|
13. Hongarije en de Tweede Wereldoorlog, 1939-1945
13.4.4 Hongarije en de worsteling met de eigen illusies, augustus/september 1944.
In augustus en september 1944 behalen de Russen en de andere geallieerden de ene overwinning na de andere. Frankrijk en België, Parijs en Brussel, en het zuiden van Nederland zijn in september weer vrij, de geallieerden staan in het westen aan de Rijn, en de Sovjets staan aan de Donaumond en de voet van de Karpaten. Finland houdt op met de strijd, en sluit een bestand met de Sovjets, en in Slowakije en in Warschau breken in augustus 1944 nationale, anti-Duitse opstanden uit. Bovendien geeft de buurman van Hongarije, Roemenië, de strijd in augustus op en loopt over naar de geallieerden, de sovjets! Horthy heeft begin augustus ook een onderhoud met Wallenberg, die op audiëntie bij hem komt en uitlegt wat het doel van zijn missie is en Horthy verzekert hem dat hij de Joodse gemeenschap probeert te redden en zijn plannen daarvoor steunt. Die moeten in een memorandum aan Horthy worden vermeld, maar om veiligheids-redenen moet dat anoniem gebeuren. Horthy spreekt ook vleiende woorden over Zweden en z’n koning en maakt op Wallenberg de indruk van betrouwbaarheid, en dat ’met zijn macht rekening moet worden gehouden’ [Sakmyster, 359], maar tegen collega’s verklaart hij ook dat hij zich ’tijdens zijn ontmoeting met de regent moreel groter voelde dan hij’. [Smith, 63].
Het is echter niet alleen aan Horthy’s interventie te danken dat de Joden voorlopig nog in Budapest kunnen blijven, maar ook aan een tijdelijke verlamming van de Duitse autoriteiten in Hongarije, hoewel Eichmann niet toegeeft dat hij niet slaagt met z’n plannen: midden augustus geeft hij de Hongaarse autoriteiten het bevel dat de deportaties onmiddelijk moeten worden hervat omdat Duitsland nog steeds arbeidskrachten nodig heeft en hij laat zien dat hij vastbesloten is: op 17 aug. worden zelfs drie leden van de Joodse Raad gearresteerd o.a. de voorzitter Samu Stern en tezelfdertijd wordt Budapest door SS-eenheden omsingeld en er wordt een grote Duitse militaire parade gehouden. Dat zorgt voor paniek bij de Joden in Budapest en voor protesten van Horthy, die de onmiddellijke vrijlating van de leden der Joodse Raad eist. [Sakmyster, 359]. Hij eist van de Duitsers op 22 augustus ook nóg eens het stoppen van de deportaties. Zijn vastbeslotenheid en de verzwakking van de Duitse posities leidt er zelfs toe dat Eichmann naar Duitsland wordt teruggeroepen! De gebeurtenissen vanaf eind augustus 1944 zullen uiteindelijk leiden tot het einde van het Horthytijdperk… [Sakmyster, 360].
Zeer belangrijk voor Hongarije zijn ook de gevolgen van de geslaagde staatsgreep van koning Michaël I in buurland Roemenië op 23 augustus 1944. De jonge Roemeense koning ontslaat dan de fascistische dictator Antonescu, en benoemt een nieuwe [anti-Duitse] coalitieregering die aan geallieerde zijde, dus samen met de Sovjetlegers, de volkomen verraste Duitsers moet verdrijven………Ook kondigt koning Michaël al aan dat Roemenië het noorden van Transylvanië zal heroveren op Hongarije, met behulp van de geallieerden [de Russen]. In de officiële proklamatie van de Roemeense koning van 23 augustus 1944 wordt ondubbelzinnig aangegeven dat de uitspraak van Wenen van 30 augustus 1940 op onrechtvaardige wijze aan Roemenië is opgedrongen, dat Roemenië deze uitspraak nooit heeft erkend en dat men nu de gevolgen ervan gewapenderhand te niet wil doen.
"De Verenigde Naties hebben het onrecht van het Diktaat van Wenen, waardoor Transylvanië van ons werd afgenomen, erkend. Aan de zijde van de geallieerde legers zullen we de grenzen die ons door het Scheidsgerecht van Wenen [30 aug. 1940] zijn opgelegd, overschrijden, en Transylvanië van de buitenlandse bezetting bevrijden", aldus koning Michaël. [Montgomery, 197]. In een tweede proklamatie van 30 augustus 1944 zegt de koning dat de Roemeense natie heeft besloten om Noord-Zevenburgen op de Magyaren te heroveren en dat Roemeense troepen de grenzen van dit gebied overschrijden en de bevrijdingsstrijd beginnen!
Voor de Hongaarse regering is het hiermee duidelijk dat, al wil men de samenwerking met Roemenië voortzet-ten, de houding van dit ’nieuwe’ Roemenië dit onmogelijk maakt. Roemenië is dus, volgens Hongarije, verantwoordelijk voor "de tragische wending in de betrekkingen tussen beide nabuurvolken".
Roemeense troepen hebben vanaf 25 augustus 1944 op verschillende plaatsen het Hongaarse grondgebied aangevallen, maar de meerderheid van de Hongaarse ministerraad besluit op die dag toch om het Roemeense Zuid-Transylvanië niet te heroveren: tot dit avontuur voelt men zich niet meer in staat. Hongarije heeft niet genoeg soldaten, uitrusting en tanks. [Gosztony, 30] Toch komt op 27 augustus het bevel van Hitler om met alle kracht toch op te treden tegen Roemenië, en zo mogelijk de Karpatenpassen te bezetten en onmiddellijk na de coup heeft hij Boekarest al laten bombarderen.…
Hongarije ziet zich dan gedwongen om de betrekkingen met Roemenië te verbreken [5 september] en "de grenzen te verdedigen tegen de Roemeense aanvallen" [7 september]. Een snelle opmars van de Sovjets in de richting van Temesvár [Timisoara] en Szeged dwingt de Duitsers echter om alles op de verdediging van Hongarije zelf te concentreren, maar zelfs dat lijkt al onmogelijk: van de oorspronkelijke vijftig divisies van de "Heeresgruppe Süd" in o.a. Rusland en de Ukraïne, zijn er in de nazomer van 1944 nog slechts een dozijn divisies met vermoeide en uitgeputte soldaten overgebleven. [Gosztony, 32]. De staatsgreep in Boekarest heeft enorme gevolgen voor Hongarije, dat immers tot die dag meende dat het betere contacten met de geallieerden had, een grotere vrijheid van handelen, en veel meer op het westen geőrienteerd was. Roemenië is Hongarije dan toch vóór!
Sommige Hongaarse officieren willen overigens dat Hongarije het voorbeeld van Roemenië volgt, maar Horthy is daartoe [zo’n soort opportunisme] niet in staat. Hij vindt de afval van Roemenië primair een steek in de rug, een slechte zaak, en zoiets zal voor Hongarije een sprong in het duister zijn, omdat Roemenië niet alleen de oorlog aan Duitsland, maar ook aan Hongarije verklaart en men moet dus rekenen op een gecombineerde Russisch-Roemeense aanval in Transylvanië! Hij beseft wel dat Duitsland de oorlog heeft verloren maar wil veel liever het voorbeeld van Finland volgen, dat op 2 september een bestand met de geallieerden sluit terwijl de Duitsers ongehinderd uit het land kunnen vertrekken; hij gelooft dus ”that even while moving to regain its sovereignty and preparing for an armistice, Hungary must continue its active cooperation with Germany in the struggle against the Soviet and Romanian troops. Moreover he still felt honor-bound to inform the Germans of his intentions beforehand. [Sakmyster, 360].
Tot dan toe nam de Sovjet-Unie overigens nog een ‘gematigd’ standpunt in ten opzichte van Hongarije: In tegenstelling tot Roemenië heeft Hongarije geen territoriale problemen met de Russen en eerder in 1944 is er b.v. in Stockholm contact geweest tussen de vroegere Hongaarse gezant Ullein-Reviczky met de Sovjet-gezante Alexandra Kollontai, die toen zei dat de Sovjet-Unie niet de bedoeling heeft in ‘s lands binnenlandse aangele-genheden tussenbeide te komen en dat de SU zelfs bereid is om de tegenwoordige grenzen van Hongarije te garanderen, mits…. de Hongaarse kant naar de Geallieerden overloopt en de oorlog aan Duitsland verklaart!
Uiteraard bracht dat standpunt in Roemenië weer grote onrust want ook aan Boekarest beloofde men in april 1944 dat -als Roemenië de kant der geallieerden kiest- het Transylvanië kan houden! [Mastny, 154/155].
De val van Roemenië leidt al direkt tot twee stappen van Horthy: hij stuurt op 28 augustus een telegram aan Bakács-Bessenyey [de vml. gezant, nu dissidente diplomaat, in Zwitserland] met de opdracht om een bestand te sluiten met de westelijke geallieerden. Horthy rekent n.b. niet met territoritale problemen en zegt eenvoudig dat Hongarije ”onafhankelijkheid met demokratische garanties” wenst. Bakách-Bessenyey geeft de regering in Budapest dan ook de raad om in te stemmen met een onvoorwaardelijke overgave aan de geallieerden, maar als men in Budapest niet luistert, kan hij niet meer als bemiddelaar dienen. Dat gebeurt in september 1944 dan ook. [Sütő, 180]. Ook wordt al op 29/30 augustus door de geallieerden aan Hongaarse diplomaten, zoals Bakács-Bessenyey, duidelijk gemaakt dat Hongarije maar een delegatie met volledige volmachten moet sturen, die een protokol voor een bestand kan tekenen. [Juhász, 303]……
Intussen is Sztójay op 24 augustus als premier definitief ontslagen en tegelijk zijn alle [ultrarechtse] politieke partijen opgeheven. Dit deelt Horthy op 28 augustus dan ook mee aan Veesenmayer, nog altijd de gevolmachtigde der nazi’s in het land. Generaal Lakatos is dan tot premier benoemd. [Sakmyster, 360].
Op 24 augustus 1944 worden dus ook alle aktiviteiten van de Pijlkruiserspartij - Hungaristische Beweging NYKP-HM [Nyilaskeresztes Párt - Hungarista Mozgalom], zoals de beweging officieel al sinds 24 februari 1942 heette, verboden. Maar de partij leeft dan tot 15 oktober illegaal toch voort onder de naam Hungarista Mozgalom. [Wikipedia]. In de praktijk verandert er echter niet veel: de Nyilasok blijven berucht als degenen die het met name op de Joden in Budapest hebben voorzien en die als bijzonder fanatieke ’gelovigen’ in een totalitair systeem mèt wapens geen enkel middel schuwen. Bovendien blijven ook de Duitsers ondanks allerlei tegenslagen toch nog altijd zeer grote invloed uitoefenen op de hele gang van zaken in Hongarije……
De Duitse posities in Hongarije zijn dan wel aanmerkelijk verzwakt maar toch wil Veesenmayer b.v. beslist dat de pro-Duitse, extreemrechtse [nazi-] ministers Reményi Schneller [financ.] en Jurcsek [voedselvoorz.] in het kabinet blijven, en dat gebeurt ook: men kan daar niet onderuit! Het gevolg is natuurlijk dat de Duitsers nog altijd alle betrouwbare informatie over de diskussies en besluiten van de Hongaarse regering zullen blijven krijgen: Het zijn en blijven de informanten, de ogen en oren van Veesenmayer in het kabinet!!
Alles kunnen en zullen ze, als vertrouwensmannen van de Duitsers in Hongarije eventueel doorgeven aan de Duitse machthebbers, aan de Sicherheitsdienst, enz. [Nagy-Talavera, 218, Sütő, 176] en "Veesenmayer werd precies ingelicht over het verloop van de zittingen van de ministerraad en van de kroonraad". [Horthy, 275]. Van alle belangrijke zittingen en besluiten van het Hongaarse kabinet krijgen de Duitsers dus hun informatie uit de eerste hand, al is er in het nieuwe kabinet geen plaats voor de "Pijlkruiserspartij" van Szálasi.
Op 29 augustus wordt het nieuwe ‘zaken’-kabinet onder leiding van premier generaal Géza Lakatos door Horthy benoemd. Wel wordt Hongarije nu onmiddellijk bedreigd, maar Horthy is er nu meer dan ooit van overtuigd dat hij wel moet optreden, wil er nog iets van de eer van hemzelf en van z'n land overblijven.
In het nieuwe kabinet zitten vooral militairen, maar ook dat gebeurt pas na overleg met de werkelijke [Duitse] machthebber in het bezette Hongarije, Veesenmayer! Generaal Gusztáv Hennyey, een voormalige officier van het keizerlijke en koninklijke leger [*1889], wordt min.v.buitenl.zaken en generaal Csatay blijft minister van defensie. Zij zijn nog steeds vertrouwensmannen van Horthy, evenals b.v. gen. János Vőrős, het hoofd van de veiligheidsdienst, en gen.-luit. veldmaarschalk Szilárd Bakay, die bevelhebber van de troepen in Budapest was, het hoofd van de veiligheidstroepen. Andere ministers zijn minder belangrijk, zoals Miklós Bonczos [binnenl. zaken], de opvolger van Jaross, Rakovszky [godsd. en onderwijs], Gábor Vladár [1881-1972, just.], Markós en Gyulay [industrie]. Generaal Gábor Faraghó wordt chef der politie, en de meest beruchte mensen uit het vorige kabinet, zoals Endre, Baky, Imrédy en Jaross, raken dus hun funktie kwijt.
