|
17. De wisseling van de wacht [a rendszerváltás] of: de overgang naar de demokratie, 23 mei 1988 tot 23 mei 1990
17.10 Het vastleggen van de hervormingen in de nazomer van 1989.
Intussen zijn in Hongarije de eerste lokale vrije verkiezingen gehouden en daarbij is gebleken dat de nog regerende partij [MSZMP] weinig kans maakt om in 1990 een meerderheid van de kiezers achter zich te krijgen! Deze partij zal dus flink haar best moeten doen als ze na de vrije verkiezingen van 1990 niet uit de macht wil worden verdreven want tot nu toe hebben kandidaten van de oppositie deze verkiezingen gewonnen. De uitslagen vormen voor de partij wel een waarschuwing maar ’de partij’ [MSZMP] hoopt en verwacht dat het congres in oktober de oplossing zal geven voor een herstel. Toch zal ze dan al snel de eenheid moeten terugvinden, hoewel de oppositie óók geen eenheid vormt en zeer verdeeld is!....
Van deze oppositie is het gematigde MDF nog het beste georganiseerd en dit ‘Forum’ is vooral groot geworden door de nadruk te leggen op de verdrukte Hongaren over de grens in Roemenië en in het algemeen op het nationalisme. Vooral op het platteland trekt het kiezers. Toch zou juist het MDF wel voor een vorm van samenwerking met de vroegere communisten voelen en ze beschikt ook wel over intellektuelen en sámen met de ervaren bestuurders en politici van ’de partij’ zou men dan wel een kabinet kunnen vormen. Het MDF pleit voor een soort Derde Weg tussen kapitalisme en socialisme maar economen heeft het MDF nauwelijks. Wel is het de énige partij met een landelijke organisatie en ze telt nu ± 18.000 leden.
Nummer twee is de tegenhanger hiervan, de Alliantie van Vrije Demokraten, de SZDSZ die vooral bij liberale, verlichte, radikale en westers geörienteerde intellektuelen in de stad [Budapest] haar aanhangers vindt. De SZDSZ vindt de West-Europese parlementaire demokratie zonder meer het beste geschikt voor het land en met het in haar ogen “dubieuze” MDF heeft de liberale groep niet veel op, alleen al omdat het wel eens een coalitie met de ‘communisten’ zou kunnen vormen! De SZDSZ gaat zelf juist prat op het feit dat er veel vroegere dissidenten nu lid van het SZDSZ zijn! Dat geldt in minder mate ook voor Fidesz, de Bond van Jonge Demokraten, die eveneens veel afgestudeerden telt. Verder zouden vooral de [historische] Partij van Kleine Grondbezitters [FKgP] en de Christen-Demokratische Volkspartij [KDNP] aanhang van enige betekenis kunnen krijgen terwijl alle andere kleine partijen, zoals de sociaal-demokraten en de ‘Volkspartij’ voorlopig weinig kans hebben op een aandeel in de macht. Het is echter nog niet zover want pas voor het voorjaar van 1990 zijn de parlementverkiezingen gepland en vooral voor de nog regerende “communisten”, die zoals iedereen weet, door drastische veranderingen nu wel zo ongeveer kunnen gelden als sociaal-demokraten [socialisten] kan het nog spannend worden.
Ook van belang voor iedereen is de nog steeds zitting houdende Ronde Tafelconferentie, waarover nu en dan naar buiten wordt bericht. Sinds 13 juni is er echter -tot teleurstelling van de hele oppositie- geen enkele doorbraak bereikt en ‘de -nog regerende- partij’ lijkt zelfs niet meer bereid tot politieke concessies en dat levert o.a. klachten op van de jurist Péter Tölgyessy [Esztergom, sept. 1957] van de SZDSZ die denkt dat ’de partij’ achter allerlei nieuwe façades tracht om aan de macht te blijven en het lijkt er ook nog steeds op dat ze de oppositie wil inschakelen bij de nodige impopulaire economische hervormingsmaatregelen. Voor de meeste oppositiepartijen is het vastleggen van een basis voor wèrkelijk vrije verkiezingen en de invoering van een parlementaire demokratie nu echter nummer één: Er moeten dus eerst afspraken komen over een nieuwe kieswet, over de funkties van een president en hoe die wordt gekozen en eventueel over een nieuwe grondwet.
Pas daarná wil de oppositie de medeverantwoordelijkheid dragen voor pijnlijke economische besluiten en hervormingen. Maar beide ’partijen’ hebben ook haast: de partij wil immers vóór haar congres begin oktober duidelijkheid en de oppositie wil vóór de verkiezingen in het voorjaar van 1990 de tijd hebben om zich bekend te maken en zich te organiseren.
De kiezers willen immers wel meer duidelijkheid want terwijl de hervormingsgezinde ‘communisten’ op 19 % zouden staan vindt 40 % der Hongaren dat het voor het land [toch!] beter zou zijn als die ‘communisten’ zouden winnen, maar dat duidt er volgens de oppositie op dat veel kiezers nauwelijks weten wat ze zich bij ‘oppositie’ precies moeten voorstellen en dus ook niet weten of het wel zo goed is als ze aan de macht komt! [naar: Peter Michielsen, NRC/Hbl. 9 aug. 1989].
Begin augustus is er dan ook sprake van een heftige strijd over het presidentschap want ’de partij’ wil éérst presidentsverkiezingen -vóór parlementsverkiezingen- en heeft haar [populaire] kandidaat al klaar staan: Imre Pozsgay en zijn overwinning zou de positie van de partij zeer versterken! De oppositie, vooral de beide liberale groepen SzDSz en Fidesz, wil echter éérst een parlement vrij laten kiezen, en de presidentiële bevoegdheden laten bepalen door dit gekozen parlement! Men vindt kortom een machtsvakuum dan nog méér aanvaardbaar dan een gevestigde machtspositie van Pozsgay terwijl het MDF zich gematigd en voorzichtig opstelt! Omdat Pozsgay’s kandidatuur voor het presidentschap al bekend is wil men dus een nauwe omschrijving van de bevoegdheden van zo’n president. [naar: Tökés, 338]
Van Pozsgay verwachtten immers velen der MSZMP nog altijd het vasthouden aan enkele machtsposities van de partij, zoals de arbeidersmilities en de partijcellen op werkplek, maar Pozsgay is in feite véél progressiever en wenst géén intimidatie. Hij ziet die zaken als ‘unwanted burden for an electoral party’ en bovendien is hij bevriend met dr. József Antall, die een toponderhandelaar op de RTC blijkt [!] èn het MDF zal gaan leiden. Pozsgay, die geen echte partijman is, krijgt nu ook een minder goede relatie met premier Németh en met Nyers, die Pozsgay te veel een machtspoliticus vindt en hem taktisch en ideologisch niet zo geschikt lijkt [Tökés, 343, 344].
Enkele oppositiepartijen [van de oppositionele Ronde Tafel van 9 partijen] vertrouwen de MSZMP dus nog altijd niet omdat die de macht niet echt uit handen zou willen geven en de al zeven weken durende onderhandelingen leverden volgens hen nog niets op, terwijl de RTC n.b. helemaal achter het doel van een demokratische en vreedzame overgang staat en waar ook de regering voor is, aldus Péter Tölgyessy, SZDSZ.
Maar “er blijven enorme tegenstellingen bestaan als het aankomt op de details”. De partij wil bijvoorbeeld de invloed op de media [zendtijd op tv en radio] niet kwijt en evenmin haar enorme financiële vermogen en ook betr. de controle op politie, strijdkrachten en sovjet-troepen zit het overleg op een dood punt. ‘Vertegenwoordigers van de MSZMP willen bij de onderhandelingen van de RTC met alle middelen de mogelijkheden tot demokratische hervorming beperken’, aldus Tölgyessy op wo. 2 augustus, want ‘wie kan de verkiezingen als vrij kenmerken als de massacommunicatiemiddelen door de communisten alleen worden opgeëist?’
”Zelfs aan partijen van wie veertig jaar geleden gebouwen in beslag zijn genomen worden ze niet teruggegeven”, aldus Tölgyessy. Op de RTC kwamen ook al andere zaken aan de orde waarover men het oneens is, zoals de financiering van politieke partijen want de oppositie wil -tevoren- een eerlijke verdeling van het vermogen van de partij en haar massaorganisaties! Tot voor kort hadden die immers een machtsmonopolie! De rol van de partij in bedrijven moet dan ook verdwijnen en zelfs de vakbonden wensen geen politieke aktiviteiten meer in de bedrijven [ofwel: partijcellen op de werkplek]. De meest radikale oppositiepartijen, de liberale SZDSZ en Fidesz, willen zelfs zo spoedig mogelijk beginnen met de privatisering. [Tökés, 338, 339].
Wel wil het Centrale Comité van de ‘staatspartij’ [MSZMP] eind juli de partij geheel hervormen en men zal op het congres in oktober voorstellen de top te wijzigen: Er komt dan een breed samengesteld Presidium i.pl.v. het Politbureu en een door de afdelingen direkt gekozen Nationaal Comité i.pl.v. het Centrale Comité en, afgezien van de al eerder genoemde kleine groepen dogmatische conservatieven, lijkt een meerderheid in de partij toch wel vóór hervormingen in de richting van een West-Europese soort demokratie. Maar velen zijn onzeker en weten het nog niet, hoewel ze zich blijkbaar absoluut niet aktief willen verzetten tegen de nagestreefde hervormingen!
Zo zegt de progressieve maar toch altijd wel voorzichtige hervormer Rezső Nyers op 14 augustus voor de Oostenrijkse tv dat hij voor de partij iets meer dan een derde der stemmen en in elk geval ruim 20 %, verwacht maar vóórop staat bij hem dat de partij bereid moet zijn tot een coalitie en dat de partij de uitslag van de vrije verkiezingen zal accepteren! “Als de partij een nederlaag lijdt moet ze maar in de oppositie gaan!”
Nyers geeft hierbij ook weer wat hij in juli van Gorbačov bij zijn bezoek aan Moskou hoorde: ook in de Sovjet-Unie bestaat [zoals in enkele buurlanden] wel enige onrust over wat er in Hongarije in zo korte tijd gebeurde en Gorbačov vroeg hem zelfs of Hongarije nu in westelijke of in oostelijke richting op weg was, maar hij zei o.a. dat men in Hongarije zich óók zorgen maakt over de situatie in de Sovjet-Unie zelf! Maar in beide landen, dat is duidelijk, is men ook bezorgd over de toestand in het eigen land! Nyers laat bovendien weten dat de ontwikkelingen in Hongarije wel bijzonder snel gingen en dat de buurlanden dat niet hebben begrepen, o.a. omdat Hongarije dat niet door vormen van overleg kon onderbouwen, maar hij twijfelt er toch níet aan dat de andere landen van Centraal-Europa Hongarije zullen volgen wat betr. de burgerrechten, al is het langzamer. “Zij kunnen niet anders dan deze weg gaan”, aldus Nyers en “tanks uit de broederlanden zijn nu onmogelijk!” [o.a. Trouw, 14 augustus].
Toch is en blijft het buurland Roemenië voor Hongarije wel een soort [ernstige?] bedreiging, hoewel dat land alleen lijkt te staan: ondanks overleg tussen Boekarest en Praag houden de autoriteiten in Tsjechoslowakije zich t.o.v. de toestand in Hongarije meestal op een afstand en ze zijn voorzichtig.
Maar half augustus komt hierin verandering want op 13 augustus wenst b.v. de "Hervormingskring van Debrecen” een officiële veroordeling door de Hongaarse partij van de deelname aan de inval in de ČSSR op 21 augustus 1968. Men wil zich o.a. op deze manier solidair verklaren met de demokratische krachten in het huidige Tsjechoslowakije, zoals Charta'77 en in "Népszabadság" erkent Imre Szokai, pl.v. chef v/d afdeling voor Internationale Betrekkingen, al dat deze inval [onder leiding van de Sovjet-Unie] een fout was. “Het is vandaag de dag duidelijk dat de beslissing om in 1968 militairen naar de ČSSR te sturen, volkomen fout was” en het partijblad publiceert ook namen van de hervormers in Debrecen. Op 16 augustus komt de officiële verklaring van de MSzMP en die wordt onmiddellijk scherp gehekeld in Praag want de Hongaarse partijleiding zegt dat de partij zich níet identificeert met de militaire interventie in 1968 maar ze wil als historisch feit stellen dat de voormalige politieke leiding van Hongarije zich aanpaste aan internationale en socialistische normen en daarbij vooral streefde naar een politieke regeling. Hiermee geeft ze aan dat de Hongaren in 1968 onder dwang van de Sovjet-Unie handelden.
“De partij neemt nu een vastbesloten standpunt in over de soevereiniteit van de socialistische landen en ze wijst interventie, militair of anderszins, af. Omstreden onderwerpen moeten door een open diskussie worden opgelost. Hongarije wil goede betrekkingen met Tsjechoslowakije en “een volledige evaluatie van de gebeurtenissen in 1968 is de verantwoordelijkheid van de Tsjechoslowakije zelf”.
Maar o.a. het Tsjechoslowaakse persbureau Četeka laat weten: ”Hongarije geeft dus objektieve steun aan anti-socialistische krachten die in strijd met de historische waarheid zijn! Hongarije is hiermee het eerste land dat excuses aanbiedt maar de Poolse senaat deed dat ook al ”met verdriet en spijt” en de Poolse 2e kamer doet dat op 17 augustus, terwijl de heersende partij van de DDR, de SED, uiteraard [op 18 augustus] in scherpe bewoordingen afstand van de Hongaren en Polen neemt! Een heroverweging is er voor Oost-Berlijn en Praag dus absoluut niet! Maar voor Warschau en Budapest is dat van weinig of geen belang en in Budapest geeft men nu zelfs openlijk toe dat het níet Hongarije was, dat de beslissing nam!
Het huidige Hongarije distantieert zich overigens zoals bekend allang van de doktrine van Stalin, Chroesjtsjov en Brežnev en op 16 augustus volgt een officiële verklaring van de partijleiding dat Hongarije zich distantieert van het optreden in de ČSSR in augustus 1968. Hongarije handelde toen onder druk van Moskou, wordt nu gezegd. Wel merkt men intussen in Moskou enige verontrusting over de zeer snelle ontwikkelingen in Hongarije.
Ook op de officiële herdenkingsdag, 21 augustus 1989, keurt men het in Tsjechoslowakije, 21 jaar nadien, nog scherp af dat Hongarije zich volledig distantieert van het gedrag bij de inval van toen maar de Hongaarse TV interviewt intussen óók zéér kritische voormalige betrokkenen bij de "Praagse Lente" van 1968, zoals de vml. vice-premier Ota Sík die denkt dat de huidige leiders van de ČSSR stilletjes hopen dat Gorbačov ten val komt en dat zij zélf dan kunnen overleven, en vanuit uit Budapest toont men zelfs beelden met brandende tanks en andere emotionele herinneringen, en maakt een vergelijking met beelden van nú.
