dan hij had verwacht. [Sakmyster, 335].

top

De Duitse ambassadeur Von Jagow deelt het Hongaarse staats­hoofd en passant ook nog even mee dat hijzelf is ontslagen en hij wijst hem ook al op z'n opvolger, n.l. dr. Edmund Veesen­mayer! [Hort­hy, 267]. Deze laatste stelt zich nog even aan Horthy voor en wijst hem erop dat Hitler nu de vorming van een betrouwbare regering verwacht. [Juhász, 291] Veesenmayer moest Horthy op de terugweg naar Hongarije begeleiden en onderweg maakt de Duitser aan Horthy duidelijk dat de tijd van eeuwige compro­missen nu voorbij is en het idee om tijd te winnen is ook voor­bij, want die politiek was niet in overeenstem­ming met de wil van de Führer! Blijkbaar is dát het einde van alle wijs­heid van Vee­senmayer. 
Aldus wordt het Hongaarse staatshoofd opnieuw voor een fait accompli gesteld. Wanneer Horthy dan eindelijk om 11 uur in Budapest-Kelenfőld aan­komt, is Hongarije al bezet en vrijwel volledig in Duitse handen. De erewacht van Duitse stafofficieren, die Horthy [maar ook twee ongenode gasten, de General der Polizei Otto Winkelmann en de Reichsbevollmächtigter Minister in Ungarn Veesenmayer!] bij de Koninklijke Burcht van Buda verwel­komt, is echter valse schijn. Horthy kan zijn intrek weer nemen in het paleis van de burcht, die weliswaar níet door de Duitsers wordt bezet maar wel zwaar wordt bewaakt!….. Budapest wordt om psychologische redenen niet bezet, want “Hitler wil de gewone Hongaars in de straat niet onnodig voor het hoofd stoten”. [Pierik, 25].
De leden van het Hongaarse kabinet, die in Budapest waren achtergebleven, hebben intussen van Duitse zijde alleen maar valse meldingen gekregen als zou alles met de Duitsers al geregeld zijn, en "zolang de regent afwezig is moet er vooral niets worden ondernomen". [Kerté­sz, 78].
Er zijn b.v. ook verschillende tele­grammen in Buda­pest aange­ko­men waarin er bij het kabinet wordt aange­drongen om aan de onver­mijdelij­ke bezetting geen verzet te bieden en ook om de Duitsers een welwil­lende ontvangst te bereiden [Kállay, 421, Allianz, 98] en intussen heeft Hitler per dekreet in kleine kring nog enkele bijzonderheden laten bekend maken: Om de taken van de SS en de politie uit te laten voeren door Duitse agenten in Hongarije en speciale politie­taken in verband met het Joodse probleem, zal een hogere SS- en politieleider bij de staf van de gevol­machtigde minister van het Reich [in Budapest] worden benoemd en hij zal handelen in overeen­stemming met z'n politieke directieven. [Braham, Destructi­on, XVI]. Eveneens zijn in Mauthausen de bijzonderheden voor de zgn. "Endlősung der Judenfrage" in Hongarije al door een aantal hoge Duitse func­tionarissen, w.o. Krumey, Wisliczeny en Eich­mann tot in de kleinste details besproken. Met de "Endlősung" in Hongarije zal de Sektion IV. B.4 van het "Reichssicherheits­hauptamt" o.l.v. Adolf Eichmann worden belast en Otto Winkelmann, de hoogste leider van SS en de Duitse politie in Honga­rije zal hierbij assisteren.
Alles in verband met de bezet­ting van Hongarije is dus door de Duitsers al heel precies voorbereid. Horthy heeft b.v. al van tevo­ren instrukties gekre­gen om het Hongaarse volk, de soldaten en de autoriteiten op te roepen om de Duitse troepen vriendelijk welkom te heten in het land. [Juhász, 289].
”Een zwijgzaam, verlaten, misleid en verraden Hongaars volk gaat zo op 19 maart 1944 één der grootste be­proevingen van zijn duizendjarige geschiedenis tegemoet”. [Nagy-Talavera, 191].
Twee jaren lang had Hongarije onder leiding van z'n premier Kállay gedaan, wat een boom doet in een storm, n.l. buigen, om ongebroken te overleven [Montgomery, 107], maar die politiek blijkt nu definitief te zijn mislukt. "Un petit pays au centre de boulversements mondiaux gigan­tesques, ne fait guère l' histoire, il la subit". [Ullein-Revitzky, 25].
Het is nu ook definitief voorbij met de relatieve vrijheden die men in Hongarije onder Kállay en Horthy heeft genoten en zelfs de Volksdeutsche in dit land moeten eraan geloven. Zie hierboven. Tot dusver kon de zgn. Treuebewegung [zie blz. 90] min of meer haar gang gaan en b.v. nog enigszins verzet bieden aan de ophitsende wervingsakties [het ronselen] door de SS in Hongarije van Duitstalige soldaten voor de Wehrmacht, en de Treuebewegung kon ook nog iets betekenen naast of tegenover de door de nazi’s gebruikte ultrarechtse en scherp antisemitische Volksbund [van dr. Ferenc/Franz Basch], die vanuit nazi-Duitsland aan alle kanten werd gesteund en bewust werkte aan een [Duitse] staat in de [Hongaarse] staat!
Zelfs werd de beweging door Kállay gesteund want ze was ook terughoudend t.a.v. de oorlog en was geheel solidair met de officiële Hongaarse politiek. Openlijk was deze beweging “Trouw aan het Hongaarse vaderland”, ze hield vast aan de christelijke kerken en beschouwde Horthy als leider van het land. De Hongaarse natie is voor deze [anti-nazigezinde] Duitsers het vaderland, de ’moderne rassentheorie’ wordt afgewezen en de Treuebewegung  zet zich zelfs in voor “een onafhankelijk en demokratisch Hongarije”. Haar blad “Die Donau” verklaart zich zelfs openlijk tegen het nationaal-socialisme. [Tilkovszky, 158-162].
Deze beweging vertegenwoordigt echter niet de meerderheid der Duitsers in Hongarije [zoals bekend ruim 700.000 mensen hoewel eigen Duitse tellingen in de oorlog zelfs komen met een getal van 1.250.000 en in 1944 zelfs met 1.314.000 Volksdeutsche in Hongarije!, Tilkovszky, 137] maar dat doet de Volksbund ook niet!

De drijfjachten van de SS leveren tot 1944 in totaal slechts 80 tot 120.000 man op [idem, 165] en rond 60 % der “Volksduitsers” in Hongarije [binnen de grenzen van Trianon zelfs nog meer!] trad op het hoogtepunt van haar invloed nooit toe tot de nazi-gezinde Volksbund der Deutschen in Ungarn. [Tilkovszky, 173]. 

top