De al eerder genoemde luit.-kol. László Ferenczy [die aktief bij de deportaties van de Joden was betrokken en met de SS nauwe contacten had!] wordt als onderminister belast met Joodse zaken. Hij concentreert nu alles op "meer produktiviteit", zoals de Duitsers dat ook wensen. De Duitsers zijn bij de nieuwe premier Lakatos n.l. al onmiddellijk begonnen te klagen over het feit dat ’die 200.000 Joden van Budapest alleen maar consumeren en niets produceren’! Dat dit juist hun eigen schuld is, zeggen ze er natuurlijk niet bij. Ook Joden uit Budapest zullen nu op het platteland aan het werk moeten. Ze zullen moeten helpen bij de aanleg van loopgraven bij de Hongaarse hoofdstad….
Vervolging van Joden in Budapest, 1944
Ferenczy is verder van plan om Joden van 14 tot 70 jaar opnieuw te laten keuren, en hen op te roepen voor militaire en burgerlijke taken. Het ligt overigens wel voor de hand dat er protesten komen van Joodse leiders, die denken dat de Joden op het platteland opnieuw een gemakkelijke prooi zullen vormen wanneer het toch tot nieuwe deportaties komt! [Blackbook, 322, 324]. Ook de nieuwe premier, generaal Géza Lakatos, legt wat de zgn. "Joodse kwestie" betreft de nadruk op de arbeid, die Joden zullen moeten verrichten. Op 21 september verklaart hij nog in het romp-parlement: "Er zal een dekreet komen ten bate van de uiteindelijke oplossing van de Joodse kwestie, alle mogelijkheden die de wet biedt moeten worden toegepast, en we zullen de Joden nuttig werk laten doen". Een ander parlementslid verklaart hierbij aansluitend dat het eigenlijk sabotage is om in oorlogstijd "nu al zes maanden 250.000 Joden alleen te laten consumeren, en niets te laten produceren".
De omstandigheden zijn intussen in Hongarije al zódanig, dat n.b. extreemrechtse parlementsleden [Pijlkrui-sers] hiertegen protesteren [Blackbook, 330]: Voor hén is namelijk duidelijk dat de zogenaamde "Joodse kwestie" alleen op de Duitse manier kan worden "opgelost" en dat de nieuwe Hongaarse regering opnieuw zal gaan werken in de richting van uitstel, van een "eigen nationale Hongaarse oplossing", binnen de grenzen van de Hongaarse wet, en het Hongaarse grondgebied! De houding van Lakatos beschouwen ze dus als een nieuw begin van verraad.
Alles wordt ook gedaan om formeel nog alle parlementsleden die "vóór de Duitsers en tègen een verzoek om wapenstilstand" zijn te verenigen, en aldus al bij voorbaat een schijn van legaliteit te geven aan pogingen om de politiek van Horthy en Lakatos te saboteren. Bekende extreemrechtse kopstukken, zoals Szász [de minister van handel], Rajniss, Jaross, Rátz, Vajna, Szőllősi en Kolosváry-Borcsa, sluiten zich bij dit zgn. "Nationale Verbond" aan. [Blackbook, 331].
De Pijlkruiserspartij van Szálasi blijft echter toch min of meer los hiervan en illegaal opereren. Zij is de enige met vele tienduizenden leden en zij zet zich ook scherp af tegen al die andere 'bourgeois'-leiders, en was vanaf april 1944 weer meer aktief. Szálasi beschouwt zichzelf nog steeds als de ènige uitverkorene van de Führer, en denkt ook nog steeds dat hij het vertrouwen heeft van diens stadhouder in Hongarije, Veesenmayer.
Zover is het echter nog niet. De nieuwe ‘liberale’ premier Lakatos moet zelfs aan het romp-parlement nog beloven dat hij alleen met instemming van dat [schijn-] parlement stappen in de richting van een einde van de oorlog kan doen. Zo is hij dus aan handen en voeten gebonden, en eigenlijk al verlamd vóór hij iets kan doen. Aanvankelijk besluit het kabinet-Lakatos dan ook om de oorlog aan Duitse zijde voort te zetten, en de Karpaten tegen de oprukkende vijand, de Sovjets en de Roemenen, te verdedigen. Het kabinet verklaart zich formeel ook tegen [verzoeken om] een wapenstilstand.
Er worden ook enkele anti-fascistische vroegere Hongaarse parlementsleden en politici door de Gestapo vrijgelaten, zoals Endre Bajcsy-Zsilinszky, Ferenc Nagy, ds. Zoltán Tildy en Lipót Baranyai. [Blackbook, 328].
Ook de socialistisch-zionistische leider, de intellektueel dr. Rezső Kasztner gaat in naam van de ”Waada Ezra we Hazalah” [Raad voor Hulp en Redding] door met zijn aktiviteiten om Joden te redden en eventueel voor geld het land uit te krijgen. Hij heeft hierbij de steun van o.a. de oprechte en rustige ingenieur Ottó Komoly [1892-1945], de voorzitter der Landelijke Zionistische organisatie, die ook voorzitter is van het Hulpcomité [Mentőbizottság] dat door Kasztner is opgericht. Hij is in deze maanden de verbindingsman tussen de Hongaarse regering en de Waada. Op 1 januari 1945 wordt Komoly echter door een bende Pijlkruisers weggevoerd en men heeft nooit meer iets over hem gehoord… [Weisberg, 31/32]. Ir. Komoly is overigens een bewijs van het feit dat de situatie der Joden en het politieke klimaat in Hongarije in augustus/september ’44 sterk is veranderd, want Komoly onderhandelde urenlang met Horthy jr., “er residierte fast in den ungarischen Ministerien”…en Hongaarse staatssecretarissen consulteerden hem over de vooruitzichten van een Hongaarse wapenstilstand. De Waada heeft de contacten met de Hongaarse verzetsbewe-ging nu ook versterkt en zorgt b.v. voor geld, valse papieren, illegale woningen, ja zelfs voor wapens en munitie. “Mit einemmal waren unsere Leute in Ungarn hoffähig geworden” en de Reichsverweser Horthy ontving de voorzitter der Joodse gemeenten “Hofrat” Samu Stern in audiëntie op de burcht. [Weisberg, 291].
Eichmann wordt nu weliswaar gedwongen om op 30 augustus 1944 zijn ‘residentie’ [of: commandocentrum] op de Svábhegy in Budapest te verlaten, en zijn "Sonderkommando" wordt formeel ontbonden, maar de leden ervan krijgen in september nota bene het advies om toch nog in Budapest te blijven "vooruitlopend op een politieke verandering in het land". [Destruction, XXV]. Ook maken de Duitsers dan -eind augustus 1944- plannen om Hongarije tot het uiterste te verdedigen, en dit land tot militaire operatie-zone uit te roepen. Toch verspreidt het nieuws van de aftocht van het ‘Jodencommando’ zich als een lopend vuurtje in de stad en iedereen is opgelucht. Maar….achter de coulissen werken Veesenmayer en Eichmann door aan de vernietiging van de Joden, het einde van het bewind van Horthy en het aan de macht brengen van Szálasi. [Weisberg, 286/287].
De situatie in Hongarije blijft dus bijzonder onheilspellend. Ook voor de Joden in Budapest zijn de kansen op overleven, ondanks de verbeterde binnenlandse situatie, toch bijzonder gering. Het proces van die zgn. "Endlősung" kan nog best worden hervat en nog op 21 augustus waarschuwen neutrale ambassades in Budapest de al bijna afgetreden premier Sztójay voor hervatting van de deportaties. Alles is hiervoor immers al in juli voorbereid en Eichmann dreigt voortdurend met het inzetten van de SS om de deportatie van Joden uit Budapest uit te voeren. [Blackbook, 313]. Geheime plannen hiervoor zijn al klaar. Als Horthy er niet mee instemt, zullen de Duitsers alleen die plannen uitvoeren.
De ruim 200.000 Joden in Budapest zullen dus ook nog worden gedeporteerd, althans als de Duitsers hun plannen kunnen uitvoeren. Zij zijn al in speciale wijken en huizen ondergebracht, en plannen om 5.000 Hongaarse gendarmes behulpzaam te laten zijn bij de geplande snelle deportatie liggen al klaar. Er zullen in een aantal synagoges explosieven worden gelegd, en 'aanvallen' van Joden op politie en "het uitlekken van illegale valutatransakties" zullen het sein voor de deportatie vanuit de Hongaarse hoofdstad gaan vormen. [Nagy-Talavera, 213/214].
Van 27 augustus tot 18 september 1944 zal de aktie plaatsvinden. Joden zullen dan met vrachtwagens naar b.v. fabrieken en stations buiten de stad worden vervoerd. Er gaan ook allerlei geruchten: Joden die rijker zijn zullen meer kans maken om te overleven dan armere Joden. Een nerveuze stemming heerst er dus en enkele vooraanstaande Joodse leiders zijn al gearresteerd, zoals Samu Stern en Ernő Pető. Al eerder is er ook sprake geweest van verdeeldheid binnen de Joodse raad van Budapest: enkele vooraanstaande Joden zouden hun familieleden en vrienden hebben bevoordeeld. [idem, 302]. Toch halen de Joden in Budapest iets meer opgelucht adem en hun situatie lijkt iets te verbeteren. Het Uitvoerend Comité van de Joodse raad heeft ook contacten met b.v. Miklós Horthy jr., de zoon van de regent. Op 18 augustus maakt de Hongaarse regering officieel bekend dat er een einde komt aan deportatie buiten het land, en aan de verplichte Arbeidsdienst buiten Hongarije. Emigratie van Joden naar Palestina, Zweden of Zwitserland zal mogelijk worden, en de Regent zal heeft het recht om voor Joden een uitzondering te maken. Enkele met name genoemde categorieën Joden worden vermeld.
In de hoop bescherming te vinden bij de kerken laten zich ook in deze maanden nog duizenden Hongaarse Joden dopen. [Nagy-Talavera, 210] en men schat het aantal Joden dat zich laat dopen om zó aan de ondergang te ontkomen zelfs op 80.000 [Blackbook, 292]. Maar zelfs op een doopbewijs wachtende menigten van Joden worden door b.v. Pijlkruisers niet met rust gelaten, en in elkaar geslagen! Er ontstaat zelfs een run op de kerken, om maar met doopbewijzen over de brug te komen... Van het stellen van voorwaarden ["enkele maanden godsdienstonderwijs, een waarachtig christelijk leven"] komt uiteraard niets terecht. Een "Unie van Christelijke Joden in Hongarije" telt weldra n.b. 70.000 geregistreerde leden.... [idem, 293]. Ook Horthy persoonlijk doet nu pogingen om aan Joden een 'uitzonderingspositie' te laten geven en daarmee te redden.
Enkele staatssecretarissen zoals Miklós Mester en Jungerth-Arnóthy zijn tegenover de Joden van Budapest welwillend, terwijl ook een aantal rectores en professoren aan universiteiten opkomt voor Joodse collega's. Horthy's zoon, Miklós jr., heeft ook contacten met vooraanstaande Joden in Budapest. Eveneens worden op voorspraak van anderen b.v. Joodse schrijvers zoals Milán Füst, Jenő Heltai en Józsi Jenő Tersánszky, beeldhouwers als Ede Telcs, Ede Kallós en Géza Csorba, de zanger Mihály Székely, de schilder Ádolf Fényes en de vertaler István Boldizsár uit de klauwen van de nazi's gered! Tot 1 augustus 1944 worden 500 petities ingewilligd, en samen met hun familieleden betreft dit alles 1000 personen. [Blackbook, 296/297]. Ook met rechtstreekse petities aan het Bureau van de kabinetschef van de regent melden zich 30.000 Joden! Maar tot het gewenste resultaat leidt dit niet.
Zwitserse, Zweedse, Spaanse en Portugese en enkele andere ambassades en consulaten en ook de pauselijke nuntiatuur in Budapest mogen Joden "die naar Palestina willen emigreren" registreren en onder hun bescherming plaatsen, met medewerking van het Hongaarse ministerie van buitenlandse zaken! [Kertész, 80]. De Hongaarse Jood Miklós Krausz is hierbij ook behulpzaam en hij blijft uiteraard veel meer op de Hongaarse autoriteiten [b.v. op Horthy] dan op de Duitse bezetters vertrouwen. [Blackbook, 280].
Ook het Rode Kruis kan gebouwen, waarin Joden wonen, overnemen en onder haar hoede nemen. Het wordt, na een akkoord met minister Hennyey, ook weer mogelijk om voedselpaketten van het Rode Kruis naar Joden in Budapest te sturen, hoewel de Duitsers alles stelen [Blackbook, 327]. Ook kan een aantal Joden uit de Arbeidsbataljons naar de stad terugkeren. Voor het eerst heeft er ook op 21 juli al overleg plaatsgevonden tussen premier Sztójay en mensen van het Rode Kruis. Door de Hongaarse autoriteiten worden nu ook enkele toezeggingen gedaan: Joden zullen niet meer worden gedeporteerd, en vertegenwoordigers van het Rode Kruis zullen voor Joden opgekochte huizen en enkele kampen bezoeken.
