< Terug

15. Hongarije tijdens de Opstand van 23 oktober tot 4 november 1956

15.9  De negende dag van de revolutie, woensdag 31 oktober 1956.

Totaal buiten de Hongaren om is aldus in de nacht van 30 op 31 oktober in Moskou, op de zitting van het CC der CPSU, het noodlottige besluit gevallen om militair in Hongarije in te grijpen en daarmee is de weg vrij voor de Operatie Wervelwind. Juist op deze dag, 31 oktober, besluit het sovjetpresidium in de vroege ochtenduren [eigenlijk in de nacht] unaniem om de Hongaarse revolutie - in scherp contrast tot de geest van precies 24 uren eerder- door middel van wapengeweld tot een einde te brengen. Chroesjtsjov, die -volgens z’n zoon, vele jaren later- door de sterk opgelopen spanningen teruggetrokken, geagiteerd en prikkelbaar was, nog steeds werd gekweld door grote twijfel en steeds meer verontrust was over de situatie in Budapest, waarvandaan ambassadeur Andropov elke dag foto’s van gewapende mensen en ander geweld stuurde, kon die nacht n.l. toch niet rustig slapen.
Hij bedenkt zich dan en neemt definitief het besluit om tòch met militair geweld een einde te maken aan de Hongaarse opstand! In deze nacht, waarin, volgens zijn herinnering, het Hongaarse probleem zich ”als een spijker in z´n hoofd boort”, komt hij -eindelijk- tot de slotsom dat hij de Hongaren, in plaats van z´n troepen uit hun land terug te trekken, een les wil en moet leren…… En die eigenzinnige Hongaren hebben blijkbaar een veel hardere les nodig dan de Polen. N.b. op 19 oktober had Chroesjtsjov, toen hij in Warschau persoonlijk orde op zaken ging stellen, tegen de Poolse leiders o.a. gezegd: “Wij Russen hebben ons bloed vergoten om dit land te bevrijden. En nu willen jullie het uitleveren aan de Amerikanen”. Dat klonk al dreigend, maar nu in Hongarije, is het anders, nog veel erger.
Chroesjtsjov heeft immers van Mikojan en Suslov gehoord dat de situatie in Hongarije in feite inderdaad al veel erger is: communisten worden op straat in koelen bloede vermoord, gelyncht en opgehangen, zoals op het Plein van de Republiek, en vele Hongaren willen n.b. een neutrale politiek! Ook het hoofd van de KGB, de ijzige Ivan Serov, stuurde al zeer verontrustende rapporten aan Chroesjtsjov waarin b.v. Hongaarse communisten slechts worden afgeschilderd als prooi, als slachtoffer van het wrede optreden van een stel bandieten. Blijkbaar heeft Nagy de zaak totaal niet onder controle en krijgt hij van z’n eigen volk nauwelijks [géén!] vertrouwen…..
Daarom roept de sovjetleider in die nacht het presidium van de partij in Moskou bijeen en verklaart dat hij definitief een besluit heeft genomen, n.l. om de troepen in Hongarije zwaar te versterken en in het land ‘de orde herstellen’. 
“Als we ons uit Hongarije terugtrekken zal dat de imperialisten aanmoedigen. Ze zullen dat als onze zwakte opvatten en aanvallen… Met Egypte geven we hen ook nog Hongarije”, aldus buldert Chroesjtsjov volgens de notulen van het Presidium. “We hebben geen andere keus”. ‘We zouden kunnen zeggen dat we hebben geprobeerd hen [de Hongaren] halverwege tegemoet te komen, maar er is daar nu helemaal geen regering’.
De andere leden van het Presidium stemmen al onmiddellijk ermee in en Chroesjtsjov ‘dreigt Parijs en Londen al gauw daarna met een raketaanval’. [Der Spiegel, no. 42, 14 okt. 1996]. Op de zitting van het Presidium van deze nacht blijkt overigens inderdaad het wantrouwen ten opzichte van de Hongaarse premier Nagy zeer groot, en er worden dan twee besluiten genomen ‘over de toestand in Hongarije’: 1e. Een verklaring van de Sovjet-Unie over de principes van de ontwikkeling en versterking van de vriendschap en samenwerking tussen de Sovjet-Unie en de andere socialistische landen, [zoals eerder al besloten] en 2e. Het besluit tot voorbereiding van de militaire interventie in Hongarije.……
Blijkbaar vergaderde men vrijwel de hele nacht door en wisselden Chroesjtsjov en de andere leiders ook verschillen-de malen van mening, en ‘we beëindigden tenslotte deze nachtelijke zitting met de beslissing om geen militaire macht in Hongarije in te zetten’, maar Chroesjtsjov werd al spoedig door twijfel bevangen of hij wel goed had gehandeld. [Lendvai, 121]. Vervolgens komt hij vooral met de argumenten van prestige van de Sovjet-Unie in de ogen van de ‘westerse kapitalisten’ en overtuigt de kameraden van het tegendeel van de vorige nacht…. Hij is ook van mening dat er in Hongarije een machtsvacuüm heerst.
Dit alles betekent voor Hongarije dus een drastische, zelfs dramatische koerswijziging, want zelfs op 30 oktober vond Chroesjtsjov nog dat er twee wegen zijn: 1. de militaire bezetting, en 2. de vreedzame oplossing: troepen weg en overleg, en in de Pravda van 31 oktober staat zelfs nog te lezen: “De sovjetregering staat klaar om de noodzakelijke onderhandelingen te beginnen met de regering van de Hongaarse Volksrepubliek en de andere leden van het Pakt van Warschau over de kwestie van de in Hongarije verblijvende sovjettroepen”. Dat lijkt er nú, enkele uren nadien, niets meer toe te doen, alles is blijkbaar ineens veranderd! Heeft men de Hongaren eenvoudig een rad voor de ogen gedraaid?