Ook in Praag vinden massademonstraties plaats waarbij o.a. een 50-tal Hongaarse en Poolse jongeren aanwezig zijn onder wie een vijftal leden van de Hongaarse oppositiepartij Fidesz, die op een spandoek de boodschap meedragen: ”Wij komen met bloemen, de bolsjewiki kwamen met tanks" en ze hebben een openlijke verklaring bij zich van spijt over de inval van 21 jaar geleden.... maar door brutaal politieoptreden wordt de menigte uiteengeslagen en 320 Tsjechen en Slowaken en 50 buitenlanders worden gearresteerd, o.a. enkele Hongaren [twee leden van Fidesz]. Ze worden echter al snel vrijgelaten, op twee Hongaren na "die zich niet als normale toeristen gedroegen", een journalist van Magyar Hírlap, een student en de vriendin van een opgepakt lid van Fidesz. Leden van Fidesz houden vervolgens bij de Hongaarse ambassade in Praag een hongerstaking om de gearresteerden vrij te krijgen en enkele dagen later worden de twee Hongaren van Fidesz [Tamás Deutsch en György Kerényi] inderdaad vrijgelaten ondanks hun “ernstige verstoring van de openbare orde” èn tegen betaling van een zeer hoge borgsom! Ook op 28 augustus protesteert minister Horn bij de Tsjechoslowaakse autoriteiten tegen het vasthouden van twee Hongaren die op 29 augustus moeten voorkomen wegens verstoring van de openbare orde maar na een proces worden ze na de betaling van een zeer forse boete uitgewezen!
Een vastbesloten premier Németh zegt o.a.: "Nooit zullen weer Hongaarse strijdkrachten worden ingezet zonder instemming van het parlement [zoals dat op 21 augustus 1968 gebeurde in Tsjechoslowakije] en alle verouderde maatschappelijke strukturen moeten verdwijnen. Ook zal er een afrekening komen met degenen die Hongarije in de huidige crisis deden belanden". Maar hij vindt dat ook de buurlanden/bondgenoten moeten verklaren dat zoiets [een militair ingrijpen] in de toekomst uitgesloten is!
Daarvan lijkt evenwel nog geen sprake! Jan Fojtík, de bekende chef-ideoloog van de partij in Tsjechoslowakije, verklaart zich b.v. een tegenstander van de hervormingen in Hongarije "die ook onze bevolking beïnvloeden" maar erkent ook voor het eerst dat de "perestrojka" en de "Praagse Lente" van 1968 op elkaar lijken!..
De betrekkingen met Tsjechoslowakije worden dus slechter, de kritiek wordt duidelijker, de nauwe samenwerking is voorbij en men maakt elkaar vooral nog verwijten. En op 1 september laat Hongarije weten dat het de ČSSR niet de door haar geëiste schadeloosstelling n.a.v. het besluit om niet verder te gaat met de bouw van de stuwdammen bij Nagymaros in de Donau zal betalen. Wèl wil de regering in Budapest overleggen over wat er verder moet gebeuren maar dat loopt op niets uit… Hongarije ziet op 19 september namelijk definitief af van de verdere bouw aan de Donaustuwdammen omdat de ČSSR alleen let op energie-aspekten en Hongarije óók milieu-aspekten zwaar wil laten meetellen en de volgende dag wordt het overleg met de ČSSR over de Donaudammen afgebroken omdat de standpunten totaal onverenigbaar blijven. Nog in september stuurt Tsjechoslowakije intussen mensen uit de DDR, die op doorreis zijn naar "het vrije" Hongarije zijn, terug en daardoor worden de betrekkingen nog slechter! Er komen zelfs berichteen dat vluchtelingen die de grensrivier, de Donau of de Ipoly, overzwemmen worden beschoten of opgepakt en anderen zouden zijn verdronken………
Maar ook met Roemenië blijven de betrekkingen uitermate slecht en het regime in Boekarest is weer eens bijzonder geërgerd over bijvoorbeeld een interview op de Hongaarse TV met de vroegere Roemeense koning Michaël [Mihai], die in december 1947 door de communisten werd afgezet en al jaren in Zwitserland leeft, begin augustus, waarin de ex-koning scherpe kritiek uitoefent op het regime van Ceauşescu die hij beschuldigt van absolutisme, misdaden tegen zijn eigen volk en de schending van mensenrechten en dit is nog maar het eerste deel, het tweede deel zou twee weken later komen… Hongarije reageert op de Roemeense woede echter gelaten want "onze media zijn geheel vrij, het programma geeft niet noodzakelijk het officiële standpunt weer".
Prompt riep Roemenië hierna haar ambassadeur uit Budapest terug en beperkt hiermee de toch al gestoorde en bijzonder geringe contacten tussen beide landen. De al jaren bestaande spanningen tussen de twee landen nemen dus verder toe en Hongarije voelt zich, ondanks verklaringen van het tegendeel, toch wel door Roemenië bedreigd. De gesprekken leverden immers slechts gescheld en boze gezichten, wanbegrip en verbazing op en Csaba Tabajdi, het plaatsvervangend hoofd internationale betrekkingen van het CC der partij, verklaarde in juni zelfs t.o. de journalist van een Italiaans blad dat het hoog tijd werd om de Hongaarse defensiestrategie te herzien ”want als er oorlog komt, dán tegen de Roemenen”. Tabajdi is dan intussen wel geschorst maar de pers is daarover verontwaardigd! En Tabajdi’s baas, die was gepasseerd, verklaart dan zelfs dat Grósz deze beslissing nam [i.pl.v. het CC] en hij is het eigenlijk wel met Tabajdi eens… ”want diverse mensen in Roemenië hebben gezegd dat ze in staat zijn een kernbom te maken. We hebben berichten dat ze op de internationale wapenmarkt de daarvoor noodzakelijke middenlange afstandsraketten willen kopen. Als dat waar is hebben we daarmee te maken”!... Het debat erover blijft in de Hongaarse pers dus voortduren, want “wat moet Roemenië met een kernbom?” Toch zijn er ook grote twijfels want ”Roemenië blinkt slechts in één ding economisch uit: de fabrikage van politieke verklaringen!” aldus een radiocommentator die het gevaar intussen echter wèl onderkent!
De énige Hongaarse politicus die hierover iets zegt is parlementsvoorzitter Szűrös, die ‘niet gelooft in een militaire confrontatie’ maar de uitlating van Ceauşescu dat z’n land een kernbom kan maken, wel een soort politieke chantage vindt. “Alles is mogelijk met een bewind als dat van Roemenié”, aldus Szűrös die ook nog even herinnert aan het feit dat Roemenen in deze eeuw al twee maal [1919 en 1945] in Budapest stonden! Hij begrijpt dus wel dat mensen in Hongarije bang worden ”als er lijken in de Maros drijven” want ”dán hebben we niet meer te maken met speculatie maar met een bewijs”. ]NRC/Hbl. 4 augustus 1989]. Dit gebeurt echter nog niet, maar nog geen drie weken later slagen vijf Hongaren erin om bij Csengerújfalu de Roemeense grens over te gaan naar Hongarije na een gevecht met een bewapende grenswacht die hen fouilleerde, waarbij werd gevochten en er één gewonde viel bij 2 schoten. Het is overigens merkwaardig dat de Roemeense Conducator, de diktator en president, Ceauşescu zich over Hongarije zo ernstig zorgen maakt en een gezamenlijke aktie van het Warschaupakt tegen dat land wenst hoewel hij zélf zich altijd zo heftig verzet tegen "vormen van inmenging in binnenlandse aangelegenheden van een soevereine staat" en alle politici uit Roemenië praten hem altijd spontaan na, evenals de kerkleiders....
Min.v.buit.z. Horn zegt o.a.: "Het stalinistische model is nu weg, de demokratische rechtsstaat is het doel, de betrekkingen met 't Westen moeten we verder ontwikkelen en die met 't Oosten vernieuwen. Maar ook de minister van buitenlandse zaken Horn laat weten ”Hongarije heeft geen enkele moeilijkheid met Roemenië, alleen met diktator Ceauşescu, die de mensenrechten schendt!” Toch blijkt dat de relaties met de "socialistische" buurlanden steeds slechter worden want zij veroordelen de Hongaarse politiek die hen langzaam maar zeker zelf ook bedreigt! Men ziet immers dat Hongarije de 'verachtelijke' burgerlijke oppositie legaliseert en het socialisme afbreekt en denkt dat dit land de kant van de vijand, het kapitalisme, de USA en de NATO, opgaat.
Hongarije voelt zich ook wel in een dwangpositie door de slechtlopende economie, de enorme buitenlandse schulden, een dreigende massale werkloosheid, sociale onvrede en weinig uitzicht op verbetering. Men kan bovendien de openheid en vrijheid nooit meer zonder geweld terugdraaien en op ingrijpen der Sovjet-Unie is niet te rekenen! Ook de Hongaarse "communistische" partij erkent dat de betrekkingen met het Westen zeer goed zijn en gemakkelijk en dat die met bondgenoten zoals Roemenië, de DDR en de ČSSR slecht zijn en zeer moeilijk verlopen. Toch blijkt m.n. Tsjechoslowakije nog vrij gematigd en Hongarije wil zelf ook niet de zaken op de spits drijven: men moet b.v. niet de indruk krijgen dat het land doelbewust eraan werkt om uit het Pakt van Warschau te treden.
Met andere buren zoals Oostenrijk en Joegoslavië onderhoudt men goede betrekkingen en op 8 september doet Hongarije zelfs voorstellen om samen deze beide neutrale buurlanden te komen tot een wapenvrije zone. Hongarije zélf wil een zone van 50 km aan de grens volledig ontwapenen en Nyers stelt voor dat ook de buurlanden zo’n zone instellen zodat een 100 km brede gedemilitariseerde zone ontstaat met alleen grensbewaking en politie. Bovendien wil Hongarije het defensiebudget met 12 % verminderen [d.w.z. veel minder pantserwagens, militairen, tanks en raketlanceersystemen]. Men zal zelfs tanks omsmelten en deels dienst laten doen in de landbouw, en een tankbrigade ontmantelen als deel van de eenzijdige vermindering van de strijdkrachten.
N.b. Met Joegoslavië blijven de betrekkingen vooral goed omdat er voor de 450.000 Hongaren in Vojvodina, aan de Hongaarse grens, voldoende mogelijkheden blijven bestaan om hun eigen taal en cultuur in stand te houden en Oostenrijk wordt, zoals bekend, door ál te veel Hongaren allang beschouwd als het door hun eigen land slechts na te streven voorbeeld van een paradijs…….
Menig Hongaar is met het scheppen hiervan privé trouwens al volop bezig: Sinds ongeveer een half jaar bloeit in Hongarije een [nieuwe] markt voor tweede-hands auto’s uit West-Europa. Zulke auto’s worden gerecycled in Hongarije en hiervandaan worden ook wel “autokooptochten” georganiseerd naar b.v. België, omdat de prijzen voor 2e handsauto’s hier veel lager liggen dan in de buurlanden. Reisagenten hebben zich gespecialisiseerd in dat soort trips en Hongaren die over deviezen beschikken stappen in de bus, komen ’s morgens vroeg in Antwerpen waar ze worden opgewacht door een Belgische contactman die hen rondleidt langs een aantal autohandelaars. ’s Avonds een overnachting in Antwerpen en voor degenen die niet zijn geslaagd is er de volgende morgen een retour met de bus naar Hongarije…. Geslaagden wachten nog enkele dagen op de nodige papieren [kentekenbewijs, nummerborden, douanepapieren, verzekering terugreis] en kunnen dan als je je vóór 10 uur hebt gemeld bij de betreffende kantoren in Antwerpen vertrekken. De Hongaren zijn vooral geïnteresseerd in Duitse merken, met benzinemotoren tot 1600 cc en nog nèt geen 4 jaar oud. Voor grotere en recentere modellen moet men n.l. twee maal zoveel invoerbelasting aan de Hongaarse grens betalen! [NRC/Hbl., 8 augustus 1989]
Leden van het [gematigde rechtse] MDF tijdens de verkiezingscampagne, 1990.
Kenmerkend voor al deze bijna gewone, ‘burgerlijke’ aktiviteiten, feiten en beschouwingen zijn wellicht ook de resultaten van een opinieonderzoek in deze weken waarbij duidelijk wordt dat 20 % der bevolking vindt dat het socialisme nog een toekomst heeft, dat 62 % de regering wel vertrouwt, 72 % de [intussen vrije] pers vertrouwt, 67 % de kerken als betrouwbare instellingen ziet en 1/3 der Hongaren de oppositie vertrouwt……
Toch zijn er véél Hongaren die voor de openbare zaken en voor ‘het regeringsbeleid’ bijzonder weinig interesse hebben en zich concentreren op de binnenlandse ontwikkelingen en zich daar soms zelfs bijzonder op verheugen: Iets zéér bijzonders is juist in 1989 bijvoorbeeld de nationale feestdag ter ere van de eerste, heilige Hongaarse koning op 20 augustus. Op zo. 20 augustus wordt deze Szent István napja [Sint Stefanusdag] namelijk voor het eerst na ruim 40 jaar weer met een nationaal, traditioneel en godsdienstig karakter gevierd.
Een processie met aan het hoofd de rooms-katholieke primaat, kardinaal Paskai, trekt voor het eerst na 42 jaar weer door de straten van Budapest en een grote massa mensen is aanwezig bij het openbaar tonen van de relikwie van de "Heilige Rechterhand" [a szent jobb] van deze apostolische en heilige koning van Hongarije [┼ 1038], die ook geldt als de grondlegger van de Hongaarse staat. Zíjn erfenis wordt na 950 jaar, of zo men wil na ruim 40 jaar [!], weer in volle glorie naar voren gehaald en geroemd en voor het eerst na ruim 40 jaar kan men hiermee weer in het openbaar wijzen op het christelijke, Europese karakter van [bijna] de hele Hongaarse geschiedenis. Ook worden de westerse, Europese waarden van verdraagzaamheid, nationale onafhankelijkheid, een moderne demokratische rechtsstaat en de vrede met de Grote Mogendheden en met de buurlanden weer eens benadrukt.
Bovendien zal Hongarije, aldus minister Gyula Horn op 19 augustus, de Westelijke grenzen níet weer opnieuw sluiten en de controle verscherpen en….. ”partijleden die zich verzetten tegen de hervormingen of deze niet willen begrijpen moeten uit de partij worden gezet want ze dreigen de partij te verlammen". Dat lijkt in elk geval bemoedigend, evenals het feit dat op dezelfde 19e augustus voor het eerst in Oost-Europa, in Polen, een niet-communistische regering aan de macht komt, o.l.v. premier Tadeusz Mazowiecki.
Toch overheersen uiteraard bij veel Hongaren de zorgen van alledag, dat wil zeggen, van de karige lonen en de hoge prijzen, van de duurte en de prijsstijgingen, van de nabije toekomst, de dreigende werkloosheid en de eventuele gevolgen van de privatiseringen, van de voortdurende veranderingen en onzekerheid alom. Volgens opiniepeilingen vindt 90 % van de Hongaren namelijk dat er binnen vijf jaar geen verbetering te verwachten valt, met wèlke regering dan ook. Op het platteland, in de Grote Laagvlakte, in Kiskunfélegyháza, bijvoorbeeld zijn veel boeren die voor zichzelf willen beginnen, en men wil de oude landbouwcoöperaties en verenigingen van vóór de nationalisaties en de collectivisering wel terug. [Raymond van den Bogaard, NRC/Hbl. 9 september].
