< Terug

15. Hongarije tijdens de Opstand van 23 oktober tot 4 november 1956

15.12  De twaalfde dag van de revolutie, zaterdag 3 november 1956.

‘Men zegt dat als een mens doodziek is, hij regelmatig, als het funktioneren van z’n organen bijna normaal lijkt, kort voor z’n dood een dag van euforie ervaart, die hem dan de illusie verschaft dat herstel mogelijk is. In de geschiedenis van de Hongaarse Revolutie was dat 3 november’. [Tibor Méray, Thirteen Days That Shook the Kremlin, 1958].

Er komen nu al dagenlang vooral uit het oosten van het land, b.v. uit de buurt van Szolnok, Debrecen en Nyíregy-háza en bij de bruggen over de Tisza en de Donau, verontrustende berichten over sovjettroepen die zich steeds verder in het land begeven en met tanks en bewapening klaar zouden kunnen maken voor een aanval op b.v. de hoofdstad. Intussen zijn alle belangrijke strategische punten door hen al bezet, óók rondom Budapest, maar van officiële mededelingen is nog geen sprake. Ook schijnen de sovjets zich [nog] niet aktief te bemoeien met de lokale bevolking en haar zaken. De spoorwegen en het telefoonverkeer funktioneren b.v. normaal en over inmenging van de sovjets bij b.v. de levensmiddelenbevoorrading of in winkels in de steden en dorpen is niets bekend.
Bovendien is het in de hoofdstad rustig. ‘Er is in Budapest geen sprake van hysterie. Bussen gingen weer rijden, evenals meer trams. Beschadigde lijnen waren snel hersteld. Mensen werden heen en weer geslingerd tussen hoop en angst, maar de bevolking ‘besloot te doen alsof het een gewone Budapester zaterdag was’….‘Lange rijen klanten die op brood en aardappels wachten zijn er op straat en de huisvrouwen kunnen er zeker van zijn dat ze niet met lege handen thuiskomen. Er is geen sprake van een dreiging van honger in de hoofdstad. In de espressobars kun je zelfs zwarte koffie krijgen en sommigen kunnen al patisseriewaren opdienen. Op de straathoeken bieden verkopers van gepofte kastanjes papieren zakken met warme noten, die zo welkom zijn in deze scherpe kou’ [Méray]. 
Zelfs theaters en bioskopen bereiden zich voor om binnen enkele dagen hun deuren voor het eerst na vele dagen weer open te doen, mensen hebben het erover om weer eens een avondje uit te gaan en van de bibliothecaris van gerenommeerde Széchenyi-bibliotheek komt het verzoek aan het publiek om dingen die aan de revolutie, de mogelijk meest belangrijke gebeurtenis uit de moderne historie, herinneren, zoals dokumenten, te verzamelen om ze te laten bewaren voor later. Men verzekert de gevers dat het materiaal als ‘vertrouwelijk’ beschouwd blijft totdat de overwinning van de revolutie definitief is…..[Gadney, 152]. Hoewel….’De mensen bevinden zich tussen hoop en wanhoop….. Nu geloven ze dat ze een grote overwinning hebben behaald en ze willen niet geloven dat die van hen afgepakt kan worden.… De stad is op deze bitterkoude dag vredig, geen enkele Sovjetsoldaat is er te zien. Er zit niets anders op dan te wachten’, aldus de eerder genoemde Britse correspondente Dora Scarlett [Gadney, 153], die nu in Hongarije allang van haar geloof in het communisme is afgevallen…. Zelfs bij de UNO verschijnt een speciaal verslag over Hongarije, waarin o.m. staat:
In de beschadigde straten van de hoofdstad werd in snel tempo de orde hersteld. De bevolking was al weer aan het werk en druk bezig met het verwijderen van puin en glas… Goede voortgang werd gemaakt in de richting van politieke consolidatie en… de onderhandelingen betr. het vormen van een Nationale Garde onder gen. Király met het oog op het verzekeren van de binnenlandse veiligheid, zijn afgerond. Een gevoel van vertrouwen heeft zich meester gemaakt van de burgers van Budapest. [Barber, 152].