De pas vrijgelaten kardinaal Mindszenty

top

Vanuit Moskou beweert men nu ook dat de chaos veel te lang heeft geduurd, dat Nagy gaat veel te ver ging en dat reaktionairen en contrarevolutionairen trachtten via de exploitatie van de ontevredenheid de demokratische orde van het volk te ondermijnen en het kapitalisme te herstellen”. Men laat Nagy dus vallen, hoewel dat ook niet onmiddellijk bekend is bij Mikojan en Suslov.
Intussen gaat men zelfs door alsof er niets aan de hand is: Mikojan en Suslov hebben voor hun vertrek uit Budapest zelfs nog bevestigd dat het vertrek van de sovjettroepen verder gaat en dat de Sovjet-Unie de regering van Nagy steunt, en inderdaad verkondigen zowel de Pravda als Radio Moskou dat de regering van Nagy de steun heeft van het Hongaarse volk en dat [daarmee] de Hongaarse regering de steun heeft van het Kremlin….
Nu dit definitieve besluit door de sovjetleiders is genomen komt het er voor Moskou alleen nog op aan een soort wettige basis te creëren voor het militaire ingrijpen van de Sovjet-Unie in een soevereine staat [Hongarije] ofwel: een nieuwe [marionetten-] regering onder leiding van een stroman te benoemen die de sovjethulp formeel inroept, en Moskou levert dan eenvoudig militaire eenheden aan de regering in Budapest ”om de orde te herstellen”…...
De keuze van een stroman, een premier, lijkt nu te gaan tussen 1. Ferenc Münnich en 2. János Kádár.
1. De in het buitenland vrij onbekende Dr. jur. Ferenc Münnich [Seregélyes, Z.O. van Székesfehérvár, 18 nov. 1886 – Budapest 29 nov. 1967] is van nature een zwijgzaam man met een gezicht waarop maar zelden emotie was af te lezen [Barber, 143]. In de 1e Wereldoorlog is hij luitenant, wordt 1915 krijgsgevangene bij de Russen, is sinds 1917 trouw communist en vecht in de burgeroorlog in Rusland. In Hongarije terug wordt hij direkt lid der Hongaarse CP en is als politiek commissaris in het leger aktief in de Radenrepubliek. In 1919 vlucht hij, eerst naar Oostenrijk en Duitsland, dan in 1922 naar de Sovjet-Unie. In de Spaanse Burgeroorlog is hij ook legerstafchef in de Internationale Brigade, en vlucht 1938 naar Frankrijk, in 1941 gaat hij terug naar Rusland. Hij vecht aan het front en wordt dan o.a. hoofd van de Hongaarse afdeling van radio Moskou. Na z’n terugkeer naar Hongarije wordt in 1946 politiechef in Budapest, later gezant, o.a. in Moskou [1954-‘56] en in Belgrado in juli ‘56. Sinds okt. ’56 zit hij in de leiding der CP en is min.v.binnenl. zaken. Hij is dus goed bekend in Moskou, geldt als ‘moskoviet’, heeft de Sovjetnationaliteit heeft en is KGB-agent…..
Daarnaast is de corpulente Münnich een stevige drinker, en grappige womanizer en gezellige man die met z’n 35 jaar jongere vml. secretaresse is getrouwd, maar hij is bovenal trouw aan de sovjetleiders in Moskou, de hoofdstad van het land waar hij twintig jaar woonde! Hij heeft zeer waarschijnlijk ook in oktober ’56 nauwe, geheime contacten met de militaire leiding der sovjets in Budapest gehouden…. [o.a. Lendvai, 140].
2. De nieuwe communistische partijleider János Kádár [zie ook vorige hfdst.], over wiens houding Chroesjtsjov ook wel tevreden is, is ook een overtuigde communist, hoewel hij nooit in de Sovjet-Unie heeft gewoond en pas na 1945 met de Russen in aanraking kwam. Toch denkt Chroesjtsjov dat ‘vijf van de zes leden van het Presidium der Hongaarse partij waarschijnlijk wel onbuigzaam zullen blijven’, d.w.z. èchte communisten die het ingrijpen der sovjets zullen steunen. Alleen Nagy zal dat wel niet doen.
Maar het gaat Chroesjtsjov bij de beslissing om in Hongarije in te grijpen dus toch primair om het prestige van de Sovjet-Unie als Grote Mogendheid: als de sovjets in Hongarije blijven toekijken zullen de westerse imperialisten, de Britten en de Fransen, die nu Egypte al bombarderen en blijkbaar niet terugdeinzen voor een militair avontuur [samen met Israël!] in een onafhankelijk land, lachen om hem en om z’n land. De Sovjet-Unie heeft dan toch zéker het recht om in haar eigen invloedssfeer de orde te herstellen? Het kan hierbij bijna niet anders of men heeft in het Kremlin ook wel in de gaten dat de westerse mogendheden hopeloos diep verdeeld zijn omdat de Verenigde Staten niet meedoen met het militaire avontuur in Egypte, en ‘immers’ toch wel ‘de andere kant’ opkijken!
Bovendien lijkt de realistische sovjetleider Chroesjtsjov overwogen te hebben: Als de Sovjet-Unie Hongarije opgeeft zal de USA heus niet een ander land ‘opofferen’ [uitwisselen] of neutraliseren, dus: “evidently the capitalists wished to get something for nothing”. Maar de invloedssferen van 1945 zullen gewoon blijven en dat zal ook de USA wel accepteren….”even while paying lip service to a policy of liberation”. [naar Váli, 363].
Vanaf de avond van de 31e oktober komen inderdaad Sovjettroepen en honderden tanks en masse naar Hongarije.... want men vindt in Moskou het risiko voor een Russische militaire interventie in Hongarije -afgezien van de onvermijdelijke propagandistische waarde- kennelijk niet meer zo groot.
N.b. Veertig jaar lang heeft men nooit harde bewijzen in handen gehad voor de precieze reden en het juiste tijdstip van de omslag van Chroesjtsjov, maar ook in november 1956 is al wel duidelijk dat Moskou absoluut niet wenst dat, na de westerse militaire machtsgreep in Egypte het westen nu óók nog Hongarije in haar macht krijgt en Chroesjtsjov verzekert zich daarom direkt na z’n besluit in de dagen erna óók van de steun van Tito en van China!