Er vindt ook, volgens de plannen van Ferenczy [zie blz. 256], een zgn. "herkeuring" van alle Joden van 14 tot 70 jaar plaats met het oog op mogelijke inzet bij de aanleg van verdedigingswerken, en dan blijkt n.b. dat door Joodse en [andere] Hongaarse artsen slechts 2.000 man 'arbeidsgeschikt' worden geacht! In een nieuw ingericht kamp te Kistarcsa, ten oosten van Pest, heersen in elk geval aanzienlijk betere toestanden dan in de kampen in Duitsland, zoals Auschwitz. In Budapest worden nu ook Joden opgeroepen om werk te doen in de Arbeidsdienst, b.v. herstelwerk-zaamheden na bombardementen, en op 7 september verschijnt er in de hoofdstad een oproep aan alle Joden, mannen en vrouwen van 14 tot 70 jaar, om zich te melden voor "publieke werken". De leiding van deze Arbeidsdienst, kol. János Heinrich van het ministerie van defensie, is ook nog redelijk te noemen. [Braham, Labor Service, 66/67]. De nieuwe regering tolereert ook minder excessen in de Arbeidsdienst en het uitgaans-verbod voor Joden wordt iets verzacht. De Hongaarse autoriteiten lijken dus van goede wil en het is begrijpelijk dat er bij de Joden in Budapest weer enig optimisme komt……..
Maar Ferenczy is nu ook degene die aan Wallenberg toestemming geeft voor ‘veilige huizen’ voor de Joden van het [latere] ’Internationale Getto’ met papieren en na lange onderhandelingen worden drie huizen onder speciale bescherming door Zweden voor hen geopend, hoewel Ferenczy zich nog altijd zeer negatief over Joden uitlaat. Maar goed, de 650 Joden in deze huizen krijgen toestemming om, ”zodra de omstandigheden dat toelaten” naar Zweden te emigreren.
Ook het Zweedse Rode Kruis krijgt toestemming voor dergelijke huizen en dit wordt later het Internationale Getto genoemd, bij de Pozsonyi út in de omgeving van het Szent István Park, distr. I, Újlipótváros, waar meer dan 30.000 Joden met buitenlandse paspoorten min of meer worden samengeperst. Wallenberg geeft ook opdracht om grote Zweedse vlaggen naast de jodenster op de huizen te plaatsen, hij koopt nog 30 gebouwen t.b.v. scholen, ziekenhuizen, veldkeukens en onderdak voor 5.000 kinderen van wie de ouders zijn gedeporteerd of gedood.
Ook andere organisaties zoals het Internationale Rode Kruis en neutrale ambassades [zoals van Portugal, het Vatikaan en Zwitserland] zijn hier zeer aktief en na de bevrijding treft men hier 25.000 Joden levend aan, allen onder formele bescherming van Wallenberg, en de oorlog overleefd! [naar: Smith, 68/69].
Toch waren er ook op de Zweedse ambassade ambtenaren die weinig enthousiast waren over sommige plannen van de ondiplomatieke collega Wallenberg en ook het Zweedse Ministerie van Buitenlandse Zaken leek zich te storen aan Wallenbergs aktiviteiten in Budapest. [Smith, 69]. Vergelijk: Carl Lutz!
Intussen gaan er in Hongarije, m.n. in Budapest, ook allerlei geruchten over een snel einde van de oorlog. "De hel is voorbij", zo lijkt het. Finland, Roemenië, Bulgarije, Frankrijk en België zijn -zo weten sommigen te melden- binnen enkele weken bevrijd. Hier en daar wordt ook door belangrijke Hongaarse funktionarissen, militairen zoals kol. Károly Lázár van de paleiswacht, en politici overlegd hoe men de Joden van Budapest nog kan redden. [Braham, Labor Service, 68]. Leden van zgn. Zweedse arbeidsbataljons hoeven voortaan geen Jodenster meer te dragen. Ze staan onder internationale bescherming. [Derogy, 88/89]. Zal er dan toch een einde komen aan deze hopeloze en zinloze ellende?
De absolute wens van Horthy dat de deportaties voorgoed moeten stoppen moet nu ook naar de Duitsers worden overgebracht, maar nòch de [pro-Duitse] wnd. premier Reményi-Schneller [die enkele dagen optreedt nadat Sztójay is ontslagen, tot 29 augustus 1944] nòch een andere minister durft dat tegen Eichmann te zeggen en tenslotte doet luit.-kol. László Ferenczy het. Eichmann is hierover natuurlijk woedend, wil opnieuw overleg, en hierbij stellen de Hongaren voor dat de nazi's de controle over de Joden in Hongarije aan de Hongaarse autoriteiten overlaten, en b.v. het eigendom van de Joden dat nog is opgeslagen, teruggeven. Kol. Ferenczy speelt hierbij een dubbelspel, maar zowel de Duitsers als de Joodse leiders, als Horthy vertrouwen hem. Ferenczy geeft b.v. informatie over de door Eichmann op 25 augustus geplande deportatie van de Joden uit Budapest, door aan Wallenberg en aan de Joodse leiders, zodat ze hun maatregelen kunnen treffen en Wallenbergt dient b.v. onmiddellijk een protest in bij de minister-president! [Smith, 70]. Eichmann moet zich zelfs voorbereiden op z’n vertrek uit Budapest.
Intussen blijft Horthy ook nú nog z’n eigen politieke lijn volgen en begin september 1944 maakt hij z’n vast-beslotenheid om een eerbare weg uit de oorlog te zoeken duidelijk in o.a. een brief aan de nieuwe min.v. buitenl.z. Gusztáv Hennyey, waarin hij in vertrouwen schrijft: ”Als staatshoofd ben ik verantwoordelijk voor mijn land en volk. Het is mijn voornaamste plicht om het land en zijn bevolking te redden van de ondergang, speciaal omdat er niet het geringste vooruitzicht op een overwinning is. Ik wil onnodig bloedvergieten voorkomen en men land ervoor behoeden oorlogstoneel te worden”. [Sakmyster, 361, Gosztony, 31].
Bovendien blijkt al gauw dat het Rode Leger [na enig oponthoud] zeer snel kan oprukken naar de zuidelijke Karpaten en in het zuiden van Transylvanië. Het wapenstilstandsakkoord dat Roemenië met de Sovjets sluit laat ook zien waar Hongarije aan toe is: Door de geallieerden, door Moskou en Boekarest wordt het verdrag van Wenen uit 1940 [waarbij Hongarije het noorden van Transylvanië terug kreeg] als ongeldig, van nul en geen waarde beschouwd. Bij de vrede zal, zo staat er, "Transylvanië of het grootste deel ervan aan Roemenië terug komen". [o.a. Montgomery, 204 /205]. Het is overigens allang duidelijk dat de geallieerden hun bondgenoten Benes [Tsjechoslowakije] en Tito [Joegoslavië] nog veel minder voor het hoofd willen stoten, en dat dus ook Opper-Hongarije en de Bácska teruggegeven zullen worden aan deze landen. De Hongaarse grenzen van Trianon van 1920 zullen zo goed als zéker na de oorlog worden hersteld. In naam van Horthy moet vanaf 29 augustus de nieuwe premier, generaal Géza Lakatos [1890 – 1967], een beroepsofficier, legeroverste en vroegere opperbevelhebber van het eerste leger, maar zonder enige politieke ervaring, nu de Hongaarse soevereiniteit herstellen, een einde aan de Jodenvervolging maken, Hongarije uit de oorlog halen en een wapenstilstand met de geallieerden proberen te bereiken, kortom: hij moet redden wat er nog te redden valt [Horthy, 275], maar het is óók tot in de hoogste kringen in Budapest bekend dat er al enkele jaren lang weinig of niets meer in Hongarije aan de Duitse controle kan ontsnappen....
Moet Lakatos in feite dus niet proberen om het onmogelijke alsnog te bereiken, n.l. Hongarije uit de oorlog te halen èn de onafhankelijkheid te herstellen, in het voetspoor van de mislukte politiek van zijn voorgangers Teleki [zelfmoord] en Kállay [ondergedoken]? Hongarije is n.l. in Duitse ogen bezig met een gevaarlijk spelletje. Het lijkt er immers op dat de Hongaarse regering [Horthy] toch opnieuw veel meer haar oor te luisteren legt bij voorzichtige en gematigde groepen in het land zelf en geen flinke stappen richting geallieerden durft te ondernemen. Een nieuwe nota van de neutrale gezanten in Budapest van 21 augustus 1944 pleit immers voor hetzelfde waar Horthy zelf ook de nadruk op legt: De deportaties van Joden uit het land moeten stoppen, Hongarije's reputatie staat op het spel, en het land moet terugkeren tot haar beschaafde en humane tradities.
Kort tevoren heeft Horthy ook al weer met Veesenmayer overlegd en hem verzekerd dat Hongarije de strijd aan Duitse zijde zal voortzetten! [Juhász, 299]. Ook wil Horthy dat er veel meer Duitse troepen naar het oosten van het land, het Karpatengebied, worden gestuurd, om de Russen weg te krijgen, en om dus tijd te winnen.
Intussen kan hij dan wellicht toch weer contact met de geallieerden opnemen. Het aftredende kabinet komt dan nog één keer bijeen, en de ondermin.v.buitenl.z. Jungerth-Arnóthy geeft dan o.a. een verslag van de westerse reakties op de houding van Hongarije: het is duidelijk dat Hongarije snel aktie moet ondernemen.
Men [Horthy!] trekt in Budapest echter een volkomen foute analyse, en gaat er n.b. vanuit dat Hongarije zolang mogelijk de Roemenen en de Russen moet tegenhouden, en dan op de komst van de westelijke geallieerden kan wachten. [Juhász, 300]. Het zijn dromen, illusies, maar het is duidelijk dat Horthy en een aantal andere Hongaarse politieke leiders zelfs nú nog steeds hopen op een bevrijding door het westen, en een "bevrijding" door het oosten, door de Sovjets, bij voorbaat al beschouwen als bezetting. Horthy en de zijnen schijnen zélfs nog steeds te denken dat de westelijke geallieerden het liefst zouden zien dat Hongarije aan de zijde van de Duitsers de Russen tegenhoudt. [Derogy, 86]……
Eden, de Britse minister van buitenlandse zaken, laat echter op 9 augustus 1944 een memorandum verschijnen, waarin staat dat Londen ervan uitgaat, dat Hongarije na de oorlog een sleutelrol m.b.t. de Sovjet-politiek in Midden-Europa kan spelen. Er is, zo stelt men al vast "some risk of conflicts between British and Soviet policy in Hungary". Er bestaat n.l. de mogelijkheid dat de Sovjets een revolutionair regime als dat van de Radenrepubliek van Béla Kun van 1919 zullen willen herstellen en Eden wenst dat toch eigenlijk te voorkómen. Londen moet dus ook initiatief tonen en voorstellen voor een wapenstilstand doen aan Hongarije. Die voorstellen "om een voorwaardelijke wapenstilstand met Hongarije te bespreken, omdat een regeling van de Hongaarse kwestie niet los gezien kan worden van het lot van Roemenië", worden op 11 augustus 1944 aan Washington en Moskou gedaan, en Amerika verklaart zich op 15 augustus ook hiervoor. Al eerder, in juli, hebben de Amerikanen ook al eigen plannen met betrekking tot een wapenstilstand met Hongarije ontwikkeld, en zij hebben deze plannen op 15 augustus ook aan de Britten doorgestuurd.
Alle van 1938 tot 1941 bezette gebieden moeten door Hongaarse ambtenaren en militairen worden ontruimd, en het hele land moet ter beschikking van de geallieerden komen. De geallieerden moeten over alle wettelijke rechten kunnen beschikken, en Hongarije moet alle troepen, militair materieel, archieven, energiebronnen en installaties en verbindingen waaraan de geallieerden behoefte kunnen hebben, ter beschikking stellen.
Hongarije zal oorlogsmisdadigers uitleveren, politieke vervolgden in vrijheid stellen, en zich verplichten tot herstelbetalingen. Dan zullen de onafhankelijkheid en soevereiniteit van het land -binnen de grenzen van 31 december 1937- worden gegarandeerd. Het Hongaarse volk moet, aldus de Amerikanen en Britten in jui/augustus 1944, zelf over z'n regeringsvorm kunnen beslissen, als de Sovjet-Unie Hongarije zou bevrijden: duidelijk wordt dit gesteld, omdat namelijk eerdere Hongaarse regeringen de vrees hadden dat Hongarije geheel van de Sovjets afhankelijk zou worden. [Sütő, 168/169]………. Als Hongarije op tijd verzet biedt, en de Duitsers in de steek laat, een demokratische regering opzet die tegenover de Verenigde Naties vriendschap betoont, en tegen de Duitsers aan geallieerde kant de wapens opneemt, hoeft dat land niet geheel te worden bezet, en kan er een meer evenwichtige grens met Roemenië komen. Formeel heet het: "De mogelijkheid tot territoriale regels ten gunste van Hongarije blijft, Hongarije zal onderhandelen met Tsjechoslowakije en Joegoslavië betreffende grenscorrecties, en ook is een etnisch meer rechtvaardige grens met Roemenië mogelijk. Maar Hongarije kan niet het hele gebied van het Tweede Scheidsgerecht van Wenen [van 30 aug. 1940] houden". De Britten hebben op 25 september 1944 ook nog eigen voorstellen gedaan, maar die wijken van boven genoemde weinig af. [Sütő, 171]. Als Hongarije echter samen met Duitsland blijft doorvechten tot het einde [d.w.z. tot de capitulatie van Duitsland] gelden deze plannen niet! [Juhász, 301/302]. Het is met andere woorden nog niet geheel duidelijk wat er precies zal gebeuren bij de bevrijding/bezetting van Hongarije door de geallieerden. Maar wel is zeer duidelijk dat er veel afhangt van de houding van de regering in Budapest! Deze regering is echter nog afhankelijk van de Duitsers èn houdt zelfs vast aan de oorlog tegen de Russen.....
