< Terug

17.  De wisseling van de wacht [a rendszerváltás] of: de overgang naar de        demokratie, 23 mei 1988 tot 23 mei 1990

17.5 Hongarije maakt zich verder los van de oude mentaliteit en macht,
        februari / maart 1989.

Intussen maken de Hongaren begin 1989 een òngekende interne revolutie van de regerende partij, de MSZMP, mee! Naast de vèrregande conclusies van Pozsgay blijft ook het resultaat van een opinieonderzoek staan, dat al een aantal maanden eerder is gehouden en waarin b.v. 70 % vindt dat Imre Nagy destijds onschuldig ter dood is veroordeeld, omdat hij een revolutionair was die opkwam voor een onafhankelijk Hongarije!
Bovendien zijn, kort vóór de bijeenkomst van het CC, op de TV op zo. 5 febr., zelfs, voor het eerst sinds 1956, drie vrouwen te zien en te horen die op opzienbarende èn diep ontroerende manier het publiek in een interview uitleggen wat er volgens hen in 1956 is gebeurd: Erzsébet Nagy, de dochter van de premier van destijds, en de weduwen van twee andere helden van die Opstand, Pál Maléter en van Géza Losonczy. Met name Erzsébet Nagy verklaart openlijk dat een openbare herbegrafenis van haar vader nu mogelijk is, maar dan sámen met de anderen, en na oprichting van een waardig grafmonument op de intussen beruchte plek, Parcella 301 op het Kerepesi Temető in de Hongaarse hoofdstad.
Zoals bekend komen dan op 10 februari de 108 leden van het CC der partij bijeen voor beraad en hoewel de zittingen achter gesloten deuren plaatsvinden is er al sprake van een óngekend openhartig openbaar debat en vooral van de vele nieuwe politieke bewegingen zijn de ideëen al bekend. De beslissing om te overleggen lijkt er overigens al op dat de oude garde de hervormingen niet terug zal kunnen draaien want b.v. premier Grósz blijkt in een interview toch wel vrij genuancerd en vooral voorzichtig: “Ze zijn begonnen met een opstand waarin een groot aantal oprechte mensen, minder ontevreden met het systeem dan met de gegeven situatie en hun persoonlijke omstandigheden, langzamerhand werden versterkt door contrarevolutionaire elementen…We moeten de feiten erkennen, de goede bedoelingen en de aktieve deelneming [aan de opstand] van jongeren, arbeiders en intellektuelen, waarvan antisocialistische krachten en het Lumpenproletariat wilden profiteren… We gaan door met het onderzoek, wetenschappelijk en academisch, en leidende instanties van de partij zullen niet tussenbeide komen”.
Dat men vooral de rust wil bewaren en voorzichtig, weloverwogen, te werk wil gaan blijkt ook al uit het feit dat de partij zich op ma. 13 febr. voor het eerst formeel vóór een meerpartijensysteem uitspreekt, omdat dat, ”gezien historische ervaringen, machtsmisbruik voorkómt en de regering beter kan controleren”, en dat de overgang hierheen geleidelijk en ordelijk moet verlopen. Wel zullen alleen andere partijen ”op socialistische basis” worden toegelaten, maar het laat zich eigenlijk al raden hoe dát enige vorm zal krijgen….. 
Het CC legt verder uit dat er een op resultaat gerichte gemengde economie zal komen en dat de politieke instellingen grondig zullen worden hervormd en het CC is bereid tot samenwerking met alle verantwoordelijke politieke factoren en streeft naar ”een nieuw model van demokratisch socialisme, waarin de partij een bepalende rol moet spelen, die met politieke middelen moet worden afgedwongen”. Toch zijn deze formuleringen nog vrij onduidelijk en zelfs raadselachtig, temeer omdat Grósz zélf grote nadruk legt op het feit dat de tot heden alleenheersende ’Socialistische Arbeiderspartij’ zélf het initiatief neemt tot het scheppen van een meerpartijensysteem! Maar ook de formulering waarmee de partij probeert zichzelf te redden in de kwestie ‘volksopstand’ of ‘contrarevolutie’ lijkt sterk op een compromis want het CC komt tot de conclusie dat “de volksopstand [van 23 oktober 1956] zich ontwikkelde tot een contrarevolutie”.
Van belang is dan ook het verslag van 40 pagina’s dat de commissie van historici der partij op 15 februari aanbiedt, met een analyse over de politiek van de afgelopen 40 jaar, maar hierin kan men nú weinig tot geen nieuws meer vinden. Wel publiceert het blad "Társadalmi Szemle" [Maatschappelijke Revue] een deel van het verslag en is al zeer snel uitverkocht en de commissievoorzitter, de al eerder genoemde historicus prof. Iván T. Berend, ook president van de Academie van Wetenschappen, geeft zelfs toe dat de ontwikkeling steeds is afgeremd door stalinisten in de jaren '50, '60 en '70! De partij was vaak verdeeld en na 1956 volgde een repressie met b.v. 300 executies, in de jaren '60 vond een consolidatie plaats, maar b.v. 1972/73 werd door conservatieven de zaak weer afgeremd. In de jaren '80 treedt economische stagnatie op, terwijl vervolgens ”een stoffig apparaat onbekwaam is tot vernieuwingen". De Commissie vindt het stalinistische model dus een dwaalweg ”die níet identiek is met het socialisme”! Maar nu is er geen alternatief meer. De grote massa's keerden de politiek de rug toe en zijn slechts negatief of bijzonder skeptisch.
Maar het Centrale Comité geeft in elk geval toe dat de Opstand van 23 oktober 1956 begon als volksopstand van goedwillende en goedbedoelende mensen en men kan er na 32 jaar tenminste weer vrij over praten en velen herkennen zelfs het doel van toen en nú: een onafhankelijk, vrij en neutraal Hongarije!
Toch vindt de partij nog steeds dat ze gedurende deze veertig jaar een positieve rol heeft gespeeld, veel heeft bereikt, en weer in het offensief kan gaan, want ze is, zo zegt zelf, niet meer in het defensief tegen "anonieme krachten", en denkt nu dat dialoog, discussie en meer partijen nuttig zijn en prompt gaat de bekende, 43-jarige Mihály Bihari, prof. aan de ELTE in de politieke wetenschappen [in 1988 uit de partij gezet] en nu voorzitter van de nieuwe sociaal-demokratische partij, hierop in en wil naar Pools voorbeeld een Ronde Tafel Conferentie van de partij en alle andere politieke groepen en partijen, en die moet rechtstreeks op de TV worden uitgezonden! Aan deze oproep tot een Ronde Tafelconferentie wordt weldra gehoor gegeven… De Poolse RTC, die een einde zal maken aan het communistische regime, gaat inderdaad op 6 februari van start en zal twee maanden duren. ……
Het direkte gevolg van deze ontwikkeling is dat talloze vooraanstaande West-Europese dagbladen nu in Budapest worden aangehaald, want ze zijn állemaal vol lof over het moedige besluit van de Hongaarse partij om tot een meerpartijen­systeem over te gaan en men constateert nog eens dat Hongarije hierbij nog steeds vèr voorop loopt in heel Oost-Europa [behalve Polen], maar daarnaast staat dan weer b.v. de Hongaarse ambassadeur in Bern, János Hajdú, die er in een vraaggesprek op wijst dat ’de communisten óók op suksessen kunnen wijzen’, en dat 'het socialisme alleen morele en ethische doestellingen kende’…..
Toch wordt de Hongaarse historie niet langer o.l.v. één partij van bovenaf herzien, maar door de nieuwe, vrije maatschappelijke ontwikkelingen is er eindelijk “een veranderingsproces in Hongarije gaande om tot een demokratische staat te komen, die is gegrondvest op de regels van het recht”, aldus Erzsébet Nagy op zo. 5 febr. 1989. Nu blijkt ook dat zelfs de Hongaarse Schrijversbond voor het eerst sinds ruim 30 jaren felle en openbare kritiek heeft op János Kádár vanwege ”diens onvergeeflijke fouten gedurende zijn 32 jaar durende leiderschap en tijdens de onderdrukking van de opstand onder zijn leiding” en de Schrijversbond voelt zich blijkbaar óók vrij om nu voor het eerst zelfs te protesteren tegen de gevangenschap van dissidente schrijver in een buurland, n.l. de Tsjechoslowaakse schrijver Václav Havel en 11 Hongaarse en 21 Poolse dissidenten protesteren ook tegen het a.s. proces tegen Havel, en tegen de totalitaire wijze waarop de ČSSR wordt geleid en begin maart demonstreren 1.500 Hongaren weer in Budapest tegen het proces tegen Havel in Praag.
Intussen blijven de problemen met Roemenië evengroot en ernstig: wel stemt de Roemeense regering op 17 februari in met het vertrek van 12 Roemeense Hongaren, die al vijf maanden eerder uit Roemenië hierheen waren gevlucht, uit de Hongaarse ambassade in Sofia naar Wenen, maar de kritiek op het Roemeense beleid blijft. Vooral de ondermin. v. buitenl.z. Gyula Horn levert herhaaldelijk scherpe kritiek op Roemenië, o.a. in de mensenrechten-commissie van de UNO in Genève, en hij vraagt hier om waarnemers naar Roemenië te sturen.

