|
17. De wisseling van de wacht [a rendszerváltás] of: de overgang naar de demokratie, 23 mei 1988 tot 23 mei 1990
17.2 Moeilijkheden en mogelijkheden, onzekerheid en voorzichtigheid,
augustus tot oktober 1988.
Scherp tegenover Hongarije en Polen, die zich nu steeds in de richting van meer vrijheid ontwikkelen èn de Sovjet-Unie waar volop wordt geëxperimenteerd met de glasnost en perestrojka van Gorbačov, blijven alle andere landen aan de geijkte paden van socialistische dwang en orde vasthouden, en aldus blijft een klein land als Hongarije, ondanks de eigenlijk voorspoedige en vooral vreedzame binnenlandse ontwikkelingen in de richting van meer demokratie voorlopig nog ook de grote moeilijkheden met het buurland Roemenië, waar men blijkbaar volstrekt doof is voor alle Hongaarse argumenten en verklaringen, in conflict. Terwijl Hongarije vooral voor de belangen van de 1,8 à 2 miljoen Hongaarstalige bewoners van Roemenië wil ópkomen en die belangen zou willen laten beschermen omdat men vindt dat deze etnische minderheid door Ceauşescu systematisch van haar taal en cultuur, haar identiteit, geschiedenis en intellektuele elite, wordt beroofd, wenst deze diktator alles gelijk te schakelen en te “moderniseren” en het gevolg is armoede en gebrek, terreur en geweld. Vanwege deze onderdrukking komt Hongarije echter steeds meer voor moeilijkheden te staan, o.a. door de duizenden vluchtelingen maar ook door de dreiging die van de situatie uitgaat.
Men beschouwt in Budapest deze zorg voor “de miljoenen Hongaren óver de grenzen” overigens als volkomen normaal en voelt zich bij hun situatie nauw betrokken. In Roemenië wordt dat echter al vele jaren onmiddellijk in verband gebracht met ‘irredentisme’, met ’Hongaars chauvinisme’ en het niet echt erkennen van de grenzen zoals die in 1920 tot stand kwamen, maar daarmee heeft het toch in het Europa van het einde der 20e eeuw en met de zaak van internationaal erkende mensenrechten weinig te maken!
Toevallig vindt juist in dit jaar, in aug./sept. 1988, zelfs de herdenking van het 50-jarig bestaan der "Magyarok Világszövetsége": de Wereldbond van Hongaren, plaats en de vooroorlogse doelstelling acht men nog steeds aktueel: "de cultuur en de taal van de in het buitenland levende Hongaren aktiveren en bewaren, en de contacten met de diaspora uitbouwen en versterken". Die doelstelling is echter nog altijd een wensdroom omdat vooral in enkele zogenaamde 'socialistische' broederlanden dat moeilijk of zelfs onmogelijk wordt gemaakt!! Toch blijft de verbondenheid tussen de Hongaren onderling sterk, en in Budapest houdt men ook weer een Conferentie van artsen van Hongaarse origine: 100 uit het land zelf en 100 uit 18 andere landen, onder auspiciën van de Hongaarse Academie van Wetenschappen [Magyar Tudományos Akadémia] en de al genoemde Wereldbond van Hongaren!
Ook belangrijke Hongaarse politici, partijleiders, kunnen deze nu zo belangrijke zaak, deze brandende kwestie, niet langer doodzwijgen en zo verklaart Mátyás Szűrös [secr. CC voor buitenl.z.] op de feestdag van Sint Stefanus, 20 augustus, in Eger dat Hongarije zo nodig buitenlandse steun zal zoeken tegen het beleid van de Roemeense diktator tegen de Hongaarse minderheid, om n.l. duizenden dorpen te vernietigen. "Hongarije is tot overleg bereid, maar als dat niet helpt, zullen we buitenlandse hulp zoeken. Beschaafde volken kunnen niet werkeloos toezien hoe bulldozers, die worden aangedreven door uit de hand gelopen emoties, eeuwenoude Hongaarse, Duitse, Roemeense, Joodse, Slowaakse en Servische nederzettingen platwalsen", aldus Szürös.
Ook de belangrijke en populaire Imre Pozsgay [min.v.staat] gaat bijzonder fel te keer tegen de Roemeense politiek. "Dit is geen zaak meer van Hongarije en Roemenië.... Wat nu plaats vindt bezorgt de regering van Roemenië de verachting van.... alle inwoners" en ”men kan zich afvragen hoe het kan komen dat dergelijke plannen in Europa nog worden verzonnen aan het einde van de 20e eeuw. De plannen zijn een misdaad tegen de menselijkheid, gelijk aan vernietiging van de Europese beschaving", aldus Pozsgay die tegelijk pleit voor een nieuwe constitutie, voor common sense en voor een dialoog van volk en staat.
Toch kan Hongarije niet veel doen tegen de Roemeense leider Ceauşescu met zijn volgens velen in Hongarije maniakale, kwaadaardige, waanzinnige, verachtelijke en onbegrijpelijke plannen, hoewel Roemenië nu zeer geïsoleerd is en geen enkele internationale steun meer krijgt. Opzien baart nu zelfs dat Ceauşescu in juli 1988 een West-Duitse delegatie de deur wijst, hoewel die hem miljarden zou kunnen geven om de overgebleven 230.000 [?] Duitsers "vrij te kopen", zoals dat al jaren gebeurt….
Als reaktie op de woorden van o.a. Szűrös en Pozsgay op 20 augustus doet Roemenië prompt, al na twee dagen, een beroep op de UNO om "nationalistische, chauvinistische, racistische en antisemitische demonstraties te verbieden" en ’’mensen, en vooral de jeugd, moeten worden opgevoed in een geest van vrede, wederzijds respect en begrip tussen de volkeren’, aldus de Roemeense delegatie. Ondanks het feit dat de PLO, en Arafat in het bijzonder, vanouds zeer nauwe banden met Ceauşescu heeft, spreekt nu zelfs de 2e man der PLO zich voor de Hongaarse TV tegen het Roemeense beleid uit, en vergelijkt dat met het racistische Israël en Zuid-Afrika....
N.b. Men is het er in Hongarije nu algemeen wel over eens, dat de Hongaren [Magyaren] óver de grenzen, in de buurlanden, [a határontúli magyarság], zoals in Erdély [Zevenburgen of Transsylvanië] in Roemenië maar óók in m.n. het zuiden van Slowakije, Kárpátalja in de Ukraïne en in de Vajdaság [de Servische Vojvodina] "een organisch onderdeel van de magyar nemzet [de Hongaarse natie]” vormen, en dat de regering in Budapest zal en moet blijven opkomen voor garanties van hun individuele en collectieve nationale rechten", aldus o.a. Mátyás Szűrös en velen met hem………….
Wel zit de Hongaarse regering formeel met de status der duizenden vluchtelingen uit Roemenië in de maag want alle akkoorden tussen Warschaupaktlanden gaan sinds vele jaren uit van het terugsturen van vluchtelingen naar hun land, maar in feite pakt Hongarije deze zaak nu heel anders aan en doet al veel meer, en gedoogt hen, geeft hulp, voedselpaketten, doet een beroep op het buitenland, enz.
Vergeleken met de Hongaren in Roemenië hebben de ± 600.000 Hongaren in deČSSR, vnl. in Zuid-Slowakije, het niet slecht. Hun [communistische] organisatie "Csehszlovákiai Magyar Dolgozók Kulturális Szövetsége" [nog altijd formeel: het Culturele Verbond van Hongaarse arbeiders van Tsjechoslowakije, Csemadok], vertegen-woordigt "alle Hongaren", maar heeft ± 80.000 leden; Hongaars als ambtelijke en onderwijstaal wordt ook toegestaan en materieel gaat het niet slecht, maar het regime in Praag is hard en streng, ouderwets stalinistisch en atheïstisch. Ook de honderdduizenden Hongaren m.n. in het noorden van de Vojvodina [Joegoslavië, Servië] bevinden zich in een veel betere situatie en zijn vrij hun moedertaal te gebruiken.
Ondanks alles komt op 26 augustus ineens vanuit Boekarest een opzienbarende uitnodiging van Ceauşescu aan Grósz om op zo. 28 aug. naar Arad te komen voor overleg over de problemen tussen beide landen.. Dat betekent: voor het eerst na 11 jaar weer topoverleg tussen beide landen: geheim en 7½ uur lang. Van een doorbraak is echter geen sprake, hoewel het officieel heet dat er van "een open en kameraadschappelijke sfeer" sprake was en Grósz deelt hierna slechts zakelijk mee: "Wij deelden onze vrees mee en willen weten wat er gebeurt. Men hield mij alleen de theorie voor, men liet me de praktijk niet zien, Hongarije en Roemenië hebben ook een totaal verschillende mening over demonstraties, mensenrechten, persvrijheid, enz.”. Ceauşescu erkent wel dat er economische, technische, culturele contacten en toerisme nodig zijn, maar er zijn ook meningsverschillen, maar hij is de ervaren leider die niets toegeeft! Zelfs stond Grósz toe dat z’n secretaris voor buitenl.z. Mátyás Szűrös niet deelnam aan het overleg en alles ging op Ceauşescu’s voorwaarden… Dit betekent dus een prestigeverlies voor Grósz. En ook het MDF heeft geen vertrouwen meer in hem. Volgens Tökés [blz. 290] zou zelfs ‘Kádár nooit Gorbatsjovs gambit, de ’slimme eerste zet’, nl. het voorstel om naar Roemenië te gaan en Ceauşescu persoonlijke te ontmoeten om kwesties uit de wereld te helpen, hebben aanvaard, ….op Ceauşescu’s voorwaarden en op Roemeense bodem…
By early fall 1988 it became painfully obvious that the dual burden of party and govenment responsibility well exceeded Grósz’s modest talents as the nation’s political leader’. [Tökés, 290].
Het hele gedoe levert dus niets op en Grósz keerde na dit fiasco met lege handen terug. De Roemeense politiek wordt n.l. gewoon voortgezet, geen enkele concessie of toezegging wordt gedaan en er wordt geen akkoord gesloten. Ceauşescu verklaarde tevoren al: "De Hongaren in ons land leven zij aan zij met de Roemenen, allen zijn goede burgers, die dezelfde stralende vooruitzichten genieten, ongeacht hun afkomst". "Te zijner tijd zal een Hongaarse delegatie Roemenië bezoeken": dát is het enige resultaat, en Grósz zegt, eenmaal terug: Het is te vroeg om te spreken over "een nieuw tijdperk", maar de dialoog moet en zal doorgaan in 1989. Men is het er wel over eens dat vluchtelingen niet zullen worden aangemoedigd of belemmerd! Grósz geeft ook wel toe dat de Roemeense diktator hem de les heeft gelezen, verwijten heeft gemaakt, raad heeft gegeven en vragen heeft gesteld. Nog een tijd blijven de totale verschillen in uitleg over wat en of er iets is bereikt!.......