’Want, al zag Horthy een nederlaag voor zich, toch kon hij een sovjet-overwinning niet aanvaarden als onvermijdelijk. Hij en de grote meerderheid der Hongaarse officieren hielden vast aan de hoop dat Duitsers en Hongaren het Rode Leger lang genoeg van zich konden afhouden zodat Britse en Amerikaanse troepen het westen of zuiden van Hongarije konden bereiken. Dan betekent de bevrijding dus geen exclusief-sovjet operatie, en dat zou het voor Horthy mogelijk maken om zijn belofte aan Hitler na te komen en de Duitsers te informeren dat Hongarije een afzonderlijke vrede zocht. De Wehrmacht zou dan de mogelijkheid krijgen om zich ongehinderd terug te trekken. Op deze manier zou Hongarije, aldus dacht Horthy, het eervolle voorbeeld van maarschalk Mannerheim in Finland volgen, liever dan de ’verraderlijke’ politiek van koning Michaël van Roemenië’. [Sakmyster, 361]. Deze plannen lijken echter vooral gebaseerd op een hersenschim en op illusies! Het is meer een poging om het onvermijdelijke tòch nog af te wenden.
Dat deze houding van Horthy niet ’deugt’ is ook duidelijk voor de ex-diplomaat Ullein-Revitzky, die vanuit Stockholm op 20 augustus 1944 nog eens een brief schrijft aan Miklós Horthy jr. Hij is ervan overtuigd dat de Hongaren moeten breken met de Duitsers en verzet moeten bieden aan de bezetters.
"Wij moeten aan de goede kant gaan staan, dán pas verdienen we krediet van die kant. Maar, helaas, van verzet op grote schaal is in Hongarije eigenlijk geen sprake. We wisten steeds maar één excuus hiervoor te bedenken: het bolsjewistische gevaar. Maar als we ons steeds haasten om de Duitsers een plezier te doen en de Russen aanvallen, zal dat gevaar verschrikkelijk worden, als we ons echter verzetten tegen de Duitsers zal het tot bijna niets worden gereduceerd. We moeten dus nog een laatste poging doen om onze goede naam bij de overwinnaars terug te winnen. Het volgen van de Duitsers leidt alleen naar de catastrofe. Dan zijn we verloren", aldus Ullein-Revitzky. Horthy is volgens Ullein-Revitzky de enige die nog kan handelen en hij, de regent, moet via de radio een boodschap aan het volk sturen waarin hij oproept om met de Duitsers te breken, en het nazi-juk af te schudden. [Ullein-Revitzky, 205/209].
Het zal weldra blijken dat Horthy -die intussen nog slechts een handjevol betrouwbare adviseurs om zich heen heeft- niet onwillig is om deze weg te volgen, maar dat hij eigenlijk niet meer de macht heeft om zijn gang te gaan: het land heeft immers al zovele jaren niet de kracht om een eigen gekozen weg te gaan en is vanaf maart 1944 niet meer een onafhankelijke staat te noemen!……. Ondanks alles roept Horthy zelfs de voor hem al vele jaren mínst betrouwbare politieke leider, Szálasi, nog op 29 augustus bij zich op audiëntie omdat hij hoopt dat de Pijlkruisers het proces dat hij voor ogen heeft, niet verstoren. Hij vermaant hem dus: ’De oorlog is weldra voorbij en je moet tijdens de komende crisis op een patriottische en construktieve manier handelen!’. Maar ook nu weer besteedt Szálasi geen enkele aandacht aan Horthy, maar herhaalt z’n oude verzoek: ’Benoem míj tot premier!’ Horthy verwerpt dat natuurlijk evenals het aanbod van Szálasi om als ‘speciale afgezant’ bij Hitler te bemiddelen!! Wéér moet Horthy tot de conclusie komen: Szálasi is óf een idioot óf een fantast, en hij stuurt hem al snel weg. ’Met die man kun je niet praten’ aldus Horthy tegen Ambrózy. Szálasi zelf gaat echter weg met het idee: ”Horthy gelooft niet meer in de Duitse overwinning en is een marionet in de handen van Bethlen en de Engels-Joodse bende!”
Hij wil niets meer met Horthy te maken hebben, en al op 31 augustus [twee dagen na z’n audiëntie bij Horthy] overlegt hij in het diepste geheim met Veesenmayer en de SS over de mogelijkheid om aan de macht te komen met Duitse hulp….. Daartoe is Szálasi bèst bereid. [Blackbook, 329]. Het vertrek van Eichmann uit Budapest één dag eerder is dus van weinig betekenis; z’n rol is nog niet uitgespeeld…... Men is in Budapest in officiële kringen natuurlijk ook niet goed op de hoogte van de Duitse plannen. Terwijl men in kringen rond Horthy de Duitsers kwijt wil, willen de Duitsers de regent kwijt en vertrouwen hem allang niet meer. Midden september vermoedt Horthy wat er aan de gang is, en beveelt de arrestatie van Szálasi, maar die is al op het Duitse gezantschap in veiligheid… [Sakmyster, 362]. De conclusie hiervan kan alleen maar luiden dat Horthy slechts vergeefs opnieuw deze ’idioot of fantast’ heeft aangehoord, en dat wekt bij de regent nog meer verachting voor die machtswellustige dromer, die marionet van de Duitsers. [Nagy-Talavera, 219].
Deze door velen gehate fantast [maar bij veel anderen juist vereerd als Leider!] Ferenc Szálasi zit intussen niet stil. Hij is door intellectuelen [en door Horthy] altijd al beschouwd als een vreemde en gevaarlijke dromer, en geminacht door vrijwel alle andere fascistische leiders, maar op straat heeft hij heel wat aanhangers. Hij is de ènige die ooit massa's mensen van extreemrechts heeft weten te organiseren en in 1944 acht hij opnieuw zijn tijd gekomen. Alle andere Hongaarse rechtsradikale en extremistische 'leiders' zijn tenslotte immers door de Duitsers afgedankt. Ook steeds meer arbeiders ["de massa, de straat"] komen voor Szálasi in beweging.
Leden van de "Nyilaskeresztes Párt - Hungarista Mozgalom", de Pijlkruiserspartij [NK], worden in Budapest door de Duitsers nu ook van wapens voorzien, pamfletten worden in grote hoeveelheid door Duitse vliegtuigen verspreid, en Szálasi zelf wordt met enkele andere leiders van de NK dag en nacht verborgen gehouden en bewaakt in door de Duitsers streng bewaakte en bezette huizen. [Blackbook, 331]. Tenslotte blijft Szálasi tot 15 oktober 1944 ondergedoken in het hoofdkwartier van de SS in Budapest, in de Werbőczi utca.
Elke dag levert nu intussen meer spanningen op tussen de Duitsers en Horthy èn tussen Horthy en zijn kabinet. De plannen van het nieuwe Hongaarse kabinet van de voorzichtige generaal Lakatos maar ook die van het Hongaarse staatshoofd staan immers nu, in het vroege najaar van 1944, haaks op de Duitse plannen. Horthy c.s. zitten -symbolisch voor het hele land- bijna letterlijk nu tussen twee vuren. Men wil de Duitsers kwijt, verwacht geen ommekeer meer in de oorlog, maar is tegelijkertijd machteloos tegenover die Duitse bezetters.
Toch heerst er binnen b.v. het kabinet en in kringen van officieren [maar ook bij veel burgers] zéér veel skepsis of tegenzin m.b.t. een ‘aparte vrede’ met de geallieerden, met name omdat intussen het Rode Leger in aantocht is en dat wijst er onvermijdelijk op dat het land weldra te maken zal krijgen met de Sovjet-Unie en met een Russisch, communistisch regime, dat door vrijwel niemand in Hongarije wordt gezien als ‘bevrijder’….
Toch wordt er intussen in het diepste geheim door de hoogste Hongaarse autoriteiten wel opnieuw overlegd met de Sovjets, want "de Hongaarse regent weet heel goed dat het sukses van de diskussies met de Russen grotendeels afhangt van het verzet dat men in Hongarije toonde". [Blackbook, 313]. Intussen blijft men in Budapest ook nog steeds koortsachtig zoeken naar contacten met de westelijke geallieerden, maar dat wordt in Londen uitgelegd alsof Hongarije toch nog steeds probeert "to play off the Anglo- Saxon powers against Russia". Duidelijk moet immers zijn dat Hongarije zich aan de drie geallieerde mogendheden -inclusief de Sovjet-Unie- ònvoorwaardelijk zal moeten overgeven. De geallieerde Grote Drie hadden hun houding nog eens bevestigd in een verklaring van 12 mei 1944. Ze maken zich klaar voor de bevrijding van de Duitse satellieten, willen het verzet hier stimuleren en accepteren alleen een capitulatie zonder voorwaarden.
Men heeft wel geconstateerd dat ook het Hongaarse volk ten gevolge van de fatale politiek van z'n leiders de vernedering van een Duitse bezetting moet verdragen, maar Hongarije, Roemenië, Bulgarije en Finland moeten weten, dat de totale nederlaag van de nazi's onvermijdelijk is, en dat hún politiek en hún houding van het ogenblik op belangrijke wijze bijdraagt om de Duitse oorlogsmachine te versterken. Ze kunnen echter de strijd in Europa verkorten, het aantal slachtoffers verminderen, en bijdragen aan de overwinning van de geallieerden als ze ophouden met de oorlog door de samenwerking met Duitsland te beëindigen, en met alle mogelijke middelen weerstand bieden aan de nazi-troepen. Genoemde landen worden ook verantwoordelijk gehouden voor hun samenwerking met Duitsland, en hoe langer die doorgaat, deste meer moeten ze fatale konsekwenties en strengere vredesvoorwaarden aanvaarden. "Hongarije en de andere landen moeten zelf [!] beslissen of ze de onvermijdelijke victorie van de geallieerden willen vertragen of dat ze zelf aan deze victorie wensen bij te dragen....". [Sütő, 164/165]. Horthy besluit -na 28 augustus, als Bakách-Bessenyey besluit niet langer bemiddelaar te zijn- nu zelf te handelen, via vertrouwelingen, raadgevers, familieleden, enkele ministers en generaals [Sütő, 180] en hij ontvangt nu zelfs ook een aantal ‘linkse’ oppositieleiders, zoals ds. Zoltán Tildy en Árpád Szakasits.
Al heel snel daarna, op 1 september 1944, verzoekt de Britse regering aan de Amerikaanse en Russische regering om de Hongaren in te lichten dat de geallieerden klaar zijn om aan Horthy's gevolmachtigden de wapenstilstandsvoorwaarden te overhandigen. Wat de Britten betreft kunnen de onderhandelingen in Italië plaatsvinden, maar de Amerikanen en Russen willen eventueel ook elders praten.
Pas op 20 september komt er vanuit Moskou een antwoord: Moskou stemt ermee in dat dit aan Horthy wordt meegedeeld en intussen heeft er dan al contact plaatsgevonden tussen Hongaarse afgezanten van Horthy en Sovjet-diplomaten. Ook hebben zich intussen al vele veranderingen in en rond Hongarije voorgedaan.
Aan de andere kant heeft het kabinet van de nieuwe premier Lakatos op haar eerste zitting al besloten om n.b. de oorlog met de Sovjet-Unie voort te zetten, en daarom nemen de Duitsers nog geen maatregelen tegen Hongarije. Wel wordt de Duitse stafchef Guderian einde augustus 1944 naar Budapest gestuurd, om naar de bedoelingen van de Hongaren te informeren, en om Horthy aan te moedigen om de oorlog aan Duitse zijde voort te zetten. Guderian belooft nu dat Hongarije zal worden beschouwd als "deel van de Vesting Duitsland", en dat dat land ook als zodanig zal worden verdedigd: wanneer ‘de vijand’ eenmaal Hongarije in handen heeft staat hij immers bij Wenen! Ook doet hij toezeggingen aan de Hongaarse regering over Duitse troepenversterkingen naar Hongarije…...
Hij en de andere Duitse leiders weten echter alles wat er zich in politiek Budapest afspeelt. De opmerking van Horthy tegenover Heinz Guderian dat "men in de politiek altijd meer ijzers in het vuur moet hebben" is voor de Duitse stafchef bijvoorbeeld meer dan duidelijk: "Ik wist genoeg; deze ervaren politicus [Horthy] had meer ijzers in het vuur of geloofde tenminste die te hebben. Een positief beeld [over het nieuwe Hongaarse beleid] heb ik niet kunnen krijgen, en ik moest dit ook aan Hitler melden", aldus Guderian later op blz. 334 in zijn memoires. [Gosztony, 40]. Naar aanleiding van de Duitse belofte om troepenversterkingen te sturen besluit men in Budapest, dat -wanneer die versterkingen komen- ook het Roemeense Zuid-Transsylvanië zal worden aangevallen. Hongarije wordt, zo heet het, ”nu meer dan ooit van Roemeense zijde bedreigd want Roemenië vecht sinds 23 augustus aan de zijde van de vijand, van de Sovjets, en Roemeense troepen zijn al door de Karpatenlinie gebroken”. Van die Duitse troepenversterkingen komt overigens niets terecht.