Bovendien zijn er op het platteland heel wat mensen te vinden die persé alle vroegere landerijen terug willen brengen in handen van degenen die ooit, tot een veertig jaar geleden, de bezitters ervan waren en alle argumenten ertegen zijn aan dovenmansoren gezegd!! … Maar dit is slechts een voorbeeld: overal dromen immers mensen over de terugkeer van betere tijden! Maar zo snel zal het dus niet gaan en menigeen houdt zijn grote twijfels…
Intussen is er bijvoorbeeld in Budapest ook een Effectenbeurs geopend, die voorlopig nog op kleine schaal weer aktief is want ”in Hongarije wacht iedereen op iedereen: westerse investeerders op overheidsbezuinigingen en betere rendementen. Hongaarse ondernemers wachten op kapitaal, potentiële aandeelhouders op westerse bedrijven om geld in te steken en politici op parlementsverkiezingen”. De angst voor inflatie [nu 17 %] en een lichte daling van inkomens zorgen er echter voor dat men niet zo geneigd is tot investeringen, tot het nemen van risiko’s. De interesse voor obligaties is dan ook minimaal maar de direkteur van de Credit Anstalt Verein-Budapest Bank [CA-BB], een Oostenrijks-Hongaarse joint-venture, de effectenhandelaar András Simor, is toch wel optimistisch omdat de wetgeving sinds 1 januari 1989 opnieuw sterk verruimd is t.b.v. bijvoorbeeld particulier kapitaal, het opzetten van een NV, buitenlandse investeringen, de uitvoer van winsten op kapitaal en de privatisering, zodat de regering vrijwel onmiddellijk 45 bedrijven in de aanbieding gooide: o.a. zéér grote zoals Tungsram en Ganz.
De nieuwe wetten hebben dan ook geleid tot een hausse in de oprichting van nieuwe kleine bedrijven in de dienstverlening, de bouw en de industrie. Maar Hongarije heeft nog dringend behoefte aan een sterke uitbreiding van het midden- en kleinbedrijf, dat nu nog maar 30 % van het BBP uitmaakt terwijl dat in West-Europa 55 à 60 % is! Ondanks het tamelijk liberale ‘gulyás-kommunizmus’ dat al vele jaren geleden zorgde voor ruimte voor de particuliere landbouw en versoepelingen in de centrale planning is de dominantie van de staatssektor toch overweldigend gebleven: ze maakt nog altijd driekwart van het BBP uit, aldus Mihály Sirmai, direkteur van het Institute for World Economics! Er zal volgens Sirmai nog bijzonder veel arbeid nodig zijn om de Hongaarse economie op den duur, zonder gigantische staatssubsidies, weer draaiende te krijgen want in de industrie [39 % van het BBP] lopen b.v. vraag en aanbod zéér uiteen en vernieuwing vindt nauwelijks plaats.
Maar ook de landbouw [12 % van het BBP maar 25 % van de export] staat voor problemen door b.v. de dalende prijzen, stijgende importen van machines en kunstmest, en het protektionisme van de Europese Gemeenschap. De economische groei is dan ook al jaren gering en de sterke inflatie, de hoge kosten van b.v. pensioenen en openbare voorzieningen en de enorme schulden aan het westen [$ 17 miljard] kunnen niet blijven! In september zal de regering weer met het IMF moeten onderhandelen over een overbruggingskrediet van $ 350 mln, terwijl het IMF nota bene al in juli liet weten dat het kort daarvoor door het parlement goedgekeurde pakket bezuinigingen à 1,4 mln. Gld. onvoldoende zal zijn!.....
Toch is er wel reden tot enig optimisme en hoop want -al ontbreeekt het nu eigenlijk nog aan ondernemerszin- “er zijn in dit land zóveel kansen, het is gewoon ongelofelijk”, aldus András Simor. De mogelijkheden liggen immers voor het oprapen en vooral op westerse investeringen vestigt men de hoop. Dat is terecht, zo lijkt het, want in ruim een half jaar zijn er sinds 1 januari 1989 al 300 [kleine] Hongaars-westerse joint-ventures ontstaan [evenveel als in alle jaren ervóór] terwijl er nog eens tweemaal zoveel in voorbereiding zijn…. De ándere kant is echter de rust op het front van de privatisering en de gedeeltelijke overname van grote bedrijven en het lijkt erop dat velen, zowel in het land zelf als daarbuiten in de Westerse wereld, voorlopig nog de kat uit de boom kijken….[naar Marcel Metze: “Boedapest: Beurs zonder beleggers” in NRC/Hbl, 3 aug. 1989].
Toch wil Hongarije, aldus een Memo, samen met de geldelijke steun bij het hervormingsproces, geen kwijtschelding van de miljarden aan schulden maar primair manieren om investeringen uit het westen aan te trekken en de eigen export te verhogen! Men nodigde daarom ook 23 ontwikkelde westerse landen uit om in september in Budapest hierover te praten want ‘snelle en samenhangende uitvoering van het hervormingsbeleid vereist een intensieve samenwerking’. Men erkent dat het land zich heeft verplicht tot deregulering, privatisering en een strak monetair beleid en men zal niet voor radikale hervormingen terugschrikken, zelfs al zullen die sluiting van onrendabele bedrijven, werkloosheid en sociale conflicten veroorzaken. En men denkt voor 1990-’92 6 miljard gld. aan harde valuta nodig te hebben en wenst dus ook afschaffing van alle beperkingen op de export, al per januari 1990. [Reformat. Dagbl., 4 augustus 1989].…
De voortzetting van ”De Hongaarse Doorbraak” [de titel van een boek uit 1987 van de in Nederland woonachtige Hongaarse econome Anna Sándor] kan men dan ook best een “Melancholieke Revolutie” [de titel van een boek van de Vlaamse schrijfster en journaliste Lieve Joris] noemen, want, wellicht typisch Hongaars, naast de -vergeleken met de meeste andere landen in Centraal Europa- positieve kanten neigt ‘de Hongaar’ vaak in zijn of haar direkte omgeving toch éérst en vooral tot skepsis, de berusting, de melancholie, pessimisme en wantrouwen, de treurnis vanuit het verleden, de moeilijkheden en de problemen, in plaats van de mogelijkheden, de nieuwe kansen, de vooruitgang, de groei en de oplossingen. In de afgelopen driekwart eeuw heeft immers zelden iemand hier iets kunnen opbouwen waarvan kinderen en kleinkinderen nog konden profiteren!
Hierbij komt dan ook nog een bijna ingebouwd wantrouwen ten opzichte van de overheid en haar apparaat, en [daardoor] de relatief zeer geringe persoonlijke bereidheid en durf tot open diskussies, tot een publiek debat, want men wacht veel liever de gebeurtenissen af. Drie à vier generaties lang heeft ‘de Hongaar’ het publieke leven [en daarmee ook een aanzienlijk deel van het persoonlijke leven] immers wel moeten ervaren en aanvaarden als een soort noodlot, ‘het overkomt je [ons] nu eenmaal’, die nu eenmaal van hoger hand gegeven omstandigheden, en het ligt dan voor de hand dat men in deze situatie dan nog enige troost zoekt of zelfs vindt in het verleden, niet van zichzelf of van z’n familie, maar veeleer van ’de Hongaarse natie’, die immers alleen al door de taal volledig geïsoleerd is en daarmee apart staat van de rest van Europa……
Toch breekt er nu een nieuwe periode aan van [voorlopig] instabiliteit en onzekerheid en de verhoudingen van Hongarije, zowel intern als die tot de [nog altijd communistische] buurlanden zal stellig veranderen. Hongarije zal voortaan als zelfstandige staat op het internationale toneel haar weg moeten vinden en men hoort nu al regelmatig praten over [politieke en militaire] neutraliteit en over [economische] banden met de Europese Gemeenschap en bovendien denkt menigeen dat Hongarije met haar welwillende, humanitaire politiek tegenover de Oost-Duitse vluchtelingen toch wel het entreebewijs voor de EG heeft verdiend… De prijs hiervoor was achteraf dan wel gering maar de geloofwaardigheid en het internationale aanzien van het land zijn sterk gestegen!
In Hongarije ontbreekt echter een invloedrijke kerk of massabeweging zoals in Polen, maar er is wèl de ‘Mentalität einer bürgerlichen Gesellschaft’ en die manifesteerde zich al in de werkwijze van het parlement en in en buiten ’de partij’ maar ook in het uitgesproken legalistische en juridische bewustzijn waarmee men de verandering van de staatsstrukturen aanpakt. Toch moeten de politieke partijen nog in een soort vacüum opereren en van een groot deel der bevolking, o.a. arbeiders, hoort men de onzekerheid. Hiervan profiteert vooral het ‘brede’ MDF ”met haar conglomeraat van burgerlijke, nationale en christelijke opvattingen nog het meest. Maar ook in de intern verscheurde MSZMP heerst nog veel onzekerheid en een door hervormers beheerste partij zal nauwelijks een meerderheid achter zich krijgen. ’Toch lijkt Hongarije zonder medewerking van een uit de nu nog communistische partij afgeleide kracht nauwelijke te regeren. Men hoort steeds vaker i.pl.v. partij de betekenis “macht”, d.w.z. de bestaande politieke en partijstrukturen funktioneren nog steeds en houden het land in stand’. Er is een opmerkelijke bereidheid zich aan de nieuwe verhoudingen aan te passen, maar ze zullen het wel niet zonder ‘politiek leider’ kunnen doen en díe zal nauwelijks van buiten de huidige Arbeiderspartij kunnen komen. Pozsgay en de hervormers zouden het liefst een soort sociaal-demokratisch gekleurde beweging zien”. [aldus ”Die Macht hällt Ungarn zusammen”, van Viktor Meier in: Frankfurter Allgemeine Zeitung, 20 sept. 1989].
Ondanks of juist mét een nieuwe ‘arbeiderspartij’ zullen er zich voor een nieuwe regering evenwel toch nog enorme problemen voordoen die iedereen wel kent maar die voorlopig onoplosbaar lijken omdat ze lijken samen te hangen met mentaliteit, met een historie van veertig jaar, met het gebrek aan geld bij de overheid, met de langzamerhand ’nu eenmaal’ gegroeide omstandigheden zoals de grote kloof tussen arm en rijk, met een nieuw en beter inkomensbeleid, met het systeem van de belastingen, met het al sinds tientallen jaren lage geboortencijfer en de daling der bevolking, met sommige slechte of ongezonde traditionele eet- en drinkgewoonten, etc. etc.
Aldus geeft de minister van sociale zaken, Judit Csehák [1940], op 16 augustus bijvoorbeeld voor het eerst toe: ”In Hongarije bestond 40 jaar lang geen sociale politiek! Dit was altijd een sluitpost maar nu raken miljoenen sociaal in de knel, de armoede neemt toe, de ongelijkheid wordt groter, honderdduizenden leven op het bestaansminimum en er dreigt massale werkloosheid van 50 naar 200.000!” Er zijn 250.000 gepensioneerden en van hen heeft 40 % geen enkele uitkering en nu dreigt hen een hollende inflatie…...
Dit gebeurt n.b. naast een consumptie-"boom" van anderen want groepsreizen naar de USA van minimaal 100.000 Ft. zijn b.v. onmiddellijk uitverkocht! Verder gaan honderdduizenden Hongaren regelmatig naar Wenen en kopen hier dure apparatuur zoals TV, video, koelkasten, computer en elektronica en intussen lijdt 20 % der bevolking armoede [met een inkomen van < Ft. 5.200 per maand] en de vrije markt belooft zeer velen in Hongarije weinig goeds want b.v. 80 % der laagstbetaalden heeft geen tweede baan!
Het aantal zelfmoorden stijgt en het aantal zenuwziekten idem en officieel worden er 120.000 mensen behandeld, maar in werkelijkheid zijn er 2 à 3 maal zoveel! Woningnood en criminaliteit stijgen evenzeer en het aantal drugsverslaafden nam van 1983 tot '85 al toe van 10.000 tot 30.000. Een echtscheiding geldt voor 35 % der huwelijken, de sterftecijfers zijn ook zeer hoog en mannen worden gemiddeld slechts 65 jaar. Het aantal zieken is schrikbarend hoog... Het geld ontbreekt echter want het budgettekort was in 1988 Ft. 19 miljard en het zal in 1989 waarschijnlijk het dubbele, Ft. 39 mrd, bedragen! De vooruitzichten zijn, aldus mevrouw Csehák, dus bijzonder slecht! [zie: NRC/Handelsblad en Frankfurter Allgemeine Zeitung van 17 augustus 1989].
Het kan in dit land dus niet moeilijk zijn om de kiezers in verband met de vrije verkiezingen in elk geval ’íets beters’ te beloven en de politieke partijen doen dit dus ook. Óók de nog bestaande ‘állampárt’ [staatspartij], MSZMP, Hongaarse Socialistische Arbeiderspartij of [zoals men in het westen vaak zegt]: communistische partij, doet hieraan wel mee en legt uiteraard niet langer de nadruk op wat men in het verleden heeft ervaren, maar ze richt zich geheel op de toekomst, en dan vooral op het aanstaande partijcongres op 6 oktober dat volgens algemene verwachting wel zéker een ‘nieuwe soort’ partij zal opleveren.
Aldus maakt de MSZMP na 20 augustus 1989 haar Manifest voor de conferentie van oktober bekend: ze wil een socialistische of sociaal-demokratische partij worden, open grenzen in het hele Donaugebied, verzoening, eenheid van Europa, een rechtsstaat, een constitutionele meerpartijenstaat en vrije verkiezingen. De partij neemt hiermee afstand van ’alle vormen van stalinisme’. Men heeft respekt voor nationale minderheden, de zorg voor armen en bejaarden en het onderwijs, dat geheel vrij van staatsinvloed moet worden. Een markteconomie, het afbouwen van subsidies, concurrentie, verschillende typen van eigendom, winst voor ondernemingen erkent de partij en ook intellektuele arbeid wordt “moreel en materieel” ook erkend.
Het vertrek van de sovjet-troepen, de omvorming van het Warschaupakt, het bevorderen van de contacten met Hongaarse minderheden in de buurlanden -die culturele autonomie moeten hebben- worden nagestreefd, en….. Nyers en Pozsgay verklaarden [evenals premier Németh] al eerder geen communist te zijn... Op dezelfde dag wordt er ook besloten dat er in Hongarije commerciële tv zal komen die al op za. 19 augustus begint met uitzendingen van ‘Nap tv’ [TV vandaag] bij het ontbijt en zich verder vooral zal richten op reklame, nieuws, het weer, muziek, sport, straatinterviews, enz. door een bioscoop- en videobedrijf èn de onafhankelijke krant "Mai Nap".