top

Hongarije legt n.l. voortdurend nadruk op de behandeling van etnische minderheden en dat is logisch gezien de 3 miljoen Hongaren in de buurlanden, die nauwelijks als volwaardige staatsburgers worden beschouwd!
Er zou volgens Horn een internationaal statuut moeten komen, met afdoende controle, bescherming en garanties voor de cultuur, godsdienst en taal van zgn. "nationale minderheden" en alle pogingen tot assimilatie moeten verdwijnen, maar de Roemeense leiding legt al deze en andere Hongaarse voorstellen bij voorbaat naast zich neer en beschuldigt Hongarije steeds opnieuw van "irredentisme". Maar Hongarije overweegt ook [5 januari 1989] om het verdrag met Roemenië betr. het verbod op naturalisatie van elkaars [gevluchte] burgers op te zeggen en het lijkt erop dat Hongarije nog dit jaar het internationale verdrag inz. de verplichte opvang van vluchtelingen uit buurlanden [de Geneefse Conventie van 1951] zal ondertekenen, hoewel dit land hiermee zijn verplichtingen binnen het Oostblok opzegt!.... Er zouden nu al 15 à 20 duizend gevluchte etnische Hongaren uit Roemenië in Hongarije zijn en de regering zou hiermee gehoor geven aan de emotionele reakties van de publieke opinie op het lot van de door het regime in Roemenië onderdrukte Hongaarse broeders…
Intussen doen in de Hongaarse pers en radio overigens óók regelmatig wilde verhalen de ronde over het onhandige en soms ook willekeurige optreden van de eigen veiligheidsdiensten en politie tegen mensen [vooral Zigeuners en etnische Roemenen!] die uit Roemenië naar Hongarije zijn gevlucht, maar terug gestuurd zouden zijn terwijl n.b. regerings- en partijwoordvoerders regelmatig plechtig hebben verklaard dat Hongarije niemand terugstuurt in de handen van de beruchte Roemeense Securitate! Nog in januari geeft de landelijke commandant van de grenswacht in het partijblad Népszabadság zelfs toe dat er in 1988 1.400 vluchtelingen zijn teruggestuurd, maar dat waren “criminelen, lompenproletariërs en minderjarigen”…
Het debat hierover begint dan ook in een stroomversnelling te raken; men eist dat de politie zich aan regels houdt en m.n. het MDF pleit voor vluchtelingenkampen, waar men zal worden gescreend en eventueel formeel mèt een verblijfsvergunning kan worden toegelaten mét het recht op arbeid en een huis. De regering reageerde hierop al positief en dat is een teken dat Hongarije afstand neemt van het oude standpunt van de communistische landen dat het nl. ideologisch én praktisch onmogelijk is dat iemand kan vluchten uit zijn socialistische vaderland! Opzegging van het verdrag met Roemenië zou dus een unieke stap zijn, voor het eerst sinds 1945, hoewel de allang bestaande kloof met dit buurland gemakkelijk totaal zou kunnen worden…. [naar Wera de Lange, Trouw, 6 jan. 1989]. Hiermee is óverduidelijk dat Hongarije de ouderwetse opvattingen over solidariteit van het Oostblok absoluut niet meer deelt en het land het eerste van het zogenaamde Oostblok is dat steun bij de UNO zoekt in verband met vluchtelingen uit een [communistisch] buurland…
Kort hierna komt zelfs de melding van het MDF van de vondst van achttien lijken aan de grens met Roemenië, hoewel hieraan wordt getwijfeld. De opwinding erover is groot en vooral het MDF, dat zich -met veel nationalisten van het platteland en met populisten- zoals bekend veel bezig houdt met het lot van de Hongaren in Roemenië, blijkt meer een soort mensenrechtenlobby voor etnische Hongaren elders dan een echte kampioen van politieke demokratie, sociale gerechtigheid en nationale zelfbeschikking voor de Hongaren zelf. Het MDF blijft dan ook ópkomen voor de [Hongaarse] nationale minderheden in Roemenië en Slowakije. [naar Tökés, 309, 310]. Nu wenst het Forum ook de Veiligheidsraad van de UNO in te schakelen omdat ze er zeker van is dat de mensen die zijn gedood, illegaal de grens naar Hongarije hebben overgestoken en al op Hongaars gebied waren!
De zaak zorgt uiteraard opnieuw voor heftige emoties en op 18 januari deelt men mee dat er een bureau voor hulp aan vluchtelingen van de UNHCR in Budapest zal komen. Binnen twee weken zal er een delegatie van de UNHCR komen en dan kan de materiële en financiële hulp voor de nu naar schatting 20.000 vluchtelingen op gang komen. Voor de vluchtelingen zullen nu ook kampen in Hongarije worden ingericht, aldus de ondermin. van binnenl.z. Zoltán Gál, die wel erkent dat Hongarije zich in een moeilijke positie bevindt: het wil de vluchtelingen [die vaak corrupte Roemeense grensbewakers omkopen] hulp bieden, maar wil óók voorkómen dat de Hongaarse minderheid in Roemenië ‘afsterft’, ofwel langzamerhand slinkt. Het probleem kan dan ook alleen met internationale steun worden opgelost.             
Behalve het conflict met Roemenië bestaat er nóg een ander heet hangijzer, n.l. met Tsjechoslowakije, over de geplande stuwdammen en waterkrachtcentrales in de Donau en ook hier geldt dat Hongarije waarschijnlijk een akkoord met het ‘socialistische’ buurland zal opzeggen! Er staan immers al ruim 750.000 handtekeningen onder een petitie om een volksstemming over dit milieuprobleem te houden en dat zegt alles over het in korte tijd zeer sterk toegenomen milieubewustzijn én de wens tot een openbaar debat over wat wel ”een stalinistisch monsterprojekt” van Husák en Kádár is genoemd.
Toch is de regering, m.n. de minister van milieu, László Maróthy, het met de eisen van het ongeruste publiek en van de milieuorganisatie Dunakör niet eens en bovendien vindt ook de geldschieter van het projekt, Oostenrijk, dat de afspraken moeten worden nagekomen! Hongarije heeft echter na de ondertekening in 1977 weinig gedaan, o.a. door de eigen financiële problemen, en intussen nam de oppositie ertegen sterk toe maar Slowakije bouwde intussen wèl een stuwdam en het zal een groot stuwmeer van 60 km² en een kanaal van 17 km graven en aldus de Donau praktisch omleggen! De waterkrachtcentrale bij Gabčíkovo [Bős] zal dan 720 megawatt elektriciteit kunnen leveren. In Hongarije is men echter bang voor grote milieuproblemen, problemen met de drinkwatervoorziening voor miljoenen mensen en het verlies van unieke natuurgebieden. Toch stemde het parlement in oktober 1988 met 317 tegen 19 stemmen en 31 onthoudingen nog in met het projekt, ondanks massademonstraties en kritiek hierna en intussen lijkt vrijwel álles weer omstreden. Niemand kent immers het antwoord op de vraag: wat kost het en wat levert het op, en ook emotionele -historische- argumenten doen het zelfs goed…[naar John Kroon in NRC/Hbl., 7 jan. 1989].
Of het de partij nu ongelegen komt of niet- het blijkt dus dat van alle heilige huisjes van het [communistische] regime op deze wijze niets overblijft. Zelfs de verklaring van het CC dat de partij wil samenwerken met andere partijen en daarbij een leidende rol opeist, is bij voorbaat op 7 februari al van nul en geen waarde verklaard door vijftien onafhankelijke groepen die uitdrukkelijk verklaren alléén met de [alléén regerende] MSZMP te willen samenwerken als die de officiële versie van ‘1956’ opgeeft. De partij moet m.a.w. erkennen dat de gebeurtenissen van ruim 30 jaar geleden neerkwamen op een opstand ter afschaffing van de stalinistische partijstaat die een illegale tirannie belichaamde”. [Peter Michielsen, NRC-Hbl., 8 febr. 1989].
Intussen heeft, zoals bekend, premier Németh al laten weten dat de partij eventueel een nederlaag bij verkiezingen moet accepteren en dat ze die dan uitsluitend aan zichzelf heeft te wijten! Het lijkt er dus op dat Hongarije inderdaad op vrije verkiezingen afgaat en dat niemand dat nog kan verhinderen!... 
Ook verschijnt er n.b. voor het eerst na zovele jaren een onafhankelijk dagblad, Mai Nap, de Dag van Vandaag, dat in haar eerste nummer al een opmerkelijke verrassing brengt n.l. het eerste deel van de memoires van Zoltán Vas [1903-’83], een communist van het eerste uur, die ook een rol speelde in 1956 en die ondanks zijn stalinistische verleden èn jarenlange vriendschap met Rákosi, met Nagy c.s. vluchtte naar de Joegoslavische ambassade. In de memoires prijst hij zelfs Nagy en ”z’n pogingen om een typisch Hongaars socialistisch systeem op te zetten en een nieuwe bladzijde in de geschiedenis van het Hongaarse socialisme te schrijven”. [NRC-Hbl., 9 febr. 1989] en verder is Hongarije het eerste land in het zgn. Oostblok waar [sinds november 1988] de boulevardpers haar intrede doet met verhalen over sensationele zaken zoals gemengd modderworstelen, cocktailrecepten, schandalen met westerse popsterren, vrouwelijk bloot en zelfs mannen die dol zijn op de dochters van Gorbatsjov [Gorbačov]…. [Trouw, 20 febr. 1989].
Die nieuwe oriëntatie op het westen blijkt ook duidelijk uit het bezoek dat Mátyás Szűrös medio februari met een delegatie aan Straatsburg brengt, waar hij o.a. een rede houdt in het Europese parlement. Hij zegt o.a. dat 40 jaar eenzijdige oriëntatie van Hongarije op het Oosten nadelig is geweest, maar ”een demokratisch Hongarije wil nu samenwerken met de EG en eventueel een associatieverdrag sluiten”. De Sovjet-Unie wil men niet provoceren, aldus Szürös, maar dat kan nu best samengaan! Resultaat is in elk geval dat een delegatie van het Europese parlement met o.a. de CSU-afgevaardigde Otto von Habsburg [!] begin maart Hongarije zal bezoeken! Maar Hongarije zal zich ook op de Verenigde Staten richten nu in 1988 en ’89 zelfs de eerste formele contacten tussen de [anti-communistische] Hongaarse emigrantenorga­ni­saties in de USA en Hongarije zijn ontstaan!.
Toch blijkt dat veel Amerikaanse bedrijven Hongarije nog steeds niet zo stabiel vinden en nog voorzichtig zijn met investeringen. Het vertrouwen kan en moet dan ook nog wat groter worden, vindt men. Maar anderen zijn veel optimistischer en voorspellen een 3x zo hoog br. nat. produkt tegen het jaar 2000, naarmate de burokratie terugtreedt en de vrije markt haar gang kan gaan.
Er zal in Budapest dan ook een Amerikaans Cultureel en Economisch Instituut komen evenals een Internationale School en de Amerikaanse ambassadeur in Budapest, Márk [Marc] Palmer, zelf van Hongaarse afkomst, is ook zeer optimistisch over de 'fantastische kansen van Hongarije', mits vrijheid en demokratie maar toenemen. "Het talent, de bereidheid tot veranderingen en de energie zijn hier aanwezig", aldus Palmer. Al deze zeer opmerkelijke ontwikkelingen in Hongarije trekken uiteraard ook de aandacht van zeer vele westerse correspon­denten en journalisten van alle grote dagbladen en tv-stations en zij leveren regelmatig commentaren op deze ontwikkelin­gen, maken analyses, en melden de achtergronden, en dat alles wordt zeer positief beoordeeld. Na de confrontatiepolitiek van 40 jaar Koude Oorlog wordt "Hongarije" ongewild toch als model -met name voor de rest van ‘Oost-Europa’- beschouwd………..