De moeilijkheden zijn dus enorm. Verdere verliezen, gebrek en improvisatie staan voor de deur. De Duitsers hebben bovendien weinig vertrouwen in de Hongaren die nog met hen meevechten. Het Derde Hongaarse Leger o.l.v. generaal Heszlényi zal 300 km. front moeten verdedigen, en het Tweede Hongaarse Leger van generaal Lajos Dálnoki-Veress zal Noord-Zevenburgen moeten verdedigen. Het lijkt er bovendien op dat Horthy nog een laatste poging wil wagen om te wedden op het paard van de westelijke geallieerden, want hij zegt op 1 september dat hij van mening is veranderd, en "alleen met het westen wenst te onderhandelen".
Bij Hongaarse militaire en politieke leiders blijft dus tot het laatste toe de mening bestaan dat men de komst van de Russen moet vertragen en alles moet voorbereiden op de eventuele komst van de westerse geallieerden. [Sütő, 178]. Toch wordt Horthy al gauw gedwongen zijn plannen weer op te geven: Vanuit het westen verneemt men immers niets, en vanuit het oosten komen alleen maar berichten over een snelle opmars van de Sovjets, samen met Roemeense troepen, in de richting van Hongarije, naar het westen…….
De op 4 nov. 1944 door de Duitsers opgeblazen Margitbrug
Daarom roept het Hongaarse staatshoofd op 7 september een aantal leden van het kabinet en anderen die hij vertrouwt, bijeen [de Kroonraad], en deelt hen mee dat hij de tijd gekomen acht om een bestand aan de geallieerden te vragen. De Sovjets komen immers in een snel tempo naar Hongarije, maar ook nu nog blijkt opnieuw in welk een wereld van illusies men in de Koninklijke Burcht van Budapest leeft. Horthy opent de vergadering zelf en deelt mee: De vijand staat aan de poorten van Hongarije! Hij wil daarom een bestand zoals Finland eerder sloot! Hij wil de Duitsers niet bedriegen en zal hen berichten vóór z’n besluit, maar hij is nu overtuigd dat ’men -naar de woorden van Bismarck- niet de natie moet opofferen voor de loyaliteit aan een bondgenoot en voor hem is het duidelijk dat Hongarije minder strenge voorwaarden kan krijgen als er op voorhand een akkoord is met de Russen. Toch zijn verschillende ministers vrij negatief en staan zelfs onsympathiek tegenover deze voorstellen, en dat verrast Horthy op een onplezierige wijze. Premier Lakatos stelt daarom voor: het parlement moet maar beslissen, maar Horthy is het hiermee oneens! Verschillende parlementsleden zijn immers gearresteerd en er zijn velen die niet openlijk kunnen spreken! Hij zelf moet en wil als opperbevelhebber dus beslissen! Het sterkste verzet komt nog van de twee [genoemde] pro-nazi-ministers, die de situatie ”helemaal niet zo dramatisch” vinden, en één van hen, Reményi Schneller [maar ook andere ministers] denken aan oktober 1918, en zien een groot gevaar: soldaten zullen de wapens overgeven en een catastrofe staat dan voor de deur!
Een meerderheid is dus tegen Horthy, maar dan wordt een compromisoplossing gevonden door gen. Csatay: binnen 24 uur stuurt Hongarije een ultimatum aan de Duitsers waarin het eist: binnen 24 uur moeten er 5 tankdivisies naar het oosten van Hongarije komen om het land te helpen tegen de sovjets! Zoniet, dan kan Hongarije om vrede vragen! Hoewel Horthy denkt dat de Duitsers nooit de voorwaarden van het ultimatum zullen aanvaarden, legt hij zich bij deze oplossing neer. [Sakmyster, 362/363]. Dit bericht wordt nog op 7 september aan Veesenmayer overhandigd, en ‘men’ rekent erop dat de Duitsers steun zullen toezeggen: de strijd tegen het oprukkende bolsjewisme is hen immers heilig……..
Veesenmayer informeert Lakatos de volgende dag en zegt dat Hitler Hongarije als Reichsgebiet ziet en binnen enkele dagen zullen het nodige materieel en de troepen komen. Dat is voor Lakatos en Vőrős en meeste ministers genoeg en na lang kabinetsberaad is men het eens: Hongarije moet ten koste van alles doorvechten om de sovjets tegen te houden, omdat anders [’zie Roemenië’] de bolsjewisering van Hongarije dreigt. Áls de nederlaag dan komt, zal men alles doen om óók Britten en Amerikanen als bezetters van het land te krijgen! De zienswijze van premier Lakatos is hierbij wel typerend: “Als ik maar ¾ van het land voor een sovjet-invasie kan behoeden, heb ik niet vergeefs geleefd”… ”This profound fear of a Soviet occupation was widespread in the Hungarian political establishment, but especially so among the military officers, who were convinced that if Stalin triumphed they and their families would meet the same fate as the Polish officers in the Katyn forest massacre….”[Sakmyster, 363/364]. Aan de geallieerden meent men zelfs nog eisen te kunnen stellen: zij mogen alleen strategisch belangrijke punten in het land bezetten, geen Roemeense of Joegoslavische [Servische] troepen in Hongarije gebruiken, het Hongaarse bestuursapparaat en politie en gendarme moeten in takt worden gelaten om de orde te handhaven en tenslotte moet aan de Duitse strijdmacht ongehinderd gelegenheid worden gegeven zich terug te trekken. [Juhász, 303, Sütő, 178/179].
Iets eerder heeft Bakách-Bessenyey, die had moeten bemiddelen bij de geallieerden, van min.v.defensie Gusztáv Hennyey ook nog gehoord dat Hongarije tot elke prijs de Karpatenlinie samen met de Duitsers wil verdedigen en alleen met de westerse mogendheden een wapenstilstand wil sluiten. Hennyey vraagt aan de voormalige gezant n.b. nog of de geallieerden een Hongaarse aanval op Roemenië [Zuid-Transylvanië] wense-lijk vinden.... Het is wel een toppunt van illusies, van onwerkelijke dromen. Bovendien lijkt alles erop dat Horthy het zelfs ook nog in dit kritieke stadium van het hoogste belang acht om de Duitsers te informeren over zijn plannen, omdat hij zich nog steeds aan z'n eed van loyaliteit aan de Duitse bondgenoot gebonden voelt.... Ook wenst Horthy eigenlijk de instemming met z'n besluit van het parlement of ten minste van het hele kabinet [Juhász, 304], maar sommige adviseurs raden dat toch af: het parlement kan men niet meer serieus nemen en het kabinet blijft -o.a. door de beide pro-Duitse ministers- onderling verdeeld. Voor de Duitse bezetters is overigens weinig of niets geheim gebleven.
Horthy roept ook nog de kroonraad bijeen, maar ook dat kan alleen maar uitstel van een onvermijdelijke en dramatische beslissing betekenen! Tot in de allerhoogste kringen blijft men in Budapest blijkbaar hinken op twee gedachten: men wil het de Duitsers niet al te moeilijk maken èn men wil met de geallieerden tot een akkoord komen. Bovendien heeft men b.v. in het kabinet blijkbaar nog steeds niet door dat de Sovjet-Unie nooit buiten schot kan en zal blijven. Vage illusies over althans het deelnemen van Britten en Amerikanen aan een bevrijding van Hongarije blijft men echter in Budapest koesteren en tot het laatste toe blijft Hongarije dus ook duidelijk zeggen door wíe men bevrijd wenst te worden. "Om een wapenstilstand te moeten vragen is altijd bitter, maar dat Engelsen en Amerikanen ons naar de Russen verwezen, en alléén naar de Russen, verleende deze noodzaak het karakter van een echte tragedie, waarin het noodlot bóven 's mensen willen en wensen haar gang gaat", aldus Horthy later in zijn memoires. [Gosztony, 40].
Op 7 september 1944 krijgt men bericht dat vijf Sovjet-tankdivisies oprukken en dan roept Horthy zijn stafchef en de ministers bij zich: Hongarije is, aldus de regent, niet langer in staat zich te verzetten. [Horthy, 276]. Intussen wordt dan het noordwesten van Roemenië [Transylvanië] bevrijd [bezet] maar de snelheid ervan valt tegen. Het Duits-Hongaarse leger kon zich ordelijk terugtrekken met een flinke buit van 200 tanks, ± 150 stuks artillerie en 2.000 krijgsgevangenen. [Pierik, 55/56].
Andere berichten spreken echter van de hoop in het Hongaarse kabinet dat de Duitsers de beloofde hulp in feite toch níet zullen geven, en dat zal dan voor Horthy een goed excuus vormen voor het vragen om een wapen-stilstand. [Blackbook, 328/329]. De ministers zijn het op 8 september hierover ook eens: Hongarije vraagt om een voorwaardelijk bestand. Alleen de minister zonder portefeuille Béla Teleki, die zelf Zevenburgen in het kabinet vertegenwoordigt, wenst een onvoorwaardelijke wapenstilstand.
Intussen heeft Horthy ook van Ribbentrop bericht ontvangen en deze zegt dat Duitsland weliswaar militaire hulp zal geven, maar dat het Duitse rijk onder geen beding kan aanvaarden dat Hongarije wordt opgegeven, dus b.v. een bestand vraagt. "Het grondgebied van Hongarije heeft voor Duitsland vitale belangen", aldus de dreigende woorden van de nazi-minister. [Juhász, 305]. ”Hongarije behoort tot de Duitse Interessensphäre, en hier is geen omwenteling [een andere politiek dus] gewenst. Binnenlandse onrust zal met alle middelen worden onderdrukt”. [Sütő, 179, Allianz, 100]. De vergelijking van het centraal gelegen Hongarije met de uithoek Finland gaat dus voor de Duitsers absoluut níet op! Veesenmayer voegt er tegenover Horthy nog dreigend aan toe: ”Wij hebben contacten met hoge Hongaarse officieren, zij staan onvoorwaardelijk aan onze kant en een opstand of verzet van Hongaren zal door de Duitsers met alle middelen worden verhinderd”!
Deze Duitse dreigementen én beloften hebben ook nu weer sukses. Ze werken al onmiddellijk: op 8 september trekt de Hongaarse regering haar ultimatum gedeeltelijk al in: de tijdslimiet van 24 uur wordt opgegeven, en "als de Duitsers garanderen dat ze hun beloften houden, is de Hongaarse regering bereid om de strijd voort te zetten en niet overhaast [!] een wapenstilstand aan de geallieerden te vragen".... [Juhász, 305/306]. Intussen sturen de Duitsers, om aan de Hongaarse wens gedeeltelijk te voldoen, vier divisies naar Hongarije om Budapest te beveiligen tegen een Sovjet-aanval. [Nagy-Talavera, 220]. Dit gaat dus tègen de aanvraag van Hongarije in om het land tegen de aanval van de Sovjets en de Roemenen op Transylvanië te helpen verdedigen! De nieuwe Duitse troepen moeten blijkbaar dienen om m.n. in en rond Budapest enige tegen de Duitsers gerichte aktie te verhinderen! [Blackbook, 329].
De volgende dag, 9 september 1944, deelt men aan Bakách-Bessenyey ook mee dat de beslissing van de regering is uitgesteld, vooral vanwege de Duitse bezetting, "die uitvoering van de plannen voor een wapen-stilstand zou hinderen", en de Sovjet-opmars. Maar men laat vanuit Budapest nogmaals weten dat de Hongaarse regering het van fundamenteel belang acht dat het land wordt bezet door Anglo-Amerikaanse troepen! Dat lijkt echter met de dag meer op een hopeloze zaak. Van de komst van Engelsen of Amerikanen op de Balkan is nog geen sprake, en zojuist is Bulgarije zelfs zonder ooit de oorlog aan de Sovjet-Unie te hebben verklaard door de Sovjet-troepen bevrijd [bezet]. Bulgarije stopt met de oorlog op 26 augustus 1944, en hiermee stort het front op de Balkan totaal ineen......
De Duitsers verlaten daarna in september en oktober 1944 snel de Balkan: ze geven Griekenland en Albanië, Macedonië en Servië zonder veel strijd op, en concentreren hun troepen in het dal van de Karpaten, aan de Donau in Hongarije. Het geval Bulgarije toont overigens, volgens Horthy in zijn memoires, enkele jaren na de oorlog [1952/53] geschreven, aan hoe de verhoudingen bij de geallieerden liggen: "Rusland doorkruist alles, en bezet Bulgarije gewoon". [Horthy, 276].
Nooit zullen de Duitsers echter dít land, Hongarije, opgeven, want het is zeker dat de Sovjets dan vrijwel ongehinderd en onmiddellijk voor de poorten van Wenen, en daarmee aan de Duitse grens zelf staan. Bovendien is Hongarije van nu af het enige land in de Duitse ‘sfeer’ dat nog olie levert! Dat maakt dit land tot strategisch zéér belangrijk gebied in de strijd tussen Duitsers en Russen.……..De Duitsers zijn intussen dus al bezig zich in Hongarije stevig in te graven en hun belofte tot steun aan de verdediging van de Hongaarse Laagvlakte leggen ze nu zó uit dat de vier beloofde divisies [zie hierboven] niet naar het front gaan, maar de Hongaarse hoofdstad zullen gaan beveiligen, d.i. omsingelen of verdedigen. De al zeer geringe vrijheid van handelen van Horthy wordt zo nog verder beperkt.