top

Een Chinese delegatie kwam al eerder [op 23 oktober] naar Moskou en de leider hiervan heeft ’s avonds een lange diskussie met Chroesjtsjov en de andere sovjetleiders, die hun besluit al hebben genomen om Hongarije binnen te vallen. In het begin waarschuwen de Chinezen de sovjetleiders voor het imperialisme van een Grote Mogendheid, en ze hechten nog aan de principes van de ‘vreedzame coëxistentie’, maar de berichten uit Budapest en het verval van het regime daar doen de Chinese afgevaardigden, Liu Shaoqi en Deng Xiaoping, besluiten om de sovjetplannen ‘tegen de reaktionaire rebellie’ te steunen. [Lendvai, 123].  
De sovjettroepen blíjven dus in Hongarije, en zij zullen het initiatief grijpen bij ‘het herstel van de orde’ want Moskou kan eenvoudig niet toestaan dat ‘het westen’ behalve Egypte, ook nog eens Hongarije op een presenteer-blaadje krijgt aangeboden….
Uiteraard denkt Chroesjtsjov ook aan zijn eigen positie als partijleider en de leider van het grootste land op aarde, en aan de kritiek die er al was dat n.l. ‘de Hongaarse uitdaging niet is beantwoord’. De partijburokratie, het leger en de organen van de staatsveiligheid zouden het niet begrijpen als die uitdaging niet zou worden beantwoord! [Sebestyén, 282]. In Hongarije maar ook overal elders, in de westerse wereld, dringen deze berichten over het besluit van het Presidium der communistische partij van de USSR echter niet direkt door.
Intussen gaat ook de strijd in en om Egypte, met name bij het Suezkanaal en in de Sinaï verder en het blijkt dat de Britse en Franse regeringen al een aantal maanden in contact met Israël waren, want de militaire zaken zijn goed gecoördineerd. Israël valt vanaf 29 oktober met sukses de Sinaï binnen en kan het gebied tot het Suezkanaal binnen een paar uren bezetten terwijl intussen Britten en Fransen Egypte bombarderen, omdat president Nasser het ultimatum van hen [om de Egyptische troepen tot 15 km van het kanaal af terug te trekken] had verworpen. 
De nationalisatie van het kanaal door de Egyptische president Nasser in juli ’56 zal men zo teniet doen en aan zijn revolutionaire retoriek zal paal en perk worden gesteld. Het geheel lijkt een imperialistisch avontuur te worden want b.v. een bezetting van heel Egypte is onmogelijk en de Verenigde Staten steunen de Britten en Fransen niet! Bovendien bezit Nasser zowel in de hele Arabische wereld maar ook in Moskou veel prestige en sympathie. Maar ook voor de Verenigde Staten vormt de Suezcrisis nu de meest dringende kwestie, o.a. omdat president Eisenhower bang is dat het conflict in het Midden Oosten de Koude Oorlog ook naar dit gebied zal brengen. Kortom: ‘de aandacht van de wereld dreef weg van Budapest en het lot van tien miljoen mensen die achter het IJzeren Gordijn gevangen zaten leek ineens minder belangrijk dan nog maar een paar dagen eerder’. [Sebestyén, 272].
Voor Chroesjtsjov is het ook van het grootste belang dat de Hongaarse regering en het Hongaarse volk zo lang mogelijk onkundig worden gehouden en Nagy moet in onzekere worden gehouden over de Russische bedoelingen, zodat de Hongaren geen tijd zullen hebben hun verdediging te mobiliseren. De troepenbewegingen van de sovjets zijn dus bewust verwarrend. Maar ook de westerse regeringen en hun geheime diensten en de internationale media weten van niets [Lendvai, 122] en alles kan in het diepste geheim en vèr van Hongaarse bodem worden besloten en vervolgens daar gebeuren!… 
Nagy richt intussen wel een nota aan de sovjets en doet een hernieuwd verzoek tot onderhandelingen over de aftocht van de Sovjettroepen uit Hongarije en hij wenst ook onderhandelingen over Hongarije’s uittreden uit het Pakt van Warschau. Tot de avond van deze dag trekken de Russische troepen zich inderdaad uit Budapest terug, maar verder worden de Sovjettroepen vanuit het oosten, van over de Ukraïnse en de Roemeense grenzen, volgens allerlei berichten steeds verder versterkt, en trekken in de richting van de hoofdstad. Allerlei strategische belangrijke punten worden bezet en  steden en vliegvelden worden omsingeld, maar een protest van Nagy helpt niets. Er wordt door de Sovjets niet op gereageerd of er wordt slechts een nietszeggend antwoord met holle frasen gegeven.