top

Die Koude Oorlog lijkt inderdaad bijna voorbij nu de Hongaarse partijleider Grósz en zijn min.v.defensie Ferenc Kárpáti op 19 februari kunnen verklaren dat “over enkele weken” zal worden begonnen met het vertrek van de Sovjettroepen uit Hongarije terwijl Gorbačov al op 7 december ’88 in een toespraak in de UNO bekend maakte dat de Sovjet-Unie in twee jaar 50.000 man uit Hongarije, de DDR en Tsjechoslowakije zal terugtrekken en dat er ook 5.000 tanks zullen worden weggehaald. Hongarije, waar naar schatting 60.000 man troepen en 1.500 tanks aanwezig zijn, reageert hierop uiteraard enthousiast èn het kondigt zelf ook vergaande bezuinigingen op defensie aan terwijl minister Kárpáti verklaart dat ¼ van de sovjet-soldaten uit Hongarije zal vertrekken.
Hiermee hangt ook de toekomst van het IJzeren Gordijn nauw samen en in februari 1989 komt minister Horváth bij het Politburo met nog méér argumenten voor de nodige veranderingen, zelfs de demontage van het IJzeren Gordijn [!] aan de grens [zie ook 1988]. Hij meldt b.v. dat van de mensen die illegaal de grens over willen 80 à 90 % al door patrouilles wordt opgepakt en níet door de alarminstallaties wordt gemeld, en hij laat duidelijk weten dat hij goede betrekkingen met het Westen [toerisme, handel] stelt bóven de betrekkingen met b.v. de DDR, hoewel hij zich goed bewust is van de risiko's voor het systeem van grensbeveiliging van de landen van het Warschaupakt. Horváth rekent tenslotte voor: vernieuwing van de alarminstallaties kost ± Ft 550 mln, een nieuw systeem kost  Ft 780 à 1220 mln en demontage kost [slechts!] Ft 155 à 195 mln.....
Uit alles is te merken dat Hongarije dus eigener beweging wil overgaan tot een veel meer demokratisch en westers systeem zoals b.v. uit het besluit van het parlement [met bijna algemene stemmen; 357 tegen 6 en 24 onthoudingen!] op dinsdag 10 febr. 1989 om grondwetswijzigingen door te voeren die de basis moeten leggen voor een meerpartijenstelsel. De wet bevat regels voor betogingen, demonstraties, en voor de oprichting van allerlei soort organisaties, zoals vakbonden, politieke partijen, massabewegingen, die wèl moeten worden aangemeld, terwijl later in 1989 zal worden besloten of ook échte politieke partijen kunnen worden opgericht; op woensdag de 11e februari draagt het parlement overigens de regering [die uitstel had gewild] al op om vóór 1 augustus met een wet op de politieke partijen te komen en de hervormingsgezinde minister van justitie Kulcsár verklaart dat deze beslissende stap een verandering betekent van een autoritair politiek systeem in een pluralistisch stelsel en zijn staatsecretaris Kilényi verklaart zelfs dat de wet ‘mogelijk al in februari bij het parlement zal worden ingediend’.
Iedereen in dit land beseft immers dat er in het voorjaar van 1990 verkiezingen zullen worden gehouden! De vroegere minister van buitenl. zaken Puja, woordvoerder van de conservatieven, vindt overigens dat zo’n meerpartijenstelsel alleen maar tot anarchie zal leiden en ook de partijideoloog János Berecz wenst het éénpartijsysteem te handhaven, maar al enige tijd bleek dat zij tot een minderheid behoren. Ook Grósz zelf zegt in zijn ’harde’ toespraak voor het CC der partij op 11 febr. nog dat ”de communistische partij [MSZMP] alleen binnen bepaalde grenzen bereid is de macht te delen en dat de totstandkoming van een meerpartijensysteem nog wel enige tijd zal vergen”. [de Volkskrant, 14 febr. 1989].
Met name Grósz en Berecz wensen dus in de eerst komende decennia géén werkelijk meerpartijenstelsel......De partij blijft de boot dus afhouden en de Hongaren mogen maandenlang gissen of het driftige debat nu ergens over ging dan wel neerkwam op een afleidingsmanoeuvre waarmee de partij…. tijd wilde winnen. [Peter Michielsen in NRC/Hbl. 12 jan. 1989]. Bovendien bleek duidelijk dat de partij tot op het bot verdeeld is en dat een aantal Hongaren besloot de partij voor een voldongen feit te plaatsen door nieuwe partijen op te richten én dat het parlement zich steeds mondiger ging opstellen. Nu krijgt de regering zeven maanden de tijd om een juridisch kader te scheppen voor een meerpartijenstelsel maar de samenleving zal de druk op de ketel moeten houden, [idem]. Van groot belang is uiteraard óók dat een rechtbank, eventueel tegen een besluit van de autoriteiten in, tenslotte zal beslissen of b.v. een demonstratie kan doorgaan en de oppositie is voorlopig gematigd optimistisch over ”het compromis waardoor er even een pauze komt in het vehemente debat over het meerpartijenstelsel dat Hongarije nu al maanden in zijn ban houdt.
’In dat debat had de partij er niet teveel twijfels over laten bestaan dat zij niet staat te springen om de oprichting van rivaliserende partijen en al helemaal niet om de aantasting van haar machtsmonopolie”.
Maar… vóór 1 augustus zal er een wet op de politieke partijen komen, zo is toegezegd. Ook is er op do. 12 januari al een nieuwe wet op de vrijheid van vergadering aanvaard met 364 stemmen tegen 7 en 16 onthoudingen en pas ná het officiële besluit van de partijleiding [het CC der MSZMP] om een meerpartijenstelsel in Hongarije in te voeren, dat door de Sovjet-Unie níet wordt veroordeeld, neemt het Politburo der partij op 28 februari 1989 het besluit om het voorstel van minister Horváth om de versperringen op te ruimen, aan te nemen, en de betreffende landen in te lichten, maar ”het gaat hierbij om een soevereine beslissing van Hongarije”. Men overlegt dus níet eerst met de andere leden van het Warschaupakt! Zoals gebruikelijk neemt het kabinet van Miklós Németh het besluit van de partij in maart over en op 9 maart wordt een uitgewerkt plan aan de commandant der grenstroepen voorgelegd. Vanaf 18 april begint Hongarije in het geheim met de uitvoering, de feitelijke demontage van het IJzeren Gordijn.……..
Deze premier, de econoom Miklós Németh, die aan de Harvard universiteit in de USA is afgestudeerd, voelde overigens al toen hij premier zou worden [november 1988] dat het IJzeren Gordijn een anachronisme was, al had hij het zelf nooit gezien. Vlak vóór  hij premier werd, kreeg hij -als kandidaat-premier- een emotionele brief van zijn vader, een gelovig man, een rooms-katholieke boer, uit Monok. Z’n vader schreef hem o.a.: “Één ding moet je goed beseffen. Binnenkort word je niet meer beoordeeld naar je woorden maar op je daden. Ik wil me niet hoeven schamen dat jij, mijn zoon, premier van Hongarije bent”. Vader Németh beveelt zijn zoon verder aan het altijd op te nemen voor de zwakken en de rechtvaardigheid te respekteren, leugens te vermijden en leugenaars uit de weg te gaan, en Németh leest deze brief als premier voor op de eerste kabinetszitting als morele steun, als basis voor de ministers en hij wil zich inderdaad hieraan houden en een einde aan de leugens maken……
Németh had inderdaad het IJzeren Gordijn zelf nog nooit gezien maar een bezoek aan een vroegere vriend die hier zeer dichtbij, in het niemandsland woonde, doet hem voorgoed de ogen openen. Prikkeldraad, schrikdraad, soldaten, wachttorens, waakhonden, zoeklichten…… maar dit is, zo vindt hij, een schande voor Hongarije dat immers de banden met de vrije, westerse wereld wil aanhalen!
Die grens met Oostenrijk maakt inderdaad een schandalige indruk. Németh heeft n.l. als eerste Hongaarse premier sinds tientallen jaren niet éérst Moskou maar Wenen en zijn collega Franz Vranitzky bezocht en primiair moeten de eeuwenoude goede verhoudingen met dat land toch worden hersteld?
Pas de échte opening naar het Westen, naar Oostenrijk, opent voor Hongarije immers die naar de rest van de wereld. Volgens Németh, die op ma. 13 februari in Sopron een persconferentie geeft, zal het aantreden van nieuwe partijen in de politieke arena het land nieuw leven inblazen, terwijl hij openlijk toegeeft dat er binnen de partij verschillende meningen bestaan over de manier en het tempo van de politieke en economische hervormingen! Maar Németh zal zich nu inzetten voor de verwijdering van deze zinloze versperringen. De kwestie wordt bij het kabinet in beraad gegeven, en de min.v.binnenl.z. zegt o.a. "Als we de grensbeveiliging willen opknappen -en daar ben ik erg vóór- dan zal ik dat voorstellen. Maar we hebben wel geld nodig, want ze is technisch hopeloos verouderd, of we moeten wat anders doen". Németh antwoordt hierop: "Je krijgt geen fillér [cent]. Laten we het maar, en we zien verder wel".

''Der Sozialismus in seinem Lauf hält weder Ochs noch Esel auf'', zei men in sept. '89 aan de Hong.-Oostenr. grens.


Toch is premier Németh niet degene die het initiatief nam, maar het commando van de Grenstroepen heeft begin 1989 één en ander [de demontage van het Hongaarse deel van het IJzeren Gordijn] voorbereid! Eind 1990 moet alles klaar zijn¼ Juist op grond van de vrijheid van Hongaren om te reizen vindt men in Hongarije de grensversperringen zinloos, overbodig en achterhaald, en officieel wordt zelfs verklaard dat ze alleen nog betekenis hebben voor een aantal burgers van die broederlanden die nog niet die privileges hebben.
Deze houding kan Hongarije zich echter alleen permitteren omdat de leiders in het Kremlin in Moskou voor het eerst sinds -laten we zeggen 1917- hun toon totaal hebben gewijzigd en toenadering tot het Westen zoeken!
Vanaf begin maart mogen de Westerse media, journalisten en persbureaus [inclusief Radio Free Europe] in Hongarije als eerste land van Oost-Europa zelfs overal vrij werken, maar ook hier geldt dat de houding van de Sovjet-Unie en van Gorbatsjov c.s. van doorslaggevend belang is: voor het eerst sinds 1945 overweegt men geen enkele maatregel tegen b.v. Hongarije!  
”De Sovjet-Unie grijpt níet in in interne zaken van socialistische landen, maar respekteert de eigen koers van soevereine landen", aldus de Sovjetleider eind februari 1989, en "een neutraal Hongarije vormt voor de Sovjet-Unie geen bedreiging", aldus de veel aangehaalde uitspraak van de direkteur­ van het Instituut voor Onderzoek naar de Socialistische Wereld, de econoom Oleg Bogomolov… Maar ook van de -liberale- historicus en politicus Alexander Nikolajevič Jakovlev [1923-2005], de ideoloog, adviseur en rechterhand van Gorbačov krijgt hij altijd steun. Zij leerden elkaar al goed kennen in Canada in 1983 en waren het al snel eens over de dringend noodzakelijke hervormingen in de Sovjet-Unie. Jakovlev werd door toedoen van Gorbačov direkteur van het Instituut voor Wereldeconomie en Internationale Betrekkingen van de Sovjetacademie van Wetenschappen in Moskou en hij speelde al snel een sleutelrol bij de hervormingen in de Sovjet-Unie. Hij is de intellektuele kracht van Gorbačov bij de perestrojka en de glasnost en hij is óók degene die geweld van de kant van Moskou in de Oost-Europese landen absoluut afwijst!......