top

Tekenen van de ‘normaliteit’ zijn ook de heroprichting de Hongaarse Padvindersbond en de oprichting van een Bond van [voormalige] Politieke Gevangenen [Politikai Foglyok Szövetsége,[POFOSZ] op 1 november, die op haar eerste bijeenkomst al 1.500 aanwezigen telt! Ook laten de Hongaarse Joodse organisaties in naam van hun leden via de radio weten blij te zijn met het herstel van de godsdienstvrijheid. Er is zelfs al een regeringsdelegatie o.l.v. Géza Losonczy benoemd die in Warschau zal onderhandelen over de uittreding van Hongarije uit het Pakt van Warschau en over het vertrek van de Sovjettroepen uit Hongarije! 
Ook ‘het werk’ van Imre Nagy gaat min of meer gewoon door: het kabinet wordt nóg eens, voor de 3e maal, geheel gewijzigd, want er bleven steeds aanvallen op het kabinet -waarin immers communisten nog steeds een overwicht hadden- komen. [Váli, 299]. De vice-premiers en ministers worden ontslagen en er worden vervolgens alleen nog ministers van staat zonder portefeuille benoemd, m.u.v. de premier Nagy zelf en de alom gerespekteerde nieuwe min.v.defensie [nu: generaal!] Maléter, die zo dapper de Kilián-kazerne had verdedigd tegen de Russen.
Ministers van staat zijn verder: mevr. Anna Kéthly, Gyula Kelemen en József Fischer van de sociaal-demokraten, Béla Kovács, István Szabó en Zoltán Tildy van de FKgP [Kleine Grondbezitters], de communisten János Kádár [die n.b. al "met onbekende bestemming" is verdwenen] en Géza Locsonczy, en Ferenc Farkas, en prof. István Bibó van de vroegere Boerenpartij, nu Petőfipárt. Behalve Kádár zijn ook Kéthly [in Wenen] en Kovács [nog steeds in Pécs] niet aanwezig, maar dít betekent eindelijk de eerste wérkelijke coalitieregering van Imre Nagy, zonder stalinisten of moskovieten! Alles gebeurt geheel legaal en de voorz. van het presidium, István Dobi, installeert zoals hij dat al jaren doet als formeel staatshoofd, de leden van het kabinet…….
Intussen heeft de ‘communistische’ partij [hoewel díe naam al sinds 1948 niet meer bestaat] in dit land een aardbeving meegemaakt en is totaal van karakter veranderd en Nagy is intussen een idool geworden, maar “The people firmly wished their idol to conform to the image which they had conceived for him..…He was actually a genuine patriotic Hungarian”. Elke stap die hij zette om zich van de politiek van het vorige regime af te zetten maakte z’n positie minder verwondbaar en deed z’n populariteit toenemen, maar z’n vrienden, op wie hij steeds meer vertrouwde, zijn alleen nog maar in naam communist, eigenlijk zijn het demokraten. [Váli, 301, 302].
Het nieuwe programma van de MSzMP is waarschijnlijk van de hand van Losonczy of van Donáth en geen énkele van de oude leuzen of frasen geldt nog; de -burgerlijke- vrijheden worden benadrukt en speciaal de nationale onafhankelijkheid van het land. [Váli, 339].
Door de regering wordt ook meegedeeld dat "het socialistische systeem” in Hongarije blijft, maar in vrijheid en demokratie, die met name voor de boeren geldt. Intussen is n.l. nog slechts 10 % van de collectieve agrarische bedrijven overgebleven! Allerlei rooms-katholieke politieke groepen sluiten zich nu ook aaneen tot een conservatieve, min of meer klerikale "christen-demokratische" richting, en ‘alles wijst erop dat alleen al de aanwezigheid van kardinaal Mindszenty dient ter bemoediging van de conservatieve, vooral katholieke politici, die rondom hem staan’. [Lendvai, 134]. Gezien het verleden, b.v. de toen al gemanipuleerde verkiezingen van 1947, wijst alles erop dat de christen-demokratische stroming in Hongarije bij vrije verkiezingen inderdaad veel stemmen zal krijgen; de katholieke en burgerlijke partijen van de oppositie [!] kregen toen immers al 40 % van de stemmen! [naar Lendvai, 135]. Kardinaal Mindszenty heeft in een eerste korte radiotoespraak op 1 november ’s avonds echter vooral gewezen op het wonderbaarlijke, waardige heldendom dat het land heeft bevrijd en op het in de wereld-geschiedenis unieke karakter van deze vrijheidsstrijd en hij sluit zich aan bij de welverdiende roem voor de jeugd!!