top

Wel is het natuurlijk duidelijk dat Hongarije nooit in staat zal zijn zichzelf te verdedigen tegen een Russische militaire overmacht, maar de regering neemt wel verdere maatregelen ter versterking van de consolidatie van het land; de politie, waarin de vrijheidsstrijders worden opgenomen, wordt gereorganiseerd en aan de ongegeneerde straatjustitie komt al snel een eind. Het leger komt onder leiding van generaal Maléter en de betrekkingen tussen arbeidersraden en revolutionaire groepen worden verbeterd. [Litván, 77, 78].
Ook komt deze morgen om 10.00 uur het kabinet in Budapest bijeen om de laatste ontwikkelingen te bespreken en tijdens de vergadering komt een bode een telegram brengen voor de vermoeide premier. Deze bestudeert het in stilte maar staat vervolgens op om het hardop voor te lezen: ‘Britse en Franse strijdkrachten zijn bezig Egypte te bombarderen’. György Heltai, de nieuwe vice-minister, herinnerde zich: ‘Men kon een speld horen vallen’. Maar de stilte wordt verbroken door een uitbarsting van Losonczy: ‘Vervloekte ellendelingen!’ Daarop vraagt iemand nog maar eens of Nagy nu ook hulp van het westen wil inroepen, maar hij antwoordt: “Nu zeker niet!”
N.b. Volgens Gadney [blz. 128] wordt de ochtendvergadering van het kabinet ook door de joviale Mikojan en door de zich prima voelende Suslov bijgewoond, maar de zitting duurt maar eventjes en daarna vertrekken Mikojan en Suslov naar het partijgebouw in de naburige Akadémia utca vanwaar ze al snel met een tank naar het vliegveld vertrekken.
De hele ochtend bereiken wel flarden slecht nieuws het parlementsgebouw in Budapest omdat men immers de  vorige dag nog informatie van Mikojan en Suslov heeft gekregen die een Russische militaire inval in Hongarije vrijwel onmogelijk deed lijken! Maar intussen komen berichten b.v. van de grens met de Sovjet-Unie, uit Záhony, die er sterk op wijzen dat sovjettroepen op grote schaal, met ‘duizenden tanks’ Hongarije binnenkomen! [Barber, 130, 131]. Ook krijgt Nagy berichten dat de drie luchthavens van Budapest, Ferihegy, Tököl en Budaörs, in het geheim door sovjettanks zijn omsingeld en dat sovjetpersoneel de belangrijkste funkties in de gebouwen van de luchthavens had overgenomen….
Intussen weet men ook dat Nagy erop tegen is dat Hongaarse soldaten, het leger o.i.d., iets ondernemen tegen de sovjets, omdat ‘de onderhandelingen nog aan de gang zijn’ en dat elke handeling van Hongaarse kant de hoop op een compromis de bodem kan doen inslaan. Ook telefoneert hij met ambassadeur Andropov  maar hij hoort van diens kant slechts vriendelijke en geruststellende woorden…’de sovjettanks zijn slechts opgesteld om de veiligheid bij de evacuatie van Russische burgers te verzekeren’, aldus Andropov….…[Barber, 131].
Maar door Hongaarse verkenningsvliegtuigen wordt geconstateerd dat bij verschillende steden in het land sovjet-tanks in grote getale staan opgesteld. Weliswaar trokken de Russen zich vrijwel geheel uit Budapest terug, maar vanuit het oosten worden tegelijk nieuwe eenheden naar strategische centra in Hongarije gedirigeerd, om zoals Andropov zegt: ‘te assisteren bij het georganiseerde terugtrekken der Russische strijdkrachten’…. In werkelijkheid staan de sovjet al in een halve cirkel op 150 km van Budapest opgesteld en tegen de woensdag zijn de wegen in het oosten van het land overvol met militair verkeer van de sovjets en de Russen wensen niets aan het toeval over te laten! De strijdkrachten der Sovjet-Unie maken zich klaar voor een massale aanval op een klein land, ‘om een kleine heroïsche natie neer te knuppelen’…. [naar Barber, 132].
Intussen heeft  premier Nagy een strenge censuur ingesteld op ‘alle nieuws van verontrustende aard’ en drie dagen lang mogen de kranten niets melden over een terugkeer van de sovjettroepen, want Nagy is dan nog altijd van mening [of liever: heeft nog altijd de illusie!] dat er hoop bestaat op vrede. ‘Misschien berust alles zelfs wel op een vergissing’, en de premier blijft dus van mening dat het verkeerd is om zijn landgenoten te verontrusten ‘op een tijdstip waarop hij zo naarstig poogt hen te kalmeren’. Ook verkeert Nagy nog altijd in dubio tussen z’n vertrouwen in de [de vorige dag opgeheven!] partij èn de trouw aan het volk en aan z’n beginselen, aldus de hoofdredakteur van Irodalmi Újság, Miklós Molnár. [naar Barber, 132].
Toch bestaat de twijfel aan wat er in Moskou is besloten niet zo lang want aan de éne kant hult Moskou zich in zwijgen en is totaal niet bereikbaar terwijl aan de andere kant de berichten binnenstromen over enorme troepen-verplaatsingen van de sovjets, die het land met -naar men zegt- 75.000 man en 2.500 tanks binnentrekken.