Duidelijk is in elk geval dat ”het socialisme” niet meer in staat is om oplossingen te geven voor alle problemen uit het verleden, aldus Grósz en al gauw blijkt zelfs een veel harder optreden van Roemeense politie en leger en de Securitate; een 'nepgrens' wordt opgesteld om vluchtelingen nog op Roemeense bodem af te schrikken en de grens wordt nog beter gecontroleerd met speciale politie-eenheden en patrouilles met honden!
Daarom geeft men in Budapest na "Arad" de hoop op enige verbetering van de situatie in Roemenië dus al snel totaal op en Gyula Horn, staatssecr. v. buit.z., stelt op de CVSE-conferentie in Wenen in september het Roemeense beleid nog eens aan de kaak als "ernstige schending van de mensenrechten" en hij protesteert ook tegen de gedwongen assimilatie en eliminering van de culturele erfenis onder het mom van "ontwikkelingsprogramma". Hij roept ook hulp der UNO in. Er zouden nu 40 à 50.000 Roemeense vluchtelingen in Hongarije zijn en westerse kerkelijke hulporganisaties hebben voor opvang ruim DM 200.000 beschikbaar gesteld. De Hongaarse regering stelde al fl. 12 mln beschikbaar en ook het Rode Kruis, kerken en vrijwilligers doen ook veel aan hulp en opvang. Woonruimte en werk wordt her en der ook aangeboden.
In dit buurland verandert dus wezenlijk niets en ook kerken in Roemenië zijn gehoorzaam aan het regime. “Ook de leiding van Roemeense [Hongaarse] kerk is onmenselijk willekeurig” doordat ze de officiële besluitorganen van de kerk telkens passeert, aldus een vml. hulpbisschop der Hongaarstalige hervormde kerk in Roemenië, prof. István Tőkés in een verklaring aan het allang bekende onderzoekscentrum voor godsdienst in Oost-Europa van Keston College. Kenmerkend is dat allerlei kerkelijke organen als marionetten door de Roemeense Staat worden gemanipuleerd, en predikanten worden benoemd die geen recht hebben op die funktie en met opzet wordt onjuiste informatie verschaft aan gelovigen; wie zich verzet wordt ontslagen [Trouw 29 aug. 1988]. Het nieuwe studiejaar voor de negen [!] Roemeense protestantse theologiestudenten [aan de interkerkelijke faculteit in Cluj] begint dan ook zoals gebruikelijk. Er geldt een zeer strenge numerus clausus op Hongaarse theologische studenten want men moet als toelatingseis b.v. hele stukken uit de bijbel, catechismus, psalmen en gezangen letterlijk kunnen opzeggen in Hongaars èn Roemeens en deze zéér strenge selektie -en de eisen van de staat- zorgt ervoor, dat er van 75 aanmeldingen slechts max. 9 kunnen worden geplaatst. 100 van de < 1000 gemeenten zijn al vakant, de gemiddelde leeftijd der predikanten is 55 à 60 jaar. In 1987/88 worden slechts 5 predikanten in het ambt bevestigd; het voortbestaan de Hongaarse Gereformeerde kerk wordt dus bedreigd!! Hetzelfde strenge beleid geldt ook voor de rooms-katholieke kerk, die o.a. ook enkele honderduizenden Hongaren als leden telt, en die aan alle kanten wordt gehinderd om haar normale werk te doen. Ook hier is een enorme tekort aan priesters en aan andere kerkelijk opgeleide mensen.
Voort het eerst zoeken in september zelfs 12 Roemeense Hongaren na hun vakantie hun toevlucht in de Hongaarse ambassade in Sofia, Bulgarije. Ze willen politiek asiel in Hongarije, hoewel dit -zoals bekend- in Oost-Europa illegaal is! Men weigert persé de terugkeer naar Roemenië waar men immers zeer zware straffen zal oplopen.. En dan is er nog dat andere probleem, n.l. met Tsjechoslowakije, over de bouw van stuwdammen in de Donau ten zuidoosten van Bratislava [Pozsony] en bij de Donauknie in Hongarije, de bouw van krachtstations voor de opwekking van een zeer grote hoeveelheid elektriciteit voor beide landen, een netwerk van betonnen kanalen en bescherming van het bouwland tegen overstromingen, een zaak die steeds meer voor emoties zorgt en in Hongarije steeds meer weerstand oproept! Op 1/3 sept. komt b.v. een wetenschappelijk symposium van het "World Wildlife Fund" met 500 deelnemers, o.a. biologen, tot de conclusie dat de bouw van stuwdammen in de Donau bij Gabčíkovo en Nagymaros onherstelbare schade zal toebrengen aan een onvervangbaar stuk natuur. Men eist dus een onafhankelijk onderzoek, een referendum en stopzetting van de bouw, en stelt dat de enorme kosten à $ 2 miljard nooit door Hongarije zijn op te brengen.
Kort hierna vindt op 12 september een massademonstratie van 20 à 30.000 mensen ertegen plaats in Budapest: de grootste demonstratie t.b.v. het milieu ooit in Hongarije en in heel Oost-Europa, georganiseerd door tientallen milieugroepen. In spreekkoren eist men ook een meerpartijensysteem en demokratie!! Een petitie wordt aan president Straub [zie hieronder] aangeboden. De Hongaarse Academie van Wetenschappen laat men, volgens een besluit in september, onderzoeken wat het níet doorgaan van het projekt bij Nagymaros Hongarije zal kosten, en op 5 oktober zal het parlement erover debatteren en een beslissing nemen. Er wordt dus in Budapest overwogen om het Hongaarse aandeel van het werk stop te zetten, maar er worden óók politieke leuzen geroepen, zoals een meerpartijenstelsel, de beslissingen aan het volk voor te leggen en de invoering van een referendum!
Hongarije haalt de wereldpers met 't afbreken van het IJzeren Gordijn na zóvele tientallen jaren!
Ook na een driedaags debat van wetenschappers en milieuaktivisten, ook uit West-Europa, komt men tot de conclusie dat er onmiddellijk een stop van de bouw en dan een referendum moet komen over de omstreden dammen in de Donau omdat het dure projekt voor Hongarije, incl. de opbrengst aan energie, nooit zal opwegen
tegen de kosten en er zullen ook unieke natuurgebieden verloren gaan. Wel financiert Oostenrijk het projekt aan Hongaarse kant maar het krijgt daarvoor 20 jaar lang elektriciteit geleverd door de nog te bouwen waterkracht-centrale in Nagymaros. Tot heden zegt de regering dat er geen milieuschade zal komen en dat alle mogelijke voorzieningen zijn getroffen. Toch zal het, als Budapest besluit tot een stop, zéker politieke problemen met Tsjechoslowakije opleveren! Maar de min.v.milieu László Maróthy geeft bij het debat over het projekt toe: "Er is geen rekening gehouden met de publieke opinie, en dat leidde tot wantrouwen en antipathie, maar schrappen kost meer dan voltooien" en vooral nadat de staatssecr. van buitenl.z. Gyula Horn erop heeft gewezen dat er voor Hongarije géén mogelijkheid bestaat om onder het met Oostenrijk en de ČSSR gesloten contract uit te komen, en dat een eenzijdige contractbreuk zeer ernstige gevolgen voor Hongarije's geloofwaardigheid in de wereld heeft en dat Hongarije zoiets nog nooit heeft gedaan, stemt het parlement op 7 oktober ermee in met 317 stemmen voor, 19 tegen, 31 onthoudingen, ondanks de raad van de Academie van Wetenschappen!
Toch verklaart min. Maróthy, als een soort concessie, ook: "De centrales worden pas volledig in gebruik genomen als alle risico's voor het milieu tot nul zijn teruggebracht". Milieuorganisaties pleiten dan na overleg en protest voor een referendum en "Dunakör", één der eerste alternatieve groepen, blijft zich ook verder inzetten voor behoud van het milieu, en tegen de bouw van de dammen. Intussen lekte uit dat vertrouwelijke correspondentie van de min. van buitenl.z. en van milieu juist een heel andere boodschap prediken dan Horn het parlement voorhield…Ook de toevoegingen van min. Maróthy duiden op mogelijke beëindiging van een akkoord door Hongarije!......... Het kan dus, ondanks de parlementaire stemming, nog alle kanten uit!
Van een ander karakter zijn de betrekkingen met de DDR, waar premier en partijleider Grósz op 8 en 9 september op bezoek is en waar hij o.a. zegt dat Hongarije er belang bij heeft dat de DDR moderne antwoorden weet te vinden op de eisen van onze tijd. Maar bekend is natuurlijk allang dat de DDR en Hongarije de glasnost en perestrojka van Gorbačov totaal verschillend beoordelen en dat het regime in Oost-Berlijn de politiek van Gorbačov vooral gevaarlijk en riskant vindt terwijl men in Budapest juicht over de steun voor verregaande hervormingen vanuit Moskou!! De grondige verschillen tussen de DDR en Hongarije bleken nog eens op 23 augustus [de viering van de ‘bevrijding’ van Roemenië in 1944] toen men in de DDR Roemenië prees vanwege "de indrukwekkende suksessen die het Roemeense volk o.l.v. de communistische partij heeft behaald bij de opbouw van het socialisme", terwijl juist op deze dag ook een demonstratie vóór de Roemeense ambassade in Budapest van onafhankelijke groepen in Budapest begint tegen de plannen van de Roemeense overheid…..
Bovendien wordt de DDR met z’n ouderwetse planeconomie financieel gesteund door West-Duitsland, terwijl Hongarije zich richt op de wereldmarkteconomie. Per 1990 wil Hongarije zelfs de import van ernstig milieu-vervuilende Trabanten en Wartburgs [uit de DDR] verbieden!
Nog geen twee weken hierna, op 20 september, wordt Mátyás Szűrös, secr. van het CC voor buitenl.z., zelfs door de leiding der Roemeense Communistische Partij uitgenodigd naar Roemenië maar ook dit overleg heeft geen resultaat, integendeel: op 4 oktober beschuldigt Roemenië Hongarije ervan dat "het probeert haat te zaaien tussen beide landen en zich niet wenst te houden aan de beginselen die gelden voor betrekkingen tussen socialistische landen. Hongarije is kwaadwillend, anti-Roemeens, anti-socialistisch. In Hongaarse nationalistische en reaktionaire kringen leven tendentieuze opvattingen, en de verklaringen van sommige Hongaarse funktionarissen vormen een ernstige bedreiging voor de ontwikkeling van normale betrekkingen". Ceauşescu wordt tijdens z'n bezoek aan Moskou op 5 oktober door Gorbatsjov ook nog eens berispt: de aantrekkingskracht van het socialisme wordt bepaald door waarborgen betr. mensenrechten en het doorvoeren van hervormingen, aldus Gorbačov, en Mátyás Szűrös verklaart op 6 oktober zelfs: "In Roemenië heerst een diktatoriaal regime met nepotisme".