Uit ''Hungary's fight for freedom''


Ook voert de kardinaal nog overleg met de drie andere overgebleven r.k. Hongaarse bisschoppen, József Grősz van Kalocsa, József Pétery van Vác en Lajos Shvoy van Székesfehérvár en hij dringt erop aan om de ‘vredespriesters’ uit leidende posities te ontslaan.  
’s Middags houden min.v. staat Géza Losonczy, één der felste aanhangers van Nagy en zelf slachtoffer van de stalinistische terreur, en Zoltán Tildy in het parlement een internationale persconfe­ren­tie, waarin ze o.a. iets zeggen over de onderhandelingen met de sovjets en ook duidelijk maken dat "de contrarevolutionai­re krachten wel behoorlijk sterk zijn, maar dat de regering het erover eens is dat goede dingen van de afgelopen 12 jaar moeten blijven, zoals de agrarische hervorming, de nationali­satie van fabrieken en een aantal sociale verworvenheden, zoals de rechtsgelijkheid. "Deze regering is", aldus Losonczy, "vastbesloten om de restauratie van het kapitalisme in Hongarije niet te tolereren".
Ook min.v.defensie Pál Maléter laat zich in dezelfde geest uit en positief is ook dat de toonaangevende arbeidersraden in de voorsteden van Budapest, Újpest en Csepel, besluiten om op maandag 5 november het werk te hervatten. Toch gaan intussen honderden Sovjettanks, gevechtswagens, zware bommenwerpers, en verscheidene militaire eenheden der Sovjet-Unie op weg naar Hongarije, maar allerlei strategische punten, vliegvelden, spoorlijnen, stations en grote autowegen, zijn door de Russen al op 2 en 3 november bezet. Er zijn een paar duizend tanks en tienduizenden militairen -met name uit Centraal-Azië- bij deze 'tegen de westerse imperialisten gerichte' operatie betrokken. In het parlement vinden intussen militaire besprekingen plaats tussen de trotse en met medailles behangen Russische generaals, zoals gen. Michail Malinin, en de Hongaren, over het terugtrekken van de Sovjettroepen uit Hongarije begonnen en er wordt, zo lijkt het, een akkoord bereikt: “a tárgyalás simán zajlik le” [het overleg verloopt gladjes], wordt er gezegd, maar ‘de Sovjettroepen geven zich níet over en er is ook geen sprake van een ‘overwinning’ van de Hongaren’. Met militaire eer zullen de sovjets het land verlaten en Hongarije zal hen in alles ter wille zijn. Men is het zelfs bijna eens, alleen níet over een datum van het vertrek van de Sovjettroepen: 15 december zoals Hongarije wil, of 15 januari zoals de sovjets willen en dáárover praat men zogenaamd nog… [Váli, 373, 374]. De Hongaarse  delegatie staat o.l.v. generaal-majoor en min.v.defensie Pál Maléter, en omvat verder de politicus en minister van staat Ferenc Erdei, de stafchef gen.-majoor István Kovács en kol. Miklós Szűcs. In feite bereikt men echter niets en de sovjets bezetten intussen vrijwel het hele land [met uitzondering van de hoofdstad], aldus allerlei mensen die dit hebben gehoord. Ook sluiten de sovjetsoldaten de Oostenrijkse grens vrijwel af. Het militaire overleg zal later op de dag [’s avonds om 22.00 uur] worden voortgezet in het Russische hoofdkwartier op de basis Tököl [ver buiten de hoofdstad, op het eiland Csepel]…………