De jeugd brengt [in de sporen van...] een groet aan het Vaderland!

top

Ook blijkt de ondoorgrondelijke, humorloze en bekrompen ambassadeur Andropov zich steeds met z’n glimlach in onwetendheid en nietszeggende antwoorden op vragen te hullen. Hij vindt de beweringen van Nagy sterk overdreven
en zegt b.v. dat de Russische troepen nodig zijn om het vertrek veilig te stellen. ‘Het betekent allemaal niets’, zo denkt hij Nagy gerust te kunnen stellen. [Barber, 133]. ….
Zelfs laat Andropov telefonisch weten dat Chroesjtsjov wenst dat de Hongaren twee speciale commissies vormen om besprekingen te voeren met sovjetexperts, o.a. over de terugtrekking van de Russische troepen. Toch vertrouwen Nagy en z’n onderminister van buitenl.z. Heltai de zaak helemaal niet meer en stellen vast: ‘óf  de sovjets willen Hongarije provoceren om aan te vallen, óf ze hopen het hele land te kunnen bezetten zonder enige weerstand, en er is dan slechts één manier om het land nog te redden: het Warschaupakt verlaten en een neutraliteitsverklaring afleggen’. [naar Barber, 134]. Intussen roept Nagy een bijzondere vergadering van het uitvoerend comité der partij bijeen, en dit comité is het [incl. Kádár en de min.v.binnenl. zaken Münnich!] geheel eens met Nagy. Ook op de kabinetszitting hierna worden deze punten behandeld, en zelfs Andropov is voor de zitting uitgenodigd. Maar hoewel Andropov hier nog eens uitlegt dat ‘het allemaal overdreven is’ en dat de zaak ‘niet werkelijk belangrijk’ is, is het Hongaarse kabinet het eens!
Van groot belang is wel dat het verhaal dat Hongarije zich neutraal verklaarde en uit het Pakt van Warschau stapte, en dat dát de reden voor de sovjets is geweest om het land [als reaktie op ‘die roekeloze besluiten in Budapest’] binnen te vallen, berust op een leugen, want duidelijk is dat Chroesjtsjov al definitief had besloten om Hongarije militair binnen te vallen vóórdat premier Nagy besloot om het land neutraal te verklaren!
Na Nagy krijgen ook andere ministers de gelegenheid iets te zeggen en Kádár is de laatste van hen. Hij houdt n.b. een gloeiende vaderlandslievende rede, en kijkt Andropov recht in de ogen als hij zegt: “Wat er met mij gebeurt is van geen belang maar ik ben als Hongaar bereid om zo nodig te strijden. Als uw tanks Budapest binnendringen, zal ik de straat opgaan en u bestrijden met de blote vuist”. [Barber, 135].
De vreugde van de vrijheid en onafhankelijkheid lijkt echter van korte duur te zijn en allerlei mensen, zoals de burgemeester, József Kővágó, krijgen zelfs al de raad om zo snel mogelijk uit Budapest te vertrekken en voor hun veiligheid naar Oostenrijk te gaan omdat ‘de Russen op komst zijn’.
Ook Nagy zelf ziet de toestand nu onder ogen en wil de kwestie van het opzeggen van het lidmaatschap van het Pakt van Warschau en de neutraliteitsverklaring, maar ook die van de Russische troepen in Hongarije aan de orde stellen en hij stuurt daarom een telegram naar de secr.-generaal der UNO, Dag Hammarskjöld en verzoekt hem ‘de Hongaarse kwestie’ op de agenda van de Algemene Vergadering te plaatsen.
Maar het is te laat: de hele wereld wordt in beslag genomen door de Suez-crisis en de secr.-gen. der Verenigde Naties gaat op weg naar… Caïro, en natuurlijk weet ook Chroesjtsjov dat de aandacht van de westerse mogendheden geheel is gericht op Egypte en het Midden Oosten, en daarmee beseft hij dat men dan toch weinig of geen aandacht kan schenken aan wat er in Hongarije staat te gebeuren……...
Het dringende bericht uit Budapest, waarin o.a. wordt gemeld dat Russische troepen Hongarije binnentrekken en dat Hongarije zich daarom tot neutrale natie verklaart, die daarvoor de bescherming der vier grote mogendheden wenst, krijgt dan ook zeer weinig aandacht. Het verzoek van Nagy wordt niet eens beantwoord.[o.a. Barber, 137-140].
Bij al dit verschrikkelijke nieuws komen er intussen voor Nagy ook wel enkele goede berichten: zowel in Budapest als op het platteland is het nu rustig en er zijn berichten dat er westerse hulp op komst is; enorm veel medicijnen en andere goederen zoals voedsel en kleding komen via Oostenrijk uit allerlei westerse landen, zoals Groot-Brittannië, Frankrijk en Zwitserland en president Eisenhower biedt het land $ 10 miljoen. Honderden vrachtauto's gaan vol beladen de grens over. Men verwacht ook wel wapens en munitie vanuit het westen, maar m.n. het neutrale Oosten­rijk is zeer voorzichtig, en wil hiervan niets weten.