Het Hongaarse partijblad Népszabadság reageert op "Scinteia" en zegt: "Het lot van Hongaren laat Hongarije niet onverschillig. Hongarije is bezorgd over het lot van de Hongaren in Roemenië: de Hongaarse culturele erfenis in Roemenië zou bewaard en niet vernietigd moeten worden. Hongarije zal zich het lot van de vluchtelingen aantrekken, is eventueel bereid met Roemenië te overleggen over alle kwesties". Roemenië wil echter geen overleg met buitenstaanders over 't eigen binnenlandse beleid want ”dat is een binnenlandse aangelegenheid en Roemenië is een soevereine natie"...
Hongarije acht zich echter zeer nauw betrokken bij de nationaliteitenpolitiek en hecht veel belang aan het naleven van minderheidsrechten in het kader van het Helsinki-proces, de CVSE en de UNO, omdat er ongeveer 3 miljoen Hongaren in de buurlanden al zestig jaar in een dergelijke minderheidspositie verkeren als gevolg van de vrede van Trianon in 1920. Maar men beseft in Budapest dat heropening van het Hongaarse consulaat in Cluj-Napoca [Kolozsvár] niet aan de orde is hoewel dat van grote betekenis was: van de 300.000 inwoners van de stad is 1/3 Hongaars, en per jaar gingen 1 miljoen Hongaren naar Roemenië. Nú ondervindt men echter steeds allerlei hindernissen, pesterijen, wantrouwen en er zijn geen boeken, tijdschriften, geen TV en radio, theater, enz. meer voor de 1,7 à 2 miljoen Hongaren in Roemenië in hun eigen taal en voor een bezoek aan Hongarije moeten Hongaren in Roemenië nu eerst de omweg maken naar Boekarest…... Intussen houdt de publieke opinie in Hongarije zich al vele maanden intensief bezig met deze kwestie, en de gemoederen raken verhit! En toch zal buurland Hongarije per jaar 50.000 Roemeense Dacia's gaan assembleren en de economische betrekkingen lijden niet onder de politieke zaken: “de economische contacten ontwikkelen zich gunstig”….
Toch wordt aan de Roemeense grens altijd zeer streng gecontroleerd op wapens, munitie, drugs, porno en bijbels, die n.b. in één adem worden genoemd... Vanuit Hongarije is namelijk alles en iedereen persoonlijk verdacht en wordt aan streng onderzoek onderworpen en in het grensgebied worden volgens berichten ook mensen doodgeschoten, die illegaal naar Hongarije willen gaan. Een massagraf met 200 doden zou zijn ontdekt bij Satu Mare [Szatmár Németi].
Vele voornamelijk Hongaarse scholen zijn al of worden gesloten of gefuseerd met Roemeense scholen omdat er ook enkele Roemeense leerlingen op zitten: het resultaat van een bewuste politiek van vermenging en dus “roemenisering”!
Begin oktober 1988 komt ook de Militaire Raad van het Warschaupakt bijeen en hier klaagt men over Hongarije of dat land nog wel socialistisch is en o.a. sovjetmaarschalk Kulikov vraagt zich af of Hongarije de socialistische maatschappij nog wel in stand houden en versterken? Maar Grósz antwoordt: "Hongarije zal de volksmacht en de demokratie handhaven" en dit is voor de militaire leiders een belangrijke geruststelling, want er hebben in sommige buitenlandse bladen ’misleidende artikelen’ gestaan over binnenlandse ontwikkelingen in Hongarije, aldus Gyula Thürmer [Budapest, april 1953], adviseur van de partij voor buitenl. zaken [en o.a. van 1980-’82 werkzaam op de Hongaarse ambassade in Moskou]. Wel verklaart Thürmer dat Grósz de defensieuitgaven wil verlagen om geld uit te sparen voor economische hervormingen. Er wordt ook gepraat over vermindering sovjet-troepen en defensie-uitgaven. Scherp tegenover deze steeds moeilijker wordende contacten met een aantal wrevelige ‘socialistische’ buurlanden staan de goede en zich steeds verder uitbreidende contacten met de landen van de westerse wereld en het meest bijzondere feit hierbij vormen in 1988 de officiële betrekkingen met Zuid-Korea en met Israël.
Eind augustus komen er berichten over een bezoek van de Israëlische premier Shamir aan Hongarije, als vervolg van het bezoek van min.v.buitenl.z. Shimon Peres want ”nauwere banden, kapitaalsinvesteringen, toerisme en joint ventures zijn welkom”. Wel blijft Hongarije vasthouden aan de ontruiming van de bezette Palestijnse gebieden en aan zelfbeschikkingrecht der Palestijnen, maar in enkele maanden zijn de betrekkingen sterk verbeterd. Voor het eerst na 21 jaar bezoekt een Hongaars regeringslid, Imre Miklós, staatssecr. voor kerkelijke zaken, in september 1988 Israël en Yitschak Shamir komt inderdaad op 15 en 16 september "voor een privébezoek" naar Hongarije. Op vele terreinen vindt namelijk al goede samenwerking plaats, n.l. cultuur, sport, wetenschap, handel, economie, agrarische en industriële aangelegenheden. Men zal later diplomatieke betrekkingen aangaan, maar er worden al kantoren geopend in Tel Aviv en in Budapest en er komt nu ook een direkte luchtverbinding.
In dezelfde maand september komt er ook een Zuid-Koreaanse delegatie naar Budapest als eerste hoofdstad van Oost-Europa en er wordt een permanente missie in Budapest geopend: men zal de vele en goede contacten snel uitbreiden en na de Olympische Spelen in Seoul diplomatieke betrekkingen aanknopen. Wel is de oude communistische "bondgenoot" Noord-Korea woedend en spreekt -uiteraard- van "verraad" omdat het moet toezien hoe de "bondgenoten" nu de aartsvijand omhelzen, maar al veel eerder is de oproep van Pyongyang tot een boycot van de Olympische Spelen in Zuid-Korea volledig mislukt!......
In september 1988 worden namelijk de Olympische Spelen in Seoul, Zuid-Korea, gehouden en Hongarije, dat al vlot na de vorige Spelen haar deelname aan de Spelen in Seoul aankondigde, wordt n.b. zesde. De sporters uit dit kleine land behalen samen 11 gouden, 6 zilveren en 6 bronzen medailles. Hongarije behoort dan ook tot de vooraanstaande Olympische landen: vanaf 1896 tot 1988 behaalde het immers 112 maal goud, 232 maal zilver en brons en in totaal komt dit land [dat tweemaal, in 1920 en in 1948, niet mocht deelnemen] na de USA, de USSR, Zweden, Groot-Brittannië, Duitsland en de DDR, Frankrijk en Finland op de 9e plaats… Opvallend is natuurlijk dat Hongarije tegelijkertijd diplomatieke betrekkingen met Zuid-Korea aanknoopt........
Ook met de andere landen der westerse wereld nemen de contacten op allerlei gebied snel toe, hoewel de autoriteiten van de USA en de Bondsrepubliek nog in augustus 1988 een spionagenetwerk oprollen, dat plannen van de NATO met geheime informatie over defensie voor veel geld aan de Hongaarse inlichtingendienst zou hebben verkocht. Daarnaast wordt op 30 augustus voor het eerst in Oost-Europa, in Budapest, internationaal door experts uit oost en west overlegd over bestuurskunde, burokratie, controle, mensenrechten en over conventionele ontwapening.
De wereld van het oosten van Europa lijkt immers, na een IJzeren Gordijn van veertig lange jaren, open te gaan en van groot belang, óók voor o.a. Hongarije, is dat in Polen op 31 augustus 1988 de heersende communistische partij, officieel: Verenigde Arbeiderspartij [PZPR], het initiatief neemt om te komen tot een definitieve machtsdeling met de oppositie, de mensen van ‘Solidarnosc’, de vml. onafhankelijke vakbond……..
Toch hebben veel Hongaren wel andere zorgen dan ‘het buitenland’ en de toenemende vrijheden want ze merken dat heel wat politici vooral bezig zijn met een interne machtsstrijd en met hun persoonlijke strategie daarin. Hun vakantieperiode doet hierbij ook geen goed en mensen worden ongeduldig, vooral over de inflatie en de naderende werkloosheid. Rudolf Tőkés [Hungary’s negotiated revolution, 290, 291] heeft zelfs de indruk dat de nieuwe leiders de hoop en verlangens van het volk vooral links laten liggen en dat ze veel meer bezig zijn om zichzelf voor de komende machtsstrijd te profileren en politiek te overleven! Vanaf de zomer van 1988 tot de lente van 1989 ”the public was.... written off and would be treated by the leadership as an object of manipulation rather than as politically empowered participants in ‘reneweal’, ‘transformation’, and ‘democratization’ in the next eighteen months’.... Each major player of the Kádár succession process- Grósz, Pozsgay, Németh, Berecz, Nyers- sought to carve out a niche for himself on the political map of Hungary. The object was to build a personal political power base for the inevitable next round of contestation for leadership and secure institutional sinecures... ”.
De ‘eerste man’ Grósz wist [Tökés, 291] wel dat hij vroeg of laat één van beide funkties moest opgeven maar hij vond de staat een zinkend schip. De partij bleef voor hem dan tóch de grootste georganiseerde politieke kracht van het land en hij dacht ook dat de MSZMP toch wel dominant zou blijven. Bovendien hield hij de steun van Gorbatsjov en zijn gezant in Hongarije, Ligatsjov en daarna Jakovlev, vormde toch “een stootblok tegen iedereen die de secr.- generaal wilde uitdagen”. Grósz had ook steun bij provinciale bestuurders en hoopte op i.d. van militairen en politie! Pozsgay vormde een soort verbinding met de media en met dissidenten en hervormingsgezinde intellektuelen en kon die dissidenten ook in bedwang houden. Hij cultiveerde z’n positie als ‘íntegrative’ persoonlijkheid en was in augustus 1988 zelfs het meest populair, maar, aldus Tőkés [blz. 292], ”hij verafschuwde de verantwoordelijkheid voor het staatsbestuur en hij had geen énkele kwaliteit voor organisatorische taken!