top

Intussen houdt József kardinaal Mindszenty om 20.00 uur een eerste radiorede, waarin hij o.a. de paus en de hele beschaafde wereld dankt voor de vele vormen van steun, medeleven en hulpvaardigheid, aan zijn volk. Hij wenst in deze kritieke situatie vooral eenheid en dringt aan op teruggave van wat de kerk eerder is ontnomen [maar níet op de teruggave van haar destijds zéér uitgestrekte grootgrondbezit!!]. Tildy zat intussen naast hem en bedankt hem namens de premier na afloop voor ‘de grote steun’ die Mindszenty door middel van deze radiorede aan de nieuwe nationale regering van Nagy heeft verleend! Ondanks alle valse kritiek die later -na het gewelddadige omvèrwerpen van de revolutie- is geleverd, is kardinaal Mindszenty echter niet partijdig of rancuneus. Integendeel! Hij roept o.a. op tot arbeid, keurt een neutrale status van het land goed, veroordeelt individuele wraakoefening, beklemtoont de onafhankelijke rechtspraak en veroordeelt alle partijdigheid. [Mindszenty, 305].
Hij gaat hierbij uit van de christelijk-sociale leer, maar is zeer gematigd, realistisch en verzoenend, wil geen individuele wraak, geen partijstrijd en onenigheid. Kortom: het hoofd der r.k. kerk is behoedzaam en terughoudend,  en vindt het belangrijk dat het volk vrij is om te zeggen wat het wil. [naar Váli, 336, 337].
József kardinaal Mindszenty, de 64-jarige vorst-primaat [hercegprímás] van de ruim zes miljoen Hongaarse katholieken, is ondanks wat hem in vele jaren gevangenisschap en verbanning is aangedaan, springlevend en voelt zich goed gezond, en voelt zich zelfs ‘dezelfde die ik voor mijn gevangenneming [1949] ben geweest’. Toch wil hij wel memoreren dat het kleine Hongaarse volk in 1000 jaar meer heeft geleden dan elk ander, maar tegelijk is hij blij met de steun van alle cultuurvolken, de beschaafde wereld, die onverdeeld aan de kant der Hongaren staat. Dit volk wil echter met álle andere in vrede en vriendschap samenleven, met de Verenigde Staten van Amerika maar óók met het machtige Russische rijk, op basis van ongestoorde, vreedzame en wederzijdse achting….. Mindszenty ziet echter ook wel dat de situatie nú wordt bepaald door de aanwezigheid van Russische troepen binnen de Hongaarse grenzen, hoewel “de Hongaren geen enkele aanleiding geven tot bloedvergieten”. Hij wekt de mensen op tot het weer snel produceren en tot herstel-werkzaamheden, na deze vrijheidsstrijd zonder weerga van een natie die over haar eigen leven wil beschikken. Ook roept Mindszenty op tot vrije verkiezingen maar zonder partijtwisten of onderlinge onenigheid: nú geldt het bestaan van de natie en het dagelijks brood, en níet politiek bedrijven! Hij wil een demokratische rechtsstaat met een onafhankelijke rechtspraak en een ‘op basis van een door sociale belangen juist en rechtvaardig beperkt privé-eigendom’. Als kerkleider verlangt hij tenslotte wel een herstel van de vrijheid van het christelijk onderwijs en de teruggave van de instellingen der r.k. kerk w.o. ook de katholieke pers en hij wijst erop dat de kerk het welzijn van het gehele volk op het oog heeft! [Mijn leven, 305 - 308].
Mindszenty komt dan pas tegen middernacht thuis, maar even later rinkelt de telefoon. Tildy verzocht hem terug te komen naar het parlementsgebouw: ‘De Russische troepen hadden het vuur geopend; honderden stukken geschut bulderden en beschoten de stad… ik begaf mij eerst naar de kelder maar reed toen, slechts door de chauffeur begeleid, per auto naar het parlementsgebouw. Daar hoorde ik dat de min.v.oorlog Maléter, chef van de gen. staf Kovács en kol. Miklós Szűcs, die in Tököl, in het hoofdkwartier van de Russische generale staf onderhandelden over de technische afwikkeling van een terugtrekking van het Russische bezettingsleger- tegen middernacht op listige wijze waren gearresteerd. In het parlementsgebouw ontmoet Mindszenty Tildy, Szabó, Vas en Bibó. Al vrij snel ontdekt de kardinaal dat o.a. z’n auto is verdwenen en dat hij b.v. niet over de brug naar z’n residentie in Buda kan gaan; hij informeert dan naar de dichtstbijzijnde ambassade en dat is de Amerikaanse op het Szabadság tér….. ’Tussen rijen Russische pantserwagens door bereikten we zo het plein en kwamen we bij de ambassade; Edward Thompson Wailes verwelkomde mij hartelijk in de hal, als ‘symbool van de vrijheid’ en….’als schipbreukeling van een drie en een halve dag durende vrijheid beklom ik het reddende scheepsdek van de USA in de ambassade om deportatie naar de Sovjet-Unie te ontgaan en op de dag te wachten waarop ik opnieuw voor het vaderland aan het werk zou mogen gaan’…… [Mindszenty, Mijn leven, 309, 310]. 
Een iets andere lezing wordt door Noel Barber [blz. 162] gegeven, die o.a. vermeldt dat de kardinaal door z’n secretaris, de bejaarde mgr. Dr. Egon Turcsányi naar het parlement wordt gereden, terwijl daar al bijna overal Russische tanks staan. Turcsányi wil dan alleen het parlement binnengaan maar wordt tegengehouden door twee Ávo’s met getrokken revolvers. Turcsányi verklaart dat de Hongaarse regering hen heeft gevraagd te komen, maar de militair glimlacht en zegt: ‘Ik ben bang dat wíj hier de baas zijn, en níet de Hongaarse regering’.