top

Intussen omhelst Hongarije het kapitalisme zelfs steeds duidelijker want Shell is nu bezig met oprichting van een joint venture in het land samen met het Hongaarse bedrijf "Interag", met resp. 25 en 75 % der onderneming en ook staat Hongarije als eerste Oost-Europees land aktiviteiten toe van Westerse verzekeringsmaatschappijen waardoor het monopolie der Hongaarse maatschappij wordt opgeheven, maar ook in Polen en in de Sovjet-Unie vinden dergelijke stappen nu plaats.
De angst voor werkloosheid is echter reëel want er staan grootse reorganisaties op het programma, zodat bedrijven die geen winst boeken of zullen boeken min of meer ten dode zijn opgeschreven óf een enorme sanering zullen moeten doorvoeren! Plannen voor een ongekend grote sanering der staalindustrie zullen bijvoorbeeld in 3 tot 5 jaar leiden tot ontslag van de helft der 60.000 arbeiders hier. Aldus heeft een Zweeds bureau onderzocht. De staalproduktie zal dalen van 3,6 mln ton tot 2,9 mln ton, en zal $ 200 mln per jaar besparen. Pas dan kan men overleven, en de concurrentie op de wereldmarkt aangaan. Eens was juist de staalindustrie het paradepaardje van het nieuwe, socialistische Hongarije, maar dat is voltooid verleden tijd!
Het zakelijke instinct, dat in dit land nu snel terrein wint, krijgt ook vat op allerlei zakenlieden maar eveneens op een eerder vrij onbekende familie, het gezin Polgár, waar de drie dochters, de 18-jarige Zsuzsa, de 14-jarige Zsófia en vooral de 12-jarige Judit, al enkele jaren een bijzonder schaaktalent blijken te bezitten! Ze winnen al enkele jaren het éne toernooi na het andere en hun vader stimuleert hun ontwikkeling enorm. De meisjes gaan zelfs niet eens naar school want ze reizen zowat de hele wereld rond voor wedstrijden en zijn soms wel een half jaar weg! Vooral Judit is een echt wonderkind en is de jongste ter wereld die ooit een meestertitel kreeg. De al zakelijke familie wordt op deze manier snel rijk en de meisjes spelen vooral in het westen waardoor ze hoofdprijzen van meer dan 10.000 gld in de wacht slepen…….
Geheel westerse opvattingen worden ook verkondigd door de ondermin.v.buitenl. zaken Gyula Horn, die nog in januari voorstelt om Hongarije als eerste land van het Pakt van Warschau lid te laten worden van de Raad van Europa: ”Wij zijn er klaar voor en wachten alleen nog op het laatste groene licht uit Straatsburg”, aldus de optimistische Horn. Hongarije wil immers toetreden tot het Europese Verdrag voor Mensenrechten dat demokratische rechten voor de burgers garandeert, en ”een éénpartijstaat is Hongarije feitelijk al niet meer omdat er 35 onafhankelijk opererende organisaties zijn die in alle opzichten als een politieke partij funktioneren”…. “Wij vinden dat er bij ons een werkelijk politiek pluralisme bestaat”, aldus Gyula Horn die samenwerking tussen Oost- en West-Europa begroet. In West-Europa is men echter nog terughoudend en vindt dat Hongarije eerst een formeel verzoek tot toetreding moet indienen en dan verder kan onderhandelen. Toch is Hongarije wel op de goede weg want het was al in de herfst van 1988 het eerste Oost-Europese land dat b.v. burgers toestemming gaf klachten over eventuele schendingen van mensenrechten aan de UNO voor te leggen en het Hongarije tekent in februari 1989 ook als eerste Oost-Europees land de Conventie van Genève betr. de rechten van vluchtelin­gen en de plichten van de autoriteiten, enz.
Wel wordt op 18 februari 1989 voor het eerst een terroristische bomaanslag in de metro van Budapest gepleegd maar er vallen geen dodelijke slachtoffers en de aanslag betekent allerminst een bedreiging voor de voortgang van de politieke koers. Van groot belang is verder de bijeenkomst van het CC der partij op 20/21 februari 1989 waarover heftige debatten worden gemeld. Men neemt b.v. besluiten over een nieuwe constitutie, maar "een meerpartijensysteem hoeft niet hierin te staan" en men vindt vooral van belang dat er geen splitsing optreedt! Kleine groepen dogmatici en radikale hervormers vormen een minderheid, maar velen zouden wel graag alles bij het oude willen laten. Toch komen er nu belangrijke besluiten: een Constitutioneel Hof komt er waar men klachten kan deponeren, evenals een Rekenkamer, een Ombudsman en de registratie van politieke partijen wordt voorbereid.
Bovendien zullen de wetgevende, uitvoerende en controlerende macht gescheiden en vóór 1 augustus moet het parlement akkoord gaan met een nieuwe wet op de politieke partijen, zodat nieuwe partijen aan de verkiezingen in 1990 kunnen deelnemen en het CC der partij stemt zelfs unaniem in met het schrappen uit de grondwet van de leidende en exclusieve politieke rol van de partij na de aanbevelingen van György Fejti, lid van het Politburo en secr. van het CC; de partij wil samenwerking met de nieuwe sociaal-demokratische partij en intussen verklaart de vroegere sociaal-demokraat [maar al jaren partijlid] Nyers zelfs dat er ”een omwenteling moet komen voor het complete eerherstel van de sociaal-demokratische partij” en hij noemt hierbij voor het eerst n.b. de namen van vroegere vooraanstaande sociaal-demokratische leider zoals Károly Peyer en Anna Kéthly, die tot voor kort als verraders werden beschouwd….  Men wil ook dat er in een nieuwe grondwet een aparte paragraaf wordt opgenomen ter bescherming van burger- en mensenrechten.
Nu wordt ook meegedeeld dat op 16 juni a.s. [precies 31 jaar na de executie!] de officiële herbegrafenis van Imre Nagy, Pál Maléter, Géza Losonczy, Miklós Gímes en József Szilágyi zal plaatsvinden. Later zal een monument voor hen worden opgericht. Men zal [tot dusver geheime] dokumenten over de gebeurtenis­sen van 1956 m.b.t. Hongarije van de Sovjet-Unie opvragen, en als de partij klaar is met het historische onderzoek naar het karakter van de opstand van 1956 zullen ook de in 1958 geëxecuteerde Imre Nagy en zijn naaste medewerkers postuum in ere worden hersteld’
Bovendien zullen, aldus Kulcsár, duizenden processen opnieuw worden bekeken en eventueel worden herzien omdat er tussen 1945 en 1962 sprake geweest kan zijn van ondeugdelijke rechtspraak en van showprocessen.
Commissies van juristen en historici zullen zich gaan storten op de verslagen van deze processen want ’schijnprocessen moeten eruit worden gezeefd en slachtoffers moeten worden gerehabiliteerd en eventueel een schadevergoeding krijgen’. Kulcsárs vaste overtuiging is dat het onrecht van het verleden, vooral van de jaren 1947 tot ± 1962, weer moet worden goed gemaakt. Er wordt dan ook een "Vereniging van Voormalige Politieke Gevangenen" [met kan zeggen: als een soort pressiegroep] opgericht.
Op 8 maart maakt minister Kulcsár zijn plannen bekend voor een constitutie, met daarin vastgelegd de grondrechten van de burger en hij zegt zelfs de bestaande grondwet, die een socialistisch model vertegenwoordigt, een obstakel kan worden in de ontwikkkeling! De nieuwe grondwet zal de nadruk leggen op het individu en zal, aldus de minister, alle politieke krachten de mogelijkheid geven vrijelijk te werken zolang de vrijheid van anderen niet in gevaar komt…. Hier volgt nóg eens uit dat er geen enkele partij meer zal zijn met een soort privilege bóver andere partijen!
De partij wil een "vrije, demokratische, socialistische staat met meer partijen" en ze zal nader uitwerken wat hieronder moet worden verstaan. Het vroegere wapen [het zgn. "Kossuth-embleem"] zal weer terug komen, met of zonder kroon, maar het land zal een "Volksrepubliek" blijven, zegt men eerst nog, maar korte tijd later komt men hiervan al terug want ”de term "Volksrepubliek" [Népköztársaság] herinnert alleen aan de fouten en duistere tijden van het verleden, dus die zal verdwijnen!”... Er zal een gekozen president komen en er komen veel meer mogelijkheden voor zelfstandige agrarische bedrijven: particulieren krijgen namelijk voor het eerst het recht op aan- en verkoop van grond, óók die van coöperaties en staatsbedrijven! Het CC gaat dus akkoord met een marktgerichte landbouwpolitiek waardoor particulier bezit en de vrije verkoop en aankoop van landbouwgrond mogelijk wordt, maar Fejti denkt wel dat de bondgenoten over deze hervormingen in Hongarije bezorgd zullen zijn!
Belangrijk is verder de aankondiging van minister Kulcsár dat alle 73 dienstweigeraars binnenkort vrij zullen komen en dat per wet vervangende dienst [van 18 maanden] in het sociale werk of in de gezondheidszorg in plaats van 18 maanden militaire dienst mogelijk zal worden. Per 1 maart wordt de wet op alternatieve dienst van kracht.
Intussen verklaart het parlement de 15e maart tot nationale feestdag en vrije dag en schaft de 7e november af als vrije dag. Enkele dagen hierna besluit de partij dat er in het vervolg op 1 mei geen parade meer zal worden gehouden en wordt het verplichte onderwijs Russisch [dat altijd sterk ideologisch was gekleurd] op de scholen afgeschaft en vervangen door Duits, Frans of Engels….
Eveneens deelt de regering mee dat Hongarije de internationale verdragen inz. vluchtelingen zal tekenen en hen dus niet langer naar hun land in Oost-Europa zal terugsturen! Maar zullen zich binnenkort dan ook Tsjechen, Slowaken of Oost-Duitsers melden, zo luidt de angstige vraag bij sommigen al! Binnen één week leggen de Hongaarse partij, parlement en regering m.a.w. al een snelle reis af naar een aantal tot voor kort niet mogelijk geachte burgerlijke vrijheden en daarmee naar de afrekening met het heersende communistische systeem van vele tientallen jaren……..
Op het jaarlijkse filmfestival is die verandering ook goed te merken: er worden daar vooral dokumentaires vertoond over de recente geschiedenis die nu voor het eerst gefilmd en vertoond mogen worden en slachtoffers en nabestaanden kunnen eindelijk hun verhaal vrijuit vertellen. De één na de ander doet zijn getuigenis,.. en dat gaat maar door en dan gaat het b.v. over concentratiekampen in het land zelf, over de eeuwenoude cultuur en tradities van de Hongaren in Roemenië, hun riten en bijgeloof maar ook b.v. over de prostitutie, die tot voor kort uiteraard ‘niet bestond’ [verboden was] maar nu voor velen een sensatie is, maar óók over doping en armoede, de jacht op het grote geld en florerende videotheken waar boven en onder de toonbank alles te huur is wat je maar kan bedenken, en aldus merkt menig Hongaar wel dat in de bioskoop al wel veel kan, maar dat in de videotheek álles kan! De tv  kent bovendien [onder controle van de partij en de regering] nog een strenge censuur, terwijl de bioskoop niet onder een dergelijke controle valt…. Eerst moet dus de politieke struktuur veranderen, pas dan zal de censuur vanzelf verdwijnen [naar: de Volkskrant, 24 febr. 1989]. 