De Sovjets rukken immers steeds meer op naar de grote Hongaarse laagvlakte. Op 8/9 september naderen ze Temesvár [Timisoara] en het Banaat, en op 8 september verklaart de vroegere bondgenoot Roemenië n.b. aan Hongarije de oorlog!.... Dit laatste is overigens een logisch gevolg van het feit dat Hongaarse troepen kort tevoren, nog op 5 september, hebben geprobeerd om zelfs Zuid-Transylvanië te veroveren om zo de Russen en Roemenen tegen te houden. De korte suksessen van begin september 1944 worden aan het einde van deze maand gevolgd door definitieve nederlagen en geheel Zevenburgen moet dan worden ontruimd.
De druk op Hongarije neemt dus snel toe. Op 10 september 1944 roept Horthy de Kroonraad bijeen in een poging om een soort tegenwicht tegen de regering te scheppen, en deze adviesraad van 4 ministers, 3 generaals b.d. en verschillende oud-politici, zoals graaf Bethlen [die al weer -door de Duitsers níet opgemerkt- in de Burcht is gekomen, hetgeen een wonder mag heten!] komt dan bijeen. Horthy zelf opent de zitting met: ”Duitsland heeft de oorlog verloren! Het heeft dus geen nut te wachten op de vijf pantserdivisies van Hitler. Hongarije moet een bestand zoeken om niet langer aan de kant van de verliezer te blijven als de oorlog voorbij is”. Hij zegt ook dat hij een bericht uit Zwitserland heeft ontvangen met het advies om contact te zoeken met de geallieerden, inclusief de Russen, “for Hungary would likely be in the Soviet sphere of influence”…
Horthy stelt voor dat Hongarije snel een bestand sluit op de voorwaarden die Finland eerder kreeg. Men zal dus de Duitsers informeren over de beslissing; als het tij keert zal Hongarije de geallieerden helpen en de oorlog bekorten. Bethlen is het hiermee wel eens en zegt: Hongarije moet snel uit de oorlog gaan, anders wordt het ‘van de kaart geveegd’. De regent moet een delegatie benoemen om naar Moskou te gaan voor onderhande-lingen en elk uitstel betekent een misdaad tegen de natie. Er volgt lang overleg, want niemand is echt tègen de analyse van Horthy maar er zijn wèl veel bedenkingen! Met name de officieren doen niet zo gemakkelijk over het in de steek laten van Duitsland en vertrouwen hebben in contacten met de Sovjet-Unie! Na meer dan vijf uur overleg wordt er tenslotte toch een brede consensus bereikt: Hongarije zal snel contact met de geallieerden zoeken, maar bij voorkeur met Britten en Amerikanen onderhandelen over een bestand. [Sakmyster, 364].
Duitse troepen kunnen dan ongehinderd vertrekken uit Hongarije, maar één kwestie blijft: moeten we deze zaak in het kabinet brengen en hier steun vragen? Bethlen is daar fel op tegen, want ”er zijn verraders in het kabinet die onmiddellijk over alles de Duitsers zullen informeren”. Lakatos en anderen zijn het hiermee niet eens en daarop wordt een compromis gesloten: Het kabinet zal alleen horen dat ”Horthy een definitieve en onver-anderlijke beslissing heeft genomen om een wapenstilstand te vragen”, en degenen die hier tegen ingaan worden ontslagen, zodat het kabinet tòch achter Horthy staat.
Op 10 september 1944 is dus het definitieve besluit in de kroonraad gevallen. Premier Lakatos, min.v.buitenl. z. Hennyey, min.v.def. Csatay, min. Béla Teleki, leider der Zevenburgse Hongaren, de vml. ministers Bánffy en Kánya, de generaals Vilmos Rőder [vml. min.v.defensie] en Vőrős, en met name ook een aantal adviseurs van Horthy zoals graaf István Bethlen, graaf Gyula Károlyi, baron Zsigmond Perényi, graaf Mór Esterházy, en generaal Náday adviseren Horthy in deze zin. Allen zijn het nu min of meer eens met graaf Bethlen -de grand old man van de Hongaarse binnenlandse politiek- dat verder bloedvergieten zinloos is, en dat Hongarije daarom moet proberen om zo snel mogelijk de oorlog te beëindigen, en moet onderhandelen over een bestand.
Men zal, naar het voorbeeld van Finland, de Duitsers wel informeren, maar hen niet melden welke concrete maatregelen men zal nemen. Hongarije zal geen aanvallen meer op Roemenen en Russen doen. [Juhász, 306].
Generaal Náday zal nog naar Italië vliegen en daar een laatste poging doen om met de westelijke geallieerden een akkoord te bereiken. Toch lijkt vooral premier Lakatos, die het kabinet op 11 september inlicht, zeer skeptisch. Hij is zelfs nog meer bang voor een burgeroorlog dan voor oorlogsverwoestingen en eigenlijk zijn ook slechts drie ministers vóór het vragen om een bestand, en de ministers durven zich niet openlijk tegen Duitsland te verklaren, in aanwezigheid van b.v. de pro-Duitse Reményi-Schneller en Jurcsek. Bovendien zijn de Duitsers van alles op de hoogte. Lakatos dient dan ook al op 11 september z'n ontslag in, om z'n kabinet om te vormen, maar Horthy vraagt hem aan te blijven. Ook de Duitsers eisen dat het Hongaarse kabinet nog aanblijft. [Blackbook, 329].
De realistische 70-jarige oud-premier graaf Bethlen krijgt dus gelijk want op 11 september zegt Lakatos: ”Het kabinet sprak over een bestand en is unaniem tegen! Men wil dan veel liever doorvechten tegen het Rode Leger!”, en daarom wil hij aftreden. Toch kon Horthy er niet bij dat niemand hem steunde… en generaal Vőrős waarschuwt Horthy ook nog voor grote verdeeeldheid in het leger en in de hele maatschappij. ‘Sommige officieren zullen hun troepen bevelen dóór te vechten om een zekere dood of exiel te vermijden’, aldus Vőrős. [Sakmyster, 365]. Men wenst voortzetting van de strijd, verwerpt een wapenstilstand, en stuurt zelfs nog de stafchef, generaal Vőrős, naar Hitler om met hem over de militaire situatie te overleggen. [Allianz, 100].
Horthy ziet overigens niets in een nieuw kabinet, want hij denkt dat daarvoor geen tijd is en dat bovendien de Duitsers er tègen zullen zijn! Dan ‘buigt hij maar voor de wensen van het kabinet’, maar hij wil tóch afzon-derlijk, op eigen gezag, vrede proberen te bereiken en zal de regering alleen inlichten als dat onvermijdelijk is! Hij voelt zich persoonlijk verantwoordelijk voor contacten met de vijand, en wil een missie naar Italië en eventueel ook naar Rusland sturen. ’Admiral Horthy faced a formidable task in seeking to negotiate an armistice’ want alles moet geheim blijven voor de Duitsers en hun Hongaarse sympathisanten, maar ook voor de premier en de min.buit.z. en de stafchef. Wel krijgt hij hulp etc. van z’n vrouw, zoon, schoondochter en een handjevol vertrouwelingen. [Sakmyster, 365].
Hongarije legt de wapens echter niet neer, maar houdt wel op met de gevechten tegen Russen en Roemenen, en zal gebieden buiten de grens van 30 augustus 1940 ontruimen: men wenst dus Noord-Zevenburgen te behou-den en men besluit ook om als laatste poging om contact met de westelijke geallieerden te krijgen en generaal Náday naar Rome te sturen. [Sütő, 181]. Inmiddels is echter duidelijk dat de Duitsers in Hongarije nooit stand kunnen houden bij de Karpaten. Het 2e Hongaarse leger olv. generaal Lajos Dálnoki-Veress wordt in de eerste weken van september 1944 uit Noord-Transylvanië verdreven; het gebied der Székler-Hongaren wordt op 14 september 1944 veroverd door de Sovjets en het grote offensief dat door de Duitsers is beloofd, loopt op een mislukking uit.
Het lot van het noorden van Zevenburgen, dat op 30 augustus 1940 weer Hongaars werd, is daarmee beslist. "Het Akkoord van Wenen, met betrekking tot Transylvanië heeft geen kracht van wet, integendeel: wie ooit gebied van Hitler als cadeautje kreeg, kan erop rekenen dat vroeg of laat te verliezen", aldus Radio Kossuth vanuit Moskou al op 7 september 1944. [Bodea-Candea, 83].
Het is duidelijk dat de Hongaarse politieke leiders eindelijk in de gaten hebben dat het land zich in een uiterst benarde situatie bevindt, en dat de tijd steeds meer dringt. Hoe men moet handelen blijft echter tot het laatste moment onzeker: De Duitse overmacht dwingt tot voorzichtigheid, maar het is ook duidelijk dat er niet meer kan worden gewacht. Nog even, en Hongarije zal onverhoopt toch worden fijngemalen tussen de Duitse Wehrmacht en het Rode Leger van de Sovjet-Unie.
De militaire situatie is zonder meer bijzonder slecht te noemen. Hongarije legt militair gesproken geen gewicht in de schaal, het kan niet op tegen de overmacht van de Sovjets, men beschikt over onvoldoende wapens en voorraden, het defaitisme is groot en het moreel van de troepen is slecht. Velen denken: dit is een oorlog tussen Russen en Duitsers, en die wordt toevallig, helaas, op ons grondgebied uitgevochten. [Gosztony, 41].
Dat de Duitse en met hen de Hongaarse troepen er aan het oostelijke front in de zomer van 1944 hopeloos aan toe zijn, beseft men natuurlijk ook steeds duidelijker in kringen van de [sinds maart illegale] linkse oppositie. Door de harde repressie en door de sterk toegenomen ellende van de oorlog neemt de oppositie snel in omvang toe. Talloze bladen en pamfletten lichten de bevolking in over de werkelijke situatie aan het front in de Karpaten en over de gruweldaden van de Duitse bezetters en hun Hongaarse trawanten tegen Joden en verzets-strijders. De voornaamste bladen zijn "Béke és Szabadság" [‘Vrede en Vrijheid’, van de Vredespartij, de communisten], "Ellenállás" [‘Verzet’ van arbeiders en intellectuelen], Szabad Élet [het Vrije Leven], Magyar Élet [Hongaars Leven], Szabad Magyar Szó [Het Hongaarse Vrije Woord], Szabadságharc [Vrijheidsstrijd] en Diákegység [Studenten eenheid]. [Boldizsár, 17].
Ook vindt regelmatig geheim overleg plaats van mensen die zich over de toekomst van het land beraden, o. a. dominee Zoltán Tildy, prof. Albert Szent-Győrgy, de unitarische bisschop Szentiványi [die met een Amerikaanse vrouw is getrouwd], de linkse demokraat János Vázsonyi, de r.k. legitimistische graaf Győrgy Pallavicini, enz. overleggen daarover [Zs. Nagy, 136/137] en vanuit Amerika laten ook Tibor Eckhardt en Otto von Habsburg weten dat Hongarije nu de beslissende stappen moet nemen en om een wapenstilstand aan de geallieerden moet vragen. De tijd dringt immers steeds meer. Geheim overleg van de autoriteiten, van b.v. generaal Újszászi, het hoofd van de afdeling staatsveiligheid van de generale staf, met de linkse oppositie vindt ook plaats. Oproepen van Radio Kossuth vanuit Moskou, van de Hongaarse communisten in de Sovjet-Unie, om tot gewapend verzet en sabotage over te gaan hebben echter in Hongarije geen enkel effekt.
Ook weigeren sociaal-demokratische vakbondsleiders als Lajos Kabók en Sándor Karácsony om illegale aktiviteiten in industriële bedrijven te organiseren en de leider van de Kleine Grondbezitters en van de Boerenbond, Béla Kovács en de gevangen Endre Bajcsy-Zsilinszky weigeren samenwerking met de communisten op de voorwaarden van deze laatsten.
Ook grotere politieke partijen komen weer tot aktie en hier en daar vindt in mei en juni 1944 overleg plaats van vertegenwoordigers van verschillende partijen, zoals Árpád Szakasits [soc.-demokraten], Gyula Dessewffy [FKgP], ds. Tildy, graaf Pallavicini en vertegenwoordigers der vredespartij, de binnenlandse communistische partij, onder leiding van o.a. János Kádár, Antal Apró, Gyula Kállai, F. Donáth, Horváth en László Rajk. [Kovrig, 143]. Naar aanleiding hiervan is in mei 1944 het "Hongaarse Front" [Magyar Front] gevormd van de Vredespartij [communisten], de Sociaal-demokraten en de Onafhankelijke Kleine Grondbezitters [FKgP]. Dit front is een brede demokratische en anti-fascistische beweging, en vanaf 6 oktober sluit de nieuwe "Nationale Boerenpartij" zich ook hierbij aan. Deze laatste partij is veel linkser dan de Kleine Grondbezitters. Al in 1939 is de oprichting ervan aangekondigd, maar pas vanaf 19 september 1944 bestaat de "Nemzeti Parasztpárt" [NPP] formeel. Imre Kovács en Ferenc Erdei leiden deze partij van linkse landarbeiders en kleine boeren die ook veel sympathie vindt in links-radikale, progressieve kringen van intellektuelen.
Toch blijven heel wat aanhangers van de oppositie de communisten wantrouwen. Een proklamatie "Aan de Hongaarse Natie" die in juni 1944 wordt verspreid en waarin weer tot gewapend verzet wordt opgeroepen om de Duitse bezetter en hun Hongaarse aanhangers te verjagen, waarin een afzonderlijke vrede met de geallieerden wordt voorgesteld en waarin de Sovjet-Unie niet de vijand maar juist de verdediger van de Hongaarse onafhankelijkheid wordt genoemd, vertoont -zo denken velen- kenmerken van een exclusieve communistische regie. [Kovrig, 144].