top

Ook Pál Maléter vertelt journalisten dat hij de regering van Nagy steunt en de pas gekozen zeer gematigde voorzitter van de heropgerichte Sociaal-Demokratische partij, de 67-jarige Anna Kéthly mag een conferentie van socialistische partijen in Wenen bijwonen. Bovendien is het ook in de hoofdstad veel rustiger geworden en de ‘orde’ lijkt hersteld. Hier en daar, bijvoorbeeld bij de arbeidersraden, bestaan al plannen om op maandag, 5 november, het werk te hervatten en daarmee de lange proteststakingen te beëindigen, en over de bevrijding van de laatste politieke gevangenen uit de gevangenis is overlegd.
Zelfs kan het Hongaarse team van sportlieden naar de Olympische Spelen in Melbourne vertrekken alsof in het land de rust is weergekeerd na zovele spannende dagen vol strijd en de dood en verwondingen van duizenden…. Ook rijden hier en daar in de hoofdstad weer bussen en trams, en ‘in de loop van nauwelijks 150 dagen is de grauwe nietigheid van de leugenachtige partijdiktatuur omgevormd tot een vibrerend politiek leven met een vrije pers en een verscheidenheid aan nieuw opkomende organisaties’. Ondanks de vrijlating of de vlucht van duizenden gewone gevangenen is er toch geen sprake van gewelddaden of verstoring van de openbare orde. De sovjets hebben dus, aldus de publieke opinie, geen enkele reden of voorwendsel voor een nieuwe interventie met hun troepen.  [naar Lendvai, 127, 128].
Wel staan allerlei groepen nog altijd in nauw contact met "Radio Free Europe", en verwachten hiervan zeer veel steun want deze Amerikaanse zender bemoedigt de Hongaren nog steeds voortdurend, geeft informatie door, [ofwel: gaat door met haar agitatie en oproepen om de gewapende strijd tegen Nagy voort te zetten!] en is in het hele land bekend. De zender is ook tot het einde toe buitengewoon gelukkig met alle uitingen van haat tegen de Russen en van sympathie voor de westerse idealen..... Immers: voor het eerst in de historie heeft een klein maar dapper volk zichzelf zonder buitenlandse hulp binnen enkele dagen ten koste van honderden slachtoffers vrijgevochten van de buitenlandse, vijandelijke, Russische bezetting, overheersing en tirannie.
Maar…. daar staat natuurlijk tegenover dat, wanneer het om daadwerkelijke, militaire steun gaat, ‘het westen’ het volledig laat afweten. Tevoren stond immers tenminste in de Verenigde Staten en in Londen en Parijs al vast dat men absoluut niet zal ingrijpen in Hongarije! Men stuurt met andere woorden met deze mooie praatjes door de radio de Hongaren eenvoudig het bos in en zij moeten het zelf maar uitzoeken…..
Intussen verklaart premier Nagy nog eens, ten overvloede eigenlijk, dat de beschuldigingen van destijds tegen kardinaal Mindszenty geen enkele juridische basis hebben en dus illegaal zijn en hij spreekt op de namiddag de menigte op het Kossuth tér voor het parlement nog eens toe en zegt dat híjzelf degene was die had gestreden voor het vertrek van de sovjettroepen. Hij verklaart nu openlijk dat Hongarije het lidmaatschap van het pakt van Warschau opzegt. Ook vraagt hij nog eens om geduld en smeekt bijna om ‘vertrouwen in de regering’ en hij eindigt met een luide schreeuw: “Lang leve de Hongaarse republiek, onafhankelijk, vrij en demokratisch! Lang leve het vrije Hongarije!”. De menigte geeft hem een massale ovatie, onkundig van het feit dat het vertrek van de sovjettroepen wel erg traag verloopt… [Gadney, 128, 129]. 