Een Russische officier en enkele soldaten komen dreigend af op Hongaren, 12 nov. 56.

top

Hij gaat dan terug naar de auto en rijdt rond naar een onbewaakte zijdeur. Hier gaan ze naar binnen en Mindszenty laat weten dat hij zich in z’n paleis niet meer veilig voelt, maar hoort van Tildy ‘dat de regering al het mogelijke voor hem zal doen’ en Nagy zegt dat hij moet vluchten, en wel naar de dichtstbijzijnde diplomatieke missie, d.w.z. de Amerikaanse ambassade. Mindszenty treekt dan z’n jas aan en trekt z’n soutane op zodat die er niet onderuit komt. Door de naderende tanks te ontwijken via kleine zijstraatjes bereiken ze de ambassade, het ‘heilige grondgebied’ der Verenigde Staten op het Szabadság tér, het Vrijheidsplein….
Op deze dag heeft ook de Veiligheidsraad weer overlegd over Hongarije, na zes dagen reces! Moskou draait echter nog steeds iedereen een rad voor de ogen, want alles is allang gepland; het hele land al bezet en Budapest is evenals andere grotere steden om 21.00 uur al geheel omsingeld! Er zijn intussen zeven divisies extra in het land aangekomen. Één uur erna, om 22.00 uur, worden op de vrij geïsoleerde Sovjetbasis Tököl, een 25 km vanaf Budapest, de onderhandelingen ‘in een sfeer van hartelijkheid’ tussen de vier Hongaren en de Russen met hun generaals Malinin, Čerbanin en Stepanov, voortgezet, "om de details te regelen" en Malinin stemt zelfs toe in een ontruiming van het land binnen tien weken, mits “de sovjettroepen bij hun vertrek door de Hongaarse bevolking hartelijk zullen worden toegejuicht”. [Onze jaren 45 - 70, no. 40, blz. 1261]. Er zal dus sprake zijn van een plechtige ceremonie, compleet met marsmuziek, speeches en wapperende vlaggen. [Barber, 156]. Om ongeveer 23.00 uur belt gen. Maléter nog eens met gen. Király en deelt hem mee dat er voortgang is geboekt, maar kort hierna zwijgt de telefoonlijn naar Tököl………..
Na een diner -waarbij de Russen de éne na de andere toast uitbrengen op hun aanstaande vertrek- [Barber, 157] worden de Hongaren, gen. Maléter, gen. Kovács en kol. Szűcs -naar later bekend wordt- op bevel van de listige, kort aangebonden en kwaadaardige chef der sovjet-geheime politie, de KGB, gen. Ivan Aleksandrovič Serov, de opvolger van de beruchte Beria, een persoonlijke vriend van Chroestjsjov, die nu in burger verschijnt en tegen middernacht ineens met een twintig man met groene mutsen van de KGB de zaal met veel lawaai en met machinepistolen binnendringt, gearresteerd…..
Maléter, de énige der bedreigde Hongaren die niet lijkbleek wordt en zichzelf blijft, zegt slechts kalm: “Zo, dat was dus de bedoeling, he?” Één der soldaten van Maléters lijfwacht, Sándor Horváth, die door een kier stond te kijken, wil vóórdat hij zelf dood gaat die Russen nog een paar kogels door het hoofd jagen, maar hij wordt al vastgegrepen, maakt zich vrij en wil schieten, terwijl  Maléter hem toeroept: ‘Stop! Verzet heeft geen zin’, en Horváth gehoorzaamt z’n baas…. [o.a. Sebestyén, 337, Barber, 158].
Men beweert algemeen dat gen. Malinin tevoren niets wist van deze aktie der KGB, en zelfs geschokt en boos was over het optreden van Serov! [Gadney, 154]. Malinin, een eerzame, fatsoenlijke beroepsmilitair, is zichtbaar woedend en wil zich tegenover de gearresteerde Hongaren verontschuldigen, maar nadat Serov hem iets in z’n oor heeft gefluisterd, gaat hij rustig de kamer uit en beveelt de leden der delegatie hem te volgen. Dan handelt Serov snel en kondigt aan: ‘De Hongaarse delegatie staat onder arrest!’. [naar Barber, 158]. 