De econoom Miklos Németh geldt als de junior member of the Grósz team, is welbespraakt en zeer intelligent, maar nam nooit een controversiële politieke positie in en had dus geen politieke vijanden in partij en regering. Hij had ‘geen leiderschap ambities’, maar was intussen wèl de logische opvolger van Grosz als premier, aldus Tőkés!
Opmerkelijk is verder de interne studie die Grósz laat maken van wat Politburo-leiders allemaal [zomer/herfst ’88] zeiden over fundamentele politieke zaken in deze drie maanden en alarmerend is wel dat hieruit totaal tegengestelde visies naar voren komen, die niet meer zijn te verzoenen! Er is dus, voor zeer velen allang duidelijk, een totaal gebrek aan eensgezindheid binnen de Hongaarse partijtop! [Tökés, 293].
Voor het lid van het Politiek Comité Csaba Hámori is het communisme bijvoorbeeld een utopie en voor z’n collega Németh is ”de coëxistentie van staat, coöperaties en privé-eigendom en [onverdiend] inkomen uit kapitaal de essentie van het socialisme”, maar over doel en taak van de partij èn over b.v. het invoeren van een meerpartijensysteem of over het begrip ‘pluralisme’ en daarmee van allerlei principiële zaken, verschilt men zéér sterk van mening! [Tökés, 294]. De partij weet kortom totaal niet wat ze nu moet gaan doen en lijkt in staat van ontbinding, ondanks de nog altijd honderdduizenden leden! Midden september worden er b.v. politieke vergaderingen gehouden voor een grote menigte studenten van de TH in Budapest met Pozsgay, Hámori en Aczél en n.a.v. een serie statements met ketterse radikale hervormingen, voorgelegd aan de drie partij-notabelen, zegt Hámori n.b.: ”Ik treed af als. 1e secr. van de jeugdbond KISZ en die zal zich opheffen!” [Tökés, 294]. Kortom: “In the fall of 1988 the CC had every reason to be concerned about the lack of unity in its top ranks” en er is blijkbaar sprake van een vrije val van het regime nu er publieke confrontaties en politieke chaos zijn te verwachten!
Deze revolutionaire veranderingen zijn uiteraard voor een groot deel het gevolg van de enorme economische achterstand die de communistische landen in vele tientallen jaren van een van boven opgelegde planeconomie hebben opgelopen en dat wordt nu vooral goed begrepen in Moskou, in Warschau en in Budapeast.
Ook in Hongarije is de economische situatie slecht want het land is al jaren afhankelijk van buitenlands, n.b. westers kapitaal en de schulden bedragen nu $ 17,5 miljard bruto of $ 10,5 miljard netto waarbij het verschil vooral zit in de goud- en deviezenvoorraad van $ 6,6 mrd. Toch kan Hongarije nog steeds veel krediet van de internationale [westerse] banken opnemen, al bedraagt het tekort op de betalingsbalans nu $ 850 miljoen. Maar van de 600 industriële staatsbedrijven verkeren er 80 in de rode cijfers, met verliezen van in totaal Ft. 6 mrd en ook grote bedrijven als Ganz, Tungsram, Medicor, en o.a. de machinefabriek van Diósgyőr verkeren in grote moeilijkheden en de in Hongarije al twintig jaar geleden begonnen omvorming van de planeconomie in een meer gemengde met o.a. min of meer particuliere bedrijven en op papier een grote mate van eigen verantwoordelijkheid lijkt nu ook vast te lopen. Toch is het nieuwe bewind van Grósz blijkbaar bereid om impopulaire beslissingen te nemen en daarbij wil men ook wel aan het volk uitleggen waarom die toch noodzakelijk zijn! ´Geen wonder dat Grósz onlangs klaagde over het grote aantal dreigbrieven dat hij krijgt en geen wonder dat de Hongaarse hervormers, zoals de econoom prof. Tamás Bácskai het uitdrukte ´duizelig van mislukkingen´ zijn.
Het doorknippen van het IJzeren Gordijn door min. Alois Mock [l.] en Gyula Horn [r.], begin mei 1989.
De achterstand is dan ook bijzonder groot. Bovendien levert Hongarije geen moderne exportartikelen aan het westen want de kwaliteit is vaak abominabel en de handelsbalans met het westen is niet alleen negatief, ze wordt ook steeds negatiever. ’Van de 273 bedrijven die samen 79 % van de industrieproduktie voor hun rekening nemen werkt meer dan de helft met grote verliezen. Veranderingen worden verhinderd door systematische inertie en sabotage door bureaucraten. Overheidsbeleid wordt niet uitgevoerd. De industriële ruggegraat van de economie… is verkalkt, nooit hervormd, nooit gemoderniseerd, nooit gestroomlijnd of aangepast aan Hongarije’s interne en externe behoeften’, aldus Peter Michielsen [NRC-Handelsblad, 29 juni 1988].
Nog altijd moet de Hongaar b.v. jarenlang wachten op een auto of een telefoon en van álles lijkt van stempels en vergunningen afhankelijk! Bovendien pleiten bekende economen al enkele jaren voor nog véél meer vrijheid voor allerlei soort bedrijven, voor investeerders, etc. En Hongarije is inderdaad al vele jaren het paradepaardje, een buitenbeentje, van Oost-Europa waar talloze, zowel economische als maatschappelijke en culturele vrijheden bestaan! Maar de armoede is ook groot gebleven en het verschil tussen de sociale klassen is sterk toegenomen. Bovendien is de corruptie, het grijze circuit van de tweede of derde economie, in de loop der tijd zó vanzelfsprekend geworden dat de overheid en de partij voor het gevoel van zeer velen nauwelijks meer een rol spelen en steeds vaker niet meer lijken te weten hoe het verder moet. 60 % van de werknemers heeft een tweede baan waarvoor ze zich wèl inspannen omdat het meer oplevert.
‘Hervormen is hier al twintig jaar een kwestie van vallen en opstaan, van gas geven en remmen, van mooie schema’s op papier die in de praktijk door ideologen worden vervuild, door sociologen worden verwaterd, door politici niet worden aangedurfd. Lang heeft de partij moedige besluiten genomen om bureaucraten en ideologen vervolgens toe te staan te verhinderen dat ze werden uitgevoerd. Prijzen geven nog steeds geen kosten weer, industriële monopolies bleven intakt, loondifferentiatie is een vies woord, particulier initiatief een vreemd lichaam in een socialistisch land… en arbeiders zien hun hun normale loon als een soort aanwezigheidspremie; werken doen ze pas na vijven…
Consequent slechte berdrijven sluiten levert 200.000 werklozen op, levert sociale conflicten op grote schaal op. Zo zwalkt Hongarije al twintig jaar tussen een door de malaise gestimuleerde dapperheid en de angst voor conflicten’ [Peter Michielsen, NRC-Handelsblad, 29 juni 1988]. Het is dan ook goedkoper om een verliesgevend bedrijf te laten doormodderen dan het te sluiten, alleen al vanwege de werkloosheidsuitkeringen…
Kortom: Hongarije consumeert meer dan het produceert en de hele boel stagneert en ’de’gewone man’ merkt bovendien al jaren dat binnen de partij en regering het verschil in opvattingen levensgroot is geworden en dat men tegenwoordig vrijwel al die opvattingen zelfs ‘gewoon’, zonder enige angst, naar voren kan brengen!
Nee, ook na juli 1988 ”one can at best expect Hungary to stabilize or prevent a further widening of the technological gap of 5,10, 20 years that has opened between it and the advanced countries of the West. Closing the gaps is only a dream at present”.[in: Problems of Communism, vol. XXXVII, September/October 1988, artikel Leadership Change and Crisis in Hungary, van vooraanstaande en algemeen bekende, regelmatig publicerende historici zoals George Schöpflin, Rudolf Tőkés en Iván Völgyes, blz. 46].
En dit artikel gaat verder met de ziekten van de Hongaarse maatschappij, die evenmin binnen afzienbare tijd zijn te genezen: “As for correcting the ills of society, the chances are even slimmer. Even though education and medical delivery have been targeted as priority investment catergories, the net amounts spent on these areaes –as on state housing services- will be still lower than minimality acceptable under anticipated austerity budgets. One can reasonably predict continued deterioration of the quality of air and water, little of no improvement in medical service, and rising rates of suicide, alcoholism, divorce and crime”. [idem].
Ook blijkt de huidige leider, Károly Grósz, niet of nauwelijks te weten en te beseffen wat er op langere termijn moet gebeuren en het komt herhaaldelijk voor dat de partij of dat ministers hun mening totaal wijzigen of aanpassen, alleen al omdat het publiek, het maatschappelijke leven, blijkbaar al véél verder was [is]. Alom is de bezorgdheid van de één en daarnaast de vreugde van de ander herhaaldelijk goed merkbaar en per dag of per week worden nieuwe opvattingen geuit die tot voor kort b.v. nog strafbaar waren….. Vast staat nu eigenlijk alleen dat Grósz, zoals hij heeft toegezegd, binnenkort zal aftreden als premier en dat zal vrijwel niemand betreuren…. Volgens de genoemde schrijvers gaat het er dan ook om dat ”de Hongaren weer aan iemand het voordeel van de twijfel geven maar op de lange duur kan het volk van Hongarije alleen haar vertrouwen geven aan een regering waarvan ze begrijpen dat die voor haar belangen werkt, op nationaal, menselijk en burgerlijk terrein”.
De onvrede is dan ook groot en openlijk, duidelijk, aanwezig, en voor zéér veel Hongaren staat het allang vast dat een economie én daarbij ook nog de persoonlijke vrijheid en materiële verworvenheden, de rijkdom zoals die in b.v. buurland Oostenrijk [het énige buurland waaraan men nu eenmaal al eeuwen eventueel een voorbeeld aan wil en kan nemen!!] wèl bestaat, óók voor het eigen vaderland alleen maar voordelen kan bieden!.......
Daarom maken Hongaren in groten getale ook gebruik van hun vrije dagen, zoals op 7 november, de gedenkdag van de Russische revolutie van 1917, níet om hierbij stil te staan, maar om massaal inkopen te doen in Wenen: meer dan 100.000 winkelende Hongaren hebben hier in enkele uren in totaal voor een bedrag van ministens 520 miljoen Ö. Schilling [83 mln. gld] hier uitgegeven!.......