Németh vertelt later dat hij al in 1977 kort na de aankoop van zijn eerste Škoda pech onderweg kreeg: “We waren amper vertrokken toen in de stad Gödöllő mijn Škoda midden op de weg stilviel. Er kwam rook uit de motor. Ik stapte uit, schopte tegen de banden en begon luid te schelden op de auto, de producent en het systeem. Als een systeem bijna veertig jaar na de Tweede Wereldoorlog niet in staat is een betrouwbare wagen te produceren, dan moet het echt verrot zijn…..
De ironie was dat Németh toen zelf ook deel uitmaakte van dat systeem. Van de communistische partij was hij lid geworden in 1968, een paar maanden voordat een invasie van het Warschaupact een einde maakte aan de Praagse lente. Er waaide toen een frisse wind door Hongarije… . Zijn lidmaatschap van de partij had Németh te danken aan de decaan van de faculteit waar hij toen studeerde en die zei o.a. tegen hem en vijftig andere studenten: “We hebben de jonge generatie nodig. Het is beter om in de tent verbeteringen aan te brengen dan als buitenstaander kritiek te leveren”…
In de loop van de tijd merkt ook Németh uiteraard dat het met b.v. de economische hervormingen zo’n vaart niet meer loopt en hij kan dan persoonlijk wel vaststellen dat de perestrojka en glasnost van Gorbačov de oude garde véél te ver gaat! Vooral de oude partijleider Kádár ontpopte zich tot een fel tegenstander van de nieuwe sovjetleider. Die gaat n.l., aldus Kádár, het communistische systeem vernietigen. “En zo kwamen wij tot het besef dat de enige manier om hervormingen door te voeren was: de macht grijpen. Dat lukte pas nadat Kádár met de hulp van Moskou op een zijspoor was gezet. Enkele maanden later… legde Németh de eed af als eerste minister. [naar: de Volkskrant, 7 nov. 2009].
Ondanks alle vernieuwing binnen de ‘communistische partij’ sinds een aantal maanden laat nu ook een deskundige zoals de historica Mária Ormos [Debrecen, 1 okt. 1930], o.a. lid van het CC der partij en rector van de universiteit van Pécs, weten dat b.v. de archieven nog steeds moeilijk toegankelijk zijn en dat het wetenschap-pelijk onderzoek naar de recente geschiedenis zoals b.v. processen en de Opstand van 1956, slechts beperkt is omdat allerlei taboes, die vele jaren angstvallig door de partij zijn bewaard, helaas blijven bestaan.
Het partijarchief is zelfs ontoegankelijk en bovendien voelen veel partijleden zich nu bedreigd en persoonlijk schuldig. Zij zijn vooral bang en voelen zich in het defensief gedrukt, hoewel ze vaak persoonlijk niet verantwoordelijk zijn, terwijl veel anderen vooral willen afwachten, al die veranderingen niet kunnen bijbenen, zich verraden voelen, niet zo snel kunnen omschakelen, en bovendien geen flauw idee hebben van de inhoud van die nieuwe beloofde "demokratie" en geen antwoord op hun vragen krijgen, enz. enz.
Het spreekt dan ook vanzelf dat veel leden ‘niet staan te juichen bij al die hervormingen’ en ’sommigen zijn met stomheid geslagen’ want ’al die grote en snelle hervormingen zijn moeilijk te verteren’. Vooral ouderen zijn verbitterd, zelfs over de partij die haar eigen Militie liet vallen en ze voelen zich vooral verraden sinds de partij openlijk de “contrarevolutie” een Opstand noemde en de herbegrafenis van Nagy en Maléter en hun eerherstel goedkeurde [de Volkskrant, 6 sept.]. Anticommunisten zien dus nog steeds wel een gevaar want Gorbačov kán immers van de troon worden gestoten en ’de communisten’ kúnnen dan de macht opnieuw grijpen: kijk naar de dreiging van Sándor Petres en de nog steeds bestaande Arbeidersmilitie. Het gevaar is nog níet voorgoed geweken!
Iemand die al deze hervormingen en vernieuwingen als prominent lid der partij inderdaad niet eens wil meemaken en dit alles véél te ver vindt gaan is Károly Grósz, 59, en sinds kort weduwnaar, die weldra met pensioen wil gaan "om een machtsstrijd in de leiding te voorkómen want daarmee is de partij noch het land gediend". Hij durfde al nooit ’tè ver te gaan’ al had hij zich nu als “centrist” wel willen neerleggen bij de hervormingen van de partij. Het nieuwe Manifest van augustus gaat hem echter te ver en daarom wil hij, volgens zijn interview met het partijblad, aftreden……
Een week hierna deelt hij op een vergadering van het CC der partij overigens nog mee dat hij dokumenten van de KGB uit Moskou heeft ontvangen die betrekking hebben op Imre Nagy en zijn aktiviteiten in de Sovjet-Unie in 1921/22: Nagy was vanaf ’t begin nauw verbonden met de Tsjeka en later met de OGPU, en tekende in 1930 een akkoord over samenwerking met de politieke politie. In de volgende 10 jaren speelde hij vervolgens namen van Hongaarse communistische immigranten door die verdacht werden als “vijanden van het volk” en de papieren laten de namen zien van veel mensen die in de jaren ’30 aan de Grote Zuiveringen in de Sovjet-Unie ten prooi vielen! Grósz deelt dit wel mee maar hij heeft blijkbaar ook zijn bedenkingen en beseft uiteraard welke gevoelens bij de begrafenis van Nagy in juni de toon aangaven: Hij maakt dan dus duidelijk dat het hem nu alleen gaat om ”de aktiviteiten van Nagy die we als waardevol beschouwen voor de zaak van het demokratische socialisme en vóór een vrij, onafhankelijk, socialistisch Hongarije”. [Tökés, Hungary’s negotiated revolution, 350]. Aldus zal het nabije verleden Hongarije, helaas, nog vele malen blijven achtervolgen! …..
Maar ruim vóór de partijconferentie is er, zoals bekend, ook al sprake van een kleine, dogmatische, maar rumoerige en duidelijk zéér ontevreden minderheid die alle nieuwe uitgangspunten volledig lijkt te verwerpen, hoewel deze orthodoxen ook onderling verdeeld zijn: Ribánszky met zijn "Marxistisch Eenheidsplatform" staat naast b.v. de vroegere medewerker van het partijblad, Sándor Petres met zijn op 25 augustus opgerichte "Marxistisch-Leninistische partij in Hongarije" en het eerder genoemde "Ferenc Münnich-genootschap". Maar ook Petres is, zegt hij, evenals Ribánszky eerder, desnoods bereid om een militaire putsch te plegen "om te voorkómen dat de arbeidersklasse wordt uitgesloten van de macht" en hij wil voorkómen dat het parlement straks alleen bestaat uit intellektuelen, en pocht: "wij kunnen gemakkelijk ¼ van de 800.000 partijleden in ons kamp trekken en tot onze aanhangers behoren ook 23 leden van het Centrale Comité van de partij".
De leden zijn vooral tegen een marktmechanisme en tegen politieke hervormingen, maar… het Hongaarse leger distantieert zich volledig van dergelijke geluiden! Toch blijkt het wel dat de veranderingen nog lang niet op alle terreinen doordringen want de partij heeft, aldus brigade-gen. Ferenc Pallagi op 30 augustus, haar zeggenschap over de veiligheidsdiensten, het leger, de politie en de arbeidersmilities formeel overgedragen aan de regering en dus de staat. Toch veranderde er in feite nog niets “omdat alle regeringsleiders op het ogenblik tevens vooraanstaande communisten zijn”!
Wel maakt Hongarije intussen allerlei praktische vorderingen in de richting van westerse opvattingen: Op 1 augustus maakt men bekend dat het land de handel met de Comeconlanden drastisch wil verminderen, o.a. omdat het handelsoverschot in de 1e helft 1989 800 mln rubel bedroeg, waarmee men echter niets kan doen op de westerse markt. Daarom zullen exportvergunningen worden ingetrokken en het quota-systeem, dat de handel tussen de Comeconlanden regelde, zal worden gecontroleerd. Intussen leverde het handelsoverschot met het Westen $ 180 mln op en Hongaren kochten voor 5 miljard Oostenr. Sch. [harde valuta!] in dat land! Er wordt nu ook een Hongaars Toeristenbureau in Wenen geopend en er wordt meegedeeld dat er in de 1e helft van 1989 8 miljoen toeristen, onder wie 5 miljoen Oost-Europeanen en o.a. 2 miljoen Oostenrijkers, d.w.z. 43,8 % méér, Hongarije bezochten, terwijl er 6,5 miljoen Hongaren het westen bezochten!
Ook roept Hongarije begin augustus de westerse landen op tot méér steun voor hervormingen, meer investeringen en het afbouwen van handelsbelemmeringen, en men wil overgaan tot een streng monetair beleid, radikale hervormingen en grootscheepse privatisering en daarom wil de regering eind augustus 52 grote bedrijven te koop aanbieden in het Westen waarbij men vooral hoopt op Duitse, Japanse, Zuid-Koreaanse, Amerikaanse, Franse en Britse, Oostenrijkse en Italiaanse investeerders. Maar daarvoor acht men voor de periode 1990-’92 ook $ 6 miljard nodig. Ook wil Hongarije lid der OESO worden en snellere invoering van het handelsakkoord met de Europese Gemeenschap. [o.a. Die Presse, 3 aug. 1989]. Intussen kwam een parlementaire delegatie uit de Verenigde Staten naar Hongarije en de Amerikanen prijzen de Hongaarse hervormingspolitiek terwijl Hongarije vooral hoopt vooral op een snelle uitbreiding van de economische betrekkingen, de handel. Ook komen er eind augustus onderhandelingen met het IMF over een nieuw krediet.
Er is dan zelfs sprake van een korte staking van een half uur als protest tegen de verhoging van de vleesprijzen, waartoe n.b. de vakbond [SzOT] opriep wat die vindt dat de regering constant de levensstandaard verlaagt door geïmproviseerde maatregelen, i.pl.v. algemene oplossingen voor de problemen te bedenken…
Maar volgens Zsolt Bajnok, de regeringswoordvoerder, is het allemaal een gevolg van de omvorming van de economische politiek want ”de regering laat verder de prijzen vrij en kan daarop dus geen controle uitoefenen” maar er volgen steeds opnieuw prijsverhogingen, ondanks protesten van de vakbonden, in verband met 'de vrije markt'! Ook vinden er demonstraties en korte stakingen plaats n.a.v. dreigende ontslagen en de sluiting van b.v. de kunstmestfabriek in Pét en binnen de vakbonden [SzOT] vinden voortdurend heftige discussies plaats over de regeringspolitiek, maar de premier geeft toch de SzOT mede de schuld van het jarenlange wanbeleid!
Toch zal er wel enige sociale onrust blijven, gezien het feit dat de regering immers geleidelijk áf wil van de enorme subsidies voor overheidsbedrijven: De bedrijven zullen zelfstandig moeten worden en zich via concurrentie op de vrije markt moeten uitbreiden en ontwikkelen! Vandaar dat er eind augustus sprake is van een demonstratie van 10.000 mijnwerkers in Pécs als protest tegen de a.s. sluiting van de uraniummijnen! De min.v. industrie Horváth wordt zelfs uitgejouwd want er zullen, naar men zegt, 30.000 mijnwerkers werkloos worden volgens een regeling die al 6 jaar geleden is toegezegd! Eenzelfde lot [sluiting] dreigt overigens voor vérreweg de meeste mijnen in Hongarije die immers onrendabel zijn en vaak al vele jaren weinig produceren!
Wel ontdekken westerse bedrijven nu geleidelijk Hongarije en doen er investeringen; intussen zijn er al ± 400 joint ventures met $ 400 mln kapitaal, waarvan de helft [West-] Duits-Hongaars en winsten van dergelijke bedrijven kunnen voortaan ook worden uitgevoerd! Per midden september kan men ook westerse deviezen, geld, enz. vrij in bezit hebben en/of dit geld in Hongarije op de bank zetten terwijl het geschatte particuliere vermogen in Hongarije nu $ 1 miljard zou bedragen. Een Amerikaanse bank gaat in september zelfs reischeques uitgeven in US $, £ en DM, aldus een akkoord met de Hongaarse Centrale Bank: men zal m.i.v. 18 september $ 200 miljoen aan cheques in deze valuta uitgeven.
Er lijkt nu ook een oplossing te komen voor de al jaren bestaande problemen bij het telefoonverkeer: in september wordt bekend gemaakt dat men op korte termijn een internationaal kapitaal van $ 6 tot 8 miljard nodig heeft voor de uitbreiding en vooral vernieuwing van het telefoonnet en telecommunicatie acht men dringend nodig! Bij de huidige vaak slechte lijnen zijn op korte termijn zelfs 2 miljoen nieuwe en veel betere aansluitingen zijn nodig en Hongarije komt ook op dit gebied vèr achterop! Toch zijn de vooruitzichten beter dan ooit want de hervormingsgezinde staten in Oost-Europa zullen nu financiële steun van West-Europa krijgen om strukturele veranderingen door te voeren zoals het moderniseren van de landbouw, industrie, handel en diensten, en voor de opleiding van managers en de milieubescherming. Deze landen krijgen ook voor het eerst krediet van de Monetaire Unie en de Europese Investeringsbank en ze hebben gemakkelijker toegang tot de Europese markt en de Europese Commissie wil Polen en Hongarije 1,4 miljard gld. hulp geven terwijl de Europese Investeringsbank EBI waarschijnlijk ruim $ 1 mrd beschikbaar zaal stellen.
Een waar sukses is de eerste MacDonald’s in de Régiposta utca in het centrum van Budapest, die in de zomer van 1989 is geopend. Het blijkt nu al één van de drukste filialen van het concern want dagelijks had men 7.500 klanten en dat aantal haalt vrijwel geen énkele andere zaak van de 11.000 in de wereld. Het ligt dus voor de hand dat men weldra plannen heeft om nóg vijf restaurants in Hongarije te openen!
Ondanks alle nieuwe mogelijkheden blijkt er evenwel weinig animo te bestaan om een stuk land te kopen en dat zelf te bewerken en de discussies over een andere, betere, agrarische politiek blijven. Wel organiseren nu allerlei groepen zelfstandige ondernemers, wijnbouwers, boeren, handelaren, industriëlen, enz. zelf hun in- en verkoop en research en ontwikkelen eigen initiatieven. Zelfstandige boeren bezitten in Hongarije nog slechts 5,5 % van de grond en ze produceren samen zelfs 36 % der agrarische produktie maar het gaat de boeren steeds slechter door geringe investeringen en lage prijzen! Wel wil men het zelfstandige boerenbedrijf stimuleren en b.v. mogelijkheden voor de pacht van grond versoepelen.... Ook de agrarische export is van groot belang: Hongarije exporteert p.j. voor $ 1,8 mrd. aan agrarische produkten waarvan 20 à 25 % naar de Bondsrepubliek Duitsland gaat.