top

Op za. 25 febr. wordt de eerste vakbond van arbeiders met de naam “Arbeiders-solidariteit” [Szolidaritás], naar het Poolse voorbeeld, opgericht door 500 a 600 mensen [o.a. van Fidesz] die in het Jurta-theater in Budapest bijeenkomen en voor het eerst lijkt de partij nu bezorgd over een paralelle organisatie vanuit de arbeidersklasse, terwijl de bestaande vakbonden immers een leegloop kennen! Er wordt hier ook scherpe kritiek geleverd op het systeem want “het socialisme heeft Hongarije immers alle slechte karaktertrekken gebracht die het kapitalisme worden toegeschreven, zoals b.v. uitbuiting, inflatie en werkloosheid”. Bovendien komt het verwijt dat ”de leiding van de partij zich niet om de belangen van de eenvoudige arbeiders bekommerde”. ‘De arbeiders zien in de [officiële] vakbonden alleen een bureaukratisch apparaat’, zo wordt ook gezegd…….
Toch lijkt deze nieuwe vakbond al snel een te vroeg geboren kind en het zal nog lang duren voor de nieuwe bond kan uitgroeien tot zoiets als in Polen want het monopolie van de partij in de bedrijven is nog lang niet aangetast! Te vroeg geboren lijkt ook de nieuwe sociaal-demokratische partij die zich immers nauwelijks onderscheidt van enkele andere partijen en de énige leider die enige bekendheid geniet is de 79-jarige András Révész die onder Horthy èn onder het communisme heeft geleden. Toch blijkt de nieuwe partij al snel verdeeld want Révész' houding om communisten van harte een bondgenootschap aan te bieden wordt hem b.v. door velen bepaald níet in dank afgenomen! De houding van sociaal-demokraten tegenover communisten is in Hongarije overigens al sinds 1919 een belangrijk maar óók bijzonder omstreden thema omdat de ervaringen nu eenmaal nooit goed waren!
Toch lijkt dit nu eindelijk te veranderen! Op 24 februari houdt Grósz een rede voor 3.000 partijleden in de Sporthal in Pécs en zegt b.v. dat de partij zal terugkeren naar 1948, d.w.z. óók naar sociaal-demokratische tradities en ze zal als partner naast andere partijen optreden. Maatschappelijke controle op de macht, de staatsinstellingen, is nodig, evenals een meerpartijen­systeem en hij erkent de grote onrust, verdeeldheid en matheid onder partijleden!
De Hongaarse partij zal verder goede contacten onderhouden met de grote West-Europese socialistische partijen [SPD, SPÖ, PSOE, PS, Labour, PSI] en heeft hun hulp nodig, zo erkent Grósz. De MSZMP zal echter niet afstand doen van haar leidende rol en wil een bepalende factor in het Hongaarse politieke proces blijven, aldus de partijleider, maar begin maart heet het al, dat "de partij" op basis van haar politieke daden [dus op basis van het oordeel van de  kiezers?!] een bepalende rol in het land wil spelen".
Door alle onduidelijkheden voelen de partijloze parlementsleden [1/4 van het totaal] zich echter toch gedwongen om van György Fejti, secr. van de partij, te weten te komen welke plannen er nu eigenlijk bestaan betr. een nieuwe constitutie, de rechtsbasis en de demokratische vrijheden en zij vinden ook dat b.v. rechtspraak, leger en politie volledig onafhankelijk, en dus buiten de partij-ideologie om, moeten funktioneren [!] en Fejti vindt vervolgens dat een [vrij gekozen] parlement in elk geval een beslissende rol moet spelen en hij zegt dat de partij wel voor "socialisme" als richting, principe, basis, is maar níet als dogma! "Terecht is ons jarenlang de arrogantie van de macht verweten", aldus Fejti. Verder zal een nieuwe wet zal de volledige scheiding tussen kerk en staat doorvoeren en voor kerkelijke benoemingen zal dus voor het eerst na meer dan 40 jaar geen enkele staatsbemoeienis meer gelden! Zelfs marxisten zijn nu immers tegen staatsinvloed op kerken, enz. en de kerken wensen zélf ook volledige onafhankelijkheid, teruggave van [een deel van] hun voormalige scholen en andere bezittingen, vrijheid van geweten, godsdienstonderwijs en andere aktiviteiten.
Steeds meer mensen vinden nu zelfs dat de wet op de persvrijheid van 1986 [die destijds al is bekritiseerd!] al weer onvoldoende is! De wet is achterhaald want de "onafhankelijke, demokratische" pers gedraagt zich nu al volkomen vrij! Er zal ook een wet op het referendum komen, maar de kriteria ervoor zijn nog onzeker. Waarschijnlijk zullen 100.000 handtekeningen ervoor nodig zijn, maar dit aantal is al ruimschoots gehaald door de akties van de milieugroe­pen tegen de Donaudammen bij Gabčíkovo/Nagyma­ros!
Intussen lijkt het er zelfs op dat allerlei oude, vooroorlogse, politieke stromingen en tegenstellingen nu weer een kans krijgen, zoals populisme, antisemitisme, nationalisme en soms irredentisme want deze taboes worden nu aan de lopende band doorbroken. Toch hebben de ’herstelde’ politieke partijen weinig aanhang en zijn hopeloos verdeeld en soms doen zich ook interne generatieproblemen voor, b.v. bij sociaal-demokraten en kleine grondbezitters en voor velen zijn het dan ook niet anders dan "nosztalgia pártok".
In februari 1989 wordt bijvoorbeeld in Budapest ook een "Genootschap van de Heilige Kroon" opgericht van historici, heraldici, juristen, enz. want zij wensen o.a. het herstel van de typische nationaal-Hongaarse historische tradities zoals het oude wapen mèt de Heilige Kroon van St. Stephanus, en het herstel van het instituut der beide kroonwachters' en van de eed op de H. Kroon [door parlementsleden, soldaten, rechters, enz.] zoals die vroeger werd geëist. De "Heilige Kroon van St. Stephanus" gold in Hongarije immers vele eeuwen als het historische symbool van de soevereini­teit van de natie en níet van het koningschap. Het betreft hier echter slechts een uiterst conservatieve en nationalistische groep die de 40 jaar communisme [bijna] als illegaal ziet……
Veel meer van belang is de weer volop levende aandacht voor de kerken, de godsdienst, de christelijke feestdagen zoals Goede Vrijdag en 2e Paasdag, die in 1989 voor het eerst weer als vrije dagen gelden, processies, enz., en nu komen de wensen tot herstel van de confessionele scholen die in 1948 aan de staat kwamen ook opnieuw naar voren. In dit verband komt er echter begin maart 1989 wel een klacht van kardinaal László Paskai, die in een brief aan de premier klaagt over 'zedenverwildering'. Hij wil namelijk dat artsen niet worden verplicht om mee te werken aan een abortus, maar hij wil steun geven aan gezinnen, en niet het vrijgeven van pornografie. De jeugd van Hongarije moet worden beschermd, aldus de kardinaal, maar premier Németh reageert hierop met: ”De regering is ook niet voor abortus, maar de mogelijkheid ertoe is een mensenrecht. Ook voor artsen geldt de vrijheid van geweten! De regering stelt overigens dat dit [abortus] een zaak van het persoonlijke geweten is, hoewel ze de mening van de kerken zeer hoog schat! Toch zal nog blijken dat zeer velen in Hongarije de mogelijkheid voor een abortus niet wensen af te schaffen en dat de praktijk ook in dit land al vele jaren totaal anders is dan de kerkelijke leer! In februari 1989 komt er ook een Comité tot stand ter herdenking van de Zwitserse consul in Budapest, Carl Lutz, die evenals zijn Zweedse collega Wallenberg, in 1944/45 duizenden Joden het leven redde. Lutz moest echter na de oorlog van z'n regering naar Zwitserland terugkomen, en werd wegens ’verregaande mate van overschrijding van zijn bevoegdheden’ n.b. oneervol ontslagen en stierf in 1975 in vergetelheid!...........
Het al vele jaren bestaande -en tot voor kort nauw met ’de partij’ verbonden- "Patriottische Volksfront" [Hazafias Népfront] wil zelfs in de toekomst een eigen rol blijven spelen, b.v. bij het overleg over de verkiezingen in 1990, en het pas opgerichte "Új Márciusi Front" [van progressieve intellektuelen] wil een Nationaal Comité vormen met leden van verschillende politieke overtuiging, in verband met de overgangssituatie in Hongarije.
Meer opvallend dan de Hongaarse binnenlandse politiek is uiteraard het buitenlandse beleid waarbij vooral de betrekkingen met Bonn en Moskou van belang zijn. Op 2 maart bezoekt de ondermin.v.buitenl. zaken Gyula Horn Bonn waar hij overleg voert met o.a. bondskanselier Kohl en openlijk verklaart dat z'n land vóór ontbinding is van beide militaire blokken en dat de Brezjnev-doktrine allang is achterhaald. "Hongarije voert een onafhankelijke politiek en beslist als soevereine natie", aldus Horn en dit bezoek lijkt een antwoord op het bezoek van de West-Duitse min.v.buitenl.z. Genscher in december aan Budapest waar de hartelijke sfeer weer eens bleek. De wederzijd­se intensieve en uitstekende betrekkingen gelden immers als model. Voortaan zullen de Duitse en Hongaarse minister elkaar jaarlijks bezoeken en er zullen consulaten in Pécs en in München komen. Daarentegen raken de betrekkingen met de ‘bondgenoot’ DDR nu juist verzuurd want de oude, getrouwe machthebbers in Oost-Berlijn keuren de nieuwe open en liberale politiek van Hongarije sinds enige tijd scherp af!
Op diezelfde dag gaat de Hongaarse premier [pas na drie maanden!] voor het eerst naar Moskou, op bezoek bij de hoogste baas van het rijk, Michail Gorbačov en hij wordt eerst ontvangen door diens plaatsvervanger, premier Ryzkov. Het is, zo voelt hij, een riskante missie want Hongarije wil immers het IJzeren Gordijn neerhalen, een einde maken aan het socialisme en allerlei andere hervormingen doorvoeren! Toch verklaart Németh later: "Gorbačov boezemde mij meteen vertrouwen in. Ik besefte dat hij ons geweldige kansen bood". Het overleg duurde zelfs langer dan twee uren, drie maal zo lang als gepland, en Németh stelt hierbij op zeker moment Gorbačov op de hoogte van zijn eigen voorstel van enkele maanden geleden, om niet meer geld ter beschikking te stellen voor vernieuwing van het IJzeren Gordijn.