Álles uit het westen is op deze manier tot een voorbeeld, een begerenswaardig artikel of produkt, geworden en voor een rijke maatschappelijke bovenlaag kan men voortaan ook b.v. westerse auto's gaan importeren, Opel en Volkswagen m.n. Een VW Golf kost nu Ft. 605.000 [fl. 24.000], een Opel Kadett Ft. 532.000 [fl. 21.000], terwijl een Lada van Ft. 7.000 [fl. 2.800] en een Trabant als goedkoopste auto voor Ft. 3.000 [fl. 1.200] tot voor kort nog golden als een teken van enige welstand. Die tijd is echter voorbij: met ingang van 1990 zal Hongarije de import van auto’s met een 2-taktmotor [Trabant, Wartburg] verbieden en hiervoor in de plaats komt de invoer van [véél!] meer in West-Europa gebruikte wagens.
Maar ook op ander terrein nemen sommige westerse, kapitalistische normen en waarden al enige tijd een bijzonder grote plaats innamen, namelijk bij het Hongaarse voetbal! Hier doen zich namelijk -uiteraard naast en ‘geheel los’ van de talloze wedstrijden met een enthousiast publiek- nog altijd heel wat schandalen voor, vooral in verband met het tevoren afspraken maken, de manipulatie, en grove betalingen doen n.a.v. de uitslagen van de wedstrijden! In juli 1988 wordt zelfs György Mezey, die van 1983 tot ’86 ook bondscoach was, opnieuw trainer van het nationale elftal van Hongarije, nadat in twee jaar tijd vier anderen tevergeefs hebben geprobeerd om het team weer op Europees peil te brengen. Het lijkt danook alsof het bij het Hongaarse voetbal ook nu nog steeds vooral draait om corruptiezaken en het knoeien met uitslagen die dus worden gemanipuleerd. Het Hongaarse voetbal geldt dan ook zéker niet als suksesvol en verliest herhaaldelijk internationale wedstrijden….
Bovendien staan herhaaldelijk spelers terecht wegens fraude, omkoping, en b.v. in september en oktober 1987 werden tientallen spelers en officials verdacht en verbleven in hechtenis. Onder hen was zelfs ook de [toen] vml. bondscoach Károly Mészőly, en de verdachten lopen de kans op een gevangenisstraf van enkele jaren. Het blijkt dat allerlei clubs in het hele land betrokken zijn bij dergelijke affaires en in de meeste gevallen gaat het om het verdienen van flink wat geld om zich te verzekeren bij een overwinning of gelijk spel bij wedstrijden. Duizenden mensen zijn belazerd en de zwakke prestaties van het Hongaarse voetbal bij Europese toernooien voert men hierop nogal eens terug. Zelfs de bondscoach -en tussentijds ook weer trainer- Mészőly geeft openlijk toe dat hij ook zelf betrokken was en zegt een tegenstander omgerekend 20.000 gld, voor Hongaarse begrippen een gigantisch bedrag, rijker te hebben gemaakt nadat hij met z’n spelers tot de conclusie was gekomen dat zijn ploeg in een ‘normale’ wedstrijd volkomen kansloos was geweest…
In verreweg de meeste sektoren van de maatschappij gaat die westerse invloed echter veel minder snel en ze moet bovendien vaak grondig worden voorbereid. Per 1 januari 1989 zal het eigendom van een 100 % buitenlands bedrijf in Hongarije mogelijk worden; alweer een novum in Oost-Europa! Ook westerse buitenlanders mogen dan effecten in Hongarije bezitten en Grósz acht deze ontwikkeling n.b. even belangrijk als de nationalisaties van 40 jaar geleden: ze zorgen voor een stille revolutie en voor een geheel nieuwe oriëntatie, n.l. op het Westen!!...
In oktober 1988 wordt een akkoord met een Frans instituut gesloten om in Budapest een internationaal centrum voor opleiding van bankiers op te richten want er is immers een enorm tekort aan goed opgeleid bankpersoneel nu zoveel banken worden opgericht en hun aktiviteiten snel uitbreiden! In december volgt, op initiatief van managers uit Hongarije, Italië en de Verenigde Staten, een bedrijf voor de opleiding van bedrijfsmanagers want ook hieraan is nu en in de toekomst veel behoefte. …
Kortom: “In the end, the aspirations of the [Hungarian] people are clear; to live in a decent, democratic, Western, European-oriented system”, maar het lijkt er nog niet op dat de apparatchik Károly Grósz overtuigende stappen in die richting neemt.[Problems of Communism, XXXVII, art. van Schöpflin, Tökés, Völgyes].
Dat Hongarije inderdaad, psychologisch, allang tot het westen behoort wordt nog eens duidelijk in september 1988 wanneer een Pop- en Rockconcert in het Népstadion in Budapest plaatsvindt met 90.000 aanwezigen, ter gelegenheid van het feit dat 40 jaar eerder de Verklaring van de Rechten van de Mens der UNO werd afgekondigd, en dit concert is georganiseerd door Amnesty International onder beschermheerschap van…. János Berecz. O.a. Bruce Springsteen, Sting, Peter Gabriel, Tracy Chapman, Youssouf treden hier op voor een buitengewoon enthousiast publiek. Vanaf oktober 1988 is ook b.v. het West-Duitse modeblad "Burda" in Hongarije te koop: er komen 50.000 exemplaren à Ft. 180 op de markt en er zijn al 18.000 abonnees op het buitenlandse blad in het land. Hongarije zal ook westerse auto’s gaan importeren, zoals Opel en Volkswagen, maar voorlopig zal zo’n auto, voor een westerse prijs, dus erg duur en voor slechts weinig Hongaren beschikbaar zijn! Maar ook voor een Russische auto, een Lada, was altijd wel belangstelling al moest men er zes jaar op wachten…
In dit jaar sluit ook het Hongaarse bedrijf "Interpress" een joint venture met het USA-reklamebureau McCann-Eriksson dat de reklame verzorgt voor o.a. Coca Cola, Henkel, Levi's, Lufthansa, McDonalds, Nestlé, Opel en eind oktober wordt bekend dat het persbureau Reuters in Budapest een kantoor opent!.......
Men kon er misschien wel op wachten maar in dit land in overgangsfase dienen zich eind augustus zelfs de eerste stakingen aan, n.l. een korte staking van honderden mijnwerkers in het Mecsek-gebergte [de enige athracietmijn van Hongarije!] bij Pécs als protest tegen een verlaging van lonen met wel 35 % en dit is de eerste staking sinds 1956!!
Maar overleg leidt tot een einde der staking want de regering zegt dat de meeste eisen vervulbaar zijn en ze heeft begrip voor de problemen: de mijnwerkers hoeven geen inkomstenbelasting te betalen over de einde jaars-premie. In feite wil men eigenlijk de vaak onrendabele mijnen saneren en voor een deel sluiten en bovendien zal de subsidie aan de mijnen in 1989 dalen met 50 % van Ft. 11 miljard tot Ft. 6 miljard per jaar. ’Hongarije bezit dan ook de minst produktieve kolenmijnen ter wereld, maar er werken 100.000 mensen en die vormen nog altijd óók een politieke faktor van betekenis; mijnwerkers zijn de vlaggedragers van het socialisme’. [Peter Michielsen, NRC-Hbl., 29 juni 1988]. Verder dient zich een ééndaagse staking van 120 werknemers in de KNER-drukkerij in Gyoma aan als protest tegen de terugkeer van een impopulaire manager.
Aldus blijkt nog eens dat Hongarije zich op een aantal terreinen wel wil [maar vooral: zal moeten!] aanpassen aan de werkwijze zoals die in het westen van Europa wordt gehanteerd en dat blijkt b.v. na een bijeenkomt van het Centraal Comité en het Politiek Bureau van de partij voor overleg over het standpunt van partijleden t.a.v. de nieuwe onafhankelijke organisaties. Men zal er immers op lokaal niveau sterk aan moeten wennen, contacten hiermee steunen, een nationale consensus steunen en hand in hand gaan met anderen, maar in feite schaft de nog regerende Hongaarse partij het oude "demokratische centralisme" [van Stalin!] af, hoewel allerlei nieuw opgerichte groepen overigens helemaal niet op de politiek maar op b.v. hobby en het besteden van de vrije tijd zijn gericht!
Toch lijkt er ook op politiek gebied nu snel een vrijwel onomkeerbare ontwikkeling op gang te komen zoals op 3 september 1988 blijkt als 370 intellektuelen en schrijvers bijeenkomen in Lakitelek, een dorp in het midden van het land, dicht bij de Tisza. Ze richten hier formeel het "Magyar Demokrata Fórum" MDF op als politieke beweging, terwijl al in september 1987 hiervan sprake was. Het MDF wil als nationale conservatieve beweging zelfs kandidaten stellen voor de komende verkiezingen van 1990, en men kan nu lid worden. Ook worden er nu statuten, een "Handvest voor een Demokratisch Hongarije", opgesteld evenals een basisprogramma en het MDF eist een parlementaire demokratie zoals die in het Westen normaal is!
In het bestuur zitten o.a. Zoltán Biró, Csaba Kiss [literair historicus], de schrijver Dénes Csengey [Szekszárd, 1952 - Budapest, 1991], de dichter en schrijver van essays en proza Sándor Csoóri [Zámoly, prov. Fejér, febr. 1930], die al in 1953-’56 medewerker was van de bekende literaire tijdschriften Irodalmi Újság en Új Hang, de dichter Sándor Lezsák [Kispest, okt. 1949, die al ± 20 jaar in in Lakitelek woont], de schrijver István Csurka [Budapest, maart 1934] en Gyula Fekete, de historicus Lajos Für [Egyházasvádóc, prov. Vas, dec.1930], die in 1956 bij de opstand in Debrecen was betrokken en in Debrecen werkte o.a. als leraar, en de politicoloog Rudolf Joó.
Het MDF lijkt hiermee een rechtse, min of meer christen-demokratische partij te zijn die vooral de nationale waarden en tradities hoog houdt en zich m.n. zeer interesseert voor de cultuur en tradities van de miljoenen Hongaren óver de grenzen, in Roemenië, Slowakije, de Vojvodina [Servië] en Kárpátalja [deel van de Ukraïne] en het knoopt hierbij aan bij een lange historische traditie die m.n. door min of meer populistische schrijvers en dichters [népies, van het volk] in stand is gehouden.
De nadruk valt dan als vanzelf op het lot van de taalkundig volstrekt geïsoleerde Hongaarse natie die zich altijd weer moet verdedigen tegen b.v. de Slavische volken en andere buren. De angst voor de ondergang van de Magyar Nemzet, de Hongaarse Natiewas, sinds de nationale bewustwording van twee eeuwen geleden, dan ook altijd aanwezig en het wantrouwen t.a.v. stedelijke intellektuelen, kosmopolitische ideeën, internationale banden, allerlei nieuwe, moderne [“onhongaarse”], normen en waarden èn de nadruk op de handhaving van de eigen waarden en tradities is dus groot!