Op cultureel terrein lijkt er echter wel sprake van een snelle “verwestering” van dit land: er komt een TV-programma van de Voice of America, de BBC, de Zwitserse en de Hongaarse omroep met discussies over Europa van 1939 tot 1989, waarin alle dramatische gebeurtenissen uit deze tijd aan de orde komen en er komen -na de slechte resultaten van de ‘communisten’ [socialisten] bij de lokale verkiezingen in de zomer- nota bene al berichten dat de regeringspartij een Brits reklamebureau in de arm zal nemen om bij de verkiezingen in 1990 betere resultaten te behalen want ‘het imago der socialisten kan nog wel wat worden opgepoetst’…
De hierboven al genoemde nieuwe onafhankelijke dagbladen "Reform" [380.000 ab.] en "Mai Nap" [80.000 ab.] zullen zelfs waarschijnlijk deels door het Brits/Australische concern van de mediamagnaat Rupert Murdoch worden opgekocht en eerder in 1989 kocht het Duitse mediaconglomeraat Springer als eerste sinds 1947 een minderheids-aandeel in een nieuwe Hongaarse krant, Reform ……… Eind september openen de anti-communistische zenders "Radio Free Europa" [* 1949] en "Radio Liberty" [* 1951] zelfs kantoren in Budapest want voor het eerst mogen deze door Amerika gefinancierde radiostations uit München, in Oost-Europa vrij opereren en zelfs in nauwe samenwerking met de Hongaarse radio! Eerder heeft men al permanente correspondenten in Budapest kunnen benoemen……… Toch is er op cultureel gebied volgens minister Ferenc Glatz sprake van een crisis want men heeft veel meer geld nodig, terwijl op sommige terreinen [burokratie, subsidies] nog sterk kan worden bezuinigd. Als de regering het onderwijs belangrijk vindt, zullen, aldus minister Glatz, de zeer lage lonen van leerkrachten ook omhoog moeten! Ook worden allerlei kranten en tijdschriften in hun bestaan bedreigd al is er nu sprake van grootscheepse hulp van West-Europese landen en van Amerika……
Intussen bestaan er ook al plannen om het onderwijs in één verplichte tweede taal voor vijf jaar te starten: Engels naast [het allang verplichte] Russisch, maar men concludeert n.b. dat Engels blijkbaar beter is voor slimme leerlingen. Proeven zijn er al genomen: je moet eerst een test afleggenen wie een vier of vijf [zeer goed] scoort leert Engels, wie lager scoort krijgt Russisch, maar helaas… omdat er voorlopig nog een groot gebrek is aan leraren Engels, zullen voorlopig sommige kinderen toch nog vooral Russisch moeten leren…
Internationaal maakt Hongarije echter vooral naam op het Internationale OHRA-Schaaktoernooi in Amsterdam waar de 13-jarige Hongaarse Judit Polgár een grote overwinning boekt en als eerste vrouw zelfs "grootmeester" wordt terwijl haar oudere zussen Zsuzsa [20] en Zsófia [16] ook al bekend staan als "schaakwonderen". De Hongaatse "Polgárs" zorgen aldus voor een revolutie in de schaakwereld", zegt men.
Op 14 september 1989 overlijdt de van afkomst Hongaarse pianist en componist Géza Frid [Máramarossziget, 25 januari 1904], een prominent en veelzijdig scheppend en uitvoerend kunstenaar die al zestig jaar in Nederland, in Amsterdam, woonde en een leerling van Bartók en Kodály is geweest.
Ook de Hongaarse kerken doen intussen mee aan het sterk verbreden van hun blik, en wel: naar het westen: Voor het eerst na vijftig jaar bezoekt bijvoorbeeld een Hongaarse gereformeerde [hervormde] bisschop, Elemér Kocsis, de Verenigde Staten, waar hij o.a. met Hongaarse gelovigen, [ooit kinderen van] emigranten, contacten heeft en ook hij klaagt over de zeer slechte situatie, met name voor de Hongaren en vooral hun kerken, in Roemenië.
Verder wordt het eens zo beroemde Fasor-gymnasium in Budapest [a/d Városligeti fasor, VII], dat verscheidene Nobelprijswinnaars opleverde, aan de Evangelisch-Lutherse kerk teruggegeven en hierbij is de cultuurhistoricus en minister van cultuur Ferenc Glatz [Debrecen, 2 april 1941] aanwezig en hij prijst de rol van de kerken in het land!
Wel geeft hij toe dat er véél meer geld voor onderwijs nodig is en dat het aanzien van leerkrachten moet worden hersteld en hij pleit voor open, demokratisch onderwijs, óók op de kerkelijke scholen.
Van groot belang is verder dat Hongarije -na Polen als 2e land in Oost-Europa- en het Vatikaan op 15 september aankondigen dat ze de diplomatieke betrekkingen zullen aangaan, d.w.z. na ruim 40 jaar zullen herstellen! De tijd van vervolging van en nadelen voor gelovigen is immers voorgoed voorbij! Het is op 15 september overigens al 25 jaar geleden dat Hongarije als eerste land in Oost-Europa een deelakkoord met het Vatikaan sloot en sindsdien ging het al veel beter. Vanaf toen verdween het wantrouwen geleidelijk en nu zijn de regering en de kerk het zelfs samen eens over een terugkeer naar de christelijke tradities in het vrije Europa, aldus Barna Sarkadi Nagy, voorzitter van het bureau voor kerkelijke zaken, op 19/20 november in Rome. Hij is zelfs niet afkerig van een mogelijk Concordaat en volgens hem staat premier Németh ook positief t.o. de kerken, en wil -behalve volledige godsdienstvrijheid- ook wel de teruggave van vml. kerkelijke eigendommen laten regelen. Hij prijst ook de rol van de kerken bij de opvang van duizenden vluchtelingen m.n. uit Roemenië.
Toch is de Rooms-katholieke kerk van Hongarije met haar op papier ruim 6 miljoen leden niet goed voorbereid op de snelle ontwikkelingen want er bestaat een catastrofaal priestertekort en over eigendommen en de eventuele teruggave is nog niets geregeld: b.v. ziekenhuizen, scholen, inrichtingen. Er is veel te weinig personeel want door de clerus worden geschoolde leken niet als volwaardig geaccepteerd! Men heeft een achterstand op de West-Europa en veel geestelijken weten b.v. weinig of niets van de moderne geest van het Tweede Vatikaanse Concilie van de jaren '60. ”De kerk is zeer zwak, verkeert in verval, de priesters zijn oud en een zelfonderzoek is nodig”, aldus de aartsabt van Pannonhalma en bisschop Cserháti verklaart dat twee generaties als verloren zijn te beschouwen. Er is dus veel meer godsdienstonderwijs nodig. Velen hebben zich immers laten corrumperen, zijn meegelopen, sloten compromissen met het regime, zo verwijt men nu deze en gene! Een voorbeeld is, dat vindt men nú, achteraf [!], de vorige kardinaal Lékai [1976/86] die overigens vele malen tegen de bekende theol. prof. dr. Tamás Nyíri zei: "Ik voel me in een web, ik moet onder druk werken"... Nyíri zélf wees in die jaren een hogere post af. Wel zal kardinaal Paskai de Verenigde Staten bezoeken en contacten opnemen met o.a. geëmigreerde Hongaarse katholieken en met Amerikaanse collega's.
Nauw verbonden met de aankondiging van het herstel der diplomatieke betrekkingen is uiteraard het feit dat de regering enkele dagen hierna laat weten dat József kardinaal Mindszenty, die in 1949 na een voor de hele westerse wereld zéér opzienbarend proces tot levenslange gevangenisstraf wegens “hoogverraad” werd veroordeeld, in werkelijkheid onschuldig was en men geeft wel toe dat hij tijdens zijn gevangenschap is blootgesteld aan psychische en lichamelijke martelingen! Kort na zijn vrijlating tijdens de Opstand in oktober 1956 moest hij, toen het land door de sovjets met geweld werd bezet, zoals bekend, vluchten naar de Amerikaanse legatie [ambassade] in Budapest en hij stierf in 1975 in Wenen en werd toen begraven in het eeuwenoude [ook Hongaarse] bedevaartsoord Mariazell! Mindszenty zélf had overigens al eens aangegeven dat hij pas in zijn vaderland Hongarije begraven [d.w.z. in de Basiliek van Esztergom bijgezet] wilde worden als de laatste Sovjettroepen van Hongaarse bodem zouden zijn verdwenen!....
Intussen zijn dit voor het “Oostblok” dan wel revolutionaire ontwikkelingen maar in Hongarije, waar bijvoorbeeld de pers al enige tijd volkomen vrij is, beleeft men dit toch iets anders: al veel langer geleden is hier immers een proces op gang gekomen van steeds meer demokratische strukturen en steeds duidelijker hervormingen in de richting van West-Europa. Zelfs worden in dit land al vrije verkiezingen gehouden die wijzen op een rustige maar principiële verandering! Verkiezingen op za. 14 september in Zalaegerszeg in het Zuidwesten leveren immers al voor de 4e keer een nederlaag voor de ‘communistische’ regeringspartij op: de kandidaat van het MDF, Gyula Marx, die ook de steun heeft van andere oppositiegroepen, krijgt hier 59,12 % van de stemmen en de ’officiële’ kandidaat István Győrffy, een prominente hervormingsgezinde ‘communist’, krijgt slechts 31,75 %.
De opkomst van de kiezers is zelfs hoger dan eerder [63 %] maar deze uitslag wordt vooral beschouwd als een teken dat de ‘hervormers’ binnen ‘de partij’ niet op al te veel steun van de kiezers kan rekenen! Kort hierna vormen zes parlementsleden [o.a. 3 pas gekozenen] zelfs een eigen fraktie, los van de éne parlementaire partij [de MSzMP] als "Kring van Hongaarse Demokraten", die met het MDF sympathiseert en ook ongeveer 70 onafhankelijke parlementsleden overwegen een fraktie te vormen!
De ‘hervormers’ onder leiding van o.a. Pozsgay en Németh hebben dus nog een zware taak voor de boeg: ze moeten al binnen drie weken de andere vleugels van ‘de partij’ en de vele weifelaars en onzekere leden weten te overtuigen van hun idealen, n.l. een definitief einde van de tot dan gevoerde politiek én daarna volgen zéker nog een aantal maanden vól onzekerheid en twijfel tot de verkiezingen waarin ‘het volk‘ moet worden overtuigd van het nut, van de voordelen, van en het vertrouwen in een geheel nieuwe, hervormingsgezinde partij! Deze partij kan nu wel wijzen op al haar serieuze pogingen om zich vrijwillig in een totaal nieuwe, moderne en demokratische jas te hullen, maar het moet nog blijken of een sceptisch, a-politiek en wantrouwig volk, temidden van kansen op werkloosheid en ál maar stijgende prijzen en onzekerheid alom tóch -voor het eerst in alle vrijheid- haar vertrouwen hieraan geeft…..
Op za. 2 september hebben premier Németh en Imre Pozsgay immers al openlijk afstand van de conservatieve vleugel van de partij genomen en ze pleiten eventueel voor een breuk: “Er is geen kans op een compromis tussen degenen die denken dat de aarde plat is en in het centrum van het heelal staat, en diegenen die zeggen dat ze rond is en om z’n eigen as wentelt en om de zon”, aldus Pozsgay op zo. 3 september tegen hervormingsgezinden en Németh roept conservatieven die zich toch niet met de veranderingen kunnen verenigen of die verantwoordelijk zijn voor fouten uit het verleden op om dan maar een eigen partij te beginnen, terwijl voorzitter Nyers, iets voorzichtiger, vooral oproept tot eenheid van de partij! Maar zoals iedereen weet zijn de leden van de partij het onderling allang niet meer eens: volgens sommigen zijn de meeste partijleden niet tegen hervormingen maar ze hebben er nog geen duidelijke mening over. Een deelnemer aan het overleg van hervormingsgezinden, Lajos Szabó, denkt dat de hervormers nu op 10 à 15 % van de 740.000 leden zouden kunnen rekenen. Veel hervormers maken zich ook zorgen over het slechte imago van de partij i.v.m. de komende verkiezingen want opiniepeilingen wijzen erop dat de partij het er niet zo goed zal afbrengen…[NRC/Hbl. 4 sept.]. De kans op een scheuring neemt dus toe want hervormingsgezinden zeggen b.v. openlijk dat “het communisme een doodlopende weg in de geschiedenis” is… [de Volkskrant, 5 sept. 1989]
Die kans op een scheuring lijkt inderdaad aanstaande als Imre Pozsgay, de meest populaire leider in de partij én degene van wie men vindt dat hij als een der weinigen voor het presidentschap in aanmerking komt, heeft intussen namelijk een "Beweging voor een Demokratisch Hongarije" [Demokrata Magyarországért Mozgalom] opgericht waarmee hij ook partijlozen wil aantrekken en hij vindt dat zijn beweging vóór pluralisme en markteconomie, enz., zelfs eigenlijk boven de partijen staat, hoewel sommigen in de partij hem dat uiteraard kwalijk nemen!....
Zelfs de geschorste ex-partijleden Mihály Bihari en Zoltán Király melden zich bij de DMM aan en Pozsgay wil ’de partij’ totaal van karakter doen veranderen óf een nieuwe partij stichten: steeds meer houdt men dus rekening met een splitsing van de partij. Eind september verklaart Pozsgay zelfs openlijk dat de "nieuwe orde zoals die na de Tweede Wereldoorlog in Europa ontstond, níet aan het doel van Hongarije beantwoordde" en hij dreigt ook: “Als er bij de RTC géén akkoord met de oppositie komt zal men in het parlement zelf wetsontwerpen indienen!” Het is dan ook niet verwwonderlijk dat velen vinden dat Pozsgay één der weinigen is die voldoende steun heeft om als president voor stabiliteit in de "overgangstijd" te zorgen en op 30 september stelt Pozsgay zich inderdaad officieel kandidaat als president.……
Intussen wordt men het ook geleidelijk, uiteraard na veel overleg, eens op de Ronde Tafelconferentie en op za/zo. 26 en 27 augustus wordt tussen ’de partij’ en de oppositiepartijen een akkoord gesloten over het kiesstelsel. Dat zal in veel opzichten aansluiten op het bestaande systeem van twee ronden en met [ruim 150] afgevaardigden van distrikten én ruim 150 evenredig van een algemene [nationale] lijst. Wel zullen uiteraard kandidaten voor het eerst in 1990 vrij en geheim worden gekozen. In de 1e ronde moet iemand > 50 % der stemmen in het distrikt behalen om gekozen te worden en als dat niet het geval is volgt een 2e ronde. Er komen verder een 70 afgevaardigden met de meeste reststemmen van de ’nationale lijst’, maar het blijft een ingewikkeld systeem!
Op 30 augustus komt de Nationale Ronde Tafel [Nemzeti Kerekasztal] opnieuw bijeen en beraadt zich over de invloed van de nog altijd regerende partij [MSZMP] in de bedrijven -via de vakbonden-, maar ook over de positie van de Arbeidersmilitie en over de nieuwe positie [bevoegdheden en wijze van verkiezing] van een president.