top

Gorbačov levert wel enig commentaar, maar Németh begrijpt eruit dat hij stilzwijgend instemt met het Hongaarse voorstel en Gorbačov zelf zegt later: "Ik juichte de voorstellen van het Hongaarse volk om de kans op vrijheid te grijpen en hervormingsplannen in eigen land te realiseren toe. Ik stemde dat niet alleen toe, ik begroette ze zelfs. Laten we wel wezen: De perestrojka had al een einde gemaakt aan de Brezjnev-doktrine, die de soevereiniteit van Oost-Europa beperkte". Verder verklaart Németh aan Gorbačov in Moskou: "Ik weet niet wanneer we de eerste vrije verkiezingen met meer partijen houden, maar er wordt aan gewerkt, en ik weet voor 100 % zeker dat als gevolg van die verkiezingen de tegenwoordig regerende partij haar macht zal verliezen. Anderzijds zijn er op Hongaars grondgebied nog altijd bijna 100.000 Sovjetsoldaten gestationeerd" en op grond van de ervaringen die we hebben met de Russen, zoals in 1956 gebeurde, vroeg ik -aldus Németh later- hem: "Als wij, stel nou, als gevolg van die verkiezingen als heersende partij uit de regeringsmacht worden gegooid, en ú hebt nog 100.000 man hier in Hongarije, zult u dan -zoals in 1956- tussenbeide komen, of níet?"……
Gorbačov antwoordt hierop zonder enige aarzeling en met grote nadruk o.a. "Ik betreur wat er in 1956 in Hongarije gebeurde. Dat zal nooit, nooit weer gebeuren! Er komt geen tweede ’56 zolang ik hier zit" en voor Németh is dat al geweldig om te horen! Nog niemand in Oost-Europa nam de perestrojka van Gorbačov serieus, maar nu besluit Németh de ruimte volledig te gebruiken, tot aan de grens!.....Németh legt vervolgens aan Gorbačov vijf plannen van z'n kabinet voor en wil van hem graag een reaktie hierop horen: Wat doet Moskou [de USSR], als Hongarije 1. onderhandelingen wil over terugtrekking van de Sovjettroepen? 2. de Sovjetatoomraketten wil laten verwijderen van z'n grondgebied? 3. op termijn een meerpartijenstelsel invoert? 4. de Vluchtelingenconventie van Genève ondertekent? en 5. het IJzeren Gordijn opheft en dus de grensversperringen met Oostenrijk verwijdert? [NZZ]. Wat betreft punt 1 is Gorbačov bereid tot onderhandelingen, punt 2 belooft hij te doen, en wat betreft de drie andere plannen geeft hij Hongarije de vrije hand. Gorbačov vraagt ook wat Németh gaat doen betr. de Duits-Duitse 'zomercontacten' in Hongarije, maar Németh zegt hem dat dat niet Hongarije's probleem is. Németh is overigens de eerste Hongaarse premier na ruim 40 jaar die níet éérst naar Moskou gaat!
Economische samenwerking, een radikale vernieuwing van de Comecon en ontwikkeling naar een markteconomie met convertibele valuta en reële prijzen staan ook op het programma, en van enkele andere socialisti­sche landen constateert men dat ze achterblijven en die verdeeldheid wordt openlijk toegegeven. Németh heeft overigens aan de vooravond van z’n bezoek in een uitgebreid interview met de krant Magyar Hírlap al scherpe kritiek op de Comecon geleverd en gezegd dat de organisatie volgens hem “haar leden meer nadelen dan voordelen oplevert” en dat Hongarije heeft gekozen voor een ‘socialistische markteconomie’.  
Maar in Moskou maakt men tegen Hongarije's wens tot meer contacten met het Westen en het opruimen van handelsbarrières in elk geval géén bezwaar! Németh pleit in Moskou ook voor een demokratische rechtsstaat, deling van de macht, politieke en economische hervormingen, maar geeft ook aan dat Hongarije er economisch gezien slecht voorstaat. Het blijkt dat Gorbačov zeer positief staat t.o.v. de hervormingen in Hongarije en hij heeft geen kritiek op voorstellen van dat land inz. de Comecon. "Hongarije en de USSR willen zich beide van de ballast van het verleden bevrijden", aldus de Sovjet-leider! Budapest heeft immers al zo vaak -zij het vergeefs- steeds luidere kritiek op de Comecon geuit en onlangs heeft men opnieuw een totale hervorming, een totaal ander geldsysteem, convertibele valuta, reële koersen, markteconomie en marktprijzen voorgesteld. Maar opnieuw nam men deze voorstellen niet aan. Hongarije wil dan ook wèg van de leuzen over centrale planning, het centralisme, enz., en bilaterale akkoorden tussen bedrijven en landen moeten op korte termijn mogelijk worden.
Zoals men kan verwachten voelen ook de Russen en Polen hiervoor, terwijl de andere landen één en ander nog altijd willen tegenhouden, maar vooral met Polen [waar intussen een heuse Ronde Tafel Conferentie van regering en oppositie aan de gang is!] voelt men zich in Hongarije vanouds nauw verbonden: door een historische vriendschap van eeuwen en een lange traditie van goede contacten en ook nú nog zijn er veel vriendschapskringen, historische studies, vertaalde literatuur, films, enz. Ook pleiten Hongaarse leiders zoals Szürös, Németh, Horn, enz. nu herhaaldelijk voor de bijdrage van hun land aan het idee van Gobačov voor "de bouw van één Europees Huis" en voor het opheffen van de deling van Europa, dus vóór de samenwerking van Oost en West….. Sommigen in Hongarije zien zelfs Finland als een voorbeeld wat betreft de betrekkingen met de Sovjet-Unie: een parlemen­taire demokratie, een markteconomie èn: een verdrag met de sovjets, géén Sovjettroepen maar wel geregelde onderlinge consultaties. Anderen wijzen echter op de "finlandisering": de nog altijd veel te grote [vaak: indirekte] invloed van de Russen hier en het kabinet-Németh ziet hierin dan ook niets.
Toch blijft er, in Hongarije en elders, wel enige twijfel bestaan over de machtsverhoudingen binnen het Kremlin in Moskou, waar men geen duidelijk zich op heeft. Hier en daar vermoedt men toch een soort machtsstrijd en Gorbačov zou -vreest men- nog best eens door z'n tegenstanders aan de kant geschoven kunnen worden. Hoe sterk Gorbačov eigenlijk in het zadel zit is, óók voor de Hongaarse politici, immers totaal onduidelijk, maar wèl is duidelijk dat in andere landen van Oost-Europa, Roemenië, Tsjechoslowakije en de DDR, de ontwikkelingen in Polen en Hongarije met argusogen en diep wantrouwen worden bekeken…
In de Hongaarse krant Magyar Nemzet kon men trouwens op za. 11 febr. o.a. lezen dat er “óók een staat is waar men afstand neemt van de perestrojka en waar men het symbool van de verdeling van Europa verdedigt” en dat is natuurlijk een duidelijke verwijzing naar de DDR en naar de Berlijnse Muur… ”En dan is er ook nog een staat met al de afschuwwekkende karaktertrekken van een harde diktatuur, een staat waar terreur woedt”, n.l. Roemenië… [NRC/Hbl., 13 febr. 1989]. In dit land worden, volgens min.v.binnenl.z. István Horváth op 10 maart in het parlement, de mensenrechten geschonden en ”het nationale bestaan van de Hongaarse Roemenen staat op het spel”. Daarom ligt de kwestie van de vluchtelingen uit dit land “uiterst complex en gevoelig”, en volgens een rapport zijn er nu 14.000 vluchtelingen over de Hongaarse grens gekomen en de stroom houdt aan, aldus de minister. Enkele dagen hierna komt er een delegatie van de UNHCR naar Hongarije om de situatie van de gevluchte Roemenen kunnen worden geholpen en het is de bedoeling dat er internationale hulp komt. Hongarije zal de eerder genoemde Conventie van Genève ook tekenen. 
Intussen is er in dit land ook bijzonder veel aandacht voor een herinnering aan het verleden dat hier nog altijd leeft, zoals iedereen kan zien en aanvoelen bij het bezoek van de 76-jarige dr. Otto von Habsburg, oudste zoon van de laatste Hongaarse koning, Károly IV [= de Oostenrijkse keizer Karl I], die op 2 maart als vice-voorzitter van een delegatie van het Europese parlement naar Hongarije komt voor onderhandelingen over nauwere politieke en culturele samenwerking tussen de EG en Hongarije. Híj wordt door een juichende menigte in Budapest als een held ontvangen, want de Hongaren zwelgen in monarchistische nostalgie en het -in naam nog altijd communistische- regime vindt het allemaal uitstekend. [de Telegraaf, 4 maart 1989]. Sinds enkele maanden loopt er n.l. voor uitverkochte zalen een filmportret van 1 ½ uur over de ex-kroonprins waarin deze in vloeiend Hongaars zijn visie geeft over een groot en sterk verenigd Europa, waarin natuurlijk ook voor Hongarije een plaats is. “Wéér een schrikbeeld minder, want dankzij deze documentaire weten we nu welke respektabele kwaliteiten iemand bezit, die tot voor kort nog als een verachtelijk mens heeft gegolden”, aldus de Hongaarse filmpers. Ook de 2.000 studenten in de óvervolle zaal van de Karl Marx-[!] Economische Universiteit in Budapest zijn wild enthousiast als Otto n.b. in het Hongaars verklaart, dat "de deur van de EG wijd openstaat voor Hongarije" en dat ”ons belang niet ligt in ons gemeenschappelijk verleden, maar in onze gemeenschappelijke toekomst. En dat is het verenigde Europa, waarin nationale tragedies zoals Hongarije ze heeft beleefd, niet meer denkbaar zijn”.
Eenzelfde enthousiasme treft Otto zelfs aan bij enkele honderden [Joodse] overlevenden van de Holocaust uit 1944/45 en ze luisteren met tranen in de ogen naar de aartshertog. In de hal van Hotel Gellért, waar Otto logeert, staan de mensen in de rij voor een handtekening en de Hongaarse media lopen achter hem aan als achter een filmster.… Overal waar hij komt wordt hij warm ontvangen en volgens waarnemers is dat niet omdat de Hongaren zo geïnteresseerd zijn in het Europese parlement, maar meer door de nostalgische gevoelens die zij koesteren voor de dagen van de Donaumonarchie”. [de Telegraaf, za. 4 maart 1989].
Otto von Habsburg heeft zich altijd zeer voor Hongarije geïnteresseerd, spreekt de taal van het land goed, voelt zich ermee verbonden, hield altijd contacten met Hongaarse emigranten, en bezocht in juli 1988 voor het eerst kort het land na 70 jaar. Toen bezocht hij de abdijen van Pannonhalma en Zirc, de abdijkerk van Tihany en het Hongaarse Nationale Museum in Budapest met o.a. de Heilige Kroon, waarmee zijn vader op 30 december 1916 is gekroond, en hij sprak ook vertegenwoordigers van de Ungarndeut­sche.
Vanaf 1945 tot kort geleden was zijn naam doodgezwegen, met uitz. van een interview in 1972. Hij vond Horthy, "die beslissingen voor zich uitschoof, en bang was voor eigen familie en vermogen, niet zo wijs", en "schaamde zich vaak om antwoorden van Horthy aan president Roosevelt door te geven" [1943/44]. Al vóór de oorlog was hij voor Europese eenheid, en verleende b.v. anti-nazi's veel hulp.
Een film, een documentaire, over zijn leven "Naar Gods Wil" [Isten akaratából] van de bekende cineast Péter Bokor [Pécs, 1924] trekt al maanden enorm veel belangstelling. "Hongarije betekent voor mij nu nog "thuis", aldus de 76-jarige, bescheiden en intelligente Otto von Habsburg, "de ongekroonde koning" van het land. De in Hongarije populaire Habsburger verwacht dat Hongarije t.z.t. "in de verre toekomst" lid van de Europese Gemeenschap kan worden en hij waardeert het beleid van de regering zeer.
N.b. Op 14 maart 1989 overlijdt Otto's moeder, de vml. koningin en keizerin Zita, 97, die in Hongaarse kranten nog eens wordt geprezen als ‘een wilskrachtige vrouw’ en ‘een grote persoonlijkheid’. Zij wordt op 30 maart onder massale belangstelling -o.a. van ± 4.000 Hongaren, die ook nog even in Wenen kunnen winkelen- in Wenen begraven met alle traditionele pracht en praal van de oude Habsburgse monarchie. Een mis in de St. Stephansdom wordt opgedragen door kardinaal László Paskai en daarna trekt een requiemmis in de Mátyáskerk o.l.v. kardinaal Paskai in Budapest nog eens 4.000 mensen, onder wie Otto von Habsburg en enkele andere Habsburgers.

top

Ondanks alles lijkt de toekomst voor Hongarije dus toch veel meer onspannen en vrij dan ooit na 1945 en er wordt intussen zeer snel en grondig aan verdere hervormingen gewerkt. Op 7 maart verklaart de partij zich b.v. vóór een ‘aktieprogramma’ waarin een meerpartijensysteem wordt bepleit en zelfs de als gematigd conservatief bekend staande János Berecz, de propagandachef der partij, is vóór verdere politieke hervormingen. Hij laat zelfs weten dat men “de ervaringen van het communisme en van de sociaal-demokratie wil laten samensmelten” en hij deed bij het CC een dringend beroep op de partij om met de hervormingen in te stemmen. Volgens hem moest de partij dat ook uit lijfsbehoud doen “omdat de bevolking zich bij verkiezingen met meer partijen zal uitspreken voor de partij die zich inspant voor consistente hervormingen”. [NRC/Hbl, 8 maart 1989]. Volgens deze krant is het zelfs de eerste keer dat Berecz zich onomwonden uitspreekt vóór verregaande politieke hervormingen “waarvoor geen alternatief meer is”. Ook legde hij in zijn toespraak nadruk op ‘principiële, universele en nationale waarden zoals vrijheid, rechtvaardigheid en solidariteit en definieerde ‘vrijheid’ als ‘de onafhankelijkheid van de persoonlijkheid en de doorvoering van mensenrechten’ en zegt dat ‘vrijheid alleen is te bereiken door demokratie”. Tezelfder tijd laat de progressieve ondermin.v.justitie Kilényi weten dat de nieuwe grondwet garanties zal bevatten voor nieuwe politieke partijen, maar dat de eerste werkelijke verkiezingen met meer partijen niet voor 1995 kunnen worden gehouden  en de  organisatie van de verkiezingen voor 1990 ligt volgens hem nog niet vast…..
Zelfs János Berecz gaat hierbij dus in principe véél verder dan b.v. Michail Gorbačov eerder deed in zijn boek ”Perestrojka” uit 1987. De sovjetleider, die zich herhaaldelijk beroept op Lenin, wilde immers slechts een nodige verbetering van het socialisme doorvoeren terwijl het allang duidelijk is dat de Hongaarse ‘hervormers’ veel verder willen gaan dan Gorbačov voor ogen staat….. Toch ‘weet men niet wat men aan Berecz heeft’ want hij blijft ondanks de nu soms progressieve en liberale geluiden een man van ‘de partij’ die immers hèt geruchtmakende maar voor de trouwe communisten gezaghebbende boek over de Revolutie van 1956 als een duidelijke contrarevolutie [ellenforradalom] heeft geschreven en daarmee min of meer heeft afgedaan dan wel misschien toch vooral een opportunist is… 