Al snel hierna, op 13 september, wordt uit het "Netwerk van Vrije Initiatieven" óók formeel een nieuwe politieke partij gevormd, namelijk de liberale Bond van Vrije Demokraten: "Szabad Demokraták Szövetsége" [SZDSZ]. Zie ook: 13 november 1988.
Nog in september 1988 wordt eveneens een "Új Márciusi Front" [Nieuwe Maartfront] opgericht als politieke groep van linkse, progressieve intellektuelen, filosofen, politici en wetenschappers van allerlei herkomst. Men herinnert nadrukkelijk aan de demokratische revoluties van het volk van maart 1848, van 1918/19, van het [burgelrijke!] "Maartfront" van 1937, en van de 'dooi' van 1953/56. Het stalinisme, de persoonscultus en dogmatisme worden scherp afgewezen, maar een tolerant demokratisch socialisme moet blijven en Hongarije moet ook een onafhankelijke buitenlandse politiek kunnen voeren! Hierbij is duidelijk dat de groep zo ongeveer de idealen van Imre Nagy uit 1956 nastreeft en het 'Manifest' van het Front wordt ondertekend door kritische en moedige, progressieve politici zoals Rezső Nyers, de eerder uit de partij gegooide Mihály Bihari, László Lengyel en Zoltán Király, en verder Miklós Vásárhelyi [een vml. medewerker van Imre Nagy] en Szilárd Újhelyi.
Het blijkt dus dat de al 32 jaar regerende ‘Hongaarse socialistische arbeiderspartij’ láng niet meer het gezag en de macht, de monopoliepositie, heeft die ze ooit wèl had! Dat wil echter nog niet zeggen dat de volgende parlements-verkiezingen inderdaad vrij zullen zijn want hierover is nog geen besluit genomen terwijl het allang duidelijk is dat de meningen hierover binnen de partij verdeeld zijn!.......
Maar het lijkt erop dat de Hongaarse leiding, partij en regering, vooral niet haastig te werk wil gaan bij de hervormingen en dat met name belangrijke figuren binnen de partij de macht niet zonder meer volledig wensen af te staan. Toch wil men aan de andere kant ook het contact met de maatschappij, de publieke opinie, en allerlei intussen gevormde onafhankelijke groepen niet verliezen. Vandaar dat wèl allerlei wetten en voorstellen kunnen worden voorgesteld die van dit land geleidelijk een meer demokratisch aanzien zullen geven, terwijl dan vrijwel tegelijk blijkt dat de overheid met haar besluiten en voorstellen al weer achter de feiten aanloopt. Maar vooraanstaande en soms populaire partijleiders blijven voorlopig nog steeds voorstellen doen die een duidelijke en fundamentele wijziging van beleid en van de basis van de staat [als Volksrepubliek] inhouden!
Een duidelijke stap in die richting is b.v. het voorstel van de regering op 7 september om collectieve amnestie voor degenen die in 1956 of daarna zijn veroordeeld te verlenen. Zij zullen geen strafblad meer hebben en een paspoort kunnen krijgen, maar "hoogverraad en spionage en andere ernstige schendingen van de strafwet vallen er niet onder", zo zegt men officieel... Nog steeds weigert men dus formeel een politieke rehabilitatie van Imre Nagy en Pál Maléter en anderen!! Ook wordt een wet op volledige vrijheid van vereniging en vergadering wel toegezegd.
Één week hierna, op zo. 15 september 1988, zegt president Brunó Straub zelfs dat hij een meerpartijensysteem op lange termijn in Hongarije gewenst vindt, want "dat zou een gezonde situatie scheppen", aldus de partijloze "voorzitter van het presidium der Hongaarse Volksrepubliek" in een interview met het gezaghebbende economische weekblad "Heti Világgazdaság". De vraag blijft dan uiteraard wat “de lange termijn” voor hem precies inhoudt en de praktijk van de Hongaarse politieke ontwikkeling van deze dagen is dat die termijn bèst kan worden ingekort door de volgende spreker………Het blijkt echter al enige tijd dat nieuwe politieke groepen hierop rustig en vrijmoedig vooruit willen lopen en hun eigen gang gaan….
Aldus stelt ook de nieuwe partij Fidesz in oktober haar eigen politieke programma op: ze is [uiteraard] vóór een meerpartijensysteem en een parlementaire demokratie, maar in feite worden alle alternatieve organisaties zoals FIDESZ nu al getolereerd, terwijl de leden ervan toch nog wel eens worden bedreigd.
In dit land is het n.l. bekend dat het nieuws uit de hoofdstad Budapest écht niet onmiddellijk bekend is bij lokale funktionarissen, die zich daar ook prompt aan [zouden moeten] houden. Men is in dit land onder een vrij soepele diktatuur in de loop der tientallen jaren uiteraard gewend geraakt aan niet zo’n strenge controle en in veel kleine dorpen heeft men vaak wel andere zorgen en problemen dan de talloze van bovenaf voorgeschreven diktaten te volgen… Bovendien staat hier menigeen vaak een beetje schuw en achterdochtig tegenover moderne, nieuwe ideeën die nu immers ‘zo vaak’ veranderen…. Het tempo van het Hongaarse platteland ligt nu eenmaal veel langzamer dan dat van de hoofdstad: làng niet iedereen heeft bijvoorbeeld een auto of telefoon. Dit is nog vaak het gebied van de eindeloze rust, van langzame, door ossen voortgetrokken boerenwagens, eenden die de weg oversteken, van een enkele fietser, van de ooievaarsnesten op de telegraafpalen en lopen met een zware vracht op de rug, van de kroeg als enige plek met een beetje sociaal verkeer én vertier! Talloze zaken, woorden, gaan dan ook volledig over de hoofden van velen in dit land heen en voor de politiek is nog altijd bijzonder weinig interesse.
Het blijkt ook al enige tijd dat de partij niet meer kan rekenen op de [haar eigen!] Jeugdbond en nu blijkt zelfs dat de KISZ, de Communistische Jeugdbond, boos is op de regering vanwege o.a. het woningtoewijzingsbeleid: dit is immers een monopolie van bouwbedrijven, maar de woningnood is nog altijd zeer groot en huurverhogingen kunnen velen niet opbrengen. Vaak worden huren zelfs volkomen willekeurig vastgesteld! Die kritiek lijkt dus terecht, maar nog veel erger wordt het wanneer conservatieve leden van het Centrale Comité der partij weldra zéér kwaad op de secr.-gen. van de KISZ, Csaba Hámori, die n.b. zei dat "het communisme een utopie is": hij sticht daarmee verwarring, onrust en verdeeldheid, zegt men, maar in Hongarije kan dit blijkbaar ongestraft……...
Verbazing wekt ook de nogal conservatieve communistische leider, die wordt beschouwd als iemand van de “gestaalde kaders”, de 58-jarige János Berecz, die op 22 september zegt een herbegrafenis van en een monument voor de vroegere premier [tijdens de opstand van 1956!] Imre Nagy, "als een menselijk en verzoenend gebaar" te wensen! Dat is bijzonder opmerkelijk want dit wordt voor 't eerst door een lid van het Politburo gezegd, terwijl Berecz n.b. degene is die in 1969 een dissertatie schreef over "1956, Counterrevolution in Hungary, words and weapons" waarin hij zeer duidelijk partij kiest vóór [de logika van] het neerslaan van deze ‘contrarevolutie’ of wel: Opstand! Berecz geldt vooral als degene die binnen het partij-apparaat ervoor verantwoordelijk is “to reenergize the party faithful with the brave rethoric of reform socialism”, de partijleden bijeen te houden en eventueel Grósz op te volgen. [Tökés, 292]. Hij wil dan ook géén politieke rehabilitatie van Nagy, maar "Hongarije moet zich met z'n verleden verzoenen". Hij wil n.b. [!] een nieuwe geschiedschrijving over '1956', en vindt nu dat er 32 jaar lang teveel nadruk is gelegd op het "contrarevolutionaire karakter van de gebeurtenissen van 1956", en te weinig op de rol van de revolutionaire demokratische beweging o.l.v. Nagy van 1953/56. Hij heeft persoonlijk overigens aan dit beeld zéér veel bijgedragen maar nú zegt hij: "Imre Nagy speelde hierin tot 28 oktober 1956 een excellente rol, maar later kon hij de zaak, de situatie niet meer controleren en daarmee verraadde hij de zaak van de volksmacht. Iedereen moet nu de gebeurtenissen van 1956 op een behoorlijke manier kunnen herdenken”, en ”de duizenden die toen vielen zijn slachtoffers van een nationale tragedie", maar hiermee lijkt het zelfs dat een ongeloofwaardige en weifelende, “nieuwe” [?] Berecz voor z'n dissertatie min of meer z'n excuses wil aanbieden!......
In september 1988 worden verder nog twee onafhankelijke vakbonden opgericht, n.l. op 26 september de "Pedagógusok Demokratikus Szakszervezete", als bond van leerkrachten, en een week later wordt de "Mozgókép Demokratikus Szakszervezete" [MODESZ], een vakbond van filmers en makers van TV- en videoprogramma’s als protest tègen allerlei slechte toestanden! Men verwacht niets meer van de officiële federatie van vakbonden!
Evenmin verwacht Hongarije, zoals allang bekend, nog veel van de Comecon, en daarom wordt een 10-jarig handelsakkoord met de Europese Gemeenschap gesloten dat een een geweldige stimulans voor de handel en voor economische en politieke hervormingen betekent, en hiermee wordt de eenheid van Oost- en West-Europa nog eens benadrukt! Dit is het meest verregaande akkoord van de EG met een Oost-Europees land.
Binnen enkele jaren zal de handel [grotendeels] bevrijd worden van belemmeringen en bedrijven uit de Europese
Gemeenschap zullen in Hongarije hulp krijgen bij 't opzetten van filialen in dat land. Ze krijgen allerlei voordelen, kunnen vrij personeel werven, hebben gelijke kansen, enz.