Opiniepeilingen wijzen intussen al uit dat ongeveer 80 % der bevolking vóór afschaffing der "Munkásőrség" [Arbeidersmilitie] is. Dit vormt dus een belangrijk strijdpunt want de in 1957 als een soort ”ijzeren vuist van de communistische partij” opgerichte gewapende Arbeidersmilitie moest namens de partij b.v fabrieken en kantoren bewaken. Veel leden voelen zich nu echter verraden en sommigen willen eventueel zelfs gewapenderhand de macht houden. Hoewel de Munkásőrség met haar 57.000 vrijwillige reservisten en 3.000 betaalde krachten zich nu vooral bezig houdt met burgerbescherming en het verlenen van hulp bij natuurrampen wordt de naam toch nog altijd geïdentificeerd met het sovjet-machinepistool dat prominent staat afgebeeld op haar embleem! Ook kunnen de milities door het ministerie van binnenlandse zaken op elk moment voor alles en nog wat worden ingezet als de partij daarmee akkoord gaat, maar sinds de partij zelf op 8 mei zei dat ze de militie wilde afstoten, zal het zéker allemaal anders worden en ook de leiding verklaart nu dat ze bezig is met een reorganisatie en dan o.a. alleen nog voor de regering wil werken!
Toch klinkt dit makkelijker dan het is want de leden van de militie hebben meer dan 30 jaar trouw moeten zweren aan de rode vlag van de Internationale Arbeidersklasse en moesten hun leven over hebben voor de instandhouding van de heerschappij der Arbeidersklasse…….
Na drie maanden van onderhandelingen wordt tenslotte op ma. 18 september 1989 tussen de regering en de oppositionele RTC een akkoord bereikt waarmee het einde van het 'partijregime' [az egypártrendszer, de éénpartijstaat] zeker is. Het communistische regime in Hongarije is hiermee -zonder bloedvergieten [!]- als een nachtkaars uitgegaan…… Nog in oktober 1989 zal de al 33 jaar regerende partij worden ontbonden en de 40 jaar bestaande volksrepubliek zal worden vervangen en hiermee wordt het jaar 1989 voor Hongarije van fundamentele betekenis... Na het bereiken van dit akkoord wordt vervolgens ook nog een belangrijk dokument ondertekend door alle ’partijen’, d.w.z. 1e. de regerende HSAP [MSZMP], 2e. de oppositiepartijen [Fidesz, FKgP [Onafh. Kleine Grondbezitters], KDNP [Chr.-demokratische Volkspartij], MDF [Hongaars Demokratisch Forum], SZDSZ [Alliantie van Vrije Demokraten], Sociaal-demokraten en Hongaarse Volkspartij] en 3e. een aantal massaorganisaties, zoals het Vaderlandse Volksfront [HNF], de Demokratische Jeugdbond, de Antifascistische Verzetsstrijders, de Vrouwenliga en de SZOT [Vakbondsfederatie] maar uit de gehele inhoud blijkt -uiteraard- dat het machtsmonopolie van de al vele jaren regerende ‘Hongaarse Socialistische Arbeiderspartij’ wordt afgebroken, dat de oppositiepartijen via vrije verkiezingen óók een kans krijgen en dat Hongarije via vreedzame onderhandelingen aldus een parlementaire en demokratische republiek, een vrij land, zal worden. Hiermee heeft het communistische regime voorgoed afgedaan en heeft de ‘westerse’ oriëntatie van het land gestalte gekregen!
Toch wordt het eerste akkoord niet door alle partijen ondertekend want Fidesz en SzDSz, de meest radikale en principiële anticommunistische partijen, de kleine sociaal-demokratische partij en enkele massaorganisaties zijn tègen en wachten af wat het parlement met de voorstellen gaat doen. Ze hebben overigens ook geen veto uitgesproken! De verschillende voorstellen zullen nu namelijk als wetsontwerp in het parlement aan de orde komen, zoals de kieswet, de aktiviteiten van politieke partijen in bedrijven, de rechtsstaat, presidentsverkiezing, een referendum, een informatiewet, de vorming van een Constitutioneel Hof, enz.
Hoofdpunt is nu dat de tegenstanders [zoals Fidesz en SzDSz] vrezen dat de populaire Pozsgay [als er éérst een president wordt gekozen!] een bevoorrechte positie zal krijgen en zíj willen dus in 1990 éérst vrije parlementsverkiezingen want ”dít parlement is níet vrij gekozen, dus kan niet beslissen!”………. Men is ook ontevreden over de rol van de 3e groep aan de ‘Ronde Tafel’, de maatschappelijke organisaties [vakbonden, jeugd, HNF, Münnich Ferenc Társaság!] die in de regel de MSZMP steunden en zolang er nog harde conservatieven in de partij zitten, vertrouwt men haar niet helemaal! Wel zal -zo blijkt- tenslotte de paramilitaire zgn. "Arbeidersmilitie" [gereduceerd] blijven, maar onder een andere naam en als a-politieke garde, voor iedereen open én in de strijdkrachten worden opgenomen. Na afsluiting der wetgevende arbeid zullen vervolgens parlements- en daarná presidentsverkiezingen plaatsvinden, zegt men maar later blijkt dat dit niet zeker is!....
In het algemeen geldt dat Hongarije hiermee wel het goede Poolse voorbeeld van een RTC heeft gevolgd maar dat tóch met name de positieve houding van Gorbačov als sovjetleider van beslissende betekenis is geweest.
Ook ligt Hongarije nu nog ingeklemd tussen o.a. het stalinistische Tsjechoslowakije en Roemenië maar… het bleek al eerder dat niet in Budapest maar wèl in Praag, Oost-Berlijn en Boekarest sinds enkele maanden de angst een buitengewoon belangrijke rol speelt!…..
Vermeld moet ook worden dat bij de onderhandelingen aan de "Nemzeti kerekasztal" [Nationale Ronde Tafel] voor het eerst dr. József Antall [* 8 april 1932] namens het MDF een belangrijke rol speelde. Hij is voor een brede, gematigde, centrumrechtse volkspartij zoals de CDU/CSU in Duitsland. Hij verwerpt het populisme van een aantal schrijvers, zoals Csurka, Csoóri en Csengey, enz. in het MDF, die een eigen, "nationale", 3e weg tussen westers kapitalisme en oosters collectivisme wensen te gaan maar ook een soort nationaal-christelijk conservatisme en populisme is voor de gematigde József Antall niet aan de orde.
Wel is het MDF intussen met ± 17.000 leden veruit de belangrijkste oppositiepartij en ze heeft vooral op het platteland veel aanhang; ze is als conservatieve partij wel bereid tot een coalitie met de nog regerende MSzMP en ze rekent erop dat de gereorganiseerde socialisten in 1990 nog ± 30 % der stemmen zullen halen, en acht het [dus] in het belang van het land dat er een soepele overgang komt. Samen met o.a. de historicus Géza Jeszenszky en enkele anderen wenst Antall de nadruk te leggen op een balanspolitiek, "de kalme kracht" [a nyugodt erő]. Hij wil vooral een krachtige, burgerlijke middenklasse in Hongarije scheppen en hij staat weldra bekend als rustig en gematigd, een bemiddelaar! Met de Christen-Demokraten en de Kleine Grondbezitters wil hij eventueel na de verkiezingen van 1990 een coalitie vormen. "In de zomer van 1989 geeft hij z'n bewijs van politieke bekwaamheid af", zo zegt men en hij is dus gematigd tegenover de nog regerende partij. De 57-jarige Antall, zoon van een vml. FKgP-minister in 1945, historicus, werd tijdens de Opstand in 1956 voorzitter van het Revolutionair Comité van scholen, is daarna gearresteerd en werd later archivaris, bibliothecaris, leraar [gymnasium] en in 1974 direkteur van het Semmelweis-museum in Budapest.
Van grote betekenis én opmerkelijk voor dit kleine land is verder dat het in 1985 via een eenheidslijst gekozen parlement dan tóch een voldoende kritische én vooruitziende geest heeft gehad om deze ‘kalme, rustige en door overleg tot stand gekomen revolutie’ op volkomen vreedzame wijze gestalte te geven en dat bovendien óók de regering en met name de premier in een moderne, demokratisch geest handelden…….Toch kwamen er o.a. in het parlement steeds meer vragen over manco's in de wetgeving, die de ontwikkelingen niet kan bijhouden: de wet op een gevangenisstraf van 15 jaar voor mensen van de oppositie bestaat b.v. nog altijd! Maar ook zeer vele regels op economisch gebied zijn totaal verouderd, veel is niet per wet geregeld en er bestaan in Hongarije -naar men zegt- 40 à 60.000 wetten en voorschriften waarvan er vele wèl worden gehandhaafd maar nooit meer toegepast! Een onafhankelijk forum van rechters hekelt deze manco's in de wetgeving want men weet immers niet meer waar men aan toe is en onduidelijkheid en onzekerheid zijn dus troef. De legitimiteit van personen en instellingen komt ook aan de orde en over van alles ontstaat een debat. Er heerst verdeeldheid alom, de koers van de regeringspartij is onzeker tot oktober en sommigen blijven dit experiment tóch nog altijd wantrouwen! In veel opzichten heerst kortom de chaos van de overgangstijd...Wel wordt een Raad voor Regelgeving ingesteld, en bepaalt dat er straks [1990] bepaalde zaken ongeldig kunnen worden maar een groot aantal wetten [die niet meer worden toegepast] wordt geschorst. Bovendien is er nog steeds geen definitieve beslissing genomen over de [volgorde van] presidents- en parlementsverkiezingen, en over [de noodzaak van] een nieuwe grondwet!......
Wel worden nu de termen politieke misdaden en overtredingen geschrapt en alle destijds van 1945 tot 1962 veroordeelden enz. zullen gerechtelijk en financieel worden gerehabiliteerd. Dit betreft zeker 100.000 personen, zoals bijvoorbeeld ± 55.000 destijds geïnterneerden en 43.000 destijds gedeporteerden! 17.000 van hen zouden nog leven, hoewel hun leven vaak volkomen is ontwricht! Maar velen zijn hierdoor definitief geknakt, geschonden voor het leven want gemiddeld zat men n.b. 27 maanden geïnterneerd! Ook aan 22.000 veroordeelden van na 1956 wordt een vergoeding toegezegd en de [valse] rechtsgang bij vele processen wordt nu formeel onderzocht.
De financiën en het bezit der partij [en van haar nevenorganisaties!] worden nog niet aangepakt maar de partij staat, aldus Imre Pozsgay, volgens het blad Magyar Nemzet als concessie de helft van haar vermogen, Ft. 2,1 mrd [bijna 80 miljoen gulden of $ 36 mln], af aan de regering en dat bedrag is te besteden aan de invoering van het meerpartijenstelsel, dus de andere partijen; de minister v. financiën Békesi zal hierover het parlement tot in details inlichten…. Pozsgay laat ook, zoals hij had beloofd op een bijeenkomst met de oppositie, weten dat de partij na de verkiezingen haar financiële zaken openbaar zal maken. Eerder in dit jaar, begin zomer, was de oppositie overigens nog verontwaardigd toen duidelijk werd dat de partij eigendomsrechten van 30 zomerverblijven en opleidings-instituten probeerde bij onlangs opgerichte ondernemingen onder te brengen, om zo het bezit aan immobilia, etc. kleiner te doen lijken dan het in werkelijkheid is. Voor de oppositie staat immers allang vast dat ’de partij’ zich in ruim 40 jaar veel bezittingen wederrechtelijk heeft toegeëigend en dat ze ‘dus’ wil voorkómen dat ze straks bezittingen moet teruggeven en dus daar nu al vast ”vrijwillig” mee begint!… Maar in juli verbood de rechter die transaktie. [Trouw, 8 sept.] en mede hieruit blijk dat Hongarije toch óók -vooral dankzij de al eerder genoemde minister van justitie Kálman Kulcsár, in principe een rechtsstaat is geworden!
Hiermee is het hoofddoel [óók volgens de tegenstanders van het akkoord] bereikt: de demokratische rechtsstaat en enkele dagen na 19 september liggen al enkele wetsontwerpen klaar bij het parlement……. Toch is de vreugde lang niet algemeen want er is na 1.000 uren onderhandelen en diskussiëren kon toch slechts een deel van de oppositiepartijen instemmen met het moeizaam in elkaar getimmerde compromis en vooral de meer radikale liberale partijen vinden dat de ”communistische partij” teveel macht houdt en die partij ”toonde zich op een aantal punten ook niet bereid tot een compromis om de eigen vechtende achterban niet tegen zich in het harnas te jagen”. Hongarije begint nu dus verdeeld en deels verbitterd aan een overgangsperiode die begin volgend jaar in echte vrije verkiezingen moet eindigen. Maar ook het zogenaamde oppositiefront begint scheuren te vertonen want de sociaal-liberale SZDSZ en de radikale jongeren van Fidesz vallen hun oppositiepartners openlijk en scherp af! De beide partijen zijn er zelfs van overtuigd dat het MDF al een deal heeft gesloten met ‘de communisten’ en straks met hen een coalitie zal vormen! De ‘partij’ kon zich immers geen algehele uitverkoop veroorloven, zo kort voor haar vervroegde congres waar de beslissing, ‘een laatste slag tussen hervormers en fundamentalisten’, zal vallen! Te veel toegeven aan de oppositie zou de kracht van de hervormingsgezinde partij-onderhandelaar Pozsgay ondermijnen en in kringen van de MSZMP wordt al gemord omdat Pozsgay een te hoge prijs voor het akkoord heeft betaald. [naar: Leeuwarder Courant, 21 sept. 1989].
Pas op 26 september komt het parlement na drie maanden weer bijeen en dan worden al onmiddellijk zes belangrijke wetsontwerpen, die op de RTC waren aanvaard, ingediend. Het parlement stemt dan met 336 stemmen vóór de vrije immigratie en emigratie en slechts in enkele bijzondere gevallen kan voortaan emigratie worden geweigerd [schulden, strafproces, staatsgeheimen] maar de overheid moet daarover altijd inlichtingen geven! Men besluit ook om enkele bepalingen van het Wetboek van Strafrecht aan te passen en alle stalinistische bepalingen worden vervolgens geschrapt omdat, aldus minister Kulcsár “de oude bepalingen maar één doel hadden: de handhaving van de bestaande situatie en het voorkómen van kritiek!” Dat is nu voorgoed voorbij.
Het nieuwe WvS geeft een verdachte en diens advokaat véél meer rechten dan tot heden en niemand kan nog vervolgd worden wegens politieke aktiviteiten of meningen. Voor landverraad, d.w.z. met geweld de orde willen omvèrwerpen of de territoriale integriteit en onafhankelijkheid -eventueel met hulp van het buitenland- schenden, enz., staat voortaan 15 jaar! Ook het ophitsen van nationaliteiten, rassen of volken wordt strafbaar. De rechten van Hongaarse staatsburgers zijn hiermee voortaan in overeenstemming met de UNO-Verklaring van de Rechten van de Mens uit 1948 en alle politieke aktiviteiten en pleidooien voor hervormingen zijn juridisch mogelijk, en de weg voor stromen van Westers kapitaal is vrijgemaakt!....
De bevoegdheden van de "Presidentiële Raad" [het collectieve ‘staatshoofd’] worden nu tijdelijk overgedragen aan de voorzitter van het parlement, Mátyás Szűrös, die eerder ook op “onpartijdige wijze” de nationale Ronde Tafel Conferentie voorzat [Frankf. Allgem. Ztg, 30 sept. 1989], en deze wordt hiermee president a.i. Hij kan hiermee de premier benoemen, het parlement ontbinden en is opperbevelhebber, enz. In allerlei opzichten richt het nieuwe Hongarije zich dus ook in dezen op het West-Europese voorbeeld!