Voor het eerst na 40 jaar in Budapest. Op 20 aug. opnieuw de eeuwenoude processie!.jpg


Van Hongaarse hervormers is het allang duidelijk dat hun inspiratiebron niet in Moskou ligt maar veeleer in Bonn, Parijs en en Londen zoals blijkt uit het feit dat de Hongaarse premier Németh begin maart 1989 bij zijn streven naar hervormingen openlijk zegt gebruik te willen en zullen maken van de enorme ervaringen die men in de Westerse demokratieën opdeed. Het burokratische en centralistische model en de éénpartijstaat liepen in Hongarije volgens hem dood.  Hij wil echter niet het westerse model zonder meer kopiëren: "De overname van een buitenlands model liep al een keer fout", aldus de premier. Wel erkent men voorzichtig dat het slagen van de hervormingen in Hongarije samenhangt met "het internationale klimaat" [de houding van de buurlanden], maar de voorwaarden lijken nu gunstig! Bovendien: "Voorstanders van hervormingen winnen aan kracht in de socialistische landen, en niemand twijfelt aan Hongarije's recht om een eigen weg te gaan".
Een andere zaak die de gemoederen sterk bezig houdt is die van het het stuwdammencomplex in de Donau bij Nagymaros en Gabčíkovo [Bős] en hierover debatteert het parlement ook op 8 maart n.a.v. een rapport van een commissie en op voorstel van 32 leden en het parlement is intussen onder steeds meer druk komen te staan: opnieuw vonden der op 6 maart demonstraties plaats van 600 mensen, en min.v.milieu Maróthy wordt scherp aangevallen: hij zou het parlement met z'n valse cijfers hebben voorgelogen en zelfs de Academie van Wetenschappen [prof. Iván T. Berend] zegt dat de regering over het complex geen juiste gegeven verstrekte.
Eerder al sprak de Academie zich uit tègen de bouw van de dammen. Op 10 maart eist de milieugroep "Dunakör" zelfs dat Hongarije de verdere bouw, waarvan de kosten intussen op Ft 63 miljard worden geschat, stopzet en dat er een referendum over deze zaak komt. Maar ook de premier is onder de indruk van de publieke opinie en verklaart nu dat Hongarije de bouw van een deel van het stuwdammencomplex in de Donau zal stopzetten onder de druk van publieke protesten en hij zegt toe dat de regering in juni aan het parlement volledige informatie zal geven over het complex bij Bős [Gabčíkovo] en Nagymaros, over b.v. de milieuschade, de eventuele voordelen, een eventueel referendum, de kosten, het nut en de werkzaamheden.
Het parlement zal verder in maart ook discussiëren over het economische plan, het budget en de eigen bevoegdheden, maar over het stakingsrecht is men het nog niet eens want de regering wil dat toch beperken.
Wel is intussen ongeveer duidelijk wat de oppositie, d.w.z. de nieuwe partijen en groepen buiten het parlement, wenst en b.v. de "Kleine Grondbezitters" maken duidelijk dat ze garanties willen voor absoluut gelijke kansen en [b.v. financiële] middelen voor de verkiezingen voor alle partijen! Men vindt namelijk dat er nog veel moet gebeuren want op lokaal niveau, in kleinere steden en op het platteland, zijn er b.v. nog vele machtige 'kleine bazen', direkteuren van bedrijven en instellingen, die pressie [kunnen] uitoefenen op allerlei mensen, personeel en andere ondergeschikten! Machtsmis­bruik en corruptie vieren immers hier en daar nog hoogtij. Zo is er b.v. formeel wel godsdienstvrijheid maar op het platteland staan gelovigen enz. nog regelmatig bloot aan druk en controle! De dialoog mag dan in Budapest tot in de hoogste kringen, met filosofen, juristen, theologen, redakteuren, enz. enz. plaatsvinden, maar elders is dat nog lang niet het geval! De énige onafhankelijke groep van redelijke omvang is tot nu toe het MDF, met ± 13.000 leden, terwijl alle andere groeperingen en partijen nog weinig leden of aanhangers, weinig organisatie en ervaren leidinggevende mensen hebben.
Overigens is het MDF vooral bezig met het recruteren van z’n aanhang op basis van zeer nationale emoties, zoals de behandeling van de Hongaren als grote minderheid in Roemenië en de bekende dichter en MDF-bestuurder Sándor Csoóri laat nog eens horen: “Op het oog lijken wij niet meer dan een beweging van dichters en schrijvers maar in werkelijkheid kwam de roep om oprichting van het Forum uit het diepst van de ziel van de natie”! “Maar het MDF is intussen wel als énige rustig en geduldig bezig tienduizenden onverschillige Hongaren warm te maken voor de politiek”. Demagogie wordt hierbij overigens niet geschuw en veel MDF-roergangers houden van krachtige redevoeringen waarin met stemverheffing wordt gewaarschuwd tegen de dreigende ‘rode terreur’ onder het roeren van de nationale trom. De ondergang van het ‘traditionele Hongaarse gezin’ is een geliefd thema maar economische problemen worden geschuwd. Mystificaties niet! [Wera de Lange, Trouw, 15 maart 1989].
Intussen krijgt de nog altijd regerende [communistische] ’partij’ overigens honderden brieven van leden die niet meer weten wat ze met de gewijzigde, en nu officiële visie op de gebeurtenissen in okt/nov. 1956 aan moeten! Ze voelen zich zeer onzeker en weten niet meer waar ze aan toe zijn. Maar er zijn in dit land óók nog altijd skeptici ”omdat zij uit ervaring weten dat Big Brother snel met de maaimachine komt aanrennen als er in tijden van politieke dooi “honderd bloemen bloeien”. Zelfs de optimisten vrezen dat wat officieel ontplooiing heet op een ontploffing zal uitdraaien” [dr. J. Katus, de Volkskrant, 8 maart 1989] en deze -vrij pessimistische- schrijver, hoofddocent aan de RU in Leiden, denkt dat twee data vooral van belang zullen zijn: de herdenking van de revolutie van 1848 op de 15e maart en de herbegrafenis van o.a. Imre Nagy en Pál Maléter op 16 juni.
Hij meent echter dat de apparatsjiks hun macht niet zonder meer zullen opgeven want het systeem heeft zijn eigen infrastuktuur geproduceerd: een omvangrijk partijapparaat dat de hele samenleving veertig jaar in zijn greep heeft gehouden. Intussen daalt het levensniveau snel en al meer dan 20 % van de bevolking leeft onder het bestaansminimum, en de vooruitzichten zijn somber. De klok kán zelfs nog met tientallen jaren worden teruggezet. [Katus, de Volkskrant, 8 maart 1989].
Toch wijst niets hierop hoewel het vanzelf spreekt dat veel mensen al die ”van boven opgelegde” veranderingen niet kunnen bijhouden en zij merken dat je bepaalde opvattingen nú maar beter niet meer kunt uiten. Het tempo van de ‘hervormingen’ ligt immers bijzonder hoog en het lijkt erop dat de hele maatschappij in dit land, inclusief vrijwel alle politiek en sociale meningen moeten worden herzien, gecorrigeerd, aangepast, enzovoorts. Aan de andere kant bestaat er een grote eensgezindheid over de vorm waarin de hervormingen moeten plaatsvinden: op 9 maart vindt in het parlement een debat plaats over een toekomstige constitutie en er worden bittere aanvallen gedaan op de bestaande grondwet van 1949, die een kopie is van de stalinistische, Sovjetrussische van 1936.
Men wil nu garanties dat nooit weer iets dergelijks in Hongarije kan optreden! Alleen via vrije en geheime verkiezingen kan stabiliteit worden bereikt, vindt men algemeen en een nieuw systeem moet er zoveel mogelijk op basis van een consensus komen. Het parlement zal ook moeten beslissen over een eventuele inzet van de gewapende macht en men gaat akkoord met een voorstel om een referendum te houden, nadat minimaal 100.000 handteke­ningen zijn verzameld. N.b. Er bestaat een grote mate van overeenstemming inz. allerlei voorstellen! ”De burgerrechten zullen in de nieuwe [of: geheel gewijzigde!] grondwet van 1990 worden vastgelegd”, aldus minister Kulcsár, en "de staat zal aan alle politieke krachten de mogelijkheid moeten garanderen om vrij te kunnen werken, zolang de vrijheid van anderen niet in gevaar komt”, aldus de minister van justitie, de integere jurist Kálmán Kulcsár. Er is ook een wet op komst die het de staatsburgers geheel vrijlaat om de grenzen te passeren, te immigreren of emigreren, enz. De partij spreekt zich nu uit voor een pluralistische rechtsstaat, en een demokratisch socialisme. Maar....... men wil dat niet [meer] in een grondwet vastleggen! Enkele maanden geleden is zelfs een “Onafhankelijk Forum van Advokaten” door 135 juristen, o.a. een aantal professoren, opgericht om bijvoorbeeld de onafhankelijke parlementaire fraktie te steunen!
Intussen wil de partij ook zo snel mogelijk komen tot een Ronde Tafel overleg met alle oppositiegroepen, in navolging van de Poolse partij en dan zou men moeten praten over een regeringscoalitie, die zich garant stelt voor de geleidelijke en vreedzame overgang naar een echte demokratie, maar de meeste onafhankelijke groepen reageren voorzichtig op dat voorstel en het MDF is nog het meest negatief: “Geen pakt over de hoofden van mensen heen want als wij zonder machtiging van dee bevolking afspraken maken met ’de partij’ verspelen wij bij voorbaat onze geloofwaardigheid”, aldus -de bekende- Zoltán Biró. Eerst zou er een vrij gekozen grondwetgevende vergadering moeten komen en pas daarná kan er dan verder gepraat worden. [Wera de Lange Trouw, 15 maart 1989].