Toch zijn er getuigen die later zeggen dat Maléter de zaak wel enigszins wantrouwde en ‘hoopte dat het toch geen valstrik was’, hoewel hij primair dacht dat de Russen ‘zoiets niet zouden doen’. Zoiets zei hij ook bij het afscheid  tegen z’n jonge vrouw Judit Gyenes, die zich verschrikkelijk ongerust maakte, hem smeekte om niet te gaan en het een doodeng idee vond om Budapest te verlaten en een sovjetkazerne te bezoeken. Ook staat wel vast dat b.v. Géza Losonczy, gen. Király en kol. Kopácsi, die in Budapest bleven, de hele zaak, de Russen, wantrouwden, slechte voorgevoelens hadden en een valstrik niet wilden uitsluiten. [naar Sebestyén, 334-335].
Maléter en de zijnen zijn nu overgeleverd aan de genade van Serov en ze worden naar het plein op het terrein van de basis bij Tököl [dat geheel onder sovjet-soevereiniteit staat] gebracht. ‘Ze zijn ervan overtuigd dat ze onmiddellijk zullen worden geëxecuteerd, en omhelzen elkaar. Maar ze worden bruut van elkaar gescheiden, en in afzonderlijke cellen geworpen. Onmiddellijk daarna worden de cellen één voor één weer geopend. Steeds nadat er een deur is geopend horen de gevangenen een salvo. De Russen schieten in de lucht om hen te laten geloven dat hun kameraden zijn geëxecuteerd. Elk van de gevangenen verkeert in de veronderstelling dat hij de enige overlevende van de groep is’. [naar Kopácsi, In naam van de werkende klasse, 216]. Kort hierna, op 8 november, ontdekken ze dat ze allemaal nog leven. De Russen stopten ze in een vliegtuigje en brachten hen over naar een kazerne. De militaire top van Hongarije is dus volledig uitgeschakeld, bovendien is alle weg- en treinverkeer in het hele land door de sovjets geblokkeerd..……..
Intussen had de algemene vergadering van het Forradalmi Karhatalmi Bizottság [Revolutionaire Comité van Speciale Strijdkrachten], dat op 30 oktober na overleg was gevormd uit leger, politie en gewapende burgers en opstandelingen om orde en rust te handhaven en om een Nationale Garde te organiseren, generaal Béla Király [de commandant van het Comité] benoemd tot opperbevelhebber van de Nationale Garde [Nemzetőrség], maar er bestaan nog lang geen plannen tot énig gewapend verzet tegen het optreden der sovjets in het land.
Tot het laatst toe is premier Nagy immers voorzichtig en wantrouwend gebleven, maar wilde absoluut geen provokaties o.a. omdat hij de brutale Russische methoden, de eventuele gevolgen van hun interventie en hun imperialisme dat geen halt houdt, wel kent! [Váli]. In Budapest heeft men echter -onwetend- een aantal dagen op een vulkaan geleefd, want de sovjettroepen hadden intussen vrijwel het hele land bezet en maakten zich in het geheim allang klaar voor de aanval op Budapest. De grote invasie begint hiermee…..
In de nacht van 3 op 4 november 1956 wordt aldus door de sovjettroepen op een gewelddadige manier en met voorbedachten rade, met de inzet van tienduizenden man troepen en honderden tanks, een verraderlijke aanval op het land gepleegd en een bloedig en definitief einde gemaakt aan de Hongaarse vrijheid en soevereiniteit!

Één van de vele dramatische taferelen aan de Oostenrijkse grens!

top