Ook op deze dag wordt, onder militair escorte, kardinaal Mindszenty naar zijn aartsbisschoppelijke paleis in Buda [-pest] overgebracht, terwijl overal juichende en buitengewoon enthousiaste mensen hem, na acht jaar vernedering en gevangenschap, vaak op emotionele wijze begroeten. Onderweg worden de kerkvorst overal bloemen toegeworpen en de kerkklokken worden geluid. ‘Diep ontroerd gaf ik de geduldig wachtende mensen de zegen. Blij en hoopvol richtten allen hun blik op de toekomst. Te midden van ruïnes, verwoeste Russische monumenten en stilgelegde fabrieken scheen voor Hongarije een nieuwe tijd aan te breken. Wat een zware strijd was hier gestreden! In de hoofdstad spoedde zich een geweldige mensenmenigte naar het paleis van de primaat. Soldaten, studenten, arbeiders en moeders met kinderen juichten en huilden. Wij allen vergoten tranen van vreugde om het weerzien na alle leed van tien jaren. Ik zegende de knielende menigte en ging toen het huis binnen dat ik acht jaar lang niet had gezien’. [Mindszenty, Mijn leven, 291].
Van enige twijfel of tegenwerking van de kant van de regering is geen sprake meer, en de regering stelt dat de kerkvorst zijn taak zonder enige belemmering weer kan hervatten. De kardinaal wordt volledig gerehabiliteerd. "Ik zal beginnen waar ik 8 jaar geleden werd gedwongen te stoppen", liet de kardinaal al weten en Mindszenty wordt nu door velen als een betrouwbaar nationaal, geestelijk èn politiek leider met veel gezag gezien. Sommigen willen hem  zelfs al tot regeringsleider [premier] van het land maken! Hij wijst dat af, maar heeft wel contacten met allerlei politici [o.a. met Tildy] en ook met buitenlandse journalisten. Één van de eerste dingen die de kardinaal nu doet is een verbod op de aktiviteiten van de zgn. vredespriesters, die immers alleen dankzij de communistische overheid destijds waren aangesteld als ‘betrouwbaar’. [Mindszenty, Mijn leven, 304, 305]. Maar belangrijk is vooral de toespraak die Mindszenty op 3 november om 20.00 uur voor de radio zal houden en o.a. de voorzichtige Tildy drukt hem op het hart om de kwestie van het grondbezit niet aan te roeren en taktisch over de Russen te spreken, maar dat was Mindszenty zelf ook al van plan!
Ook de vroegere hervormde bisschop László Ravasz en de vroegere evang.-lutherse bisschop Lajos Ordass, die het grote vertrouwen van hun kerk nog steeds hebben, en ook een aantal andere kerkelijke leiders, zoals László Pap, de [hervormde] dekaan van de theologische faculteit van de universiteit van Budapest, hervatten hun taken weer en worden in hun funktie hersteld en m.n. Pap en Ordass hebben ook voortdurend contact met de Wereldraad van Kerken in Genève. Hun -tegenover het communistische regime loyale en aan de kerken opgedrongen- voorgangers, zoals de evang. bisschoppen László Dezséry [noord-distr.] en Lajos Vető [zuid-distr.] zijn al afgezet.