In oktober komen verder wetten betr. kiesrecht, stakingen, politieke partijen, paspoorten en media aan de orde en "zoiets als een soort staatspartij is voortaan in Hongarije uitgesloten", aldus verklaart premier Németh. Hiemee is de tijd van de "éénpartijstaat" [pártállam] voorgoed voorbij. Németh wil m.a.w. duidelijkheid in de partij en de regering stelt zich hiervan onafhankelijk op, maar wenst uiteraard wèl brede parlementaire steun! Hij vraagt geen toestemming meer aan de partij maar komt voortaan zèlf met voorstellen in de richting van een volledige burgerlijke, parlementaire demokratie!.....
Voortaan is het parlement in Hongarije dus van véél grotere betekenis dan de verschillende politieke partijen en ook dit land kent in feite voortaan de parlementaire demokratie! Zelfs de ‘communistische partij’ [officieel: de Hongaarse Socialistische Arbeiderspartij] is van de macht onttroond en al enkele maanden bleken de sterke regering van premier Németh en ook het parlement véél machtiger dan die [onderling hopeloos in frakties verdeelde] partij! Duidelijk was bovendien al enige tijd te merken dat de regering [mèt de vele leden der partij!] los van de partij optrad en werkelijk gezag had en dat zelfs het niet vrij gekozen parlement zélf vele initiatieven nam en in feite ook geheel onafhankelijk van ‘de partij’ opereerde……
Alle affaires die zich verder binnen de nog altijd grote en zwaar verdeelde maar óók logge [!] MSZMP afspelen kan en moet men dan ook eigenlijk los zien van het handelen van de Hongaarse regering, al ligt dat niet altijd voor de hand! In theorie is die partij één van vele geworden en de resultaten van een aantal opiniepeilingen over de politieke voorkeur laten dan ook zien dat ‘de bevolking’ als geheel dat zo aanvoelt! Regering en parlement hielden dan ook al vele maanden rekening met de publieke opinie terwijl ‘de partij’ nu eenmaal van binnenuit zwaar verdeeld was en vele leden, voor wie uiteraard duidelijk was dat het lidmaatschap nooit meer enig voordeel zou opleveren [!], lusteloos, verward, onzeker, twijfelend en hopeloos waren en bleven! …… Zelfs in het parlement blijkt steeds dat de orthodoxe of "proletarische", dogmatische, marxistische, vleugel in de partij [die intern óók verdeeld is!] niet met eigen voorstellen komt en nauwelijks of geen georganiseerde aanhang heeft!....
Merkwaardig is overigens dat de alom bekende hervormer Imre Pozsgay al op 7 september in zijn eigen distrikt Hajdú-Bihar [Debrecen] niet wordt gekozen tot afgevaardigde voor het partijcongres op 6 oktober. Hij kreeg n.l. 60 % van de stemmen in plaats van de nodige 70 %! N.b. 27 van de 34 kandidaten [mensen uit deze stad] zijn wèl gekozen en men vermoedt onregelmatigheden, "malversaties van conservatieven" of ‘stuntelig gedoe’ van het partijapparaat. Hoe het zij: Pozsgay kan tenslotte wèl komen omdat een kandidaat uit Kecskemét zich terugtrok.
Intussen doen zich, in verband met het komende, beslissende, partijcongres der MSZMP, allerlei onzekerheden en diskussies voor en er komen allerlei voorstellen, maar in het algemeen denkt men toch wel dat er waarschijnlijk drie grote machtsblokken zullen strijden om de macht, d.w.z. de hervormers, de centristen en de conservatieven.
Radikale hervormers in de partij willen bijvoorbeeld de marxistisch-leninistische principes op het a.s. congres wijzigen [= afschaffen] en slechts algemene linkse, socialistische en demokratische principes naar westers model opstellen, aldus o.a. József Varga, die ook vindt dat de partij dan -uiteraard- niet meer communistisch mag heten en voortaan moet openstaan voor nieuwe ideëen, zelfs radikaal-burgerlijke………
Op 2/3 september vond er trouwens al een Landelijk congres plaats van "hervormingskringen", die pressie op de partij willen uitoefenen om voorgoed te breken met de dogmatici, de conservatieven, terwijl b.v. het [dogmatische] Ferenc Münnich-genootschap [dat alleen al door de naam van een niets ontziende fanaticus zéér verdacht is!], waarvoor nu ook Grósz sympathie lijkt te hebben, zelfs een nieuwe partij waarschijnlijk lijkt. Men verzet zich tegen "maatregelen die over de hoofden van het volk heengaan" en de nu wat sceptisch en berustend lijkende Grósz verklaart dat hij "niet tot een bepaalde groep behoort, hoogstens tot een centrumgroep".
Hervormers willen echter de conservatieven eruit gooien en eventueel een scheiding aanvaarden. Steeds scherper zijn intussen de discussies binnen de partij over het programma en de statuten voor het komende congres geworden en intussen komt het CC der partij bijeen en diskussieert, naar men zegt stormachtig, over het verloop van de Ronde Tafel en over het congres in oktober a.s. en ….de meerderheid is n.b. vóór behoud van de mogelijkheid van de partij om in bedrijven aktie te voeren. Vanwege de scherpe verdeeldheid binnen de partij loopt de sympathie voor ‘de partij’ echter terug al heeft ze dan nog 730.000 leden! De klachten van met name conservatieve dogmatici lijken zich vooral toe te spitsen op ’het feit’ dat "de arbeiders worden vergeten" want bijvoorbeeld 80 % der gekozen gedelegeerden voor het congres in oktober heeft een hogere opleiding!..... Deze mensen zien dus al aankomen dat de “Arbeidersklasse” [a munkásosztály] nèt als vroeger straks opnieuw wordt vergeten…..
De bekende poster van het MDF. Het einde van de [sovjet-] kameraden!
Maar daartegenover staan anderen: Op 3 september roept de gematigde en voorzichtige Rezső Nyers op een congres van 600 gedelegeerden der partij vooral op tot eenheid: Hongarije moet een modern Europees land worden, en Pozsgay verklaart nu zelf: "Ik ben geen communist" [wat iedereen wel wist] en hij pleit ook uiteraard vóór een nieuwe hervormingsgezinde, sociaal-demokratische partij, en heeft scherpe kritiek op conservatieven: "Er is geen kans op een compromis tussen degenen die denken dat de aarde plat is en in het middelpunt van het heelal staat en degenen die zeggen dat ze rond is en om haar eigen as en om de zon draait".... Herhaaldelijk roepen nu hervormers op tot éénheid der partij óf tot het verlaten van de partij door conservatieven “als ze het oneens blijven met de hervormingskoers van de leiding”….
En intussen vinden de voorbereidingen voor het a.s. partijcongres plaats: er zullen namens de 730.000 leden 1274 afgevaardigden worden gekozen, voor 4/5 deel nieuw. Allerlei lokale vergaderingen worden gehouden, waarop voorstellen en resoluties worden aangenomen en uitgesproken voorstanders van radikale hervormingen zoals Pozsgay spreken zich bij voorbaat al duidelijk uit: géén bolsjewistische, communistische basis meer, geen zgn. demokratisch centralisme meer, maar sociaal-demokratische, West-Europese voorbeelden! Het lijkt er bovendien op dat de hervormers, die maatschappelijk een heel kleine basis hebben, de massamedia in handen hebben terwijl de andere facties [die vaak nog de basis, het apparaat, in steden en provincies beheersen] absoluut geen cultuur van public relations kennen en ‘helemaal niet weten hoe ze moeten glimlachen op tv’, aldus de slaviste dr. Ágnes Gereben. [de Volkskrant, 29 september 1989].
De strijd om de macht in de partij is intussen in volle gang; ook een groep die de politiek van Kádár wil voortzetten wordt opgericht, en noemt de hervormers al "de liquidatoren van het socialisme". Anderen vinden daarentegen dat de partij alleen toekomst heeft als ze volledig van haar verleden afstand neemt en zich compleet omvormt tot een demokratische partij! De énige zekerheid lijkt nu echter al dat de partij de komende verkiezingen niet zal winnen! Maar velen achten b.v. een regering zonder "communisten" in Hongarije 'binnen het Warschaupakt" ondenkbaar, en geloven dat een overgangsperiode het beste is……. Ook komt het CC van de partij op 11/12 september weer bijeen in gesloten vergadering voor overleg over de economie en het a.s. congres maar alles wijst erop dat men het onderling niet eens is! Toch is de totale verdeeldheid in de partij niet te merken in de regering en in het parlement waar conservatieve dogmatici geen invloed hebben, maar wèl in het kader, in de provincie, in het apparaat……..
‘Hervormers’ laten dus het meest van zich horen en ook premier Németh vindt [3 sept.] dat conservatieven, die zich niet met de hervormingen kunnen verenigen, dan maar een eigen partij moeten stichten. “Bij de verkiezingen volgend jaar zal dan wel blijken aan welke partijen de kiezers de voorkeur geven”, aldus Németh en Nyers is het geheel met hem eens. Ze vinden dat de bestaande partij zich moet omvormen tot een demokratisch-socialistische partij. Met die omvorming is de partij trouwens allang bezig en op 4 september verklaart ze b.v. dat “de religiositeit een verschijnsel is dat zich in de maatschappelijke werkelijkheid altijd zal manifesteren”. Wel wil ze het marxisme verder creatief ontwikkelen maar ze wil óók verdraagzaam zijn t.o. allen die een andere wereldbeschouwing aanhangen. Kerkgang is voor partijleden dus vrij en iedere ouder heeft het recht vrij te beslissen over de opvoeding van de kinderen en ongeveer tegelijk opent minister van cultuur Ferenc Glatz een nieuwe evangelisch-lutherse lagere school in Budapest en zegt hierbij dat er geen plaats meer mag zijn voor marxistische propaganda. In totaal zijn er nu 8 r.k. .1 geref. en 1 joodse lagere school in Hongarije, maar dat lijkt [is] nog slechts een begin….
Duidelijk is dus dat de regerende partij blijkbaar hopeloos is gespleten en globaal bestaat uit sociaal-demokraten [vóór een vrije markt èn demokratie] en daarnaast verschillende soorten dogmatische conservatieven, die vooral "het socialisme", de verworvenheden ervan en de volksdemokratie willen handhaven, en intussen wordt de naam voor de nieuwe "Hongaarse Socialistische Partij" al genoemd en vele duizenden leden zijn eruit getreden. Volgens sommige opiniepeilingen zou de [socialistische] partij 26 % der stemmen krijgen, het Hongaarse Demokratische Forum 10 % en alle andere partijen veel minder; er zouden ongeveer acht partijen zetels kunnen behalen.
Maar ook op het terrein van de buitenlandse politiek is allang een kader geschapen voor goede betrekkingen met de westerse wereld en in verband hiermee bezoekt een Hongaarse parlementaire delegatie o.l.v. Mátyás Szűrös, eerder voorzitter van de RTC, en bekend als gematigde funktionaris van de partij en voorzitter van het parlement, in de 3e week van september de Verenigde Staten en wordt hier ontvangen door president Bush. Ook met Amerikaanse politici en met de secr.-gen der UNO wordt overlegd en Szűrös deelt mee dat zijn land geleidelijk, tegen het jaar 2000, neutraal wil zijn. Hij komt voor het eerst in een interview met de Washington Post met het voorstel om uit het Warschaupakt te treden ofwel: “de voorwaarden te scheppen waaronder het land kan overgaan tot een neutrale status” en hij denkt dat dit proces zich wel kan afspelen in een sfeer van vertrouwen tussen de Sovjet-Unie en Hongarije! Maar samen met János Márton, lid van de Volkspartij, heeft Szűrös ook wèl kritiek op de afwachtende houding van de regering-Bush tegenover de ontwikkelingen in Oost-Europa en Márton herinnert er nog even aan dat Bush tijdens zijn recente bezoek aan Budapest de Hongaarse leiders had aangeraden “niet overhaast te werk te gaan”. [Leeuwarder Courant, 20 sept. 1989]…..
Szürös zou ook graag zien dat de NATO een politiek blok i.pl.v. een militair blok wordt en volgens hem vindt Rusland het proces in Hongarije goed. Wel wordt dit proces steeds meer onafhankelijk van Moskou en is onomkeerbaar! Ook voorspelt Szűrös al dat Tsjechoslowakije en de DDR dezelfde kant als Hongarije zullen opgaan, maar het Roemenië van Ceauşescu, “een tamelijk duistere, nepotistische diktatuur”, zal dat waarschijnlijk blijven weigeren…
Begin september wordt door Hongarije zelfs voorgesteld om met de beide niet-Warschaupakt [neutrale] buurlanden, Oostenrijk en Joegoslavië, een economische vrijhandelszone van 50 km breedte èn een gedemilitariseerde veiligheidszone van 100 km breedte aan de gemeenschappelijke grenzen te vormen en men roept deze buurlanden op dit initiatief te steunen omdat de betrekkingen snel veel beter zijn geworden. Bovendien wil Hongarije ook verdere drastische bezuinigingen op defensie: het budget kan 12 % omlaag en 1/3 van het leger kan verdwijnen, de wapenproduktie en -export zal in drie jaar 30 tot 40 % minder worden en men wil een modern en efficiënt, klein leger. De militaire dienstplicht wordt verminderd van 18 tot 12 maanden. De export naar de Sovjet-Unie zal in 1990 al 45 % lager zijn en bovendien wil men de énige uraniummijn sluiten omdat die volgens experts zwaar op subsidies draait en dat heeft te maken met de export van uranium naar de Sovjet-Unie tegen een veel te lage, kunstmatige wisselkoers.
De beide Huizen van het Amerikaanse Congres beloofden op voorstel van de Demokraten overigens al veel meer steun aan Polen en Hongarije te geven dan Bush had toegezegd, n.l. in 3 jaar $ 1,2 miljard, dat is bijna tien maal het bedrag dat Bush had genoemd! Het bedrag is vooral bedoeld voor het opzetten van particuliere ondernemingen. Ook de EG steunt van harte de hervormingen in Oost-Europa, aldus Jacques Delors, voorzitter der Europese Commissie, en deze stelt eind september voor om Polen en Hongarije een bedrag à 1,4 miljard gld te geven. De EG-ministers v.buitenl.z. gaan bovendien akkoord met 300 mln ecu [700 miljoen gld] en dat is nog maar een begin. Men is het erover eens dat het proces van politieke en economische hervormingen in Polen en Hongarije ‘aanzienlijke vooruitgang heeft geboekt’ maar ”het is breekbaar en kan door economische problemen negatief worden beïnvloed”. Ook moeten Polen en Hongarije kunnen profiteren van leningen van de Europese Investeringsbank EBI. Ook over investeringen enz. wordt overlegd en Hongarije zal van de Bondsrepubliek Duitsland DM 900 mln krijgen. Het blijkt immers al jaren dat men met dit land meer dan ooit zeer nauwe en intensieve betrekkingen wenst te onderhouden en in september richt het Duitse bedrijf "Telefunken" samen met drie Hongaarse bedrijven een joint venture op. Talloze bezoeken over en weer vinden plaats en in veel opzichten wil Duitsland Hongarije [en Polen] helpen, d.m.v. uitwisselingen, voorlichting, conferenties, opleidingen, enz. pres. Bush is bereid verregaande economische en handelsvoordelen aan Hongarije te verschaffen, zo blijkt tijdens het bezoek van een Amerikaanse delegatie aan Budapest op 19 september. Als de Hongaarse regering de vrijheid van emigratie regelt krijgt het land, aldus de Amerikanen, de MFN-status, de belangrijkste faciliteit die de US verlenen aan andere landen inz. de handel. De president zal ook de investeringen van Amerikanen in Hongarije bevorderen en Amerika zal 30 % meer staal uit dit land invoeren.