Hiernaast of tegenover staat dan weer een bericht over een [altijd in het verleden belangrijke maar geheime!] bijeenkomst van het Centrale Comité der partij op 27 en 28 september 1988 en hier klagen vooral bezorgde conservatieve leden -o.a. János Kádár!- over allerlei negatieve verschijnselen zoals ledenverlies en afkalving, want in enkele maanden verloor de partij 70.000 leden……Ook de waarschuwingen zijn niet van de lucht, zoals: "We stevenen af op een herstel van het bourgeios-kapitalisme en het politieke klimaat is te vergelijken met dat van vóór de ‘contrarevolutie’ [opstand] van 1956" en men uit felle kritiek op de vrijheid van de media en demonstraties! Vooral Csaba Hámori [leider van de KISZ] moet het ontgelden want een gruwel voor behoudende communisten is ook, dat er nu een alternatief voor de KISZ bestaat, n.l. Fidesz en vooral Pozsgay en Nyers, het symbool van het NEM [1968] en van de geest van hervormingen, de traditionele historische sociaal-demokraat uit pretotalitarian days, de eerlijke makelaar tussen ’het achterdochtige partijapparaat en het publiek dat hoopt op ’the return of the era of low inflation, full employment and small freedoms for the man in the street’. [Tökés, 293] moeten het ontgelden: zíj gelden nu juist als de boosdoeners!
Toch blijkt dat deze soort conservatieve partijleden steeds meer in het defensief wordt gedrongen door het publieke debat, zij worden bang en onzeker want de partij is alleen nog een soort algemeen platform. Ook worden partijleden in deze tijd van onzekerhed alom aangesproken op hun verantwoordelijkheid voor de economische crisis en van echte marxisten hoor je nauwelijks meer: ze ontbreken bij alle jonge, frisse en nieuwe ideeën en debatten...Het "Patriottische Volksfront" HNF van Pozsgay beraadt zich ook over haar positie, en sommigen willen nu zelfs geheel los van de partij, als alternatieve, onafhankelijke club, opereren!
Moet men voortaan een platform worden van alle onafhankelijke groepen? Dat zogenaamde 'socialisme' stelt in Hongarije niets meer voor, vinden velen en binnen het HNF durven vele voormalige leden van de Boerenpartij en van de partij van Kleine Grondbezitters nu zelfs weer aan het woord te komen. Toch besluit het HNF -medio oktober- dat de samenwerking met de partij blijft maar dat men óók zal samenwerken met onafhankelijke groepen!! Voortaan zal de kandidaatsstelling bij verkiezingen ook beter moeten worden geregeld, aldus het Volksfront dat zelf altijd [gebonden aan de partij!] de kandidatenlijsten opstelde.
Maar ook de nieuwe, onafhankelijke vakbonden roeren zich, zoals de TDDSZ [zie hierboven] die de geplande prijsverhogingen van bier, sigaretten en benzine en een devaluatie van de hand wijst, omdat de regering zich, aldus TDDSZ, toch niet aan haar beloften houdt, zich niet bewust is van de omvang van de crisis en de uitgaven voor defensie en het bestuursapparaat van partij- en massaorganisaties wil houden, en subsidies aan verlieslijdende bedrijven immers ook niet wil verlagen! Ze geeft, volgens de TDDSZ, haar uitgaven kortom onredelijk uit en zo zal de inflatie worden aangewakkerd en de kloof tussen arm en rijk zal toenemen. Voor dit beleid acht de TDDSZ zich dus niet verantwoordelijk en op 3/4 oktober roept de TDDSZ de regering op om op te treden tegen de toenemende inflatie en armoede, de sociale uitkeringen aan te passen, het minimumloon van Ft. 3.300. d.i. fl. 26,-, te verhogen, maar een minderheid maakt duidelijk dat zoiets tot verdere inflatie leidt! Volgens de TDDSZ kán het echter zo niet verder want al meer dan 1,5 miljoen mensen leven onder de armoedegrens!
Tezelfdertijd zegt min.v.defensie Kárpáti eind september dat hij het totale of gedeeltelijke vertrek van de 65.000 man sovjettroepen uit Hongarije realistisch vindt in het kader van een akkoord tussen oost en west, Warschau-pakt en NATO, over troepenvermindering in Europa. Al enkele malen liet men overigens in Budapest al horen dat het voor de hand zou liggen om bij een troepenreduktie als eerste stap met het vertrek van de sovjets uit Hongarije zou beginnen…
Hongarije wil nu ook zelf met een nieuwe wet op de eigen etnische minderheden, die echter samen slechts enkele procenten van de bevolking uitmaken, komen: voor hen zullen er gelijke rechten, een ongestoorde ontwikkeling en verhoudingen, vrije contacten met het moederland, het bewaren van identiteit en taal, enz. komen, hoewel er ook al jaren sprake is van een assimilatieproces van de kleine groepen Duitsers, Slowaken, Serviërs en Kroaten, enz. Toch wil men via de wet tot meer bescherming van eigen taal en cultuur komen en de regering vindt dat de verenigingen van minderheden zelf ook met voorstellen moeten komen. Nationale minderheden in Hongarije [zoals m.n. Duitsers en Slowaken] wensen een meer aktieve overheidspolitiek inz. onderwijs in hun eigen taal, uitwisselingen met b.v. hun moederland, wetenschappelijk onderzoek, materiaal, enz.
Medio september 1988 komt voor het eerst in Oost-Europa, in Budapest, zelfs de 8-jaarlijkse assemblee van de "Wereldbond van Bijbelgenootschappen" bijeen in het pas gerestaureerde Ráday-College, de Theologische Hogeschool van de Hervormde kerk. Uit 110 landen komen er 500 afgevaardigden en in dit gebouw van het Ráday-College wordt vervolgens het 2e Bijbelmuseum na dat van Amsterdam -met veel Nederlandse hulp- geopend, met o.a. een unieke collectie in Nederland gedrukte Hongaarse Bijbels uit de 16e en 17e eeuw. In Hongarije wordt o.a. aan de verspreiding van bijbels nu ook niets meer in de weg gelegd. In één kerkdienst in mei in de Grote Kerk in Debrecen werden zelfs door bisschop Elemér Kocsis n.b. 98 predikanten [56 vrouwen en 42 mannen!] bevestigd waarmee men kan zeggen dat er sprake is van een kerkelijke opleving....
In oktober 1988 bezoekt kardinaal László Paskai, hoofd der 6 miljoen Hongaarse katholieken, zeven grote steden van Canada en heeft hier vooral contacten met Hongaarse emigranten. Ook worden Hongaarse katholieken en priesters in Rome door de paus ontvangen en op 16 oktober bezoekt de staatssecr. voor kerkelijke zaken Imre Miklós Rome en overlegt over godsdienstvrijheid en zelfs over een eventueel … allereerste [!] pausbezoek aan Hongarije.
Dat het oude regime toch wel voorgoed voorbij is blijkt ook uit het feit dat er steeds meer politiek gezien sensationele boeken op de markt komen en dat er openlijk bekentenissen worden gedaan die het onmenselijke karakter van het 'communisme' en stalinisme onthullen. Voorbeelden zijn o.a. József Lengyel [1896 - 1975], die als antistalinistisch communist vóór de oorlog als politiek gevangene in de USSR zat en 25 jaar geleden tenslotte hierover niet mocht publiceren. [zie ook deel P. II. a., blz. 67], en dr. Endre Sík [Budapest, 1891 – 1978], van Joodse afkomst maar r.k. opgevoed, jurist, wetenschapper, diplomaat en politicus, min.v.buitenl. zaken 1958/61, die o.a. een "Histoire de l'Afrique Noire" in twee delen schreef, die ooit als krijgsgevangene in Rusland terecht kwam en hier bijna 30 jaar bleef wonen, en o.a. hier hoogleraar was, die na 1945 op hoge diplomatieke posten in het buitenland was. Nú pas kunnen zijn memoires worden gepubliceerd waarin hij klaagt over het harde en bittere lot van destijds idealistische emigranten: 10 à 20.000 Hongaren zaten in de Sovjet-Unie tijdens de jaren van Stalin en van hen kwamen zéér velen, o.a. de meest vooraanstaande Hongaarse communisten, om in de kampen!! Hij is n.b. een broer van Sándor Sík [1889-1963], destijds een bekend rooms-katholiek geestelijke in Szeged, dichter en schrijver van o.a. een gebedenboek voor jongeren, provinciaal der Piaristenorde en hoofdredakteur van het r.k. maandblad "Vigília".....
Ook de historicus Miklós Kun [Sovjet-Unie, 1946, die in 1959 met zijn moeder naar Hongarije kwam], kleinzoon van de beruchte leider der Radenrepubliek van 1919, Béla Kun, geeft nu wel toe dat er in de Sovjet-Unie destijds -in de jaren '30 onder Stalin- tienduizenden Hongaarse communisten omgekomen zijn, o.a. zijn eigen grootvader!
De nu liberale filosoof Mihály Hamburger [geb. in Mexico - 15 aug. 2005], uit een familie van links-radikale socialisten en latere communisten [van Joodse afkomst], zoals de ex-volkscommissaris van 1919, Jenő Hamburger [┼ 1936], en Mihály's vader László, die o.a. van 1949 tot 1954 als trotzkist gevangen zat, en het later -in 1973- n.b. tot ambassadeur in Bonn bracht [┼ 1980]. Zélf veroordeelde hij als docent filosofie in 1968 de inval in de ČSSR, werd in 1970 van de universiteit verwijderd, en stond jarenlang onder politiecontrole, zelfs als pompbediende. Zie ook: de Volkskrant van 21 november 1987.
Verder kan de al eerder genoemde András Hegedűs [Szílsárkany, bij Sopron, okt.1922 – Budapest, okt. 1999], vanaf 1952 al minister, 1953 vice-premier, 1955/56 premier, en als jong idealist èn stalinist begonnen, worden genoemd. Hij heeft intussen sociologie gestudeerd en is van 1963 -’68 direkteur van het Instituut voor Sociologisch Onderzoek geweest en is in 1988 docent aan de Economische Universiteit in Budapest. In zijn memoires, n.a.v. vragen "Im Schatten einer Idee. Eine Befragung von Zoltán Zsille zur Vergangenheits-bewältigung eines Stalinisten" [Zürich, 1986], een boek dat nu op de markt komt, is hij zeer bitter over stalinisme, terreur, dwang, onmenselijkheid en monopolies, over autoritaire machtsstrukturen, de verblinding van zeer veel mensen, de persoonscultus. Hij werd in 1973 uit de partij gestoten, en blijkt nu gelijk te krijgen. Na 1956 werden 200 Hongaren geëxecuteerd, "net zoveel als de oorlogsmisdadigers na 1945", aldus Hegedűs. Hij wil openheid over alle gebeurtenissen tijdens de stalinistische periode, want de partij liet nooit veel weten, en er bestaat nog altijd een enorme onwetendheid. [Zie ook: Leeuwarder Courant van 7 april 1987, De Groene Amsterdammer van 20 april 1987, NRC/Hbl. van 18 februari 1989 en van 18 november 1989].