Een klein deel van een lange rij Russische tanks in Budapest

top

Er doen overigens ook allerlei valse geruchten en speculaties de ronde, als zouden Mindszenty en aanhangers het kapitalisme, het feodale grootgrondbezit en het fascisme willen herstellen, en als zou de kardinaal een grote rol in de regering willen spelen. Bij de terugkomst van prins Pál Esterházy in Budapest denken sommigen prompt ook al aan een rechtse contrarevolutie, het fascisme, herstel van het regime van Horthy, enz., maar niets concreets wijst hierop! Wèl is er sprake van een overweldigende stroom van nationalistische, patriottische uitingen, en van een massale hoop op vrijheid en demokratie, en op betere tijden terwijl er van enig werkelijk verzet tegen het nieuwe bewind van Imre Nagy geen sprake is.
Er wordt nu ook een nieuwe communistische partij opgericht, die voor de oude, de vorige dag opgeheven, MDP in de plaats zal komen en János Kádár blijft ook de leider van de “Hongaarse Socialistische Arbeiders­par­tij" [Magyar Szocialista Munkáspárt], die naar ze zelf beweert handelt "in overeenstemming met de wensen van vele ware patriotten en socialisten die vochten tegen het despotisme van het regime van Rákosi", aldus deelt Kádár 's avonds om 22.00 uur voor de radio mee. "De MSzMP zal een verjongde partij zijn, kleiner maar kwalitatief hoger dan haar voorgangster, en gezuiverd van de misdaden van het verleden", aldus Kádár. Deze rede is [wat niemand weet!] echter tevoren opgenomen want op dat moment is Kádár waarschijnlijk al niet meer in Hongarije! [o.a. Sebestyén, 76]….. Het partijblad Szabad Nép [’t Vrije Volk] wordt voortgezet onder de nieuwe naam Népszabadság [Volksvrijheid] en deze verandering lijkt niet veel te betekenen want de krant had al sinds enkele dagen van haar sympathie voor de opstand laten weten.
Een tijdelijk "voorbereidend comité der MSzMP" van 7 man wordt samengesteld, dat bestaat uit János Kádár, Ferenc Donáth en Géza Losonczy [trouwe reformisten en aanhangers van Nagy], de dappere politiechef Sándor Kopácsi, de ‘vrijzinnige’ filosoof György Lukács, premier Imre Nagy en de ‘bekeerde’ moskoviet en reformist Zoltán Szántó.
De meesten van hen staan bekend als antistalinisten, en zijn al eens veroordeeld door het vorige bewind van Rákosi, maar ze hebben, zoals al bleek én binnen de kortste keren opnieuw zal blijken, totaal verschillende visies over de meest uiteenlopende zaken! Het idee om een 30-tal bekende schrijvers, kunstenaars en mensen uit de arbeiders-beweging de bekendmaking van de nieuwe partij te laten tekenen, wordt al snel afgeblazen omdat b.v. Déry en Háy onmiddellijk weigeren partijlid te worden [Lendvai, 129] en vermeldenswaard is verder dat de MSzMP het Poolse en het Joegoslavische voorbeeld ook afwijst voor Hongarije!
Algemeen is wel de afschuw van het stalinistische verleden, maar over de toekomst is men het niet geheel eens: een nieuw, gezuiverd, socialisme wordt nú nog verbonden met vrijheid en demokratie, maar anderen bereiden zich al voor op een totaal nieuw, en vooral geheel westers Hongarije. Overduidelijk is wèl dat van de communistische partijorganisatie eigenlijk niets overgebleven is en dat de nieuwe partij haar eerste vergadering houdt temidden van vastberadenheid én wantrouwen, bezorgdheid en onzekerheid! [Lendvai, 129]. Zelfs op 1 december 1956, vier weken na de Sovjetinval, heeft de nieuwe Magyar Szocialista Munkáspárt nog slechts 37.818 leden. [Kovrig, 448].
Allerlei minder positieve ontwikkelingen zijn er ook te melden, zoals het tot dan keiharde, onmenselijke en niets ontziende optreden van gewapende, "onafhankelijk" opererende benden, b.v. o.l.v. József Dudás, die zelf 7 jaar onder het stalinistische regime gevangen zat, en dus -zoals zovelen- nu in de eerste plaats wraak en vergelding wil!
Opportunisten en avonturiers, rechtse extremisten en vrijgelaten [niet-politieke] gevangenen [o.a. ook heel wat misdadigers!] laten zich in sommige gevallen ook gelden. Ondanks de chaos en de puinhopen, de spanningen en het geweld, is er evenwel geen sprake van roof en plundering!
Toch lijkt het erop dat de regering nu toch veel meer gezag krijgt over alle gewapende groepen want het nieuwe ‘Revolutionaire Defensiecomité’ [Forradalmi Honvédelmi Bizottság] benoemt de gezaghebbende generaal Béla Király tot commandant van de nieuwe Nationale Garde [Nemzetőrség] en dat betekent een erkenning van de vrijheidsstrijders die hardnekkig vasthielden aan hun doel: vechten tot de erkenning van de neutraliteit en onafhankelijkheid van het land, het vertrek van de Russische troepen, vrije verkiezingen, de ontbinding van de geheime politie en amnestie voor de opstandelingen. Het is de bekroning van hun inspanningen en harde strijd! [Lendvai, 66].
Opmerkelijk is ook dat talloze prominente Hongaren duidelijk te kennen geven níet terug te willen naar ‘het verleden’, maar een nieuwe, demokratische en parlementaire orde voor ogen hebben. Zowel de pas uit de Russische Gulag vrijgekomen leider der Kleine Grondbezitters, Béla Kovács, als de destijds jarenlang opgesloten sociaal-demokratische leidster Anna Kéthly en o.a. de bekende schrijver László Németh, die door het regime van Rákosi jarenlang de mond is gesnoerd, waarschuwen ervoor dat de tijden van weleer zéker niet terugkeren!

Németh laat b.v. weten: “We moeten, terwijl gewapende lui zich richten op de terugtrekking van de sovjettroepen, waakzaam zijn zodat we de zekerheid hebben dat de nieuwe opportunisten géén contrarevolutie van de Revolutie maken en de Hongaarse vrijheidsstrijd in de richting duwen van de koers van 1920” [toen Hongarije onder admiraal Miklós Horthy met een conservatief, autoritair en nationalistisch regime te maken kreeg]. Németh pleit dan ook voor een meerpartijensysteem en voor de algemeen erkende principes van de sociale en parlementaire demokratie. [Lendvai, 131] en het lijkt er nog steeds op dat niemand in het ‘revolutionaire’, nieuwe Hongarije het hiermee pertinent níet eens is!

Het eerst nummer van de totaal vernieuwde partijkrant 'Szabad Nép' wordt nú ontvangen!

top