Nu worden ook, op 18 september, na 22 jaar officieel de diplomatieke betrekkingen met Israël hersteld maar op de voorwaarde die Israël hiervoor had gesteld ging men niet in want zowel de Hongaarse Joodse organisaties zelf als de Hongaarse regering weigeren om de ± 80.000 Joden in Hongarije als aparte nationaliteit te erkennen! Wèl erkent Hongarije mede schuld aan de Holocaust [1944/45] en wil eventueel ook doorreis verlenen aan Joden uit de Sovjet-Unie. De diplomatieke betrekkingen zijn overigens niet alleen van belang voor handel, cultuur, toerisme en technische samenwerking, maar óók voor de ± 250 à 300.000 van origine Hongaarse Joden in Israël. Verder wordt in Budapest een kantoor van het "Joodse Distributie Centrum" gevestigd, het eerste in Oost-Europa sinds 1953 en men verwacht een toeneming van het Joodse culturele, religieuze en sociale werk in Hongarije. Het JDC kan voortaan mede financieren en allerlei hulp bieden.
In schrille tegenstelling tot de steeds verder groeiende en bloeiende betrekkingen met de westerse wereld neemt de binding van Polen en Hongarije aan de wereld van het Oostblok snel af en van het vooruitzicht op énige positieve ontwikkeling van zowel het "Warschaupakt" als het "Oostblok" is in feite absoluut geen sprake! Men beseft vooral in beide genoemde landen dat de ”40 jaar socialisme" in de ogen van de betreffende mensen niets positiefs of nuttigs heeft opgeleverd en zelfs de Sovjet-Unie trekt duidelijk haar handen van de kleinere Oost-Europese landen af en heeft bovendien geen visie op de aard van toekomstige betrekkingen met deze landen!!
In Moskou ontkent men, op 24 september, overigens dat er een complot bestond van de Sovjet-Unie en Hongarije om de grenzen van Hongarije voor DDR-burgers open te stellen, zoals de Hongaarse ondermin.v.buit.z. Ferenc Somogyi dat al eerder, op 11 september, ontkende. Bovendien beschouwt minister Horn de suggestie van Oost-Berlijn als zou Hongarije zich hebben laten betalen door Bonn als "te laag voor commentaar". "Die verwijten zijn onaanvaardbaar en beledigend voor ons, deste meer om dat de DDR zich zelf al jarenlang laat betalen door Bonn voor de uitreis van burgers", aldus Horn.
Eind september 1989 vindt er in Oost-Berlijn nog wel een ideologisch beraad plaats van de Oost-Europese communistische partijen maar die zijn het absoluut onderling niet meer eens. De oude retoriek deugt niet meer, het ideologische cement is weg, het marxisme-leninisme en de leidende rol der partij en andere dogmatiek zijn in Hongarije en Polen b.v. al verdwenen en Hongarije tekent dus een oproep tot ”een harde strijd tegen het anti-communisme” niet. Op een bijeenkomst in Varna, Bulgarije, wordt vervolgens de buitenlandse politiek van het 'Oostblok' besproken, en hier wenst Hongarije vóór alles uitdrukkelijk een officiële verklaring dat ingrijpen door anderen in een land ónmogelijk is. Polen, Hongarije en de Sovjet-Unie zijn het hierover min of meer eens.
Álle Hongaarse politieke partijen wensten overigens een onafhankelijke, soevereine buitenlandse politiek en op termijn neutraliteit maar intussen beschuldigen de media in de DDR en Tsjechoslowakije nog steeds Hongarije van contractbreuk en verraad en de Tsjechoslowaakse pers vindt dat het Hongaarse parlement zich in de binnenlandse aangelegenheden van de ČSSR mengt omdat het -op initiatief van gen. b.d. János Sebők- op 28 september nog eens excuses aanbiedt voor de inmenging in augustus 1968 en Budapest veroordeelt hiermee de interventie van het Warschaupakt in de ČSSR! In Hongarije is de hele zaak immers allang ontmaskerd als vuile propaganda van Brezjnev, enz. De Hongaarse partij keurt ook alle stappen van Roemenië [al vanaf juli en augustus] af om [gewapende] interventie in Polen en Hongarije te plegen en zelfs in Moskou heeft Gorbatsjov zich al eerder gedistantieerd van de Brezjnev-doktrine…….
De betrekkingen met de dogmatische buurlanden [bondgenoten] die wensen vast te houden aan de starre communistische principes, zoals Roemenië, de ČSSR en de DDR blijven dus bijzonder slecht, vooral nu Roemenië [Ceausescu] inderdaad blijkt te werken aan een geheim soort verbond om in Polen en Hongarije tussen beide te komen om hier "het socialisme te redden" en de hervormingen tegen te houden. Op 2 oktober deelt Géza Kótai, de secretaris van het CC der Hongaarse partij voor buitenlandse betrekkingen [1985-’89], n.l. mee dat Roemenië al eerder aan het Warschaupakt heeft voorgesteld om in Polen in te grijpen vóór er een regering van de machtige oppositie van Solidariteit [Solidarność] kon worden gevormd en hij bevestigt daarmee berichten van een belangrijk Pools dagblad….
Het Warschaupakt blijkt de facto dus niet meer te bestaan want de partners wantrouwen elkaar slechts diep en zijn het nergens meer over eens! Ook in Praag ziet men met lede ogen de ontwikkelingen in beide buurlanden aan en waarschuwt voor de les die hieruit kan worden getrokken: "We moeten het socialisme versterken.... De ČSSR kan niet onverschillig blijven toezien hoe het socialistische systeem in bevriende landen [Polen en Hongarije] wordt ondermijnd. We letten daarom goed op en trekken onze lessen”, aldus Miloš Jakeš, secr.-gen. der KSČ nog op 11 oktober 1989. "Wij zullen onze eigen positie niet opgeven aan antisocialistische krachten of toestaan dat de partij ook maar iets van haar invloed verliest", aldus de Tsjechoslowaakse partijleider.......
Het totale maar geleidelijke ontbindingsproces van het "Oostblok" voltrekt zich in feite allang maar in september 1989 lijkt het toch wel definitief, onomkeerbaar en duidelijk zichtbaar: Hongarije en Polen willen immers slechts een onafhankelijke, soevereine, buitenlandse politiek en het vertrek der Sovjet-troepen en omdat er vanuit Moskou slechts een knipoog naar Budapest en Warschau komt kunnen deze beide landen hun politiek die eigenlijk is gericht op de ontbinding van ‘het communisme’ handhaven en daarmee komt een einde aan een tijdperk van 40 jaar.
De vraag of men staatsburgers van andere Oost-Europese landen eventueel moet uitleveren als gevolg van de oude onderlinge akkoorden komt dan dus óók aan de orde maar de drie hervormingsgezinde landen wijzigden zoals bekend hun opvattingen al eerder, terwijl de DDR en Roemenië hier fel op tègen zijn en men in Praag en in Sofia erover zwijgt! Een beetje komisch is zelfs dat Hongarije opnieuw een akkoord met de DDR opzegt en de 600 nog overgebleven Oost-Duitse auto’s in het land aan de vml. eigenaars zal overlaten en dat de [West-Duitse] ADAC ze zal ophalen! 200 auto's waren intussen al teruggestuurd……..
Met beide buurlanden Roemenië en Tsjechoslowakije nemen de problemen echter toe o.a. omdat in Roemenië de Hongaarse schrijver András Sütő als uitgever van een tijdschrift wordt ontslagen en de al zwaar bewaakte Hongaars-Roemeense hervormde predikant ds. László Tőkés [Kolozsvár, Cluj, 1 april 1952] in Timişoara [Temesvár] op 3 oktober uit z'n huis wordt gezet en daarmee tot zwijgen wordt gebracht. In juli werd hij al verbannen naar een dorp op het platteland, Mineu, en ook zijn bisschop Papp werkt trouw aan het communistische beleid mee! Hij geldt dan ook als een zwak, gehoorzaam en gewillig kerkleider die Ceauşescu steunt: een delegatie van de kerk van Timisoara, die eerder bij bisschop Papp pleitte voor Tőkés, had immers geen enkel sukses, integendeel! De leider der delegatie, Ernő Ujvárossy, is zelfs op 16 september dood [vermoord] in een bos bij Timisoara gevonden, nadat hij vier dagen was vermist... Al enige tijd wordt ds. Tőkés door de Securitate zwaar bewaakt, sinds zijn protest tegen o.a. de behandeling van de Hongaarse minderheid en de zware onderdrukking in Roemenië via de Hongaarse TV in de publiciteit kwam en al sinds 1984 wordt hij in de gaten gehouden en vervolgd door de Securitate, maar ook zijn vader, ooit docent aan de Protestantse theologische Academie in Cluj [Kolozsvár], is destijds al ontslagen n.a.v. protesten. Tőkés wordt nu door z'n bisschop aangeklaagd, en op 4 oktober ontslagen. Hij viel de kerkleiding namelijk scherp aan omdat ze als "verlengstuk van het regime van Ceauşescu" moet worden beschouwd!”…. De moedige László Tőkés wijst dit besluit van begin oktober echter af en… hij wordt door veel gemeenteleden gesteund en beschermd!
Maar ook in Hongarije zelf zit men niet stil en alle nieuws uit Roemenië trekt bijzonder veel aandacht, uiteraard omdat in dit buurland vele honderduizenden Hongaren [met wie men zich ondanks alles nauw verbonden voelt!] wonen terwijl het stalinistische regime van Ceauşescu in Boekarest nu juist al vele jaren een zéér anti-Hongaars beleid voert! De diepe, fundamentele, tegenstellingen tussen beide landen en de gevolgen daarvan blijven dan ook alom, óók internationaal, de aandacht trekken! En die tegenstellingen worden steeds groter: op 4 oktober tekent de Hongaarse staatssecr. v.buitenl. zaken Zoltán Gál in Genève bijvoorbeeld twee verdragen die massale hulp aan vluchtelingen in Hongarije mogelijk maken en nu kan de UNO een kantoor voor vluchtelingen in Budapest oprichten, het eerste "als bruggehoofd" in Oost-Europa! Ook schenkt men $ 5 miljoen voor hulp aan met name de intussen 21.000 vluchtelingen uit Roemenië.
Maar intussen gaat een gepland bezoek aan Hongarije van generaal Ilie Ceauşescu, ondermin.v.defensie en broer van de president, ineens niet door terwijl een echte reden hiervoor in Boekarest niet wordt gegeven! In Budapest vermoedt men echter dat de zeer slechte verhoudingen de oorzaak zijn… Ook wordt voor het eerst op 6 oktober, de herdenkingsdag van de "Martelaren van Arad", de 13 Hongaarse generaals die na de Hongaarse nederlaag bij Világos op bevel van de Oostenrijkse generaal Haynau in Arad [nu Roemenië] werden geëxecuteerd, géén Hongaarse delegatie toegelaten! …….
Maar ook het conflict met de ČSSR betr. de Donaustuwdammen bij Gabčíkovo [Bős] en Nagymaros wordt ernstiger [hoewel niet te vergelijken met Roemenië], want de ČSSR wil de Donau verleggen via een kanaal en gaat met de bouw gewoon door en intussen verwijt men Hongarije vooral het Verdrag van 1977 te hebben verbroken.
Het spreekt dan ook vanzelf dat de minister van buitenlandse zaken, Gyula Horn, die eind september de Algemene Vergadering van de UNO in New York bijwoont, in een rede pleit voor het recht van z'n land op een eigen, soevereine buitenlandse politiek. De mensenrechten, zoals die door de UNO allang zijn vastgelegd, worden hierbij, aldus Horn, primair geacht en worden door Hongarije op internationaal terrein steeds aan de orde gesteld en Hongarije benadrukt hierbij vooral de rechten van nationale minderheden, op basis van allang bestaande UNO-verdragen……Eind september vindt ook voor het eerst een vergadering van de Raad van Europa plaats met waarnemers uit Polen, Hongarije, Joegoslavië en de Sovjet-Unie!
Intussen wil de oppositie de 23e oktober [de dag waarop in 1956 de Opstand begon] niet als "dag van verzoening", maar voortaan als een Nationale Feestdag en vrije dag vieren en ze spreekt ook al enkele maanden openlijk over "de 40 jaren communisme die het land in een crisis deden belanden". Ook het "Comité voor Historische Gerechtigheid" [Történelmi Igazságtétel Bizottsága] wil de 23e oktober voortaan als nationale feestdag laten vieren, en wil zonder meer de rehabilitatie van álle slachtoffers van de stalinistische periode [1944 tot 1962], veroordeelden, vervolgden, gevangenen, enz. en van alle deelnemers van de Opstand van 1956!
Een onafhankelijke commissie moet de zaken onderzoeken en eventueel zal men ook eventueel financiële compensatie moeten geven. Kort hierna besluit de regering inderdaad al om voortaan 23 oktober als "Nationale Feestdag" te vieren, als herinnering aan de heldhaftige ’Hongaarse Opstand’ van 1956.
Destijds vielen er namelijk vanaf 23 oktober 1956 25.000 doden en na 4 november gingen nota bene 200.000 Hongaren op de vlucht voor het bloedige optreden der Sovjetbezetters! Dit besluit betekent een belangrijke concessie aan de oppositie die in de 23e oktober nu eenmaal géén "Dag van nationale verzoening" kan zien, want "Deze dag is van ons, ze behoort aan de natie die in opstand kwam tegen de tirannie!", aldus de voorzitter van het "Comité 23 oktober" van twintig oppositiegroepen, Vilmos Bereczky.
Een logisch gevolg van dit alles is dat vanaf eind september 1989 overal in het land communistische symbolen, rode sterren, leuzen, enz. enz. van vooral openbare gebouwen en fabrieken worden weggehaald en de kolossale rode ster op het parlementsgebouw wordt gedoofd. Hij zal later worden verwijderd.
Verder vinden er allerlei vreedzame demonstraties plaats, met name van de groeiende liberale oppositie [van vooral SZDSZ en Fidesz] vóór het opheffen van de al eerder genoemde "Munkásőrség" [Arbeidersmilitie] en bovendien staakt de regerende MSZMP op 1 oktober na 45 jaar in elk geval formeel alle bemoeienis met het zeer belangrijke Ministerie van Binnenlandse Zaken en daarmee ook met de politie en de veiligheidsdiensten! …
|