Door vele schrijvers wordt het stalinisme dus openlijk gehekeld, want vele duizenden werden destijds alleen al als "klassevijand" gedeporteerd naar het platteland en naar kampen, een m.n. in Hongarije was de Geheime Politie ÁVH berucht door martelmethoden, mensonwaardighied, wreedhedenmethoden, willekeur, enz.
Maar de tijden zijn compleet veranderd want in oktober vindt b.v. een Internationale Conferentie van 150 economen uit Oost- en West-Europa plaats in Sopron en hier pleiten m.n. Hongaren en Russen voor een drastische hervorming van de Comecon, maar men is het oneens over tempo en aard van hervormingen en de Hongaren concluderen slechts dat er erg veel oude koek onder deze retoriek is.... De andere landen van Oost-Europa zijn immers nog lang niet zover als Hongarije en m.n. Roemenië, Tsjechoslowakije en de DDR houden streng vast aan de geleide [plan-] economie terwijl Polen en de Sovjet-Unie nu, net als Hongarije, juist alle nadruk leggen op de dringend nodige hervomingen!…
In Hongarije komt men zelfs in oktober 1988 met een wetsontwerp t.b.v. particuliere bedrijven: 500 man personeel worden mogelijk, en de buitenlandse investeringen worden vrij van belemmeringen en er komen garanties hiervoor. Ook geheel buitenlandse bedrijven worden mogelijk. Deze wet wordt aanvaard en een aandelenbeurs komt er per 1 januari 1989. Voortaan zijn NV’s en BV's enz. ook mogelijk en handelsmaatschappijen worden juridisch erkend; buitenlandse kapitaalsinvesteringen met minder dan 50 % Hongaars kapitaal worden mogelijk, investeringen worden beschermd, en alle beperkingen betr. joint ventures worden nu opgeheven; er komen minder zware belastingen op winsten. Men kan begrijpen dat dit in het formeel nog steeds ‘socialistische’ Hongarije uitleg nodig heeft en dat de progressieve minister van justitie, dr. Kálmán Kulcsár, naar aanleiding hiervan wel wil verklaren: "Het is niet verbazingwekkend dat mensen van de oudere generatie dit kapitalistisch vinden".......
Dat is het inderdaad, zoals b.v. de bekende socioloog Iván Szelényi, die in 1975 met zijn gezin naar het westen vertrok, na de publikatie samen met György Konrád over “De intelligentie op weg naar de klassenmacht” dat werd verboden, en pas vanaf 1982 weer toestemming kreeg om naar Hongarije te gaan, al eerder verklaarde. Hij constateerde in 1986 -op grond van eigen ervaringen- in een essay, dat o.a. in het Amerikaanse tijdschrift ’Politics & Society’ werd gepubliceerd, dat er onder zijn Hongaarse collega’s nog maar weinig overtuigde aanhangers van het socialisme waren te vinden en er waren evenmin nog veel intellektuelen te vinden die hun hoop hadden gevestigd op de bevrijding van de werkende klasse…Vooral economen en m.n. jongeren wensten een regelrecht herstel van het kapitalisme “ondat de socialistische economie nooit heeft gewerkt en dat ook nooit zal doen”.
Dit wordt ook bevestigd door de ervaren én radikaal-hervormingsgezinde econoom en socioloog Márton Tardos [Budapest, dec. 1928 - juni 2006] die in het centrum van Budapest sinds 1987 een eigen Financiële Onderzoeks NV leidt maar eerder, 1981-’87 afdelingsleider van het bekende Közgazdaságtudományi Intézet [Economisch Instituut] der Academie van Wetenschappen was. Hij is binnen enkele jaren ervan overtuigd geraakt dat de Hongaarse economie wèl kan worden omgevormd door de weg vrij te maken voor een -wat hij noemt- ‘pluralisering van bezitsrechten’ en een verregaande markthervorming. [o.a. naar “Hongarije’s socialisme”, Bart Vink, in Intermediair, 24e jaargang nr. 33, 19 augustus 1988].
Een conferentie van politicologen, met o.a. Zsuzsa Ferge en Imre Pozsgay, over een alternatieve politiek, spreekt zich nu ook uit vóór pluralisme, een breed volksfront en een markteconomie en op een bijeenkomst van vredesgroepen in Hongarije verklaart de hierboven genoemde bekende 'dissidente' socioloog en oud-politicus en -premier András Hegedüs: "Heel Midden- en Oost-Europa verkeert in een crisis!" De officiële vredesbeweging wil overigens veel meer contacten met de onafhankelijke groepen! In oktober 1988 wordt zelfs de "Hongaarse Padvindersbeweging" heropgericht. Die zo ’westerse en burgerlijke’ beweging was in 1948 verboden door het stalinistische regime, maar destijds, b.v. in de tijd van Horthy, in het Interbellum, speelde de padvindersbeweging een relatief belangrijke en patriottische rol en nu biedt de Oostenrijkse organisatie haar hulp aan.
Over het echte politieke bedrijf hoort men deze weken niet zoveel opzienbarends, hoewel het parlement begin oktober wel enkele dagen bijeenkomt en er worden dan toch nog emotionele debatten verwacht o.a. over de omstreden stuwdammen in de Donau. Weliswaar heeft het parlement ingestemd met de bouw en de regering zal óók wel rekening houden met deze wens, maar door de aantekening die minister van milieu Maróthy op 7 oktober maakte lijkt een referendum toch nog wel mogelijk is. Het meest belangrijk is intussen echter dat de parlementsleden a.h.w. de kritiek van pers en publiek en hun verantwoordelijkheid t.o. de kiezers méér dan ooit voelen door bijvoorbeeld de direkte uitzendingen op de tv, de openbare stemmingen, en de toon van de debatten! Aldus wordt bijvoorbeeld een wetsontwerp van min.v.financiën Miklós Villányi, dat bij voorbaat al op heftige kritiek stootte, ingetrokken want men vindt een verdubbeling van belasting tot 50 % van de winst van bedrijven teveel van het goede! Een wet op de alternatieve dienstplicht wordt echter -eindelijk- aanvaard: Voortaan kan men op verzoek eventueel 36 maanden burgerdienst verrichten i.pl.v. 18 maanden militaire dienst! Ook hiermee is Hongarije het eerste land in Oost-Europa…… Toch waarschuwt het Politburo der MSZMP de partijleden nota bene dat géén lidmaatschap van alternatieve groepen en van "groepen die vijandig staan tegenover het socialisme" wordt getolereerd want men verwacht op lokaal en regionaal niveau over een lidmaatschap van de partij én van alternatieven wel moeilijkheden!!
Elke week ontstaan er nu immers onafhankelijke groepen en verenigingen en dat is voor heel wat oudere en dogmatische partijleden nauwelijks te verteren!! János Szabó, lid van het Politburo, laat b.v. weten: "De partij staat voor een nieuwe, ongewone situatie, ze moet [voor het eerst!] deelnemen aan het debat met anderen, onafhankelijke organisaties, ze moet zich verantwoorden, sommige leden zijn dogmatisch, conservatief, anderen juist niet...”.
Hierbij dient men te bedenken dat de 800.000 leden der Hongaarse partij totaal niet gewend aan een debat of dialoog; ze wensen vanouds slechts de commando's van de partij op te volgen terwijl zo’n commandopartij met een duidelijk standpunt, discipline en eenheid, nu echter steeds duidelijker ontbreekt!...... Intussen weet immers geen ènkel partijlid meer wat precies 'socialisme' is, wat het 'socialistisch pluralisme' van Grósz nu werkelijk betekent, wat 'een konstruktieve dialoog met anderen' werkelijk inhoudt, wat nu [en straks, morgen!!] ècht onaanvaardbaar is voor de partij, hoever men vrij is om alles te zeggen en te schrijven....
Steeds openlijker pleiten mensen immers voor een meerpartijensysteem, sociaal-demokraten worden weer in de partij toegelaten, het woord 'coalitie' valt na 1956 voor het eerst weer, het oude begrip 'volksfront' moet weer een brede inhoud krijgen en fraktievorming van partijloze parlementsleden wordt zelfs overwogen. Ook de "Gebeurtenissen van 1956" komen steeds meer in discussie en men overweegt volgens sommigen zelfs een algemene amnestie en n.b. een herziening van alle naoorlogse processen!! Ook de eenheidsvakbond SZOT, een oude traditionele steunpilaar van elk communistisch regime, wil nu zelfs een zelfstandige en kritische politiek t.o. de regering en de partij en ze hekelt o.a. de toenemende armoede en willen het stakingsrecht vastleggen! Intussen zijn zoals bekend óók al alternatieve vakbonden ontstaan en van een verbod is [nog] geen sprake!.....
Na ruim 40 jaar het einde van het IJzeren Gordijn, mei 1989.
Zelfs de "Economische Karl-Marx-Universiteit" van Budapest met haar talloze toonaangevende docenten en hoogleraren [!] heeft "in het kader van hervormingen" het marxisme geschrapt uit haar leerplan, wil terug naar Marx zelf, en wil zijn leer slechts als één van de vele erkende wetenschappelijke economische theorieën laten behandelen. "Vroeger is het marxisme teveel geïdeologiseerd en geïnterpreteerd", zegt men nu eventjes vlotweg.....
De nieuwe -en eerste onafhankelijke- vakbond van wetenschappelijk personeel TDDSZ roept de regering op om op te treden tegen de toenemende inflatie en armoede en ze eist daarom een prijsstop en loonsverhogingen en aanpassing van uitkeringen aan de prijzen van 1989 en aanpassing [d.w.z. een verhoging] van de minimumlonen … De regering wil nu echter vooral bezuinigingen om het budgttekort te doen verkleinen en de inflatie liep al op tot 15 %. Er zouden nu 1,5 miljoen armen, een zesde deel der bevolking zijn.
Onder andere om deze doelstellingen te realiseren wordt op za. 15 oktober door een aantal intellektuelen en studenten het "Szárszói front" opgericht, een pressiegroep die hervormingen in de maatschappij, een betere inkomensverdeling, optreden tegen corruptie, een betere investeringspolitiek, een veel meer sociale politiek t.b.v. ouderen en kinderrijke gezinnen, open discussie over het milieu, vrije verkiezingen in 1990, en een machtsdeling wenst. Een Midden-Europese federatie en internationale garanties, van de UNO, voor de Hongaarse minderheden over de grens, hun collectieve rechten, het behoud van hun cultuur, rechten, onderwijs en contacten met het moederland worden geëist. De naam van het 'front' herinnert overigens aan de progressieve en antifascistische schrijvers en intellektuelen die in 1943 in Balatonszárszó bijeen kwamen…
|