De nazi's [Pijlkruisers] aan de macht in Hongarije, 15. okt. 1944 [NRC-Hbl. 15.10.14]
In de zomer van 1944 neemt het "Hongaarse Front" ook de leuze van de communisten over m.b.t. de boeren: zij moeten niet langer graan voor de Duitse rovers leveren, en de verplichte leveranties weigeren. Ook moeten de arbeiders weigeren te werken voor de Duitse oorlogsindustrie. [Boldizsár, 21].
Toch bestaat er aarzeling bij de burgerlijke partijen [NPP en FKgP] om toe te treden tot het Hongaarse Front: Hun leiders, zoals Tildy en Kovács wantrouwen de communisten en vrezen dat zij de eventuele aanwezigheid van het Rode Leger kunnen gaan gebruiken om een proletarische diktatuur in Hongarije in te stellen terwijl zij zelf zich ondubbelzinnig verklaren vóór een pluralistische en parlementaire demokratie. [Kovrig, 146].
Het "Hongaarse Front" roept ook verscheidene malen op tot verzet tegen de Duitsers: de zaak van Hitler is immers duidelijk een verloren zaak, die strijdig is met het nationale belang van Hongarije. Ook wil men komen tot het organiseren van verzet in het leger. Aan een kapitein van de generale staf, een communist, majoor Győrgy Pálffy [tot 1934: -ősterreicher] [*1909] en een kap. b.d. László Sólyom wordt dit in juli/aug. 1944 opgedragen. [Boldizsár, 20/21].Van een brede en massale verzetsbeweging is in Hongarije echter geen sprake. De Duitsers hebben in de zomer van 1944 het land nog stevig onder controle, de wettige regering heeft voor het gevoel van vele Hongaren nog steeds niet afgedaan, het gezag en het prestige van de Rijksbestuurder, admiraal Miklós Horthy, zijn nog groot, het vertrouwen in zijn persoon is ook nog vrijwel ongeschonden en de angst voor de Russen en voor het communisme is eveneens nog steeds zeer groot…. Van de nieuwe regering van generaal Lakatos verwachten velen zelfs nog in september en oktober 1944 een herstel van vrede en onafhankelijkheid van het land.
De Onafhankelijke partij van Kleine Grondbezitters [Kisgazdapárt], de Sociaal-demokraten en Communisten, steldlen daarom op 8 september 1944 een Memorandum voor Horthy op. Ze wensen een bestand en de vaststelling van demarkatielijnen met de buurlanden. Het Memorandum wordt aan Horthy overhandigd door de hervormde predikant dr. Albert Bereczky in Budapest: ook dat is een teken van vertrouwen in de persoon van Horthy: hij heeft zelfs nog het vertrouwen van de illegale, zgn. "linkse" oppositie!
De communisten, die vanaf 12 september 1944 weer opereren onder de naam "Magyar Kommunista Párt", nadat ze enige tijd onder de naam "Vredespartij" bekend waren, wijzigen nu ook hun taktiek. Het doel der partij is nu "het socialisme" en een demokratisch Hongarije. De communistische partij spoort ook aan tot stakingen, demonstraties en verzet tegen de Duitsers, maar ze heeft nauwelijks sukses. ”De regering-Lakatos geeft weer hoop aan het volk, en vraagt om massale akties van het werkende volk”, aldus het nu weer illegaal verschijnende communistische orgaan "Szabad Nép" [Het Vrije Volk]. László Rajk, secretaris van het centraal comité der partij, wordt ook vrijgelaten uit de gevangenis. Zoals dat ook in andere landen het geval is, wekken de communisten ook in Hongarije in 1944 en 1945 zelf de indruk de enige echte, werkelijke strijders voor vrede en demokratie te zijn. Het communistische blad "Béke és Szabadság" claimt bijvoorbeeld al in juli 1944 de leiding van de arbeidersklasse binnen het "Magyar Front", want dit front, zo schrijft men, vecht ook niet voor een schijndemokratie der bourgeoisie maar voor een authentieke regering door het volk! [Kovrig, 144].……….
Toch hebben de communisten in Hongarije nòch de aantallen nòch de geloofwaardigheid om het verzet te bundelen [idem]. Een aantal communisten is gearresteerd zoals János Kádár, die in april 1944 wilde overlopen naar de partizanen van Tito [Kovrig, 144], anderen zijn gedood zoals Endre Ságvári, die zich in juli 1944 tegen z'n arrestatie verzette, en weer anderen houden zich schuil en zijn ondergedoken.
Ook de niet aflatende propaganda vanuit Moskou, van Radio Kossuth, waar Mátyás Rákosi, Ernő Gerő, en later ook Mihály Farkas de leiding hebben van Hongaarse communistische ballingen, heeft, zoals eerder vermeld, niet zoveel invloed. De agitatie en propaganda, de oproepen tot massaal verzet, tot sabotage en stakingen, tot vorming van lokale verzetsgroepen [nationale comité's] en de miljoenen pamfletten ..... dat alles lijkt slechts aan dovemansoren gericht. [Kovrig, 144]. Een aantal Memoranda van het Hongaarse Front aan Horthy, in de zomer, en in september en oktober 1944 opgesteld, om onmiddellijk een einde aan de oorlog aan Duitse zijde te maken, politieke gevangenen vrij te laten, het Duitse leger in Hongarije te ontwapenen, de oorlog aan Duitsland te verklaren en om b.v. een nationale regering van de demokratische politieke partijen te benoemen, samen met de Sovjets de invallers te verjagen, vakbonden te erkennen, enz., hebben ook geen enkel effect. [Boldizsár, 23].
Men mag aannemen dat Horthy c.s. het met sommige punten wel eens zijn maar dat zij geen mogelijkheid zien om met een kans op sukses tegen de Duitse bezetters op te treden! Ook de eisen van het Hongaarse Front in september 1944 tot betere organisatie van het verzet, tot akties, tot het verstrekken van wapens aan arbeiders in Budapest om bedrijven, bruggen en spoorlijnen te laten bewaken, tot vorming van een coalitieregering van oppositiepartijen en betrouwbare militaire leiders wekken bij Horthy voorlopig slechts aarzeling.
Er wordt wel overleg gevoerd, maar tot de fatale 15e oktober is niets gedaan. Concrete maatregelen worden niet getroffen. [Horthy, 279/280, Sütő, 187]. Ook is er sprake van verzet dat zou moeten komen van o.a. de leden van de Joodse Arbeidsbataljons. "Zo nodig kunnen we 25.000 man bewapenen", zo heet het [Blackbook, 331], maar ook hiervan kan voorlopig nog niets worden verwacht.
Er zijn ook zeer weinig Hongaarse deserteurs in Rusland, en nooit kwam het bij soldaten van de "Koninklijke Hongaarse Honvéd", het leger, op dat er na de oorlog en verandering van regime moest komen. Deze Honvéds zijn bovenal gemotiveerd door angst en haat ten opzichte van de Sovjet-Unie. "Men" verwacht dus in zeer brede kring nog steeds iets van de wettige regering en niet van een of andere anti-Duitse verzetsbeweging.
Toch gaat het Moskouse "Buitenlandse Comité" van de Hongaarse communisten door met indoktrinatie van Hongaarse krijgsgevangenen, met training van vrijwilligers enz., en het roept in mei 1944 in naam van het "Hongaarse Nationale Onafhankelijkheidsfront" partizanen op [idem] en inderdaad is er dan, augustus/ september 1944, voor het eerst ook sprake van enige aktiviteiten van partizanen in sommige delen van Hongarije, van de Rákóczi-brigade en de Petőfi-groep in Opper-Hongarije, in Ruthenië en in de Bácska. In dit laatste gebied zoekt men ook contact met de partizanen van Tito. Ook is er sprake van sabotagedaden [sept. 1944] in enkele industriële bedrijven en mijnen in Csepel en in Miskolc-Diósgyőr: men verzet zich hier tegen dreigende ontmanteling. [Kovrig, 145].
In het algemeen is de sfeer in Budapest onder Lakatos in augustus en september 1944 wel verbeterd en ‘men’ heeft meer vertrouwen gekregen dat het land dan toch met de oorlog kan ophouden! Honderden Joden in de interneringskampen komen onder persoonlijke bescherming van Horthy en Joden in de stad slaan zelfs geen acht meer op de avondklok en ze verschijnen openlijk op straat! Wallenberg zet z’n inspanningen op een laag pitje en brengt z’n staf terug van ± 400 tot ongeveer 100 medewerkers. De avondklok wordt officieel verlaat van 8 tot 8 uur, de synagoge wordt heropend en velen verwachten en hopen op een snel einde van de oorlog terwijl er ook in Budapest geruchten gaan over onderhandelingen met de Russen. [naar: Smith, 70/71].
Het wordt n.l. intussen steeds duidelijker dat ’binnenkort’ ook voor Hongarije het uur van de waarheid zal zijn aangebroken. In augustus 1944 is Roemenië naar de geallieerden overgestapt, in september volgen Bulgarije en Finland, en het front is inmiddels verder opgeschoven tot in het oosten van Hongarije.
Het is echter ook duidelijk geworden dat alle overleg met de Amerikanen [in Zwitserland, via Bakách-Bessenyey] en met de Britten [in Zuid-Italië] tot niets leidt. Steeds weer laten de Verenigde Staten en Groot-Brittannië weten dat Hongarije de oorlog alleen kan beëindigen door de onvoorwaardelijke capitulatie aan de met hen verbonden [geallieerde] Russen die nu aan de grenzen van het land staan.
Voor Horthy persoonlijk, die immers een kwart eeuw eerder aan de macht kwam op basis van zgn. christelijk-nationale en anti-communistische idealen is het bitter om nu aan het communistische Rusland een wapen-stilstand te moeten vragen. "Dat Engelsen en Amerikanen ons alleen naar de Russen verwezen, verleende deze noodzaak [het vragen om een bestand] het karakter van en echte tragedie". [Gosztony, 110].
Het is waarschijnlijk de zwaarste, de moeilijkste beslissing van Horthy's leven geweest en hij moet dan ook als van het grootste krediet voor Horthy worden beschouwd, dat hij nu in staat is om zijn begrijpelijke afkeer van het communisme heen te komen, en zichzelf en z'n eigen verleden te overwinnen, in het belang van zijn land en volk. [Gosztony, 110, Nagy-Talavera, 219].
”Nooit in 25 jaar heeft Horthy zich zó verenigd met het lot van zijn volk als in het tragische en vernederende uur van begin oktober 1944 wanneer hij een persoonlijke brief aan Stalin stuurt, door middel van de Hongaarse delegatie, die om een wapenstilstand vraagt. [aldus de zeer kritische Nagy-Talavera, 219].
Hoewel steden als Temesvár [Timisoara] van 12 tot 16 september, en Arad van 13 tot 19 september nog door Hongaarse en Duitse troepen worden veroverd, is het lot van Transylvanië en van het Banaat, het westen van Roemenië, al snel beslist en Makó aan de Maros in het uiterste zuidoosten van Hongarije, en Nagyszalonta [Salonta] net over de Roemeense grens worden nog in september 1944 door de Sovjets, het Tweede Ukraïnse Front van maarschalk Malinovski, en hun Roemeense bondgenoten bevrijd/bezet.
Men zal, zo als dat vele malen wordt gezegd, en steeds weer wordt herhaald, "de fascistische strijdkrachten van Hongarije vernietigen en dit land in staat stellen om de oorlog aan Duitse zijde te beëindigen". In relatief korte tijd hoopt men de Grote Hongaarse Laagvlakte te kunnen bevrijden om zó op te rukken naar Wenen, en het Duitse Rijk ook nog vanuit het zuidoosten binnen te vallen. [Gosztony, 33/35].
Toch is er geen sprake van een snelle opmars naar het Westen in Hongarije, hoewel Stalin eerder tegen zijn generaals had gezegd: ”Hongarije is het land dat in het centrum van onze belangen staat” en ”na de val van Roemenië bezit Hongarije de sleutel tot de achterdeur van Duitsland in het Zuiden terwijl in het Noorden de hoofddeur tijdelijk onbruikbaar is door de gebeurtenissen in Warschau”. [Mastny, 205].
Maar men weet dat het niet al te moeilijk moet zijn om de Hongaarse vlakte, die men immers "kan overzien", en waar geen sprake kan zijn van partizanenakties of iets dergelijks, in korte tijd te bezetten. Natuurlijke obstakels zijn hier immers niet of nauwelijks en de gebeurtenissen dwingen Horthy, zoals gezegd, nu tot overleg met de Sovjets. Daarom worden, dwars door de frontlijn heen, baron Ede Aczél en een vertrouweling, graaf Vladimir Zichy naar het Sovjet-opperbevel gestuurd, om te onderzoeken welke mogelijkheden er nog zijn voor een bestand en of de Russen wel willen onderhandelen met Hongarije.
Deze missie komt terug op 24 september met een gunstig bericht: ”Ze hebben geen bedoeling om in Hongarije een communistisch regime te vestigen, ze zijn bereid om alle besluiten over grenzen aan de vredesconferentie over te laten en ze zullen niet automatisch alle Hongaarse officieren als oorlogsmisdad. beschouwen”.