top

Oppervlakkig gezien lijkt er dus niets onrustbarends aan de hand want de ontwikkelingen gaan geleidelijk en bovendien blijkt deze regering ontvankelijk voor kritiek en voor de publieke opinie, ze leeft a.h.w. mee met ‘het volk’ en voelt redelijk goed aan welke problemen er in deze maatschappij leven. Ook is er geen weg terug en vèrreweg de meeste Hongaren wensen nog altijd absoluut niet vergeleken te worden met hun buren zoals de Roemenen, de Slowaken, de Serviërs en de Ukraïners, die allen -al vele tientallen jaren- veel minder vrijheid en welvaart kennen…. Het is eveneens duidelijk dat ook de ministers tegen kritiek kunnen en vooruit wensen te denken, bereid zijn hun standpunten te wijzigen en de Hongaarse vrijheden wensen te handhaven én zelfs verder uit te bouwen! Aldus kan b.v. de premier na korte tijd Pozsgay wel gelijk geven en erkennen dat er in 1956 inderdaad sprake was van een volksopstand!
Ook de nieuwe parlementsvoorzitter, de 55-jarige Mátyás Szűrös, secr. CC voor buitenlandse zaken en eerder ambassadeur in Moskou, die op 10 maart door het parlement is gekozen als opvolger van de al langer omstreden István Stadinger, verklaarde al eerder heel nuchter dat volgens hem ”de Sovjet-Unie toch ook wel meer belang zal hebben bij onafhankelijke, neutrale staten met efficiënte eco­no­mieën aan z'n grenzen dan aan zwakke satellieten". Hongarije zal hierop stellig niet vooruit lopen, maar van het grootste belang blijft dat uit niets blijkt dat Moskou [althans Gorbatsjov] aan het land níet volledig de vrije hand geeft!
De speelruimte voor landen zoals Hongarije is zelfs groter dan ooit, maar toch verklaart Szűrös nog dat er vanuit Bonn [Helmuth Schmidt] en Wenen vermaningen kwamen aan Hongarije's adres om het voorzichtig aan te doen met de demokratisering, om Moskou niet te provoceren! Ook sommige Nederlandse politici sluiten zich aan bij dergelijke waarschuwingen en b.v. Bert de Vries [fraktieleider CDA] zegt na ’een week Hongarije’ dat men ”bij de hervormingen in Hongarije niet dezelfde vergissingen moet maken als in 1956. Toen gingen ze over bepaalde grenzen en dat leidde tot de sovjet-invasie. Het is onverstandig om [in Moskou] irritaties en weerstanden op te roepen”, maar het spreekt vanzelf dat dergelijke argumenten bij de oppositie [ maar óók bij de regering!] de nodige weerstand oproepen: Jarenlang heeft het westen kritiek uitgeoefend op de Oost-Europese diktaturen terwijl er nu, nu demokratische hervormingen op het programma staan, -nota bene- angstig op de rem wordt getrapt! [Leeuw. Courant, do. 23 maart 1989]. ]. ………..
Er is nu zelfs ook oog voor een geheel ander soort vooruitgang: er staan n.l. grote verkeerstechnische plannen voor Budapest op stapel, zoals de verdere bouw, de laatste ± 70 km, van de autosnelweg Wenen-Budapest, n.l. het deel van Győr tot de Oostenrijkse grens, en de aanleg van een 11 km lang stuk metrolijn van het Oostelijke station [Keleti p.u.] tot Budaörs, in het zuidwesten van Budapest.
Ook kan men trots zijn op het feit dat de hoofdstad over enige tijd een Ludwig Museum van Moderne Kunst zal kunnen openen en al vast 70 belangrijke werken als geschenk uit de collectie van het echtpaar Ludwig krijgt. Na enkele jaren komen de experts blijkbaar tot de conclusie dat de ruimtes van…. het “Museum van de Hongaarse Arbeidersbeweging“, een deel van de Burcht van Buda, het meest geschikt zijn en dat tekent de enorme, fundamentele ommezwaai die dit land in betrekkelijk korte tijd heeft gemaakt!..........    
Het blijkt ook al dat ongeveer 3/4 der parlementsleden vóór een Wereldtentoonstelling in Wenen en Budapest in 1995 zou zijn want men verwacht dan een snellere aansluiting bij West-Europa, veel investeringen van grote bedrijven, wereldwijde reklame, veel meer aandacht voor infrastruk­tuur, telecommunicatie, dienstverlening, toerisme, enz., en voorlopig heeft men het vooral over de financiële voordelen! Toch blijven anderen veel meer sceptisch want Hongarije is voor zoiets nog lang niet klaar, heeft er het geld [schtatting: 110 miljard Fornit = NL gld. 3,5 mrd] bij lange na niet voor, en… in de plannen geeft men géén financieringsbronnen en kostenberekening aan! Toch is tenslotte de meerderheid vóór, mits minister Beck van handel komt met de financiële onderbouwing van de uitgewerkte plannen! Het wetsontwerp wordt dan [24 maart] aanvaard maar er blijven twijfelaars: 71 onthoudingen en 15 tegenstemmen..... 
Verder komt een economische commissie van de partij op 1 maart met een analyse over de voorbije 40 jaar maar óók met voorstellen tot een Ronde Tafel Conferentie van alle politieke richtingen -naar het voorbeeld van Polen!- en enkele dagen hierna [op 6 maart] roept de regerende partij MSZMP -voor het eerst- alle andere groepen en partijen op om samen de 15e maart als /oude èn nieuwe!/ officiële feestdag te vieren en het CC der partij spreekt zich begin maart formeel uit voor o.a. pluralisme, demokratie, gelijke kansen, zelfverwerkelij­king van de autonome mens, solidariteit, privé-eigendom, een president met echte bevoegdheden, enz……..
Op de wens van allerlei oppositionele, onafhankelijke groepen en partijen om vervroegde parlementsver­kiezingen te houden gaat de partij [de regering] echter niet in want men voelt niets voor een kostbare verkiezings­strijd en alle andere partijen zijn er niet eens klaar voor! Bovendien is de positie van het kabinet van Miklós Németh niet in gevaar hoewel een motie van afkeuring in het parlement vanaf april de regering kan dwingen haar ontslag in te dienen! In sommige distrikten wordt intussen soms wel zware druk uitgeoefend op parlementsleden om af te treden.
Desondanks ontvangt Hongarije zelfs internationale erkenning voor de serieuze poging om een parlementaire demokratie te scheppen want van 14 tot 18 maart vergadert de prestigieuze "Interparlementaire Unie" [IPU, 1890] voor het eerst in Oost-Europa, n.l. in Budapest. Het is de 81e conferentie die wordt gehouden met ± 1.000 parlementsleden uit 112 landen en Hongarije weet hier -voor een internationaal forum- zelfs te bereiken dat deze parlementsleden toezeggen o.a. individuele en collectieve rechten van nationale minderheden in hun eigen land te bevorderen!………. Tijdens deze top weet Hongarije zelfs te bereiken dat Roemenië, in ruil voor Hongaarse terughoudendheid over de diskriminatie van de Hongaarse minderheid in Roemenië, instemt met de hereniging van 300 gezinnen waarvan leden aan beide kanten van de grens woonden. Die hereniging heeft intussen zelfs in het diepste geheim plaatsgehad, terwijl de Hongaarse president Brunó Straub nóch de nieuwe parlementsvoorzitter Mátyás Szűrös bij de openingstoespraken van de IPU-conferentie verwezen naar de voor Hongarije zo belangrijke ‘kwestie Roemenië’. Szűrös refereerde alleen aan “Europa’s grootste etnische groepe buiten de grenzen van het moederland”, waarmee hij de ± 3 miljoen mensen omvattende “határontúli magyarság”, de Hongaren over de grenzen bedoelde….    
Sukses heeft Hongarije ook in de Commissie voor de Rechten van de Mens van de UNO wanneer op initiatief van Budapest de 43 lidstaten een speciale UNO-rapporteur aanstelt die de schendingen van Rechten van de Mens in Roemenië moet onderzoeken… de eerste keer dat een Oost-Europees land een lidstaat uit dezelfde regio opelijk afvalt! Ook de andere “Oostbloklanden” lieten dit land vallen en het isolement van Roemenië is nog verder versterkt door de grote aandacht die Hongaarse en Joegoslavische media besteden aan een Open Brief van zes Roemeense partijveteranen met scherpe kritiek op Ceauşescu! Intussen duurt ook de stroom vluchtelingen uit dat land onverminderd voort en men heeft intussen vier opvangcentra ingericht, drie bij de oostgrens en één in Budapest. Ook heeft Hongarije de UNHCR om hulp gevraagd en die zal binnenkort wel komen en min.v.binnenl. zaken István Horváth deelt mee dat Roemenië aan veel méér mensen toestaat om te emigreren, d.w.z. om naar Hongarije te vertrekken en Hongarije zou volgens hem eventueel een dubbel staatsburger­schap [voor de Hongaarse minderheid in Roemenië] willen invoeren….
Al deze zaken worden echter, zoals bekend, niet door ‘de partij’ geregeld want de Hongaarse premier heeft met instemming van de bevolking de leiding naar zich toegetrokken en dat heeft sukses. Terwijl de nieuwe en financieel nog lang niet krachtige politieke groepen en partijen zich mogen verheugen in de nieuwe, ongekende mogelijkheden en kansen, moet de nog regerende partij bij monde van János Lukács, een nogal behoudend en voorzichtig lid van het Politburo en secr. van het CC, dus wel constateren dat er van eenheid binnen de partij helaas nog weinig sprake is en  dat er ook nog héél weinig is te merken van personele en organische veranderingen op het niveau van provincies [comitaten] en gemeenten! De leiding is -wat iedereen allang heeft gemerkt- verdeeld, en zelfs de als conservatief bekende János Berecz [zie hierboven] spreekt zich uit vóór consistente hervormingen! De partij heeft geen alternatief meer, en al verliest ze leden, vooral conservatieven en dogmatici, “dat zal toch de partij versterken”, aldus Berecz. De partij zal ook doorgaan met het overleg met alternatieve politieke groepen [partijen] "om het demokratiseringsproces zonder schokken te laten verlopen" en men wil zo veel mogelijk een consensus bereiken: van grote meningsverschillen tussen de heersende MSZMP en de andere partijen is immers nauwelijks meer sprake en de situatie in Hongarije is wat dit betreft dus geheel anders dan in Polen! De Hongaarse partij is -zelfs volgens Berecz- nu namelijk vóór principiële universele en nationale waarden, zoals vrijheid, rechtvaaardigheid en solidariteit, de onafhankelijkheid van de persoonlijkheid en de doorvoering van mensenrechten en volgens hem valt de vrijheid zelfs alléén door middel van demokratie te bereiken! [NRC-Handelsblad, 8 maart 1989].
Opvallend is ook dat in maart 1989 in Hongarije de eerste opiniepeilingen worden gehouden inz. de politieke voorkeur en dan blijkt dat de huidige regeringspartij de MSZMP nog altijd het vertrouwen heeft van 32 % der kiezers. Het min of meer conservatieve MDF zou 13 % scoren, de liberale SZDSZ 6 % [vooral in Budapest], het veel belovende en jonge Fidesz 10 à 11 % en verder zouden de Kleine Grondbezitters [met minder dan 10 %] en sociaal-demokraten [met 12 tot 15 %] wel in het parlement komen. [Tökés, 373, 374].
In dezelfde maand maart vindt ook een congres van het MDF ["Magyar Demokrata Fórum"] plaats met 580 gedelegeerden, terwijl de partij meldt dat er nu 13.200 leden zijn. Men is voor ontbinding van het huidige  parlement en het kiezen van een grondwetgevende vergadering en de schrijver Sándor Csoóri oogst hier veel bijval met z'n scherpe aanval op het regime: "Het stalinisme moet verdwijnen! Wèg met de bolsjewieken! 40 jaar lang hebben de krachten van het dogma het land van z'n traditionele waarden beroofd", aldus de bekende schrijver.
Vernieuwing, demokratie, onafhankelijkheid zijn nu de leuzen! Binnen 2 maanden zal men beslissen of het MDF een politieke partij wordt of een -lossere- beweging want binnen het ‘demokratische forum’ is immers vanaf het begin sprake van diverse stromingen: een christen-demokratische, een liberale en een nationale of populistische stroming. Uit dit alles blijkt wel dat het communistische regime in Hongarije op haar laatste benen loopt en dat van enig enthousiasme of van de wil om nog iets hiervan te redden zo goed als niets blijkt!
Uit artikelen van o.a. de Russische historicus Igor Klamkin in het sovjet-tijdschrift Novy Mir [maart 1989] over de taak om de ideologie af te breken [!] blijkt dat ook nog eens want leidende figuren uit de Hongaarse partij concluderen in hún bijdrage zelfs openlijk dat de bolsjewistische Russische revolutie van 1917 een vergissing was, dat Stalins bijdrage aan het marxisme-leninisme ketterij was en dat de gedwongen invoering van het sovjetcommunisme in Hongarije en andere landen van Oost Europa na 1945 op een fiasco is uitgelopen! Van zowel Marx als Lenin en Stalin blijft niets over omdat het systeem was gebouwd op bloedige terreur, burokratisch centralisme, angst en wraakzucht, gekoppeld aan privileges voor een machtige elite! ’Het hele systeem is nu tot in de kern verrot’, aldus het Hongaarse dokument. [Leeuwarder Courant, 14 maart 1989].

top