Enkele dagen eerder kreeg men in Budapest ook al de zgn. ”Makarov-brieven” in handen, waarvan men toen in de burcht in Budapest dacht: dat zijn de voorlopige vredesvoorwaarden van Stalin aan Hongarije, omdat deze brieven via een sovjet-kolonel, Makarov, liaison tussen Stalin en Slowaakse partizanen, waren overgebracht: Stalin garandeerde hierin de volledige onafhankelijkheid van Hongarije en de territoriale integriteit, [Hennyey, 716, Macartney, Oct. Fifteenth, II, 349/350, Mastny, 206] uiteraard mits er een breuk met Duitsland plaatsvindt en de sovjets vrijheid van beweging in Hongarije krijgen.… Horthy is daarmee dus zeer blij, heeft vertrouwen in de zaak en denkt nu dat het bericht van Aczél en Zichy van 24 september wel ongeveer hetzelfde inhoudt! [Sakmyster, 366, Mastny, 206].
De Sovjets laten nu weten dat de geallieerden zich, als Hongarije snel breekt met de Duitsers, en zich tegen hen keert, niet zullen bemoeien met de binnenlandse aangelegenheden van Hongarije, de onafhankelijkheid van het land zullen garanderen, leger en politie niet zullen ontwapenen, en de kwestie-Transylanië na de oorlog bij een vredesverdrag zullen regelen. Hier zou zelfs een referendum kunnen plaatsvinden. [Mastny, 206]. Dan besluit Horthy, op 18 september 1944, om een Hongaarse delegatie naar Moskou te sturen om over een wapenstilstand te overleggen. Toch wordt ook nu weer geaarzeld en men laat vanuit Budapest merken dat de hoop op een Anglo-Amerikaanse bezetting van Hongarije nog steeds niet helemaal is opgegeven. [Juhász, 307/308]. Zie hieronder.
De Russen -het Tweede en Derde Ukraïnse front onder leiding van maarschalk Tolbuchin- behalen intussen grote overwinningen, en hier en daar lopen nu ook Hongaarse soldaten over naar het Rode Leger van de Sovjets. Op 23 september 1944 bereiken de Russen de Hongaarse grens [van 1920] bij het plaatsje Battonya in het zuidoosten. De oorlogssituatie is nu dus ook in Hongarije ’zeer ernstig’ te noemen.
Midden september 1944 vinden nog eens hevige geallieerde bombardementen plaats op Budapest en op andere steden, het economische leven vervalt en wordt tot een grote chaos, ongeveer 300.000 Hongaren vluchten uit het verloren Noord-Zevenburgen naar het westen, en nog eens 3 à 400.000 vluchtelingen uit het oosten van Hongarije en uit de Bácska [Vojvodina] komen ook naar het midden en westen van het land………
Duitse troepen vernietigen bij hun terugtocht alle objecten van militaire waarde, maar ooggetuigen berichten ook over beestachtige, barbaarse en gruwelijke roof en plunderingen door Sovjet-soldaten. Verkrachtingen op grote schaal en wraak op de burgerbevolking roepen vrijwel vanaf het begin dus al vrees en twijfel bij elke eerlijke Hongaar op omtrent het ware karakter van deze 'bevrijding'. Het volkomen machteloze Hongarije wordt zowel door Duitsers als door Russen slechts gebruikt als oorlogsterrein.
Toch laat Bakách-Bessenyey vanuit Bern op 21 september nóg eens weten dat er voor Hongarije nog maar één mogelijkheid bestaat: onvoorwaardelijke overgave. "De Engelsen en Amerikanen zullen ècht niet hun eigen soldaten opofferen om ons van de Russen en hun geallieerden te redden", aldus de diplomaat. Hongarije zal zelf moeten handelen, moeten breken met Duitsland en de oplossing niet van de geallieerden kunnen verwachten. Op hetzelfde tijdstip vindt in Budapest nog een zitting van het [romp-] parlement plaats op 21/22 september 1944, waarop premier Lakatos een rede houdt om zijn politiek uit te leggen. Hij uit zich gematigd ten opzichte van het westen, wil een opening naar de westelijke geallieerden, en spreekt verzoenende, enigszins geruststellende taal tegen de Joden in de hoofdstad. [Blackbook, 330].
Maar nog steeds klampt de politieke leiding in Budapest zich vast aan illusies, dromen en geruchten, en de bittere en keiharde waarheid dringt nog steeds niet door:
1. Hongarije is, naast satellieten zoals Kroatië en Slowakije, de laatste Duitse bondgenoot, en ligt machteloos aan de voeten van de oprukkende Russen, terwijl iedereen wel weet dat Duitsland de oorlog zeker zal verliezen. 2. Tussen de Grote Drie is geen speld te krijgen. Een afzonderlijke vrede met de westelijke geallieer-den is niet meer dan een droom. Daarin is sinds Kállay geen enkele verandering gekomen. Dromen en geruchten over geallieerde landingen in Dalmatië of zelfs aan de oevers van het Balatonmeer kan men beter vergeten. 3. De Hongaarse regering kent de voorwaarden voor een wapenstilstand maar wenst of durft hieraan nog steeds niet te voldoen………..
Van Russische kant kan de Hongaarse houding dus slechts verbazing en achterdocht wekken. Dat kleine Hongarije meent nog steeds te kunnen dikteren door wie het bevrijd wil worden, en probeert dus nog steeds een soort wig te drijven tussen Moskou aan de ene kant en Londen en Washington aan de andere kant.
Toch is deze valse hoop, deze ijdele droom, niet helemaal uit de lucht komen vallen. Ze is nog eens versterkt door b.v. Otto von Habsburg, die in Amerika zijn contacten heeft en samen met Tibor Eckhardt nog in september 1944 een memorandum richt aan premier Lakatos. Hierin staat o.a. te lezen: "De Hongaarse regering moet een delegatie naar Rome [bevrijd Italië] sturen, om betere bestandsvoorwaarden te verkrijgen, zodat het land niet door alleen Russen wordt bevrijd, maar op z'n minst door een gemengde strijdmacht".
Op 15 september 1944 heeft Otto von Habsburg nog een onderhoud met president Roosevelt die hem zegt dat hij instemt met het voorstel van Habsburg om na het tekenen van een bestand n.b. Amerikaanse para's te droppen in Hongarije. Ook Churchill overlegt op 17 september 1944 met Otto, en zegt: "Als Hongarije vertegenwoordigers naar de westelijke mogendheden stuurt kan hij nog iets doen ten bate van Hongarije". [Juhász, 308]. Het is natuurlijk buiten alle twijfel dat Horthy naïef is geweest tegenover Hitler maar wellicht zijn er andere, veel belangrijker politieke leiders, toch ook zeer naïef tegenover Stalin geweest………..
Aan Hongaarse diplomaten zoals Bakách-Bessenyey in Bern en baron Apor in Rome, laat Otto von Habsburg evenwel ook weten dat Hongarije snel moet handelen in verband met o.a. de dreigende Sovjetinvasie. De Hongaarse regering moet onmiddellijk contact opnemen met Amerikanen en Britten ten bate van een onvoor-waardelijk bestand, en samen met de geallieerden tegen Duitsland strijden. "Zo kan Hongarije nog aan een communistische dominantie ontsnappen, en betere voorwaarden bewerkstelligen", aldus Otto von Habsburg. Als Hongarije echter doorgaat met vechten aan Duitse zijde, zal de Hongaarse regering de commu-nistische heerschappij over het land brengen, zo voorspelt hij... Op verschillende punten wordt dit alles door officiële Britse en Amerikaanse documenten in verband met de wapenstilstand later bevestigd.
De werkelijke invloed van de westelijke geallieerden op de gang van zaken wat betreft o.a. Hongarije is echter bijzonder gering en de macht en invloed van de Sovjets [Stalin], de Joegoslaven [Tito] en Tsjechen [Benes] is veel groter. De westelijke geallieerden laten als het erop aan komt Hongarije vallen o.a. omdat de regering van dat land toch nog niet durft te breken met het Duitse rijk: Hongarije zit tenslotte vól met Duitsers, spionnen zowel als soldaten, zo weet iedereen in Budapest. Er blijft voor Horthy tenslotte dan toch niets anders meer over dan om zich tot de Sovjet-Unie te wenden. [Allianz, 101]. Toch waagt men nog een laatste poging om met de westelijke geallieerden in contact te komen, ondanks het feit dat alleen de Russen, en niet ook Engelsen en Amerikanen, voor de deur staan……..
Op 22/23 september 1944 landen veldmaarschalk luit.-gen. István Náday -tot april 1944 commandant van het 1e leger, en toen ontslagen omdat hij de hele Honvéd niet tegen de Russen wenst in te zetten- en de Zuid-afrikaanse kolonel Howie, die in 1943 in Noord-Afrika door de Duitsers gevangen is genomen en naar Hongarije is ontsnapt, en die in juni/juli 1944 verscheidene malen Horthy heeft bezocht, veilig in het bevrijde Zuid-Italië in Foggia, in opdracht van Horthy, aan het hoofd van een geheime Hongaarse missie, maar ook zij krijgen in het geallieerde hoofdkwartier in Casserta te horen dat Hongarije zich tot de Russen moet wenden! "Hongarije ligt in de Russische militaire operatiezone", aldus de boodschap van de geallieerden aan Náday. [Kertész, 82].
Náday dringt er dan namens Horthy nog eens -vergeefs- op aan dat Hongarije door de drie geallieerden wordt bevrijd en zegt dat Hongarije geen nieuwe 'Kleine Entente' [ijzeren ring] wenst. [Sütő, 181].
"Het zou te wensen zijn, dat de Entente de Sovjets ervan overtuigt om Hongarije's grenzen niet te overschrijden", aldus Horthy [Allianz, 101], die er nog eens op wijst dat hij wil dat Hongarije niet uitsluitend door de Sovjets wordt bevrijd [bezet]. "Zal een wapenstilstand Hongarije behoeden voor een invasie van Roemeense en Sovjet-troepen?", zo wil Horthy weten. Als dat n.l. níet zo zou zijn, kan Hongarije beter nog doorvechten want dan blijft het tenminste voor Duitse aanvallen gespaard... [Juhász, 311].
Ook Náday laat nog eens weten dat hij en andere Hongaarse leiders wel beseffen dat het onvermijdelijk is dat Hongarije door de Sovjets zal worden bevrijd maar dat hij toch een matigende invloed van het westen, of deelneming van hen aan de bezetting, op prijs zou stellen.
Vervolgens geeft Howie aan de Britten door dat Horthy bereid is om te vechten tegen Duitsland, maar dat de Duitse bezetting en de controle van de Gestapo op Hongarije volledig zijn! Elke Hongaarse aktie tegen de Duitsers kan alleen maar met geallieerde hulp iets betekenen. De Britten en Amerikanen herhalen echter alleen hun eisen: ze noemen nog eens de voorwaarden, waaraan door Hongarije moet worden voldaan, vóór er aan echte onderhandelingen over een bestand kan worden begonnen. Hongarije moet o.a. de vijandelijkheden tegen de Verenigde Naties [de geallieerden] staken, alle betrekkingen met Duitsland verbreken en de Duitse militairen ontwapenen, de oorlog aan Duitsland verklaren, eigendommen van de Duitsers ter beschikking van de geallieerden stellen, alle maatregelen voor demobilisatie nemen, alle mensen die om redenen van politiek of ras gevangen zitten vrijlaten, alle fascistische organisaties verbieden, oorlogsmisdadigers berechten, herstelbetalingen doen, enz. enz. Ook zal een Geallieerde Controle Commissie voor Hongarije worden benoemd. De Amerikanen vinden het echter niet nodig dat Hongarije bij voorbaat de in 1938/41 verworven [bezette] gebieden ontruimt. [Juhász, 312/313].
Na deze geruststellende berichten uit Rusland en van de Amerikanen vertrekt op 28 september 1944, de dag waarop het plaatsje Battonya als eerste dorp in Hongarije door de Sovjets wordt ingenomen [bevrijd], in het diepste geheim een Hongaarse delegatie dwars door de vijandelijke linies naar Slowakije. In Zvolen [Zólyom] wordt men door een vliegtuig opgepikt en naar Moskou gebracht. Deze delegatie staat onder leiding van kol. generaal Gábor Faraghó, [1890-1953] eerder administratief hoofd van de gendarmerie en voormalig Hongaars militair attaché in Moskou 1940/41, die vloeiend Russisch spreekt en loyaal is aan Horthy. Ze bestaat verder uit Domonkos Szentiványi, een hoge ambtenaar van het ministerie van buitenlandse zaken ["buitengewoon en gevolmachtigd minister"], generaal János Vőrős, de stafchef, en prof. graaf Géza Teleki, de zoon van de vroegere premier. Op het laatste moment gaat Miklós Horthy jr. echter niet mee hoewel hij contacten met de demokratische oppositie en met Joegoslavische partizanen heeft. [Derogy, 95/96] Er zijn in de Hongaarse delegatie dus geen vertegenwoordigers van de 'linkse' burgerlijke, demokratische en antifascistische oppositie partijen opgenomen!
Het getto in Budapest, 1944-'45
De geheime missie vertrekt met een final briefing waarin staat dat Horthy een geallieerde bezetting [van de grote Drie] en een onmiddellijke stop van de vijandelijkheden wenst, en hij hoopt dat de sovjets de Duitsers een vrije aftocht gunnen… Een in het Engels gestelde brief doet hij erbij, gericht aan degene die hij 25 jaar lang beschouwde als de kanker, de pest en de leider van het rijk van het kwaad, terwijl Horthy nu bij Stalin probeert Hongarije vrij te pleiten. Zie hieronder![naar: Sakmyster, 367].
|